W E EE 18 L A. II
1865.
VniJDAC20 October,
VAN
A AN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD
lesie Jaargang
Hoofdredacteur C. E. DE CLERCQ.
Landbouw.
MEMORIE OVER DE YEEPEST.
RAARLEMMERMEER
PRIJS VAN HET ABONNEMENT
in Let JaarI
Alle Toezendingende Redactie betreffendemoeten gcschieden aan
den Iioofdredacteur, te IIaaelem, Kruisstraat, Wijk 0, N°. 513.
PRIJS DER ADVERTENTICN
van 1—"6 regels 75 Cents. Elke regel meer 12'/2 Cents.
Zegelregt bij clke plaatsing 35 Cents.
Toezending uiterlijk Woensdag. Adresvan Bonga C°.Amsterdam.
door J. B. SNELLEN.
Akkekoord, nabij Gouda, 21 September 1865.
Aan den Heer Voorzitter der Ilollandsche
Maatschappij van Landbouw.
Uitgenoodigd u eenige inliehtingen te doen omtrent de thans
bier te lande heerschende runderpest, heb ik de eer bij de-
ze daaraan gevolg te geven.
Omstreeks bet einde der maand Julij tot ons overgebragt
uit Engeland, waar zij reeds sedert versoheidene maanden
beerscht, door een koppel Hollandsch vee, dat te Londen aan
de markt was geweest, maar om den lagen stand der marktprijzen
niet kon verkockt wordenen dat aldaar de smetstof schijnt
te hebben opgedaan,' brak de'runderpest het eerst in de Ge-
meente Kethel uit en verspreidde zich van daarbij gebrek
aan repressive maatregelen, her- en derwaarts, wel niet met
grooten spoed, maar met onrustbarende zekerheidzoodat men
nu zeggen kan, dat zij zich in bijna gebeel Zuid-Holland
genesteld beeft, en ook reeds in andere Provincien zich op
enkele plaatsen vertoonde. De kenteekenen der runderpest zijn
vele en daaronder zeer duidelijke, maar een eigenlijk charac-
teristiek verschijnselwaaraan men de ziekte met zekerheid
onderkennen kan, bestaat er niet, veel meer moet die onder-
kend worden uit het zamengaan van meerdere verschijnselen
in hun onderling verband. Gedurende de eerste 4 a 12 da-
gen nadat het dier de smetstof heeft opgenomenzijn daar
aan geene ziekteverscbijnselen waar te nemen; daarna bemerkt
men aan de lusteloosheid van het dier, het hangen van den
kopeen kort eigenaardig hoestenstrakken blikin enkele
gevallen ook aan zekere woestheid der dierendat zij ziek
zijn; later herkaauwt het dier niet meer, het trekt de achter-
beenen onder het lijf, knarst op de tanden en is zeer gevoe-
lig in de lendenstreekterwijl de oogen beginnen te tranen
en de slijmvliezen hoog rood gekleurd zijn; de melkafschei-
ding vermindert zeer of houdt geheel op, de mest is droog,
en er wordt slechts weinig bruin geklenrde urine afgescheiden.
Op deze voorboden volgt na weinig tijds het uitbreken der
eigenlijke ziekte, dat aan ligte koortsrillingen te bemerken is
vergezeld van gedurig afwisselende koude en warmte der le-
dematenversnelde ademhaling, zeer voelbaren hartslag, snel-
le pols, soms 80 a 85 slagen, sterke uitvloeijing uit den
neus en steeds verminderde lozing van urine en smetstoffen;
de eerste is roodbruin, de laatste dikwijls zwart en droog.
Twee a drie dagen na de eerste koortverschijnselen ontstaan
er roode puistjes in den mond, die weldra in gele blaasjes
overgaanwelke openbrekensoms komen die ook in den neus
voor, de mest wordt nu waterachtig en zeer stinkend en wordt
met pijn geloosdslijm- en etterachtige uitvloeijingen uit den
mond, neus en kling, doen aan mond- en klaauwzeer denken,
terwijl de dieren zeer vermageren, de koorts meer en meer
een rotachtig charachter krijgt, en de zieken dikwijls reeds
na 2 a 3 dagen, soms echter ook eerst na 7 a 10, stil en
zonder hevige trekkingen sterven.
Wanneer omstreeks den 7den dag de mest van beter gehalte
wordtde pols afneemt en er zich sporen van terugkeerenden
eetlust voordoendan mag men eenige hoop op herstel koeste-
ren. Toch verblijde men zich niet al te spoedig, daar derge-
lijke schijnbaar herstellenden menigmalen weder instorten en
dan binnen 24 uren bezwijken.
Zeer dikwijls komt de runderpest gecompliceerd voorsoms
met klaauwzeer, soms met miltvuur en andere ziekten; bij de
thans ten onzent heerschende epizootie, menigmalen met long-
ziekte.
De meest characteristieke verschijnselen bij de lijkschouwing
zijnhevig ontstokenroode soms met zwarte strepen en
plekken geteekende ingewanden en zulks inzonderheid op de
vierde maag en dunne darmenloslating van de opperhuid
des slijmvlies, voorkomen van de zoogenaamde hennepkor-
rels enz.
Het vleesch van aan de runderpest geleden hebbende die
ren, kan meestal gegeten worden, mits behoorlijk geslagt en
uitgcbloeddieren, welke tot in het laatste tijdperk der ziekte
Jeefdenof waarbij die gecompliceerd was met miltvuurkun-
nen niet in consumptie worden gebragt; het gebruik daarvan
is zelfs levensgevaarlijk voor den mensch.
Men heeft er aan getwijfeld of de thans heerschende epi
zootie wel eigenlijk runderpest is; wie zich echter de moeite
wil geven, de verschijnselen, die men in de vorige eeuw op-
gaf, als te zijn die der runderpest, te vergelijken met de
thans waar te nemen symptomen, zal moeten erkennen, dat
de ramp, die ons trof, is de runderpest en niets anderswat
dan ook door de Commissie, welke Z. E. den Minister van
Binnenl. Zaken benoemde, tot het onderzoeken der ziekte en
het adviseren van maatregelen daartegen, eenstemming is
erkend, even als door alle professoren in de V. A. K. en
alle Yeeartsen uit het buitenlanddie de Commissie te Schie
dam bezochten.
De verhouding van de runderendie van deze ziekte her-
stellen en diewelke bezwijkenis verre van gunstig. In de
epizootie van de vorige eeuw rekende men dat 80 pCt. be-
zweek, thans ongeveer 65 pCt., zoodat deze epizootie iets
minder kwaadaardig is. Yoorbeschiktheid hebben bijna alle
runderen; men mag het getal van hen die dit niet hebben,
vooral niet hooger dan 3 pCt. van den veestapel stellen.
De runderpest ontstaat hier te lande en in geheel West-
Europa nooit anders dan door besmetting, al kan men die
niet steeds als met den vinger aanwijzen.
Alle wetenschappelijke mannen in het vak van veeartsenij-
kunde echter stemmen daarin overeen, dat de gedane onder-
zoekingen dit voldingend bewezsn hebbenin Oost-Europa
echter ontstaat zij sporadisch en zelfs kan zij zich bij het al
daar te huis behoorende zoogenaamde steppenvee nog spora
disch (zonder besmetting van zelf) ontwikkelen, nadat zij twee
a drie maanden hun Vaderland verlaten hebbenwaarom het
voor de meer westelijk gelegen Staten van hoog belang is
zich goed op de hoogte te houden van den stand der ziekte
in haar Vaderland, gelijk men hiervoor ook in Pruissen b. v.
goede zorg draagt, waaf terstond de grenzen gesloten worden,
zoodra de ziekte in Busland uitbreekt. Houdt men zoo het
oog op het Vaderland der ziekte, dan kan men in gewone
tijden alle veetransport ongehinderd vrijlatenom terstond de
grenzen te sluiten zoodra men verneemt, dat de runderpest
in Oost-Europa uitbreekt.
Is in het algemeen reinheid, goede voedering en verder al-
les wat den gezondheidstoestand van den veestapel bevorderen
kan van het hoogste belang tot verminderiug der hevigheid
eener epizootieook bij de runderpest zal dit vermoedelijk
wel het geval zijn, ofschoon zij eene ziekte is zoo hevig van
aard en characterdat zij zich noch aan ouderdom en toestand
der dierennoch aan ligging of hoedanigheid der landerijen
noch aan temperatuur of klimaat in het minste stoort.
Voor geheel de Natie, niet enkel voor den landbouw, is
de runderpest eene zware ramp; toch is er een tak van ver-
dienste, die bij deze als bij iedere epizootie uitermate bloeit
en die is de kwakzalverij. Talloos zijn de flesschenkruiken
en poedersdie er telkens als de runderpest een land teis-
tert, door speculeerende koppen, met fabelachtige winst aan
den man worden gebragt en te geruster kunnen de liefhebbers
hunnen gang gaan, omdat 't ongeveer 5t zelfde is wat men
geeft, daar toch niets baten kan. Van daar ook dat men in
rijken, waar men eene goede geregelde Veeartsenijkundige
Politie aantreft, steeds het beproeven van geneesmiddelen tegen
de runderpest gestrengelijk verbiedt, en dat zeer teregt, niet
zoo zeer omdat 't volstrekt onmogelijk zoude zijn om misschien
ooit een middel tegen de ziekte te vindenmaar omdat het
zoeken naar goede geneeswijzen te veel tijd kost, gedurende
welken de ziekte zich overal verspreidt, en weldra niet meer
te stuiten is.
Als voorbehoedmiddel zijn vroeger aanbevolen run- en gei-
tenmest, thans teer, creosoot, carbolzuur, en dergelijke. De
beide eerstgenoemde middelen zijn gebleken niets ter wereld
te baten, omtrent de anderen zijn nog geene voldoende proe-
ven genomen. Zeker is het dat het zoeken naar voorbehoed-
middelen niet te zeer kan worden aangemoedigddaar het
geschieden kan zonder aanleiding te gdven tot bewaring en
voortplanting van smetstof, en zoo men die vond, de steeds
kostbare repressive maatregelen overbodig zouden maken.
Middelen tot stuiting eener runder-epizootie zijn inenting
met neusslijm der zieke dierenen dat niet wijl het beloop
der ziekte door die inenting zachtcr wordt, maar omdat men
dan alle dieren in eene geheele streek op eenen dag ziek
maakt en alzoo in weinig dagen van do plaag af is, daar
alle rundvee gestorven of gebeterd is. Zoodanige algemeene
inenting echter kan niet plaats hebben dan met onbeschrijfelijk
gestrenge afzetting der besmette streek. Een tweede middel
is enkel het afzetten der besmette streek en het aldaar laten
uitwoeden der runderpest; ook dit middel echter is gevaar-
lijkomdat het moeijelijk is de afzetting behoorlijk vol te
houden; daarenboven heeft het dit bij de inenting nog tegen
dat de ge'isoleerde toestand der besmette streek dan zeer lang
moet gehandhaafd worden, daardoor veel geld kost, en de
druk op handel en bedrijf, die er 't gevolg van isnoodeloos
doet voortduren.
Het eenige eigenlijk afdoende middel is, vernietiging der
smetstof, door de besmette streek of streken af te zetten en
dan daar binnen alle ziek en ook alle verdacht vee te doo-
den, dat wil niet zeggen alle vee binnen dien kring af te
maken, maar daar binnen af te maken, iederen koppel vee,
waarin zich al ware 't ook slechts den ziektegeval voordeed
daarenboven behooren alsdan daar binnen alle voorwerpen,
die met ziek of verdacht vee in aanraking kwamenof daar
van afkomstig zijngereinigd of vernietigd te worden. Zoo-
doende toch zal men bij de vaste wetenschap, dat de run
derpest niet sporadisch ontstaat, en bij de kennis omtrent
den duur van het incubatie-tijdperk, zeker zijn den vijand te
hebben verjaagd, en na weinige dagen alle belemmeringen,
die landbouwveehandel en zoo menig ander bedrijf steeds
zwaar drukkenkunnen opheffen. Voorzeker kost zulk een
maatregel geld, maar om alleen te spreken van 't geval,
waarin wij Nederlanders verkeeren; wat zal der algemeene
volkswelvaart meer kostenthans in eene week een goed deel
van Zuid-Hollands veestapel en al het vee van enkele boer-
derijen in andere provincien te doodenof langzamerhand twee
derden van geheel den Yaderlandschen veestapel te laten ster
ven en allerlei bedrijf en nering jaren lang op allerlei wijzen
te belemmeren? En men make zich toch geene illusie, zeker
is het dat binnen korten tijd; welligt reeds binnen een jaar,
van onzen veestapel bezweken zal zijn. Groot-Brittannies
voorbeeldwaar nu de ziekte reeds woedt tot in 't Noorden
van Schotland, zij ons in deze ter leerzame waarsehuwing.
Alle middelen tot stuiting der runderpest kunnen slechts
zoo zij van de Hooge Kegering uitgaan, doel treffen; parti-
culiere krachten vermogen niet3 tegen haar, omdat alleen
algemeene en gelijkmatig werkende maatregelen baten.
Gezegend 'tland, welks regering bij het uitbreken dier
veeziekte't gewigt van den omvang van zulk eene ramp ge-
voelende, kracht, moed en welberadenheid bezit, om door
snel en flink te handelen de welvaart des volks tegen onder-
gang te behoeden.
Hopende hiermede aan uw geeerd verlangen te hebben vol-
daan, is 'tmijn vurige wensch, dat de beraadslagingen der
19de Algemeene Vergadering uwer Maatschappij mede strek-
ken mogen tot bescherming van Neerlands Landbouw tegen
't steeds meer dreigende gevaar.
Be lovenslaande Memoriein antiooord op een verzoek van
het Iloofdbestuur ontvangenicerd op de laatst gehouden alge
meene vergadering voorgelezen en later in het Bijblad der Land-
bouw-Courant opgenomen.
HIT FBIESLAND.
(Nookderdeel.)
Instellingen ter bevordering van Landbouw en
Veeteelt.
Onder de door de Provinciale Commisie van landbouw in
dit gewest ingevoerde landbouw-werktuigen behooren voorna-
melijk twee maairaachineseene voor gras, en eene voor
graan. Beide machines waren het fabriekaat van Burgess en
Keijen voorloopig door de commissie bijwijze van proef-
nemingen alzoo op keur ontboden.
De grasmachine werd het eerst beproefdin 1862 ter ge-
legenheid van de algemeene vergadering der Maatschappij
van Landbouw te Lemmer gehouden.
De proefvverking had plaats in tegenwoordigheid van eene
aanzienlijke menigte toeschouwerszoo wel leden der Maat
schappij als andere belangstellenden.
Voor den aanvang der proefneming had er echter eene