- 150 - werd. Die schijven waren door drijfriemen aan hakselsnijders boonenbrekerszagen, raolens, enz.verbonden; zoodat de tentoonstelling ook aan die kleinere werktuigen de noodige beweegkracht leverde. Had men voor een proef, bijv. met groote scbijfzagen, meer beweegkracht noodig dan de schijf leverde, dan wandelde een van Foioler's of Garrett's locomo- bilen er heen en hielp zeer beleefd onder de noodige conver- satie van •fluiten en brommen aan eenige paardenkrachten. Men telde op de tentoonstelling dan ook ruim 30 locomobi- len, die behalve de vaststaande stoomwerktuigen als beweeg kracht werden aangewend. Om de overbrenging van beweging door eene enkele dunue snaar op grooten afstand aanschou- welijk te maken, werd eene schijf op 70 ellen afstand van de beweegkracht aan het draaijen gebragt. Behalve genoemde locomobilen waarvan er eenige waren die ook zich zelf voort konden bewegen, doch dit slechts als eene bijzaak, bevond er zich ook een stoompaard, voor harde wegen, of straatlo- comotief, uitsluitend tot trekkracht bestemd, door Schicartz- kopff uit Berlijn ingezonden. Wij hebben met dit werktuig een toertje over het terrein gemaakt met de snelheid van een dravend paard, het maakte wendingen met eene straal van B ellendus nagenoeg even als met eenen boerenwagenmaar mogt het gebeuren dat dit werktuig op straatwegen ooit als vervoermiddel gebezigd wordt, dan zijn ook denzelfden dag nlle paarden van den weg verdrongenvan wege het vreesse- lijke gcraas van dat werktuig. Volgens opgaaf van den be- stuurder kan deze locomotief in 10 uren 1000 centenaars (50,000 Ned. ponden) 12 Duitsche mijlen (90 kilometers of 16 uren gaans) vervoeren. De prijs is 6000 thaler. Stoom was wel de hoofdbeweegkracht op deze tentoonstel ling. Men vond bij enkele kleinere dorschwerktuigende be- kende Engelsche rosmolenmet spiraalveeren aan het trekpunt om den schok bij het stilstaan te vermijdenen bij de eene der beide Nederlandsche inzendingen in deze afdeeling, den tredmolen van Stout. Het was voor het nationaal gevoel van den Nederlander niet streelenddat van de 1737 inzenders uit alle werelddeelenslechts 13 Nederlanders, of juister ge- zegd, Nederlandsche inzendingen waren. Nederland schitterde door zijne afwezigheid, zooals men wel eens pleegt te zeggen. De zonderlingste inzendingof liever inzender vond men in de 4de afdeeling, stand 80, bij de weinige Nederlandsche voorwerpen der 5de afd. geplaatst, nota bene het bekende prachtwerk van mevrouw Iloola van Nooten, bevattende de afbeeldingen van planten uit den Indischen Ar- chipel. Dit werk was tentoongesteld, niet door de vervaardig- ster, niet door de drukkers of uitgevers, zooals vele boekwerken in deze afdeeling, maar door den Italiaanschen consul te Keulen, die dat werk schijnt gekocht te hebben. Bijaldien deze inzending eene medaille krijgtis dan het werk of wel de koopsom bekroond Wij spraken zoo even van stand 80. Weet dan, dat de voorwerpen geene doorloopende N°s. bezaten maar ieder iDzender een volgnummer verkreegdat met reusachtige cijfers bij zijne voorwerpen geplaatst was. Zulk* een N°, werd stand of standplaats genaamd terwijl dan ieder voorwerp uit zulk eenen standzijn volgnummer bezat. Zoo waren er enkele standen die uit 200 verschillende N°s. bestonden. Deze inrigting ware zeer goediDdien de standplaatsen geregeld op het terrein elkander volgdenimmers dan kon men met enkelen oogopslag zoowel het voorwerp dat men zag in den catalogus opzoekenals wel iets dat men in den catalogus las, dadelijk op het terrein vinden. Daar nu echter de standplaatsen tamelijk verward dooreen geplaatst warende groote borden met cijfers wel eens om- waaidenwegraakten en weder verkeerd geplaatst werden en bovendien de meeste inzenders hunne voorwerpen van geene volgnummers voorzien hadden, was het gemakkelijker een voor werp in den catalogus, dan wel op het terrein op te zoeken. De catalogus zelve, een boekdeel van 348 bladzijdenmet een bijvoegsel van 65 bladzijden, was met zorg bewerkt. Behalve de benaming en den prijs der tentoongestelde werk- ■tuigen, vond men van vele voorwerpen de afmetingen, bijv. van linnen het aantal draden van sobering en inslag; van granen de opbrengst, het gewigt, vruchtopvolginghoeveel- heid zaaizaad, enz. Vooral in de 4de afdeeling was de cata logus omtrent houtsoorten en hunne bewaring zeer uitvoerig door Daanvvkeurige opgaaf van afmetingen van scbeepsbouw- hout en de bewerking van verduurzaamde dwarsleggers voor spoorwegen. Yerder bevatte de catalogus een platte grond der tentoon- stellingsterreinen en van den schoonen tuin van Florade namen van commissarissendirecteurencomites enz. en de namen der beoordeelaars. De jury voor de eerste afdeeling was in vier sectien ver- deeld als: 1°. voor bouwwerktuigen en voederbereiding-toe- stellen; 2°. voor maai- en dorschwerktuigen en locomobilen; 3°. voor stoomploegenstoompaarden spuiten pompen, steen- vormers enz.; 4°. voor wagens, stalgereedschappen en tuigen. Verder vond men in den catalogus de afbeelding der me daille, een reglement voor de tentoonstelling, een politie-re- glement met het strafwetboeken eindelijk eene alphabetische lijst der inzenders, die 33 bladzijden besloeg. Wordt vervolgd.) DE ALGEMEENE YERGADERING der Geldersche Maatschappij van handhoutc gehouden te Arnhem 10 en 11 Augustus 1865. I. Zooals de Geldersche Maatschappij van Landbouw dit ge- woon is, had er den avond voor de Algemeene Yergadering, eene Vergadering der hoofdafdeeling plaats. Het belangrijkste dat daarin behandeld isbetrof een voorstel van de Afdeeling Neder-Veluwe, luidende dat de Geldersche Maatschappij zich in een adres tot de hooge regering zoude wenden met het verzoek omtrent het kanaal, dat door het departement van oorlog gegraven zal wordenvan af den Rhijn boven Wage- ningen naar de Grebbe linie ter hoogte van de Roode Haan bij Veenendaal, om daardoor voor de verdediging der linie deze spoediger te kunnen inundeeren; opdat dit kanaal zoo- danig moge gegraven wordendat het tevens als afwaterings- kanaal voor een gedeelte der Geldersche vallei en zoo mogelijk ook als scheepvaartkanaal zal kunnen dienen, in den geest van het plan van 1844. Dit voorstel is in de algemeene Vergadering zonder slag of stoot goedgekeurd. Alweder dus eene schrede voorwaartsdie de schim van Bisschop David van Bourgondie verheugen zal en indien het al niet ddbr graven gebeurt, zal men toch ein delijk de Geldersche vallei ten laatste door redeneren doen afwateren. Yerder is eene belangrijke mededeeling gedaan, omtrent de werking van den afkoop der tienden in de polders van Rossum en Hurwenen, zooals die in de mededeelingen der Geldersche Maatschappij van 1862 zijn opgenomen. Die afkoop der tienden heeft in hoofdtrekken op de volgende eenvoudige wijze plaats. Alle tienden zijn door de vereeniging aangekocht om in 50 jaren af te betalen. Nu is een omslag over alle tiendpligtige grondennatuurlijk in verschillende klassen gemaakt; zij die hiermede genoegen nemen kunnen dien onveranderlijken omslag betalen; van de weigerachtigen worden de tienden in natura verpacht. De beste bouwlandenonverschillig met welke vrucht beteeld, betalen in de hoogste klasse bijv. 6 per bunder jaarlijks en zijn dan na 50 jaren tiendvrij; daar van het totale bedrag van den omslag, de rente van het onbetaalde gedeelte der afkoopsom en de jaarlijksche aflossing betaald wordt. De tiendpligtigen kunnen echter ook dadelijk tegen 4 J/2 percent de tienden van hunne landerijen afkoopen. Door de vereeniging zijn de tienden tegen den 20sten penning aangekocht. Zijdie den omslag niet betalen maar de tienden in natura gevenkunnen tegen meer ongunstige voorwaarden later in den afkoop deelnemen. Echter bij overgang van eigendomzal de eigenaar dier gronden in 't vervolg tegen dezelfde voorwaar den kunnen deelnemen in den omslag. In de tweede bijeenkomst is naar aanleiding van het be- sprokene in de sectievergadering, bijna met algemeene stem- men beslotenom aan de regering en aan de wetgevende magt een adres in te dienen, in denzelfden geest als door de provinciale staten van Gelderland is geschiedom de concessie voor de lijn AlmeloScheveningen van de lleeren Sicaan en van Heyningen niet anders te verleenen dan met weglating van de sectie AmsterdamHilversum, omdat de lijn Amster damZutphenHanover, volgens de aanvraag der Heeren Sieburg en Holzmandaardoor benadeeld zoude wordenmet andere woorden om toch vooral te zorgen dat de lijn Amster damZutphenHanover geene concureerende lijn zou ont- moeten in de lijn AmsterdamAlmeloHanover. Ten slotte werd nog een denkbeeld geopperd om de uiter- waarden, zoo die van droogte te lijden hebben en niet door het winter-rivierwater overstroomd wordendoor middel van magtige centrifugaalpompen te besproeijen. 't Was echter niet meer dan een los denkbeeld, zonder uitwerking der plannen en ofschoon het niet geheel verworpen mag worden, hebben de discussien geleerddat behalve het overwinnen van zwa- righeden omtrent groot verschil van het niveau der uiterwaarden enz. eene kosten-berekening op den voorgrond dient te staan. Wil men de uiterwaarden tot vloeiweiden aanleggendan zijn er groote kosten van aanleg, maar kan men in dat geval volstaan met geringere hoeveelheden water aan te voeren. Is echter de bedoeling om de natuur meer na te volgen en de waarden onder water te zettendan heeft men weinig kosten van aanleg, maar groote jaarlijksche uitgaven door het oppompen van ontzaggelijke hoeveelheden water. Verder is nog bepaald dat de algemeene vergadering het volgende jaar te Wageningen zal plaats hebben. Wij zullen aan de lezers de namen van voorzitter en bestunrders maar niet opgeven, immers men verkiest daarvoor iedereen be halve den voorzitter der Geldersche Maatschappij van Land bouw1 Wij gaan nu ook de opening, de verslagen van keurmeestersde sluiting en het bedankje aan den voorzitter met stilzwijgen voorbijdaar dit op hetzelfde nederkomt van de meeste vorige vergaderingen. Van meer belang dan de algemeene vergadering, de woor- denwisselingen gaven toch het bewijs er vanwaren de sectie- vergaderingen. Hield men in iedere algemeene vergadering veel tijd over, in de sectie-vergaderingen kwam men tijd te kort, er werd zelfs eene sectie-vergadering meer gehouden dan in het programma vermeld stond en moest nog het laatste punt ter behandeling wegens gebrek aan tijd onafgedaan laten. Voorwaar een verblijdend bewijs van goed begrepen vooruit- gang der Geldersche Maatschappij van Landbouw. SECTIE-VERGADERINGEN. Landbouw. 1°. Welke ondervinding is hier te lande opgedaan omtrent de aanvankelijk zoo veel gerucht gemaakt hebbende handel- wijzen van Hooibrink Na het bekende verslag van Dr. Staring was de vergadering van oordeel dat men er niet meer over spreken moest en de handelwijzen (alle?) van Hooibrink voor dood verklaren. 't Is toch verschrikkelijk voor dien armen Hooibrink als hij n.l. dit vonnis ooit te weten komt. Stellig vloeide het niet voort uit nijdigheid voor alle vergeefsche uitgaven aan koorden met en zonder fraaije franjedie de Geldersche Maatschappij en de afdeelingen in menigte gedaan hebben en de groote opofferin- gendie zij zich getroost hebbenom overal in de provincie Hooibrinks handelwijzen te beproeven 2°. Het gebruik en de uitwerking van sommige meststoffen als GaskalkBaker-guanoPhospho-guano Zeepziedersasch enz. De Gaskalk werkt soms zeer goed en soma zeer slecht, al naardat die kalk langer of korter in de fabriek tot zuivering van het gas is aangewend en daardoor meer of minder met de voor den plantengroei nadeelige teerachtige stoffen is door- trokken. In ieder geval behoort men ze een jaar te laten liggen, herhaaldelijk om te zetten en met aarde te vermengen, waartoe men de verhouding 1 deel gaskalk tegen 8 deelen aarde voor de beste houdt. Versch over het land gebragt, heeft men dikwerf nadeelige uitkomsten door het verbranden der grasplanten ondervonden. De vergelijkende proeven vooral in verhouding der gelds- waarde met Baker-guano en Peruguano, waren ofschoon met geen groot verschil, toch in het voordeel der Peru-guano. Men heeft in het opvolgend gewas van de Baker-guano even- min als van de Peru-guano eenige werking bespeurd. Eenige diseussien omtrent Peru-guano, bragten aan het Iicht, dat die hulpmeststof op zware kleigronden geene gunstige uitwerking had vertoond en men dan ook de meeste depots op zand- gronden aantrofwaardoor men er uit opmaaktedat ook buiten Gelderland, weinig vraag naar guano voor kleigronden bestond. Omtrent de Phospho-guano werd aangemerkt, daar dit geen natuurprodukt wasmaar kunstmatig bereid werder ook geen waarborg voor eene gelijke zamenstelling bestond en de eene partij Phospho-guano veel beier kon zijn dan de an dere. Liebigs gunstig oordeel omtrent de goede werking der beste Phospho-guano, nam evenwel niet weg, dat men dezelfde stof veel goedkooper vervaardigen kondan de Engelschen door Peru-guano met beendermeel enz. te vermengen, zooals onlangs in de Landbouw-Courant is vermeld. De zeepziedersasch achtte men thans door de verbeterde wijzen van zeepbereiding van veel minder goede hoedanigheid dan in vroegere jaren, niettegenstaande de prijs veel hooger is. Er werden nog eenige vergelijkingen tusschen Peru-guano en duivenmest gemaakt, waarbij men opmerkte dat als men guano kooptmen weet wat dit islietgeen met het koopen van veel duivenmest niet het geval is. Hierbij werd eene fabriek van duivenmest te Beusichem beschrevenalwaar men de kippenmest overal bij de boeren opkoopt, die in de groote paardenstallen met drooge paardenmest in lagen vermengt en dooreen werkt, en welk produkt daarna onder den naam van duivenmest in den handel gebragt wordt. De guano begint dan ook veel de duivenmest te verdringen. 3°. Wat heeft de landbouwer te hopen en te vreezen van het zich gestadig meer uitbreidend spoorwegnet? Yeel te hopen en weinig te vreezen ziedaar^het antwoord. Het is genoeg bekendhoe iedere verbetering der communicatie- middelen voor den landbouwer door goedkooper vervoer zijner produkten en aanvoer zijner mestspecien voordeelig werkt. Het is waareen slechte oogst of misgewas zal niet meer vergoed worden, door hooge prijzen van het produkt, omdat de ver der afgelegen plaatsen nu met voordeel hunne produkten kun nen aanvoeren. Maar dit nadeel wordt opgewogendoordat de prijzen bij groote oogsten ook niet zoo laag zullen dalen omdat men dan weer zijn overvloed naar andere strekendie behoefte hebben zal kunnen afvoeren. De gemiddelde prijs zal evenwel lager blijven omdat waar anders wegens afgelegen ligging, de verbouw van een of ander produkt onmogelijk wasmen ook daarmede zal kunnen be- ginnen. Men weet het echterde poging om grooter oogsten te verkrijgen is voor den landbouwer ten slotte voordeeligerdan om hooge prijzen te bedingen. De discussien over dat onderwerp leidden tot den wensch dat de tarieven op de Nederlandsche spoorwegen meer naar de waarde dan naar het gewigt der verzending zich zouden regelenom daardoor mest en voederstoffen die per pond geene groote vrachtkosten kunnen betalen ook met de spoor wegen te kunnen vervoeren. Enkele spoorwegen vooral de Staats- en de Centraal-Spoorweg hebben reeds lagere tarieven daaromtrent. 4°. In de omstreken van Zutphen (aan den regter-oever van den IJssel) neemt het verbouw van aardappelen op breede en aangehoogde voren jaarlijks toe. Die aangehoogde voren zijn op een afstand der aardappel- rijen van 7 5 duimechter de planten in de rijen zelve zeer digt op een gepoot zoodat men in het beschot geen nadeel daarvan ondervindt. Daar dit op zeer hooge gronden plaats heeft, is van verbeterde afwatering hierdoor geene kwestie, maar men kan door middel van den aanaardploeg waarmede de voren opgehoogd wordenhet land goedkooper (maar even goed schoonhouden en heeft men ondervondendat de aard appelen, welke op die aangehoogde voren groeijenbeter tegen de vorst bestand zijn dan op vlak land. (Waarom?) Yerder werd medegedeelddat men op natte landerijen in den omtrek van Amersfoort, als de aardappelplant voor de eerste keer gehakt is, om de 4 of 5 rijen een greppel graaft en de aarde over het akkertje strooit om dit eene droogere ligging te geven. 5°. Het verbouw van mangelwortels (beetwortels) voor de suikerfabrieken is in de laatste jaren ook in Gelderland zeer toegenomen. Men wenscht te vernemen of eene zoo uitput- tende werking dier vrucht is ondervondenals waarvoor veleij vreesden,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1865 | | pagina 2