6
MHBKl
claaraan gvoot gewigt govern In eene verhandeling .gehouden
in de Brilsche Maatschappijin de maand September laatst-
leden, beweerde hij dat, hoewel het onmogelijk was, om bij
bet ontbreken van statistieke opgaven, eene juiste schatting te
geven van den veestapel in Engeland; hij meende die te
kunnen aannetnen op 4,700.000 stuks rundvee en "2 mi loen
schapen. Dit getal echter was ongeveer hetzelfde als voor
20 jaren, waaruit volgde, dat de verbetering der veeteelt en
het meerder kruisen, bij het buitengewoon toegenomen ver-
bruik der laatste jarenniet vermogend is geweest om ons
een meerder toevoer van vleesch uit eigen land te bezorgen.
Het vleesch moet derhalve, zoolang als er welvaart onder
het aDemeen blijft heerschennoodzakelijk nog geruimen tijd
hoo" in prijs blijven. Sommige Europesche en andere landen
hebben wel een grooter veestapel in verhoudmg tot de be-
volkinginaar daarbij behoort nog meer in rekening te wor-
den genomen om tot eene juiste vergelijking te komen.
Het cijfer van den veestapel alleen levert geen genoegzaam
punt van vergelijking, door het groote verschil tusschen het
soort van vee, hunne zwaarte en liunne opbrengst in zuivel
en in vleesch. En ook bij hetzelfde gewigt is er nog groot
verschil in waarde, b. v. tusschen onze hjne Zuiderduinscha-
pen en Duitsche merinos, daar het eene schaap veel meer
gewigt schoon levert dan het ander, en daarbij ook in kwa-
liteit en waarde van het vleesch groot verschil is. Er moet
dus veel in aanmerking worden genomen, om bij statistieke
opgaven uit verscbillende landen tot een juiste vergelijking
te komen.
Het is een punt van belangrijke overweging, om ons voor
de toekomst minder afhankelijk te makeu van den toevoer van
vee en vleesch uit Holland, Denemarken, Duitschland en Spanje;
maar de vraag is, hoe kan men daartoe geraken. De snelle
toename der bevolking in Groot-Brittanie, gepaard met eene
toenemende en verbeterde voeding, door de algemeene welvaart
en uitbreiding der klassen wier geldelijken toestand het ge-
bruik van vleesch veroorlooft, veroorzaakt, toont dat het oogen-
blik gekomen is om krachtige pogingen aan te wendenen met
gebruik maken der vele hulpmiddelen die een verbeterd ver-
keer en de ontwikkeling van handel en nijverheid oplevert, orn
aan deze vermeerderde vraag te voldoen. Tegenwoordig ge t
rund- en schapenvleesch voor het minst gemiddeld 15 cents
per ned, pond meer dan twintig jaren geleden. Nog blijft de
i .1 i. v.n» lonrron
19 cents. Als men tot 1842 teruggaat en tot de tien jaren
voor dit tijdperkzoo vindt men een nog grooter verschil in
prijs.
De jaarlijksche behoefte voor Londen laat zicu tegenwoor-
dig aannemen op 250,000 runderen1,500,000 schapen en
lammeren 20,000 kalveren en 400,000 varkens.
Ook de kans van grooter aanvoeren nit het buitenland is
voor het oogenblik niet groot. Nederland dat daartoe zoo-
veel bijdraagt, geeft wat het kan. Belgie evenzoo. In Frank-
rijk, een land dat over het algeraeen meer voor graan- en
wijn'bouw dan voor vee-fokken en mesten geschikt is, neemt
tegenwoordig de behoefte sterker toe dan de voortbrenging.
Het wordt ,°even als Groot-Brittannieeen meer vee in- dan
uitvoerend land, zoodat ook van daar weinig heil te ver-
wachten is.
Alles stemt dus zamen om aan te toonendat de kans
om ons vrij te maken van buitenlandschen toevoer zeer gering
is dat de vermeerderde binnenlandsche produktie en de toe-
neming van den aanvoer van elders moeijelijk gelijken tred
zullen kunnen houden met het vermeerderd verbruiky dat
daardoor alzoo in geruimen tijd nog weinig op prijsverminde-
ring te rekenen valten dat alzoo in het aanfokken en vet-
mesten van vee in de daarvoor geschikte streek zeker een
der meest voordeel gevende takken van landbouw zal worden
gevonden.
prijs stijgen -
tijd zoo zal blijven al gaat men ook voort ruimschoots uit
het buitenland aan te voeren. Was het niet, dat juist in
den laatsten tijd die toevoer uit verschillende landen zooveel
is toegenomen dan zou men hier nog veel hoogere prijzen
hebben gezien die booge prijzen zouden voor velen vooral
onder de arbeidende klasse bet gebruik onmogelijk hebben
gemaakthetgeen ongetwijfeld tot algemeen misnoegen aanlei-
ding zou hebben gegeven.
Onze tegenwoordige afhankelijkheid van het buitenland blijkt
uit de volgende cijfers In
1853 bedroeg de invoer 125,000 runderen en 230,000 schapen.
1863 150,000 430,000
De vertneerdering in 10 jaren was dus slechts 25,000 lun-
deren en 200,000 schapen. Deze toevoer, hoewel over het
algemeen vee van veel geringer kwaliteit dan het onze heeft
veel tot het voorzien in de toenemende behoefte bijgedragen
en voorkomen dat het vleesch tot ongekend hooge prijzen steeg.
Het aantal vee, dat te Londen aan wal werd gezetwas:
in 1862. 49,163 runderen, 27,100 kalveren, 277,692 schapen.
in 1863. 76,968 31,414 341,408
In andere havens is de invoer van vreemd vee zeer gering
slechts te Hull, Hartlepool en in enkele andere worden eeni
ge duizenden schapen aangevoerd.
Er wordt zorgvuldig toezigt gehouden door de veekeurders
om den invoer van ziek vee te voorkomen in de stad Londen,
waar het verbruikte vleesch nagenoeg voor een vierde van
buitenlandsche afkomst is.
Hit de rapporten blijkt, dat van al het rundvee langs den
Theems aangevoerd slechts 1 pCt. ziek is, en slechts pGt.
zoo ernsiig, dat het daarvan afkomende vleesch ongeschikt
is voor menschelijk voedsel. Schapen met schurft of pokken
bedroegen wat meer dan een ten honderden zieke varkens
ongeveer twee ten honderd van bet aangevoerde bedrag.
Ziek rundveewaarbij het mond- en klaauwzeer het meest
voorkomt, bedragen niet meer dan 9 op de duizend.
Wanneer men naauwkeurig den staat van de veemarkt der
hoofdstad nagaat, die het vleesch voor .ongeveer drie millioen
menschen moet leverendan ontdekt men een toestand die
wel het vertrouwen kan schokken in onze krachten om op
den duur in de behoefte te blijven voorzien.
De gehecle hoeveelheiddaar ter markt gebragt, bedroeg:
in 1853. in 1863.
runderen. 252,624 288,177
schapen en lammeren 1,325,474 1,389,142
kalveren20,395 23,291
Om te zien of de voortbrenging in het eigen land is toe
genomen moet men hiervan de aanvoer uit het buitenland
aftrekken. Deze was:
en het laat zich voorzien dat dit nog langen
Bij het Bestuur van het 19de Nederl. Landhttishoudkundtg
Congres is onlangs de navolgende missieve ontvangen.
Bottebdam, December 1864.
Overeenkomstig uw verlangen heb ik de eer u te berigten
dat de bijeenkomst van afgevaardigden van onderscheiden
Maatschappijen van Land- en Tuinbouwtot bespreking van het
voorstel eener Algemeene Landbouw-Vereeniging gehouden is te
Leiden, den 22 September 1864.
De Vergadering, door den Heer Begram ingevolge uw
verzoek geopend, werd bijgewoond door 14 afgevaardigden,
welke den Heer Prof. A. II. van der Boon IIeach tot Voor-
zitter en den ondergeteekende tot Secretaris benoemden.
Bij de bespreking van het voorstel van den Heer Dr.
TV. C. E. Staring (waarbij met leedwezen de tegenwoordig-
heid van den voorsteller gemist werd) ontwikkelden sommige
leden bezwaren tegen het plan tot oprigting eener Algemeene
Vereeniging. Men meende, dat de ervaring door de ontbon-
den Koninklijke Algemeene Landbouw-Vereeniging opgedaan
"eleerd had, dat zoodanige instelling bier te lande nog geene
levensvatbaarheid bezit, terwijl de verkrijging der noodige
fondsen onoverkomelijke bezwaren zou opleveren.
Andere leden zagen de zaak zoo donker niet in. Zij be-
riepen zich op dergelijke instellingen in het buitenland, zoo
als b. v. de Confederation des Societes d'horticulture et
d'agriculture in Belgie, en zij geloofden, dat door een per-
centsgewijze heffing van de contribution, welke aan de on
derscheiden Maatschappijen bet.aald worden, in het geldehjk
bezwaar, althans grootendeels, kon voorzien worden.
Naardien het echter bleek, dat geen der afgevaardigden
een bepaald mandaat van zijne Maatschappij had_ ontvangen
terwijl men algemeen eene zoo talrijke vergadering niet ge
schikt aclitteom een uitgewerkt plan voor de voorgestelde
vereeniging te ontwerpenzoo werd besloten dit laatste op
te dragen° aan eene commissie van drie leden. Hiertoe wer-
den bij meerderheid van stemmen benoemd de Heeren Dr.
TV. C. R. Staring, TV. C. M. Begram en Dr. A. TV. P.
Rauwenhof. Aangezien echter de laatstgenoemde wegens yeel-
vuldi"e andere bezigheden, zich van deze opdragt meende te
moeten verontschuldigenzoo werd in zijne plaats benoemd,
de Heer TV. A. baron Schimmelpenninck van der Oije van
Eoevelaken.
Wanneer van deze Commissie het bedoelde plan bij ons
in"ekomen en door de onderscheiden Maatschappijen goedge-
keurd zal zijnzullen wij de eer hebben, u daarvan nadere
mededeeling te doen.
Namens de vergadering van afgevaardigden
der Maatschappijen van Land- en Tuinbouw
de Secretaris
N. W. P. Batjwenhoff.
Aan het Bestuur van het 19de
Nederl. Landhuishoudk. Congres
te
Eaarlem.
paar plans van zoodanige inrigtingen, waarna de commissie,
bij monde van den voorzitter, hartelijk dank werd gezegd.
Yoorts deelde de voorzitter mede, dat het bestuur te rade
was bovengenoemd verslag en plan tot daarstelling eener in-
rigtingalsmede het verslag der commissie tot onderzoek der
daartoe ontworpen statuten, te doen drukken en aan de leden
toe te zenden, waartoe werd besloten. Wijders werd bij stemming
beslotenalsnu over te gaan tot het benoemen van een
nieuw bestuur, ingevolge art. 4 der wet. Bij volstrekte
meerderheid van stemmen werden tot leden van het bestuur
benoemd: de Heeren J. P. Bredius te Dordrecht, voorzitter;
AMaaskant te Hendrik-Ido-Ambachtvice-voorzitter; BJ
Eiepeveen te Kinderdijk, P. Nugteren en B. Bakkex Bz. te
Bidderkerk, leden van het bestuur; B. Nugteren Pz. te
Zwijndrecht, penningmeester; I. Quartet Corn. Zn. te Klaas-
waalsecretaris. Daarna deelde de heer Bakker eenige bijzon-
derheden mede aangaande de werktuigen, welke tot de vlas-
bewerking in door hem bezochte fabrieken werden gevonden
en tevens dat de zwingels van Friedlander het best voldeden.
Ver vol gens werd door den heer TVVisservan Hendrik-
Ido-Ambacht, ingevolge de voorgelezen missive van de gebr. Fel-
hoente Kortrijkaangebodenom 50 kilos ruw vlas ter be-
werking aan genoemde firma af te zenden, om daarna later
de meer of min goede werking der machines te kunnen be-
oordeelen. Hierop werd besloten, dat de heer Visser 50 kilos
vlas ter verzending naar Kortrijk zou disponibel stellen
alsmede 50 kilos tot bewerking in de inrigting van den heer
Bakker, en 50 kilos van dezelfde partijdie door de hand,
in de werkplaats van den heer Visser, zou worden bewerkt
welke proeven later zullen worden beoordeeld, hetwelk door
den heer Visser werd aangenomen.
Ten slotte deed de heer Kruijffvan Bidderkerk, eene mo-
tie van orde, bragt dank aan het afgetreden bestuur en wenschte
dat onder het nieuwe bestuur de Maatschappij verder mogt
ontwikkelen en bloeijen, gelijk sedert hare oprigting zoo luis-
terrijk werd waargenomen.
Nadat nog 8 nieuwe leden waren aangenomen en niets
meer aan de orde was, werd de vergadering door den voor
zitter gesloten. (N.Rolt.Cour.)
runderen
schapen en lammeren
kalveren
in 1853.
52,344
220,429
22,619
in 1863.
72,907
285,296
26,630
MAATSCHAPPIJ van VLAS-INDUSTBIE.
Hieruit volgtdat de vermeerdering van het vette vee uit
het binnenland lioogst onbeduidend wasen dat bet aantal
schapen zelfs vermindering onderging.
Wanneer men de prijzen van deze twee perioden vergelijkt,
dan vindt men dat rundvleesch van minder kwaliteit 1S!/a cts.
gestegen is, en schapenvleesch 16 a
Den 30sten December 1864 werd te Dordrecht weder eene
gewone vergadering gehouden van de leden der Nederlandsche
Maatschappij ter bevordering van Vlas-industrie. Eene wezenlijke
belangstelling voor de te behandelen zaken bleek weder vol-
komen daar zelfs bij de ongnnstige reisgelegenheid een talnjk
ledental tegenwoordig was.
Nadat de vergadering door den president geopend was,
werden de notulen der vorige vergadering gelezen en goedge-
keurd. Vervolgens werd mededeeling gedaan van de mgeko-
men stukken waaronder een telegram uit Botterdam de dato
30 December, inhoudende dat de leden der commissie voor
het uitbrengen van verslag, betreffende het voorstel van den
heer Millar te Botterdam, uithoofde van den ljsgang en de
min prompte bediening aan het veerniet konden tegenwoor
dig zijn.
Daarna deed de heer Eiepeveen namens de commissie
verslag van haar onderzoek der inrigtingen voor de vlasberei-
ding op groote schaal, welke door haar in Belgie en noor
delijk Frankrijk bezocht zijn, er tevens bij overleggende een
In Engeland is dezer dagen een werk verschenenwaarop
wij de aandacht wenschen te vestigen. The Farm-Homesteads
of England van den landbouw-architect Baileij Denton. Het
is eene beschrijving met platen van eenige der voornaamste
boerderijen in Engeland, en daarvoor zijn gekozen die welke
in°-eri"t zijn naar de landbouw-eischen van den tegenwoordigen
tijd. °Het werk bevat 24' plannen van boerderij-gebouwen
voor verscbillende streken en wijzen van landbouw gesclnkt.
Bij ieder plan is eene beknopte beschrijving van de boerderij
zelve eevoegdmet opgave van ligging groottehoeveelheid
vee welke gehouden wordt en wijze van kultuur. De eerst
beschrevene is de Koninklijk Vlaamsclie Boerderij in Wmdsor-
Park, en voorts vindt men er een aantal uit de meest ver
schillende graafsehappen van het land.
Het werk geeft voorts algemeene regelen voor het bouwen
en de wijzen van inrigting. Aan het slot vindt men tee e-
nin"en van afzonderlijke gebouwenzoo als paardenstallen
koestallen, varkenshokken enz.en ook beschrijving der in
rigting van machine-werkplaatsen opgerigt door firma s als
Tuxford, Claijlon en Shuttleworth en Ransomes.
Hoewel wij nu in Nederland zeker eene bouw-orde hebben
die zeer van de Engelsche afwijktzoo is uit de Engelsche
inri"tin" toch vooral voor onzen polder-landbouw in het groot,
en daar waar men ook de Engelsche wijze van landbouwen
navoM, als bij vetmesten van vee en gebruik van werktuigen,
zeker°veel te leeren. Het werk kost echter Engelsch duur
drie guinjesof /38.— Het zal alzoo wel met van leders
gading zijndoch rijke grondeigenaars mogen het in hunne
bibliotheek niet missen; zij kunnen dan tevens zich aan ande-
ren verpligtendoor de bouwlustigen in de ge egenheid te
stellen de Engelsche ervaring daaromtrent te raadplegen.
Te Banzin in Pommeren werd den Ssten December j. 1.
eene veilin" van merinos-rammen gehoudendoor den eigenaar
van een der beroemdste kudden van dit ras, den heer F. Homeijer.
De toevloed van schapenhouders was zeer groot. Uit alie
streken van Pruissen, de Bijnstreek en Westphalen uitgezon-
derd, vond men vertegenwoordigersvoorts ook velen uit
Hanover en Mecklenburg. Er werd levendig en ferm geboden;
de prijzen bereikten nagenoeg de hoogte welke daarvoor in
de Engelsche wol-voortbrengende kolomen wordt besteed. De
rammen, die de hoogste prijzen goldenwaren vvelhgt nimmer
geevenaard wat goeden ligchaamsvorm grootte en wolnjkdom
betreft. Er werden 86 rammen geveild; daarvan bragten 36
dcoreen 750 het stuk op; waaronder vijf die/ 1400 golden;
terwijl het overige vijftigtal gemiddeld voor 140 het stuk
werd verkocht. De uitslag dezer veiling bewees op meuw
den wel"evestigden roem van dezen kundigen sebapenfokker.
Uit Texel berigt mendat daar reeds lammerendie nog
geboren moeten worden in voorkoop worden verhandeld.
Uit Parijs wordt gemeld dat de commissie ingesteld tot
het onderzoek der kunstbevruchting van granen volgens de
wijze van Hooibrinkwaarvan de Heer Decaisne v°orzl ,s
haar rapport heeft ingedienddat ongunstig luidtdaar de
tocpassing der methode eene mindere opbrengst ten gevolge ha
Te Alkmaar zijn in 1864 gewogen 17,644 stapeB kaas
wegende 3,734,487 Ned. pond; en te Haarlem verbandel
4079 stapels, wegende circa 784,000 Ned. pon
lFPyy