98 Haarlemmermeer-Polder r RAPPORT der Commissie uit Hoofd- Ingelanden van den Haarlemmermeer polder, omtrent het voorstel van Dijkgraaf en Heemraden tot het leggen van hevels over den Ringdijk, voor rekening van den polder. kudde. De overleden eigenaar, de Heer Ileganhad deu wensch aohtergelatea om ze in massa te verkoopenmaar om de vele liefhebbershad men besloten ze in partijen aan te bieden. Het twaalftal boeijen was daarom in vier drietallen ver- deeld. Deze drietallen golden 1900, 1300, 1800 en 1200 guinjes (de guinje is 12.60). Te zameu bragten ze alzoo 78,120 of zes duizend vijf honderd en tien gulden per kop op, Een stier gold/ 7560 een ander/5670; twee, die aan rhumatiek leden/ 1260 en 1638. Een werd er opgehouden. Het bedrag der geheele verkoopsom, voor 17 stuks was 98,154. Aan het Jaarverslag der Zeeuioscke Maalsclwppij van Landbouw en Yeeteelt ontleenen wij het volgende Dkoogleggen van Gkoxden. In vele afdeelingen (WalcherenNieuw of St. Jooslland Tholen, Heinkenszand en Hulst) ging men in het afgeloopen jaar voort met het droogleggen van gronden of met het nemen van proeven. In de afdeeling Walcheren zijn ongeveer 20 in Nieuw of St. Joostland 14, in Tholen 3, in Heinkenszand 14 a 16 en in Hulst 50 bunders in 1864 drooggelegd. De uitkomsten worden steeds als zeer bevredigend opgege- ven. De aanwinst in grond afhankelijk van het aantal en de breedte der gedigte greppels was gemiddeld van 7 a 9 Ned. roeden per bunder. De kosten liepen echter meer uiteenterwijl b. v. het droogleggen eener hofstede in Wal cheren gemiddeld 114, en van een klein perceel land in Tholen /120 per bunder kosttebeliepen de kosten in Schou- wen bij eene proeve in 1860 genomen 250 per bunder. Het verschil is to aanzienlijkdan dat er niet eene bepaalde reden voor zou bestaan hebben; een specifieke staat van kosten ware welligt voldoende, om die reden in het licht te stellen. Intusschen zij hier reeds opgemerkt, dat het ar- beidsloon vrij hoog schijnt geweest te zijn, daar de werklieden, die de buizen gelegd hebben3 a 4 daags verdienden. Uit een verslag welwillend medegedeeld door den Heer Volkrijk Liebert, Penningmeester onzer Maatschappijblijkt, dat hij in vier jaar eene uitgestrektheid van ruim 34 bunders heeft- drooggelegd, en dat de kosten daarvan 130 116,30, /112 en/101,35, of gemiddeld /114 per bunder hebben bedragen. De bebouvvbare oppervlakte was daardoor met 1 bunder 75 Ned. roeden toegenomendaar hij voor dit ge- wonnen terrein geene meerdere grond- of polderlasten te betalen had, meende hij de waarde daarvan veilig op ongeveer/2078 te mogen stellen. Het draineren zijner geheele hofstede kostte hem derbalve slechts 1800; rekent men nu 6 pCt. voor inlrest en aflossing van dit in den grond gestoken kapitaal, dan bedroegen de jaarlijksche kosten slechts 3 per bunder; met het oog op de belangrijke voordeelen door het droogleg gen verkregenachtte hij die kosten zeer gering. Een ander verslag omtrent de reeds hierboven bespro- kene proeve, in 1860 in de afdeeling Schouwen en Duiveland genomen is mij door den Heer J. Hoogenboom, voorzitter dier afdeeling, verstrekt. Ook uit dit zeer belangrijke verslag blijkt, dat de uitkomsten dier proeve als zeer bevredigend aan te merken zijn. De drooggelegde oppervlakte was slechts 1 bunder 20 Ned. roeden groot, zoodat de aanwinst in grond niet zeer groot kon zijnde kosten waren echter 'gelijk hierhoven reeds opgemerkt is ongewoon hoog. Men mag dan ook aannemendat eene proeve op grootere schaal en tegen lager arbeidsloon, eene aanzienlijker grondaanwinst en veel minder kosten ten gevolge zal hebben. Hoe nuttig intusschen die bewerking voor den grond was, blijkt daaruit, dat eene vrucht (de meede), die aldaar sedert eene kwart eeuw niet wilde tieren, na de drooglegging gunstiger uitkom sten gaf, dan diezelfde vrucht in anderen grond geteeldin 1864 oogstte men op hetzelfde perceel 60 mud rogge per bunder. Omtrent de uitkomsten der proeve, in het najaar van 1864 in de afdeeling Tholenop eene uitgestrektheid van 2 bunders, 62 Ned. roeden genomen, kan nog weinig vermeld worden. De kosten beliepen/315 dus/120 per bunder; de grond aanwinst bedroeg bijna 7 Ned. roeden per bunder. De gedraineerde grond was dit voorjaar meer dan acht dagen vroeger dan andere gronden tot bearbeiding geschikt. Het nemen van proeven met het zoo nuttige droogleggen van gronden kan niet genoeg aanbevolen worden. Mogt men weldra overal met het bestuur der afdeeling Hulst kunnen zeggen „De tijd van beproeven is voorbij 1" ONKANTE OF ONKLAEE UIJERS BIJ KOEIJEN. In de laatst verschenen aflevering van het Tijdschrift voor Yeeartsenijkunde en Veeteelt, wordt hieromtrent door den heer D. van Hulst het volgende medegedeeldnaar aanleiding van eenige gestelde vragen omtrent de kostuumwetten bij den vee- handel. 1°. Dat men hier omstreeks onder een onkant of onklaar uijer bij kalf- of melkkoeijen een zoodanig verstaat, waarbij uit een of meer spenen of kwartieren geene of onbruikbare melk komtvan zoogenahmde laauwe of verlamde spenen van taai melkenof van zaaijen, enz. zal hier toch wel geen sprake zijn. 2°. Daar zulke melkkoeijen, althans wanneer meer dan 5dn kwartier onklaar is, veelal drooggelaten en voor de slagtbank bestemd worden, is men zelden of nooit in de gelegenheid na den dood de ziekelijke veranderingen in het uijer waar te nemen. 3". Hoogst zeldzanm zal men het gebrek eenige dagen voor het kalven kunnen onderkennen. De kooper kan ook rede- lijkerwijze van den verkooper niet vorderen, dat hij er voor instaat dat eene koe na het kalven vierkant zal zijn; de laatste kan alleen verzekeren, dat zij het vorig jaar na haar kalven vierkant was en daar dan de niet ongegronde hoop op bouwen, dat zij het ook nu weder zijn zal; maar is het een dier, dat voor het eerst kalven moet, dan vervalt natuurlijk ook dit. Er bestaan toch voorbeelden, ook mij bekend, dat koeijendie het eene jaar vierkant van uijer warenhet vol gende jaar twee- of driespeen bleken te zijn, zooals men dat hier noemt; en omgekeerd, dat koeijen, die het eene jaar driespeen waren, het andere jaar weder vierkant bleken te zijn. Ik zelf heb meer dan eens het een of ander kwartier eener koe om deze of gene reden drooggesmeerdzooals men hier zegten dan geziendat zij een volgend jaar uit datzelfde kwartier weder evenveel en even goede melk gaf, als uit een der drie overigen. Onmogelijk kan dusook met den besten wil en bij de striktste eerlijkheidde verkooper er voor instaandat eene koe na haar kalven vierkant zal zijn. Dat dit gevoelen algemeen isblijkt ook uit de hier heer- schende usancedat n. 1. bij onklaar of onkant zijn van een of meer kwartieren na het kalven, de kooper voor elk van die kwartieren een pond of 6 van den koopprijs kan korten of terugvorderen. Was het nu vooruit met zekerheid te be- palen, of eene koe na het kalven vierkant zal zijn of niet, dan zou die som veel te gering zijn om bedrog te weren maar juist omdat er geene stellige zekerheid voor bestaat en dus de risico uit den aard der zaak hier meer aan de zijde van den kooper isdaarom is die restitutie zoo laag gesteld en meer eene kleine tegeraoetkoming dan een volledig vergoeden. Omtrent deze zelfde zaak wordt door den heer J. B. Snellen nog het volgende medegedeeld Te Gouda is het de gewoonte en bepaald aangenomendat wanneer de koe onkant is, en het is eene Groninger of zoo- genaamde schipkoe, de verkooper die terug moet nemen; terwijlwanneer het eene koe uit die streek isde verkooper voor elk kwartier dat geene melk geeft, zes gulden aan den kooper terug moet geven. De costuumwet, zooals die door den heer D. van Hulst hierboven is vermeldgeldt ook of is aangenomen op de weekmarkten te GoudaDelftRotterdamSchoonkovenBenschop, Zegicaard en op de jaarmarkten te Woerden, Montfoorl, enz. KOOLZAAD en PETROLEUM. De oogst van koolzaad viel in 1864 in Nederland zeer slecht uit en werd zelfs op niet meer dan een vijfde van dien van vroegere jaren geschat; de afwisseling van weergesteldheid in den winter had daaraan veel schade gedaan. Bij eenen zoo-kleinen oogst van koolzaad in alle landen waar dit artikel hoofdzak'elijk geproduceerd wordt, zouden zekerlijk in vroegeren tijd de prijzen eene buitensporige hoogte hebben bereikt. Dat dit thans niet het geval wasis toe te schrijven aan de mededinging, welke de petroleum aan de raapolie maakt, en laat zich verklaren als men in het oog houdt, dat de uitvoer van petroleum uit Amerika in het vo- rige jaar over de 30 millioen gallons bedroeg, hetwelk vrij wel met de jaarlijksche productie van raapolie in geheel Europa gelijk zal staanterwijl ook in Duitschland en langs de Donau het vervaardigen van minerale olien sterk toeneemt. Waar het gaz tegenover raapolie niet kan optredenwordt deze thans in vele opzigten door petroleum vervangen. Verslag van den Handel van Amsterdam Te Londen heeft den lOden j. 1. de feestelijke opening plaats gehad van een kolossaal nieuw gebouwd graanpakhuisop ge heel nieuwerwetsche wijze ingerigt, aan de oevers van den Theems opgerigt. Het gebouw kan 150,000 mud graan be- vatten, en vereem'gt alle gemakken voor ontlading, bewerking en aflevering. Het stelsel is dat van den Heer Devaux. Het graan wordt bewaard in zeven voet wijde en veertig voet hooge cilinders van plaatijzer met gaten doorboord. In het midden der cilinder is een open ijzeren buis, eveneens van gaten voor- zien. Daardoor ligt het graan steeds luchtig en kan men door de middenbuis luchttrekking doen ontstaan. Is het graan vochtig, dan wordt deze buis aan het eene einde gesloten en daarop een krachtige luchtstroom daarin geperstdie dan door het graan been de buitenzijde der cilinders or.tstroomt. De geheele behandeling van het graan zoowel het ontladen en in de cilinders stortenals de verwerking, het zakken, wegen en afleverengeschiedt met behulp van werktuigen, zoodat daarbij uiterst weinig arbeidshanden noodig zijn en de kosten van zolderen zeer gering worden. VERGADERING van IIOOFD-INGELANDEN gehouden op Woensdag 14 Junij 1865 des morgens ten 11 urein de Regentenkamer van het Oude Mannenhuis te Haarlem. 1°. De Voorzitter opent de Vergaderin? en heet de Ileeren Mr. J. P A. van Wickevoort CrommelinMr. J. D. Virulij en Dr. C. E. Ueyn- siusde eerste herkozen cn do hcide laatstcn nieuw benoemde Hoofd- iiigelanden welkom in de Vergadering, welke toespraak door de Ileeren Crommelin en Heynxius wordt beantwoord. -2°. De Notulen der Vergadering van den 17den Mei worden gelezen en goedgekeurd. 3°. De Voorzitter doet de navolgende mededeelingen a Dat bet kroozcn der vaarten cn togten is aangenomen voor f\ 260. d. land Dat de lierbesteding van bet 4de perceel van het vervoeren der grind en puin voor het onderhoud der wegen heeft plaats eehad voor 800. Dat de verpachting van het grasgewas der wegen over 1865 heeft opgebragt 2158. De Voorzitter merkt hierbij op dat deze meerdere opbrengst in vergelijking met vroegere jaren voornamelijk is te danken aan de medewerking van den Heer Amersfoordtdie zich veel moeite heeft gegeven voor de bezaaijing der wegen. Dat de in de Ringvaart gezonken en opgehaalde schepen van A. van Duijnen en P. Lutke f 64 en 29 in publieke veiling heb ben opgebragt, en dat toen tevens is verkocht eene onbruikbare pont voor 15. Dat de staat der kas op gisteren aan verschillende waarden eene som van 25,113.44£ aanwees. Dat is ingekomen eene missive van de Feest-Commissie voor de viering van de herdenking aan de Overwinning bij Waterloo voor 50 jaren, en den aanvang der werkzaamheden tot droogmaking van het Haarlemmermeer voor 25 jaren en deze zaak in de gel- delijke medewerking der leden van deze Vergadering aanbevelende. Deze lijst heeft, bij de Leden rondgegaan, 210 bij inteeke- ning opgebragt. Gelezen eene missive van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijn- daarbij te kennen gevende, geene bedenkingen te hebben tegen de uitvoering van het plan van dit Polderbestuur tot het maken van een dam aan den mond van het Nieuwemeeren deswegens eene voordragt aan de Vereenigde Vergadering van Rijnland te zullen doen, nadat de Haarlemmermeerpolder zich zal hebben bcreid verklaard, voor de verklei- ning van Rijnland's boezem met circa een bunder, in eens af te betalen een bedrag berekend naar 30 per bunder, ongeacht het later voldoen van Rijnland's bundergeld voor het door de afdamming en aanvulling te scheppen land. De Vergadering verklaart zich bereid tot de voldoening van bovenge- noemde 30 per bunder, doch wil daarbij tevens aan Rijnland hebben te kennen gegeven, dat het door die betaling geenszins zijn regt lot deze heffing wil geacht hebben te hebben erkend. 5°. De Vergadering neemt kennis van eene missive van den Minister van Financiendaarbij te kennen gevendedat de Wet geene onder- handsche vervreemdirig van Rijks onroerende goederen toelaat, welke meer dan 500 waard zijn dat de gevraagde aankoop van een bunder land aan het Kruisdorp die som verre overtreften er hier geene ter- men bestaan voor eene wetsvoordragtweshalve de Polder zich voor den aankoop van een stuk grond heneden 500tegen 30 cents per vierkante eltot den Ontvanger der Registratie en Domeinen te Haarlem kan wenden. De Heer Amersfoordt zegt, dat hij in de vorige Vergadering het voor- stel had gedaan tot deze aanvrage van een bunder grondten einde daarop eventueel een polder- of gemeentehuis te bouwen, omdat hij meende dat het Rijk den polder in deze meer genegcn zou zijn dan de gemeente, doch wa3rvan thans het tegendeel blijkt; waarom hij voor- stelt thans in de zaak te berusten waarmede de Vergadering zich ver- eenigt. 6°. Vervolgens komt ler tafel een adres van eenige belanghebbenden tegen de stremming der passage door het vernieuwen van een brug over den Kruislogt in het Kruisdorp. De Voorzitter zegt, dat hij, ter voorkoming dier stremming, met den aannemer der brug eene overeenkomst heeft aangegaan tot het leggen van een dam in den Kruistogt voor /150; waaraan de Vergadering hare goedkeuring hecht. 7". De vergadering vereenigt zich met het rapport der Commissie op de voordragt van het dagclijksch besluur lot bet doen van eenige af en over- scbrijvingen behooreude tot de dienst van 1864. 8°. De Commissie bestaande uit de HeerenG. A. van Houweninge Gsn., J. Zanser, J. A. Deijerinck, A. H. van Tienhoven en A. 't Hoofl brengt rapport uit omtrent het voorstel van Dijkgraaf en Heemraden tot het leg gen van bevels over den Ringdijk, voor rekening van den polder, dat gedrukt aan de leden was rondgezonden. (Hieronder als bijlage Na vrij uitvocrige wisseling van gedachlenwordt hieromtrent het besluit genomen in het vorig nommer vermeld. 9°. Op voorstel van Dijkgraaf en Heemraden wordt aan M. Kwakkestein vergund onder zekere voorwaarden het verveenen van zijnen opstalgrond. 10". Aan het dagelijksch bestuur wordt nog eene verhooging van/200 5 300 toegestaan op bet reeds verleende Crediet van 1000 tot her- stel van het boord van den Schinkelpolder. 11°. De Voorzitter vraagt of iemand nog iets in het midden heeft te brengen. 12°. De Heer van Slralen'\m%l of, na de aanneming van het voorstel der Commissie belreffende de bevels, het dagelijksch bestuur zich kan gemagtigd rekenen tot het doen der kosten voor het opschieten der bermsloot, welke vraag toestemmend wordt beantwoord. 13°. De Heer 't Hooft vraagt eenige inlichiingen aangaande de instruc- tie der brugwachters cn beklaagt zich over de handelingen van de brug- wachters bij Bennebroek, 14°. Naar aanleiding van eene vraag van den Heer Beijerinckwordt besloten aan Dijkgraaf en Heemraden en aan de Commissie van de aan- gelegenheid der bevels, op te dragen het ontwerpen van eene verorde- ning dionaangaande. 15°. Daar niemand meer het woord verlangt, wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. In uwe Vergadering van den 9den November jl. werd aan ons de taak opgedragen, om advies uit te brengen op de voorstellen van Dijkgraaf en Heemraden omtrent eene betere verdeeling van het water in de verschillende gronden van den Haarlemmermeerpolder. Ter volbrenging van die taak hebben wijna aandachtige kennisneming van de aan uwe Vergadering overgelegde beschou- wingen van Dijkgraaf en Heemraden van 28 October jl. en van het rapport van den Hoofdopzigter van 28 Julij jl.ons vereenigd op 13 December 1864; en hebben wij op den 16den dezer maand, met den Dijkgraaf en den Hoofdopzigter, verschillende hooge seetieo bezochtwnarna de vijf leden der Commissie met den Dijkgraaf, dienzelfden dag des avonds andermaal vergaderd zijn geweest. Het plaatselijk onderzoekwaarbij een onzer om ongesteld- heid verhinderd was tegenwoordig te zijnheeft de Commissie versterkt in haar gevoelendat het ophouden van water in de gronden bij den Veldweg voor die gronden zeer wensche-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1865 | | pagina 2