WEEK]
£0—
1865.
Vrijdag, 26 Mei.
VAN
A AN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD
No. 21
Fokvee- en VVertuigenraarkt te Breslau.
Xesde Jaargang
Hoofdredacteur G. E. DE CLERCQ.
Landbocw.
DE KUNSTMATIGE BEVBUCHTING DER PLANTEN,
hooibrenk.
IIA AltliEMMEItMEKR
PRIJS VAN HET ABONNEMENT
in het Jaary 0_
Alle Toezenilingende Redactie betreffende, moeten gescbieden aan
den Hoofdredacteur, te Haamem, Kruisstraat, Wijk 6, N°. 513.
XT IT ZEELAND.
Goes, Mei 1865.
In mijne vorige maandelijksche berigten, deed ik eenige
mededeelingen omtrent den afgeloopen oogst; het weinige dlt
voor den oogst van dit jaar kon gedaan worden en de aan-
leiding tot zulk een terugblik door het sluiten der boeken,
brengen den landbouwer daar als van zelf toe. Geheel anders
is het nu, er komen handen te kort ora het werk te doen
dat te verrigten valten men is gedwongen den blik slechts
vooruit te wendenom te zien alles ten behoorlijken tiide
gedaan te krijgen.
Over het algemeen zijn de vooruitzigten vrij gunstig te
noemen, vooral op de zwaardere gronden, hebbende de winter-
vruchten op de Jigtere wel wat door de droogte geleden.
Koolzaad, dat zich op het einde der vorige maand zeer
t bet aanzien, heeft zich op vele plaatsen geheel hersteld
en staat op dit oogenblik goed in bloei.
Wintertarwe, rogge en garst staan over het algemeen vry
goed, doch, zoo als boven gezegd is, het drooge weder doet
met veel goed, de uitstoeling is daardoor niet sterk geweest
en de kans op een stroojaar is dus zeer gering.
Zomergarst en haver hebben eenen vrij gelijken opgang ge
had en staan goed. 5
Erwten en paardenboonen hadden veel last van insecten
en vooral de laatsten staan niet gunstig.
Het uitgezaaide lijnzaad is ongelijk en slecht opgekomen
en men ziet weinig goed vlas liggenhier en daar was men
genoodzaakt uit te ploegenwijl het bepaaldelijk te voorzien
was dat daarvan toch niets goeds te verwachten viel.
De een- en tweejarige meekrap laat zich niet bijzonder
gunstig aanzien. Behalve dat zij schijut geleden te hebben
door het afwisselende weder van dezen winter, hetgeen te
zien was bij het trekken der kiemen, waarvan velen van
onderen zwart warenzijn er in de laatste drie weken op
vele plaatsen een ontzettend getal rupsen in waar te nemen,
die er veel schade in aanrigten. Het is mij nog niet gelukt
de soort te bepalenik hoop echter dit in mijn volgend ver-
slag te kunnen mededeelen.
De uitgeplante meekrapkiemen zijn tamelijk wel in de vat
gekomen, maar lijden nu zeer door de droogte. De la«-e
meekrapprijzen van de laatste jaren zijn oorzaak dat er veel
minder is uitgeplant dan gewoonlijk.
weiden doet zich het gewone verschijnsel voor, dat
leder droog voorjaar valt waar te nemen. De hooger gele-
genen geven weinig gras meer na eens te zijn afgeweid,
terw.ji daarentegen de lager gelegenen zooveel te meer opleveren.
Krijgen wij met spoedig regendan is het zeer waarschijnliik
dat een slechte hooioogst voor de deur staat.
Het bewerken der braak is overal in vollen gang en de
droogte hoewel het ontkiemen der onkruidzaden terughoudende,
werkt de bezigheden zeer in de hand, door alle wortelonkruid,'
as tre gras enz. spoedig op te ruimen. De oude gewooute
volgende, zijn velen reeds bezig hunne braak op mestvoor
te ploegen, met het voornemen binnen 1 a 2 weken met
bet mestmennen een aanvang te nemen, niettegenstaande men
in geen geval voor het laatst van Julij of het begin van
Augustus koolzaad zaait. De beste tijd om te braken wordt
zoodoende niet benut.
Met het oog op den naderenden scheertijd en de weinige
m^r om'reiif de wol die men in de couranten vindt,
geloof ik dat het zeer wenschelijk is, dat de verschillende
erigtgevers in dit Weekblad, mededeelen wat daarvoor in
den omtrek waar zij wonen betaald wordt waarbij men
dan tevens zoude moeten opgeven of de wol al dan niet
gewasschen wordt en of de lammeren van de laatste werping
ook geschoren wordenzooals hier het geval is. Eene enkele
Euaue is hier reeds geschoren; maar zijn mijne informatien
juist, dan is er nog geene wol verkocht.
PRIJS DER ADVERTENTieN
van 1 6 regels 75 Cents. Elke regel meer 12Cents.
Zegeleegt bij elke plaatsing 35 Cents.
Toezending uiterlijk Woensdag, Adresvan Bonga C°.Amsterdam.
ui/*7ee'i!na vereen'fen ons geheel met den wensch van onzen berigtgever
toe d« »iei» Ifo11 Z6er °,p prijs ste,len' wanne«r ieder die daar-
zooveel mncfuu,0 f IS ons berigten omtrent de wolprijzen inzendt,
heeft De landh °P£aaf van kwaliteit en wat daarop verder betrekking
deelinven v!wu a Wf'n U"nen elkander onderling door dergelijke mede-
aeelingen veel dienst bewijzen en voordeel bezorgcn. Red.
Sints een paar jaar wordt in het voorjaar te Breslauin
Silezieeen fokvee- en internationale werktuigenmarkt gehou-
den. Zij is ingesteld door eenige invloedrijke personen met
behulp der Silezische Landbouw-Maatschappij en levert zeer ge-
wenschte uitkomsten. Omtrent de laatste, die in de eerste
dagen der Maand Mei plaats vondberigt men het volgende.
De op den eersten Mei geopende fokvee-marktwelke heden
besloten werd door eene publieke veiling van fokdierenis
bijzonder gunstig afgeloopen. Ook de werktuigenmarkt vangt
onder zeer goede voorteekenen aan.
De oprigters en bevorderaars dezer onderneming waren niet
zonder vrees over den goeden afloop; de niet zeer gunstige
uitslag van het verloopen landbouwjaar, en de voor het
oogenblik nog niet zeer verblijdeude uitzigten voor den
nieuwen oogst, deden weinig kooplust en ondernemingsgeest
bij de landbouwers verwachten. Niettemin was de uitslag
meer dan voldoende te achten.
Ei waren 398 stuks runderen aangebragt, waarvan 265
verkocht werden. Varkens, schapen en paarden (de laatsten
waren vooral zwak vertegenwoordigd) echter in veel geringer
aantal.
inrigting der markt was, zoover de middelen der ver-
eeniging dit mogelijk maakten, zeer goed. Er waren twee ruime,
geheel bedekte, aan de eene zijde met doorloopende glas-
vensters verlichte lokalenwaarin twee derden van het rund-
vee plaats konden vinden. Het overige rundvee, zoomede
de schapen en varkens, moesten voor ditmaal nog met aan
de zijden open lootsen genoegen nemen. De paarden daaren
tegen waren in geheel gesloten houten stallingen geplaatst.
Het fokvee was, zoo als het voor deze markt paste; niet
opgemest en ook niet het puikstewijl iedereen dit gewoon
lijk voor zich zelven behoudt.
Het korthoornvee maakte niet zoo sterk den voorrang uit
als laatstleden jaar, inzonderheid waren minder volbloed
dieren aanwezig, en deze weinigen trokken daarbij over het
algemeen het minst de aandacht. De hooge prijzen schrikten
af. Zeer gezocht was echter het korthoorn-halfbloed, en in
dit opzigt toonde de markt een zeer gelukkigen vooruitgang;
inzonderheid in uitnemend gelukte kruisingen met Hollandsche
koeijen en Silezisch landvee. Het landvee zelf was echter
niet aanwezig, daarentegen een overwegend aantal Hollandsch,
Oldenburgsch en Oost-Eriesch rundvee. Eene nieuwe verschij-
nmg vormden de Holsteinsche rassendie zeer gezocht waren.
Yan de vleeschsehapen vielen blijkbaar alleen de zuiderduin-
sehapen in de smaak. De voorhanden Bergamasker schapen
beschouwde men meer als aardigheid. De varkens waren uit-
sluitend van Engelsch volbloed ras. De paarden kwamen
voor landbouw-doeleinden niet in aanmerkinc.
De werktuigenmarkt voldeed op den eerste°n aanblik, zoowel
door de doelmatige als smaakvolle inrigting. Het karakter
als markt kwam daarbij duidelijk te voorschijn, waardoor het
aanwezig zijn van veel ouds en verouderds verontschuldigd
werd. Evenwel was er ook veel nieuws en merkwaardigs.
Het aantal, wat grooter dan voorleden jaar, bedroeg 834 stuks,
waaronder 16 lokomobielen en 11 stoomdorschwerktuigen.
Onder de Engelsche fabrikanten muntte vooral PicMeijSims
enCie. uit, inzonderheid door zijne veelsoortigheid van werk-
tuigenin afwijking der Engelsche gewoonteom zich uitslui-
tend op het vervaardigen van enkele werktuigen toe te leggen.
NAAR HET SYSTEEM VAN
Vervolg.)
Het onmiddellijk gevolg zou zijn een grooter oogst.
Bij onze granen, die ook tot de grassen (graminacaeen)
behooren paste hijten einde zijn doel te bereikende vol
gende handelwijze toe:
Een koord van 20 ellen of meer lengtewerd van vrij
dikke wollen franje ter lengte van 3 a 4 palmenvoorzien.
Tusschen deze franje werden op gelijke afstanden van elkan
der, dunne koorden geplaatst, aan het einde waarvan looden
kogeltjes ter grootte van eenen geweerkogel, waren bevestigd.
Wanneer het te velde staand graan op het punt stond om
in bloei te geraken dan namen twee mannen het zoo even
beschreven koord ieder aan een einde in handenspanden
het en trokken het aldus gespannen koord over het graan
zoodat het door de wollen franje werd aangeraakt. Alleen
moesten van tijd tot tijd, eenige zwiepende bewegingen aan
het koord gegeven worden.
Deze wijze van handelen werd tot drie malen toe herhaald.
De eerste maal van het oosten naar het westen daarna
dit was een paar dagen later van het zuiden naar het
noordenen eindelijk dit had weer een paar dagen daarna
plaats van het westen naar het oosten.
Men zietdeze bewerking was eenvoudig en weinig kost-
baar. Het seheen zeer uitlokkend daaromtreut nadere proe-
ven te nemente meeromdat de zaak door zeer hoog ge-
plaatste personen werd ondersteund. Intusschen waren er
die meenden dat men zich niet te veel van de methode van
Hooibrenk moest voorstellen. Deze laatstenwaaronder vooral
vele deskundigen scliijnen behoord te hebben, beweerdeu dat
de bevruchting der planten veelal te gelijk met het openen
der bloem plaats^ hadbij onze granen geschiedt dit zelfs
met eene kleine detonnatie, echter niet, over een geheel graan-
veldop den oogenblik. Juist dit, meenden zij, maakte de
uitkomst van eene kunstbewerking op een bepaalden tijd vrij
onzeker. Bovendien wanneer de geslachts-organen der plan-
ten bij het openen der bloemin het vervullen harer be-
stemming te kort schieten dan had de natuur zelve gezorgd
dat aan die te-kort-koming werd tegemoet gekomen. Immers
het geringste zomerkoeltje is reeds in staat eene zachte schom-
melende beweging aan het te veld staande graan te geven
en dit is het juist wat het behoeft, om het groote werk der
bevruchting te bevorderenwanneer ditdoor een of ander
toevalniet mogt hebben plaats gehad.
Ten einde eenige zekerbeid te erlangenwas bet noodig
dat proeven op eenigzins groote schaal werden genomen. Wij
beboeven hierbij niet lang stil te staan. Het zij genoeg te
vermelden dat deze proeven met onpartijdigheid werden ge
nomen. De uitkomst dier proeven was niet gunstig, en, naar
een onpartijdig oordeelmeende men gerustelijk de methode
van den heer Hooibrenktot het bevruchten van graante
kunnen laten rusten.
Ook op het vermeerderen der vruchtbaarheid onzer ooft-
boomen was de aandacht van den heer Hooibrenk gevestigd
geweesten door hem eene eigenaardige wijze van kunstma-
tige bevruchting bekend gemaakt. Zijne middelen waren in-
derdaad zeer eenvoudig.
Het voorschrift luidde aldus
Als uwe ooft-appel-, peeren- of pruimenboomen in bloei
geraken dan hebt ge u eenvoudig te wapenen met een zacht
kwastje. Dit doopt ge in honig en nu raakt ge daarmede
de bevruchtings-organen der bloemen aan, en dat, wat de
natuur niet kon te weeg brengen, hebt ge met uw kwastje
met honig verrigt.
Als ge in het bezit zijt van een mikroskoop, dan verzoe-
ken we u met dit werktuig een weinigje honig te onderzoeken
Ge zult dan bevindendat in de honig korreltjes van verschil
lende gedaan te worden gevonden Brengt ge onder uw mikros
koop stuifmeel van verschillende plantendan ontdekt ge
voor elke planten-familie, bolletjes van verschillenden vorm,
die echter eene sprekende familie gelijkenis bezitten en u on-
willekeurig aan de korrels en bolletjesin de onder het
mikroskoop onderzochte honig aanwezig, herinneren. Met
een woord, de honig hoe zuiver overigens ook, bevat steeds
eene groote hoeveelheid stuifmeel, afkomstig van de planten
waarop de bijen, in hun ijver om honig te verzamelen, heb
ben geaasd.
Wat meer isde natuur bedient zich veelvuldig van deze
hare dienstknechten, om de bevruchting der planten te be
vorderen.
Men denke hier aan het gezegde in ons vorig nommer bij
de vanille-plant.
Dat bij zoodanige bijmengingen van den honig, de aan-
gegeven handelwijze van Hooibrenk geheel onvoldoende is, zal
verder geen betoog behoeven. Genomen proeven hebben dan
ook bewezendat dit gedeelte der voorschriften van den Heer
Hooibrenk geheel onbeduidend is.
Eene derde door dien Heer aangegeven handelwijze bestond
in het neerbuigen der takkenvooral van onze lei-boomen.
Ook hier hebben genomen proeven tot eene ongunsti^e
uitkomst geleid.