- 18 -
Rijnl an d.
Lnren 1 declamcert hij. Ikals president van mijne afdeeling,
rekeu het mij tot pligt oni geregeld iedere maand des winters
eene spreekbeurt te vervullen. Ik vraag het u, wat is de
landbouw anders dau eene toepassing van schei- en natunr-
kundige wetten van geologie en physiologie, gevaiieerd door
den invloed der meteorologie. Maar die landbouwers zijn
ondnnkbarenniettegenstaande al mijne opofferingenneemt
het ledenaantal gedurig afhet zijn tlians ineestal particulieren
en fabriekanten die leden zijnmaar dan heeft men ook eeu
beschaaf'd auditorium. Yerbeeld u, toen ik aan een' land
bouwer, dien ik meende dat er nog al verstandig en beschaafd
uitzag, verweet dat hij nooit ter vergadering kwamdeze
mij toeduwde: „Ik heb meer op met zuurkool dan met koolzuur!
Daar komen nog twee bestuurders van afdeeliugen aan.
Het zijn de penningmeester Schraap van de afdeeling Rijkhui-
zenen de secretaris Vooruit van de afdeeling IVelvaarlsdijk
en Omstreken. De eerste is zeer in zijn schik, want hij heeft
J 7.50, dat wil zeggendrie leden voor zijue afdeeling aan-
gewonnen. Er schijnt eenige discussie tusschen die beide
heeren te bestaan. De heer Schraap vertelt dat zijne afdee
ling de rijkste der maatscbappij is, zij heeft effecten, geld
in de spaarbank enz. De secretaris Vooruit merkt aan, dat
in zijne afdeeling haast niets in kas is, niettegenstaande een
groot ledental. Zij hebben pas een maaiwerktuig ontvangen
omdat het zaaiwerktuig en de rijenschoffeldie zij vroeger
reeds aanschaften, zooveel bijval hadden verworven en reeds
algemeen ingevoerd waren. Daar nu dit maaiwerktuig de kas
uitgeplunderd heeft, steldc hij aan den heer Schraap voor,
om de kas uit diens afdeeling aan de afdeeling Welvaartsdijk
af te staanwaardoor de heer Schraap geweldig sohrikte
een glas water dronk en haast eene beroerte kreeg.
Daar onder de buitenleden, die voor den ingang staan en
ter sluiks een kruis van een os of de achterbeenen van een
paard in de verte zien, ontraoeten wij de landbouwers Stijf-
hoofd en onze oude bekende Slender. Zij zijn geen leden der
maatschappij en hebben reeds te vergeefsch beproefd op een
oud diploma binnen te komen, maar niettegenstaande zij den
duim op het jaartal hielden, is het hun niet gelukt. Het
kwartje is reeds drie malen uit de beurs naar de hand en
omgekeerd verhuisdmaar het behoeft nietvoor zij ge-
decideerd zijnwordt de tentoonstelling gesloten. Ook hun
oordeel over de landbouw-maatschappij willen wij afluisteren
zij kennen ze niet, zijn geene leden, maar dat doet er niet
toe, immers in het dagelijksche leven oordeelt men ook in
den regel over zaken die men niet kent.
Allemaal nieuwe kunsten, waar mijn vader nooit mee op
had, zegt Slender, en die was toch een boer, zoo als men
ze nu met eene kaars moet zoeken. Vee uit Engelandalle
maal gekheid, de Engelschen krijgen juist ons vee. Het is
beter als Engelsch geld naar Holland komt, dan Ilollandsch
geld naar Engeland te zenden. En die vergaderingenalle
maal gekheid, met al hunne geleerdheid komt er toch niets
voor den daghet eene werktuig voor en 't andere naalles
oud roest. Ik zet het hun ora beter te ploegen als met
mijn ploeg. Kortomwaarde Lezergij hoort eene redene-
ring, die gij reeds zoo dikvverf gehoort zult hebbenals gij
ooit zoo gelukkig waart zulk een verlichte verbeteraar a tort
et a travel's te liooren redeneren.
Wij hebben er genoeg vanwant ons hoofd loopt om van
al die meeningen over den werkkring eener landbouw-maat
schappij. Voor den een is het eene gelegenheid tot sport of
turf, zoo als de Engelschen en Franschen het noemen d. i.
in het Ilollandsch heldendaden te voet en te paard. De
ander ziet in de maatschappij een vuurwerk, feestendine's
toasten, enz. De derde eene leerschool voor wetenschappen.
'De vierde eene spaarbank. De vijfde een proefveld en de
bratste iets dat niet aan zijn doel beantwoordt een onzin.
Zij hebben alien goed gezien en geoordeeldmits men het te
zamen voegt en het gematigde gemiddelde daarvan neemt.
Gij lezer, zult ons beschuldigen van overdreven te zijn, maar
bedenk dat wij typen hebben geschilderd en vorm daaruit zelf
oen beeld wat ik u bidden mageen beeld waarin zoo veel
mogelijk der beste, zoo min mogelijk der hatelijkste typen
voorkornen mogen,
Maar wat is dan op den keper beschouwd eene Landbouw-
maatschappij
Eenige landbouwers hebben gehoord, dat men den landbouw
voordeeliger kan drijven dat men meer blijvende opbrengsten
van den grond kan verkrijgen door het aanbrengen van ver-
beteringen. Niets is gemakkelijker om die verbeleringen in
het eene of andere boek te lezen maar het papier is gedul-
digmen kan het bedrukken zoo als men goedvindtenz.
,Nu willen die landbouwers gaarne met die verbeteringen be-
kend worden. Het is hun ondoenlijk om ieder voor zich zel-
ven dit alles te onderzoeken eene enkele mislukte proef geeft
soms meer nadeel dan door alle andere verbeteringen te za
men weder voordeel behaald wordt, daarom worden de krach-
ten vereenigd, men zondert eenige centen af om die verbete
ringen gezamentlijk na te gaan te leeren kennen en te be-
proeven; bij welslagen geniet men gezamentlijk de voordeelen,
bij mislukking wordt de schade door zoo velen gedragen dat
men ze niet gevoelt. Ziehier de grondslag van eene landbouw-
vereeuiging.
Ilet spreekt nu wel van zelve, dat die kring van land
bouwers geene te groote oppervlakte, b. v geene provincie
mag beslaan, want men moet dikvverf zonder kosten kunneu
te zamen komenen zooveel mogelijk dezelfde grondsoort
d-ezelfde inrigting van boerderij bezitten, om tot dezelfde ver
beteringen te kunnen zamenwerken.
Er bestaan echter verbeteringenwaartoe de krachten der
v-ereeniging te kort sctieten en die van algemeen belang zijn.
Daartoe heeft er eene verbinding van die vcrschillende ver-
eenigingen plants, en ziedaar de landbouw-maatschappij.
De drukwerken groote tentoonstellingenhet uitschrijven
van prijsvragen enz.ziedaar allerlei zakendie voordeeliger
en doelinatiger door de maatschappij dan door de afdeelingen
kunnen geschieden.
Zooveel hoofdenzooveel zinnenzegt een spreekwoord,
Dit geeft bij de maatschappijen wel eenige bezwaren in de
uitvoering der werkzaamheden maar een verlicht en wijs
hoofdbestuur zal door doelmatige voorstellen al die hoofden
tot een zin kunnen brengen.
Wij beschouwen derhalve de afdeelingen der maatschappij
als het hoofddoel der vereeniging, vanwaar namelijk de voor-
uitgang en de verbetering van den landbouw in de streek
moet uitgaanen verwachteu van hare werkzaamheden het
meeste praktische nut.
Niet in het aantal leden, niet in de geldmiddelen niet in
den voornamen maatschappelijken stand der leden is de bloei
van eene afdeeling te zoeken maar in de degelijke en vele
werkzaamheden die zij verrigt. Arbeidt men veel en met
verstand dan krijgt men gunstige uitkomstenhet aantal le
den zal stijgen en bij gevolg ook de geldmiddelen.
Men begrijpt ligtdat in de keuze van geschikte bestuur
ders de bloei en de opkomst eener afdeeling gelegen is. Het
is veelal moeijelijk om geschikte personen te vindenvooral
in de rangschikking van het bestuurmaar men zij niet zoo
dwaas om op maatschappelijken stand of invloed bij de keuze
te letten.
Wij beginnen met den secretaris. l'Etat c'est moi 1"
zeide Lcdewijk XIV. Zoo kan de secretaris zeggen: de
landbouw-vereeniging dat ben ik." Wanneer wij ons een
ideaal van eene landbouw-afdeeling willen scheppenstellen
wij ons de secretaris als een jong man of iemand van middel-
baren leeftijd voordie wetenscliappelijk ontwikkeld met ver-
beterden landbouw vooral door eigeu aanschouwing op vele
plaatsen bekend is; iemand n. 1.die de tijd en de kennis
heeft om zich aan de vereeniging te wijden. Hij stelt alle
rapporten is lid van alle commissien stelt aan de vergade
ring alle werkzaamheden voordie hij begrijpt door de afdee
ling kunnen geschiedenen houdt haar op de hoogte van
alle verbeteringen en ontdekkingen kortomhij is de spil
waarotn alles draaitzonder juist zelf landbouwer te zijn.
De voorzitter is een praetische welgestelde landbouwer, die,
zoo er geen ander is, zijne akkers tot proefnemingenwelke
nooit groot nadeel kunnen geven beschikbaar stelt. Hij be-
oordeelt met zijn' praetischen ervaren blik de verbeteringen,
die door den secretaris voorgesteld zijn, en is onvermoeid om
degelijke werkzaamheden op touw te zetten.
Eindelijk is ook de penningmeester een gewigtig persoon.
Deze zijzoowel materieel als figuurlijk de geldkist der af
deeling. Schietcn de krachten der afdeeling te kort om de
eene of andere nuttige zaak tot stand te brengen, dan moet
hij reeds eene inteekening-lijst gereed hebben, waar zijn naam
bovenaan ingevukl staat en speelt behendig de lijst aan die
personen in handendie hij weet het geld te kunnen missen.
Hij is op de landbouw-tijdschriften geabonneerd, die de leden
des vcrkiezende kunnen ter lezing ontvangen hij houdt op
zijne boerderij of buiten eenmaal 's jaars vergaderingbezit
eene goede landbomv-bibliotheek ten dienste van den secreta
ris en de leden kortom hij is levenslang de vrolijke alom
beminde penningmeester waarbij het volstrekt niet hindert of
hij een paar letters voor zijn naam schrijft. Hij verrigt alle
machinale werkzaamheden en zij daarin den secretaris behulp-
zaam bijv. het rondzenden van convocatie-billettenstukken
van het hoofdbestuur enz.
Men verzuime volstrekt niet een of meer eigenlijke landbou
wers uit de boerenklasse in het bestuur te kiezen, een bestuur
dat alleen uit heeren bestaat kan niet zoo nuttig werken en
is ook niet zoo met alle behoeften van den landbouw bekend.
Wordt vervolgd
Ilet heeft II. M. de Koningin behaagd de opdragt aan te
nemen van een plaatwerk met uitvoerigen tekstgetiteld
Neerlands Plantenluin"afbeeldingen en beschrijvingen van
sierplanten voor tuin en kamer, onder redactie van prof. C. A.
J. A. Oudemans en met medewerking van de voornaamste en
kundigste bloemkweekers in ons vaderland. De uitgave ge-
schiedt door de firma J. B. tVollers te Groningen en de in-
teekeninglijst prijkt bereids met de namen van Z. M. den Ko-
ning en van Z. K. II. Prins Frederilc der Nederlanden.
(Amst. Cour.)
Men Ieest in de Amsterdamsche Courant
Met genoegen kunnen wij melden dat de inschrijving voor
de Amsterdamsche Landbouw- en Mest-Compagnie (waarvan wij
in ons Weekblai van 20 Januarij 11. het Prospectus mededeel-
den)voldoende resultaten heeft opgeleverdom de tot-stand-
koming dezer allezins nuttige zaak te verzekeren. Deze on-
derneming toch voldoet geheel aan twee eischen1°. aan
de wezenlijke behoefte voor Amsterdamom door uitbaggering
der grachten, gezondheid reiuheid en de belangen der scheep-
vnart te bevorderen en 2°. aanzienlijke sommen te besparen
aan kostbare mestspecie die zoo vele jaren zijn verloren ge-
gaanin plants van ten zegen des lands en tot vermeerde-
ring der algemeene welvaart te strekken. Wij twijfelen dan
ook niet of de weinige nog niet geplaatste aandeelen zullen
spoedig de portefeuille van de heeren Oijens en Zonen verla-
ten en nemers vindente meer daar de jaarlijksche subsidie
der stnd Amsterdam de deelneming tot een volkomen zekere
en nuttige geldbelegging maakt.
Omtrent de op den 25sten en 26sten Januarij j. 1. geliou*
den hengstenkeuring te Auriehwordt ons het navolgende
gemeld
Ter keuring waren aangeboden ongeveer 100 drie-jarige
hengsten en 40 dito van vier jaren en ouder. De kruising
met Engelsch bloed neemt in die streken zeer sterk toe, en
binnen weinige jaren zal daar geen zuiver inlandsch paard
meer gevonden worden.
Voor de edele hengsten wordt veel geld besteed; hoe meer
bloed hoe meer pistolen.
Hengsten van eene waarde van drie tot vijf duizend gulden
zijn daar geen zeldzaamheid.
Eene commissie uit Zevenbergen (Noord-Braband)en uit
Wieringerwaard (Noord-Holland)waren daar om aankoopen
te doen.
Ook de Vereeniging voor de bevordering der Paardenteelt,
welke zich onlangs te Haarlemmermeer vormde, schijnt in
haren aankoop naar wensch geslaagd te zijn.
Wij hopen op een en ander spoedig meer uitvoerig te
kunnen terugkomen.
VEREENIGDE VERGADERING
gehouden op Dingsdag 24 Januarij 1865 des morgens
ten 10'/2 ure, in het Gemeenlandshuis te Leiden.
Tegenwoordig 22 Leden.
en goedgekeurd.
De Notulen der vorige Vergadering worden
Aan de orde is:
1°. Mededeelingen. Als zoodanig worden ontvangen: a. Dankbetuiging
van den machinist Schneitcr, voor de hem toegelegde gratiflcatie.
b. Goedkeuring der Begrooting voor 1865, door Heeren Gedeputeerde
Staten.
c. Proces-Verbaal der drie maandelijkschc kas-opneming, waaruit blijkt
dat voor handen was een bedrag van f 50151,55; terwijl de verantwoording
van den Kenlmeester in goede orde bevonden werd.
d. Rapport van den Hoofdopzigter omtrent de door den hoogen vloed
en ijsgang van C Januarij j.l.toegebragte schade aan den Spaarndamschen
dijk. Door den hevigen golfslag en den ijsgang zijn voornamelijk vrij aan-
zienlijk beschadigdde schoeijing muren te Halfweg en te Sloterdijk,
voorts de steenenhut bij paal 7 de steenenloods op het eiland Ruigoord,
een lantaarnpaal en de ducdalven te Spaarndam. Ook het water der Noord-
Zee klom tot 3 el en de golf tot 3.70 el. De duinvoet, vooral bij de
dorpen Noordwijk en Katwijk, werd op nieuw 5 el afgeslagen.
Het bleek weder dat de ligplaats der pinken te Katwijk, bij hooge zee
en stormzee, ongunstig is, daar het schuren der vaartuigen tegen het
duin daaraan veel schade toebragt. Krachtens Art. 103 van het reglement,
zijn door Dijkgraaf en Hoogheemraden onmiddelijk de noodige orders gegeven
voor de herstelling der helmbeplanting der bekrammingswerkenen
zoodra zulks mogelijk zal zijn der stcenen beschoeijingen en der overige
beschadigde werken, een en ander zal eene uilgaaf vorderen van p. m.
3000, waaromtrent later, zoo noodig, voorstellen tot af-en overschrij-
ving zullen gedaan worden.
De Heer van Lennep dankt Dijkgraaf en Hoogheemraden voor den spoed
waarmede in deze gchandeld is.
2°. Adres van C. Holleman, verzoekende vergoeding voor de door hem
geleden schade bij het opruimen van de afdamming der groote sluis te
Spaarndam. Deze schade wordt door hem begroot op /900.
Dijkgraaf en Hoogheemraden betoogendat, ofschoon de aanvrager j
volgens regt geen aanspraak op vergoeding heeft, de billijkheid medebrengt
dat hem eene tegemoetkoming verstrekt worde, omdat de herstelling der
sluis, welke in eigen beheer plaats had, langer heeft aangehouden dan
waarop bij de aanbesteding van het leggen en opruimen van den dam
gerckend was, en alzoo genoemde opruiming in een meer ongunstig saisoen
heeft moeten geschieden; uit dien hoofde stellen zij voor om aan den
adressant een som van/450 als vergoeding voor geleden schade toe te staan.
De Heer Firuly zegt, dat de financiele commissie, in wiens handen
dit verzoek gesteld werd, van oordeel is dat zij zich met de aanvraag
zelve niet heeft te bemoeijen, maar zich wel kan vereenigen met het
voorstel om dit bedrag afteschrijven uit den post van onvoorziene uitgaven,
wanneer de Vergadering tot het toekennen derschadeloostelling besluiten mogt.
De Heer de Clercq meent dat het mandaat der Commissie verdergaat,
en zij ook omtrent het voorstel zelve de Vergadering behoort te praead-
viseren. Hij is van meening dat elke aanvrage tot afschrijving uit de
onvoorziene uitgaven gelijk staat met de overige posten der Begrooting,
en even als voor de goedkeuring dier posten ook hier de voorlichting der
Commissie gewenscht zijn kan. Hij zal gaarne zien dat de Vergadering
omtrent dit verschil van gevoelen beslisse. Zonder hoofdelijke omvraag
wordt de meening van den laatsten spreker als de juiste erkend. Het voor
stel van Dijkgraaf en Hoogheemraden wordt daarna met algemeene stemmen j
aangenomcn.
3". Voorstel om te besluiten tot het verweren in reglen tegen de vor- J
dering van den polder Nieuwkoop, omtrent de voorldurende handhaving
van het contract van 1851.
De Heer van Lennep verklaart zich in het algemeen tegen het voeren
van processen; hij zal daarom vragen, of de verkoop-voorwaardenwaarop
de' landen van Nieuwkoop verkocht werden, deze geen aanspraak geven
op gedeeltelijken vrijdomverder wenscht hij te weten of Nieuwkoop zich
vrijwillig hij de invoering van het reglement in Rijnland heeft laten in-
lijven hij herinnert voorts hoe een vroeger proces met Nieuwkoop, dat
trouwens 10 jaren duurde, aan Rijnland en Amstelland eene som van
vijftien duizend gulden gekost heeft. Hij acht het daarom wenschelijk dat
de vergadering in deze een besluit neme en de zaak door een te benoemen
Commissie nader worde onderzocht.
De Dijkgraaf zegt, dat naar zijn inzien de geachle spreker zich op een
verkeerd terrein beweegt.
Rijnland wordt hier door Nieuwkoop aangevallen over de naleving van
een contract, dat door de inlijving vervallen is. Dijkgraaf en Hoogheem
raden hebben het advies van den raadsman van het lloogheemraadschap
op reglskundig gebied ingeroepen en krachtens dit advies wordt de mag-
tiging tot het verweren aangevraagdhet geldt hier niet het beginsel van
bunderpligligheidwant dit was reeds uitgemaakt voor de invoering van
het reglement; maar het verzet geldt tegen de wijze van garing van den
omsiag, en Rijnland kan die niet anders doen plaats hebben dan volgens
de voorschriften van het reglement.
De Heer Blusse spreekt in gelijkcn zin en zet de juiste toestanden in
deze nader uiteen.
Het voorstel tot het benoemen eener Commissie wordt niet ondersteund.
De Heer van Lennep vraagt hoofdelijke stemming, omdat hij niet ge-
noegzaam is ingclicht.
Het voorstel van Dijkgraaf en Hoogheemraden wordt daarop in stemming
gebragt en met algemeene stemmen aangenomen.
4°. Voorstel tot het afkoopbaarstellen van eene recognitie.
Het voorstel houdt in, om aan den Heer II. F. Klaver te Amsterdam
eene recognitie te verkoopen, gevesligd op een perceel gronds, grenzende
aan den Spaarndamschen dijk, nabij de stad, en zulks tegen den pen
ning 20.