154 - Holl. Maatschappij v. Laadbouw. RlJ ALAND. Na eenig verwijl heeft de Commissiebij monde vau deu heer Philips, verslag uitgebragt, en is eene Verordening tot wering der Veeziekte vastgesteld van den volgenden inhoud Art. 1. Ilet is verboden, versche huiden, ver9ch vleesrch ongesmolten vet, stalmest of verscben afval van rundvee aan te voeren of te doen aanvoeren op het vaste land der provin- cie Noord-Holland (hetzij over de landgrenzen, hetzij op eenig punt der kust langs de Noordzee, de Zuiderzee, het IJ en het Wijkermeer)of over eenige lijn binnen gezegd vaste land welke door Gedeputeerde Staten als verboden lijn zal vvorden aangewezen. Het is mede verboden runderenschapenvarkens of geiten over de bovenbedoelde grenzen aan te voeren of te doen aan voeren, tenzij alleen op die plaatsen, welke daartoe door Gedeputeerde Staten zullen worden aangewezen. Art. 2. Ieder die vee aanvoert, is verpligt het aan het on- derzoek van daartoe aangestelde keurmeesters te onderwerpen en dat onderzoek zooveel mogelijk gemakkelijk te raaken. Art. 3. Het in art. 12de lidgenoemde vee zal niet worden toegelaten wanneer het: 1°. wordt aangevoerd van eene plaats of uit eene streek, waar eene besmettelijke vee-ziekte heerscht; 2°. niet voorzien is van een certificaat, hoogstens drie dagen te voren afgegeven door het hoofd der politie van de plaats van herkomst, houdende verklaring, dat het bij de afzending gezond was en afkorastig uit een gezond beslag; 3°. door keurmeesters verklaard wordt be9met of van besmet- ting verdacht te zijn; 4°. is aangevoerd met hetzelfde ver- voermiddel, waarin, of met dezelfde kuddewaaronder besmet of verdacht vee is bevonden. Art. 4. Gedeputeerde Staten kunnen bepalendat het vee van een of meer der genoemde soortendat op de voor den aanvoer aangewezen plaatsen wordt toegelaten, tijdelijk onder toezigt van keurmeesters zal worden afgezonderd gehouden, in eene bewaarplaats daartoe door het gemeentebestuurof, onder goedkeuring van keurmeesters, door den Louder van het vee aan te wijzen. Het binnentreden der bewaarplaatsen is verbodenbehalve aan hen die daartoe eene schriftelijke vergunnjpg van keur meesters hebben verkregen, of er ambtshalve toegang hebben. Art. 5. Niemand mag uit de bewaarplaatsen vee vervoeren of doen vervoeren, dan met schriftelijke vergunning van keur meesters, en met in-acht-neming der daarbij te maken bepa- lingen omtrent den te volgen weg, onverminderd de verpligting tot naleving der plaatselijke verordeningen op dit onderwerp. Art. 6. Yoor zoover de overtredingen dezer verordening niet vallen onder de wet van 9 Julij 1842 [Staalsbl. n°. 21), zal overtreding der bepalingen van de artt. 1 en 5 worden gestraft met eene boete van/75 en zeven dagen gevangenis- straf, te zamen of afzonderlijkdie van art. 2 met eene boete van/25 en drie dagen gevangenisstraf, te zamen of afzon derlijk; die van art. 4 tweede lid met eene boete van 10 en twee dagen gevangenisstraf, te zamen of afzonderlijk. Art. 7. Behalve de door de wet aangewezen personenzijn tot het constateren van overtredingen dezer verordening be- voegd de keurmeesters en alle andere personen, die van we- ge de provincie met het houden van toezigt tot handhaving der verordening worden belast. Art. 8. Deze verordening treedt in werking op het door Gedeputeerde Staten bij de afkondiging te bepalen tijdstip. Gedeputeerde Staten zijn bevoegdhare werking, hetzij voor alle, hetzij voor enkele der in art. 1 genoemde voor- werpen, te schorsen. Overeenkomstig het voorstel van Ged. Staten is besloten tot het benoemen van een provincialen vee-art3. Op voordragt van den minister van binnenl. zaken is een besluit van koning Leopold uitgevaardigd, hetwelk het vol- gende inboudt Overwegende dat de runderpest op de onderscheidene punten hier te lande, waar zij zich voorgedaan en uitgebreid heeft, is gebragt door hoornvee, dat op markten gekocht was, zoo wordt bepaald: „Art. 1. De kermissen en markten worden tot nader or der en behoudens de hieronder gemaakte uitzondering ver boden, zoo veel zij ten doel hebben rundvee van allerlei aoort te koop te stellen eu te verkoopen. Art. 2. De vorenstaande bepaling is niet toepasselijk op de markten: dienende om hoornvee, hetwelk voor de slagterij bestemd iste koop te stellen en te verkoopenop deze mark- ten zullen evenwel geene andere beesten worden toegelaten dan die wier geleiders voorzien ziju van eene verklaringaf gegeven door het bestuur der geraeente van herkomst en in- houdende, dat de besmettelijke veetyphus er niet bestaat.of er sedert minstens 20 dagen opgehouden heeft te bestaan." De minister acht die uitzondering niet zonder gevaardoch noodig in het belang van de voeding der bevolkinginzonder- heid in de groote steden. UIT ZEE I. AND. Goes, September 1865. Naauwelijlo is het grootste deel van den oogst van dit jaar achter den rug, of 'tis weer zorgen voor de dagen, die komen zullenvooral is men druk bezig met het in orde brengen van het zaailanddat eerstdaags met wintergraan meet bezaaid worden. Hoeveel gemak het aarihoudende drooge weder ook bij den meesten veldarbeid moge opleveren, ondervindt men er hier en daar toch last van en wel voornamelijk op de zwaardere kleigronden, die.ontzettcnd kluiterig liggeii en daardoor moei- jelijk in orde te maken zijnhetgeen vooral een bezwaar is voor degenen, die werktuigelijke rijenzaaijers gebruiken. Een eerste vereischte toch om daarmede goed werk te leveren is een goed fijn liggen van de oppervlaktedaar grove kluiten 1° het werktuig te veel doen schudden, zoodat dikwijls het zaad te vroeg uit de lepeltjes valten 2° oorzaak zijn van het ongeLijk werken der vorentrekkers. Het zijn anders per- fecte werktuigendie heel wat besparing aan tijd en zaaigraan opleveren en bovendien het graan op eene gelijke diepte en uiterst gelijkmatig verdeeld in den grond brengen, terwijl hierdoor het wieden en schoonhouden der gewasseu zeer verge- raakkelijkt wordt. Dat men het voordeel dezer werktuigen begint in te zien bewijst het naburig Noord-Bevelandwaar in een paar jaren tijds een vijftiental derzelve, zijnde Garrett's zaaiwerktuig voor kleine bedrijven, door tusschenkomst van den heer Jb. Boeke geleverd werd. Voor boerderijen van ge- wonen omvang (40 it 50 bunders) geloof ik wel, dat dit de geschikste zijn, daar ze lang zooveel niet kosten als de groote zaaiwerktuigen van Eornsbydie door hunne grootere afme- tingen echter weder meer werk leveren en daardoor meer passen voor groote bedrijven. Door mijne iugenomenheid met deze werktuigen en in de overtuigingvan het groote voordeel dat zij aanbrengenliet ik mij verleiden, tot het schrijven van 't bovenstaande, en dwaalde ik af, van hetgeen ik mij voorgesteld had, met een enkel woord in dit maandberigt mede te deelen, iets omtrent den stand der vruchten van dezen oogst, namelijk, die nog moeten binnengehaald en opgeschunrd worden eu waartoe ik na deze uitweiding terugkeer. Was door het drooge weder in den voorzomerhet voor- uitzicht allerellendigst voor den hooioogst en de uitkomst daarvanzoo mogelijknog slechter dan men verwacht had zoo kunnen wij nu van geluk sprekenwanneer wij denken aan de groote hoeveelheid hooi, die de 2de en 3de snede van de klavers opleverde, terwijl men nog dag aan dag voort- gaat met daarvan hooi te winnen, zoodat inenigeen de aan- staande winter met gerustheid ziet naderen. Mangelwortels en paardenpeen beloven over het algemeen ten minste daar, waar ze een goedeu opgang haddenuit- muntend te zullen zijn. Hier en daar is men reeds aan het voeren van de laatste. In geen hengenstijd werden hier zooveel rapen of knollen gezaaid als dit jaar. Enkelen deden dit in hunne braak, andere bij de laatste wieding onder de paardeboonendoch de meestendaartoe in staat gesteld door den vroegen oogst in rogge- of tarwestoppelen. Velen zullen door eene goede opbrengst voor hunne moeite en de kleine gemaakte kosten rijk beloond worden. Met het rooijen der suikerbieten begint men druk in de weer te rakeneven als de mangelwortels ondervonden deze de goede gevolgen van de regens van vorige maand en de daarna komende warmte; zij zullen op de meeste plaatsen eenen overvloedigen oogst opleveren. Het meekrapdelven gaat uitmuntend; er komt veel hoops uit, maar weinig wigt. Over het algemeen wint de tweejarige het ver van de driejarige, wat een gezonde wortel aangaat; de laatste is op vele plaatsen met zwart bezet, hetgeen na- tuurlijk de wigt zeer vermindert en ook geen mooi monster geeft. Bovendien bederven de lage prijzen de geheele zaak. Men betaalt hier per 50 kilo ongeveer 13,50 voor racijn, en 18 voor gemalen goed van het nieuwe gewas. Het uitgezaaide koolzaad lijdt op vele plaatsen zeer door de aardvlooijen en het laatst uitgezaaide komt door de droogte slecht, op. Een en ander is oorzaak dat men zeer naar regen begint te verlangenvooral ook omdat zulks bevordelijk zoude zijn aan de ontkieming van vele onkruidzaden, hetgeen we anders na den zaaitijd te wachten hebben. Men leest in de Purmerender Couranl van 2 7 dezer De Burgemeester van Texel verzoekt ons mede te deelen dat" op dat eiland de pokziekte onder de schapen is uitge- broken dat de ziekte wel is waar niet kwaadaardig is, maar dat toch reeds vier schapen daaraan zijn gestorven terwijl de verspreidingniettegenstaande alle voorzorgen sterk toe- neemt." De algemeene jaarlijksche vergadering der Eollandsche Maat schappij van Landbomo is jl. Zaturdag, 23 dezer, in het lokaal Diligenlia, te Amsterdam gehouden. In zijne openingsrede heeft de voorzitterjhr. C. van Foreestopgemerktdat het hoofdbestuur ditmaal eene feestelijke bijeenkomst ongepast heeft gerekend, uithoofde van de bekommerende omstandig- heden, waarin de landbouwende stand nu door de veeziekte verkeert. Daardoor waren de leden der Maatschappijen nu ook verstoken van het genot, hetwelk het gemeentebestnur en de burgerij van Purmerende, alwaar, volgens vroegere bepaling, de vergadering zou gehouden zijn, voornemens ge- weest zijn bun te bereiden. Ten aanzien van de veeziekte heeft de voorzitter medege- deeld, dat het hoofdbestuur den 24sten Augustus eene missive, aangaande de veeziekte, aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, en later eene circulaire aan de afdeelingen der maat schappij heeft toegezonden. Tbans wenschte liet hoofdbestuur een tweeledig voorstel te doen, namelijk: 1°. om bij de Re- gering een adres in te dienen, ten einde aan te dringen op algemeene maatregelen2°. om eene gouden medaille en 1500 uit te loven aan hem die voor 1°. Januarij aanst. een blijkens ondervinding, radicaal genees- en voorbehoed- middel zou aanwijzen. Na eene breedvoerige beraadslaging heeft de vergadering besloten, tot het inzenden van het be- doelde adres, maar om geene prijsvraag over een genees- of voorbehoedmiddel uit te schrijven. Het stellen der prijsvraag vond namelijk ernstige bestrijding bij velen en inzonderheid toonden de heeren prof, van der Boon Mesch en S. de Clercq Wz. het onraadzame daarvan aan. De deskundigen toch zijn, volgens hun gevoelen, het over het algemeen vrij wel eens, dat dooding en afzondering de beste middelen ter bestrijding van de uitbreiding der ziekte zijn en zij vreesden dat het op deze wijze kracht geven aan het zoeken naar geneeswijzen en voorbehoedmiddelen de strenge maatregelenvolgens de eerste zienswijze noodigzouden verlammen. In elk geval was het uitloven eener ptijsvraag, nu de ziekte aanwezig is, wel de meest trage wijze om daar- tegen op te tredenen mogt het gerust aan het eergevoel der veeartsenijkundigen worden overgelatenom al wat we- tenschap en ervaring in dit opzigt aan het licht konden bren gen ook zonder het doen van eene dergelijke aanmoediging van hen te verwachten. Het oprigten van practische landbouwscholeneen onder werp sints verscheidene jaren aan de orde, had nog geen kans van uitvoering verkregen. Thans werd uit het heerschen der runderpest aanleiding genomendie zaak voorshands te laten rusten. Op de prijsvraag omtrent de verbetering van het paarden- ras waren twee antwoorden ingekomenwelke echter geen van beiden de bekrooning waardig zijn geacht. Het voorstel van 's Gravenhage e. o. omtrent het invoeren en aankweeken van ongehoomd Engelsch rundvee is aange- houden op grond dat de runderpest de behandeling van deze zaak voor het oogenblik in elk geval weinig gewenscht maakte. Er is eene prijs-uitloving gesteld voor de proefneming om de invloed van het droogleggen en van de zoutvoedering na te gaan bij het weiden van schapen op weiland, dat geacht wordt tot het ongans aanleiding te geven alsmede voor het onderzoek naar de oorzaken der taaije vachten. De andere voorstellen ter behandeling gesteld gaven geen aanleiding tot bepaalde besluiten. Het voorstel van het Hoofdbestuur, om in 1866 de ten- toonstelling te Purmerende te houden ofwanneer de om- standigheden dit niet raadzaam maakten de algemeene ver gadering te 's Gravenhage te houden, werd bij acclamatie goedgekeurd. Bij de benoeming van leden van het hoofdbestuurin plaats van de aftredenden, zijn verkozentot presidentuit Zuid-IIol- landMr. G. A. de Raadtte Dordrecht; tot lid, uit Zuid- Holland, in plaats van Mr. J. D. Virulyde heer W. Eoog te Noordwijkerhout. Tot secretaris en tot penningmeester zijn bij acclamatie herkozen de heeren Jhr. Mr. D. R. Gevers Beynoot en H. A. Crommelin. VERSLAG DER VEREENIGDE VERGADERING, gehouden op Dingsdag 29 Augustus 1865 in het Gemeen- landshuis te Leiden. Tegenwoordig 22 Leden. 1". Mededeelingen a. dat Jhr. Mr. Z>. T. Gevers van Endegeest op nieuw als Hoogheem- raad is ge'installeerden tevens herbenoemd als Vice-Voorzitter van het Collegic van Dagelijksch bestuur; b. dat is ingekomen eene reclame van den Heer Croockewit, gerigt aan Gedeputeerde Staten omtrent den aanslag zijner beteelde duingron- den dat door Dijkgraaf en Hoogheemraden hierop ongunstig is geadvi- seerd, en door Gedeput. Staten de reclame van de hand gewezen is. 2°. Ontwerp van een Nieuw Model voor de Begrooting. Dijkgraaf en Hoogheemraden deelen mededat zij, voldoende aan den wensch der Vereenigde Vergaderingeen nieuw model hebben ontwor- pen waarbij de onderwerpen zoo veel mogelijk naar gelang der lokali- teiten zijn geraugschikten tevens in een tal van onderdeclen gesplitst zijnwaardoor wel is waar de administratis eenigzins omslagtiger zal worden doch het voordeel heeft om bij een beter en gemakkelijker over- zigt van de werken, een meer juiste controle der uitgaven mogelijk te maken. Na eenige discussie, over het min of meer wenschelijke der voorge- stelde uitbreiding, wordt het model met algemeene steinmen vastgesteld. 3°. Voorstel tot gedeeltelijke restitulie en afscbrijving van den aanslag van bundergeld van eenige perceelen in den Schinkelpolder, voortsprui- tende uit de nieuwe indeeling van dien polder na de verkaveling. Tot een en ander wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. 4°. Voorstel tot regeling der uitgaven, tot een bedrag van 6175, voortvloeijende uit het gevoerde en door Rijnland verloren proces, in zake de omslagpligtigheid der landen in den polder Nieuwkoop en Noorden. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 5°. Voorstel om met Haarlem te procederen tegen Amsterdam, in zake de heffing van de doorvaartregten aan de Overteomsche sluis, volgens het bij Koninklijk besluit vastgesteld tarief, waartoe Amsterdam zich on- gezind heeft verklaard. Na eenige discussie wordt het voorstel met algemeene stemmen aan- genomen. Suppletoire Agenda. C° Voorstel tot wijzigiog i>ij het kadaster van eenige gedeelten van perceelen van het Mallegat onder Katwijkwelke bij nader onderzoek gebleken zijn niet aan Rijnland te behooren. Hiertoe wordt besloten. 7°. Bezwaarschrift van het Bestuur van den Starrevaartspolder, betrek- kelijk de uitkeering aan de stad Leiden, van waarborgkapitalen. De Vergadering besluit het verzoek te wijzen van de hand, daar de motieven van het adres als niet geldende in deze moeten worden aan- gemerkt. 8°. Verzoek van het Bestuur van den polder Bloemendaaltot het tijdelijk in working stellen van een locomobile met centrifugaalpompals hulpgemaal voor de wegschaffing van het overtoilige water. Dit verzoek wordt toegestaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1865 | | pagina 2