10(5
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven:
Haarlemmermeer-Polder
Rutland.
Polder wezen.
10°. YVuidlop voorstel van den Voorzilterbesloten, alsnu aan L.
Groen c s. in antwoord op het door hen ingediend adres te kennen te
gevendat do Verordening geheel is ingetrokkenbehoudens de goed-
kcuring van Gedcputeerde Siaten.
17°. YVordt beslolen de thans aanwezige keurraeesters in betrekking
te laten, tot het afgeven der bewijzen van herkomst van vee.
18°. De heer Buit vraagt of er nu markt zal wezen.
De Voorzilter antwoordtneenmaar de publicke verkoopingen zullen
nict worden tcgengegaan.
18°. De heer Schone zegt opgemerkt te hebben in het proces-verbaal
van kas-opnemingdat er 11,000.— in kas is, en zou wel willen
voorsteilen con gedeelle daarvan in prolongatie te geven.
De Voorzilter zegt, dat daarvan spoedig een gedeelte zal noodig zijn
voor het schoolhuis enz.het in prolongatie geven is voor deze Genieenle
goedomdat de waarde dier gronden zeer betrekkelijk is on de verkre-
gen opbrengst meer bedraagt dan de som welke bij onderhandschen ver-
koop had kunnen bedongen worden.
De heer Jonker meendedat aan dezen verkoop te weinig publiciteit
gegeven was.
4°. Thans is aan de orde de behandeling der Begrooting van Uitga
ven en Ontvangsten voor het jaar 1806.
De Financieele Comraissie, in wier handen deze Ontwerp-Begrooting
ten fine van onderzoek gesteld werd, brengtbij monde van den heer
J. van der Breggen A*n.daatover rapport uit.
De Commissie verklaart zich over het geheel wel met de slrekking der
Begrooting te kunnen vereenigenslechts enkele postcn hebben hare
aandacht getrokken en zeer weinige gaven aanleiding tot het voorsteilen
van gewijzigde cijfers Het nieuw model der Begrooting heefl bij de be
handeling goed voldaanen zal in volgende jaren nog beter aan den
bijna ondoenlijk zulks kan wel teHaarlem maar niet hier getVe deiing kunnen voldoen wanneer de vergelijking der
het onderpand zou men met zelf kunnen bewaren en -zou liter met mot Hio „,n vnril70 rf;pn5,pn vnllediu zal kun-
telkens kunnen worden veranderd.
De heer 't llooft merkt aandat do Burgemeesler zich niet gelijk
hlijftnog onlnngs zeide de Burgemeesler dat er weder /60(J0.bij de
kas zou komenthans dat er afgaat.
Die zadk heeft geen verder gevolg.
20°. De heer Schcne zegtonlangs 'te hebben gesproken over onge-
regeldheden die des Zoridags avonds gebeuren bij den Lijnienen had
gehoopt dat zulks zou worden tegengegaan maar dat is niet zooelken
Zondag avond worden daar verlotingen gehouden en blijven de herbergen
openvoornamelijk bij Vermeulenhij gelooft niet dat bet ergens in de
Gemeente zoo erg is.
De Voorzitter zegt, dat Vermeulen zich wel wat veel aanmatigt.
Spreker heeft er naar laten zien en zal dit op nieuw doen.
De Vergadering is daarop gesloten.
Bij de Verkooping der Onroerende Goederen, gelegen te
HaarlemmermeerSectie R, Kavels 25 24, 23 en 22, ge
houden te Line den 5den December 1865, zijn de perceelen
verkocht als volgt:
N°. 1, 2 en 3, groot 20 bund. 07 roed.
20 ell., aan den Heer A. JPijnands, te Haarlem,
voor24,597.-
N°. 4, groot 20 bund, 07 roed. 20 ell., aan
den Heer A. IP. Aluijskente Haarlemmermeer
voor23,600.-
N°. 5 en 6, groot 30 bund. 10 roed. 80 ell.,
aan den Heer E. Knibbete Haarlemmermeer, voor 34,805.-
N°. 7, groot 10 bund. 03 roed. 60 ell., aan
den Heer J. Tensertte Haarlemmermeer, voor 11,100.-
94,102.-
van 28 November tot 5 December 1865.
GEBOREN: Arke, dochter van K. Versteeg en M. van Anrooij.
Adriana, dochter van W. Bledderswijk en L. Visser. Gerdina Johanna
dochter van C. Bakkcr en J. Oitevanger. Hendrikuszoon van C. Pijl-
man en N. Link. Karel Johannes, zoon van M. J.Lamboo en S M C.
Ilolscher.Pieler, zoon van B. Leenheer en G. van Tuiver. Gerrit,
zoon van YV. Rnaphorst en C. M de Jong. Maria, dochter van J.
YVezelenburg en G. Hokman. Andrijntje, dochter van J. Kool en C
Vuik. Jacobus, zoon van J Hopman en M. Klaassen. Maria, doch
ter van L. van Hofweijen en J. v. d. Groef. Jan, zoon van J. v. d.
Berg en C. van Noord. Lamhertus, zoon van J. Groenland en G. Tie
lekes. Anna, dochter van J. de Wit en E. Schoorl. Adriana, doch
ter van M. van Heijningen en M. Baks. Maartenzoon en Pieternella,
dochter van H. YVestbroek en A. M. Mulders. Cornelis, zoon van
F. Verbrugge en D. v. d. Hoofd. Gerrit Casper, zoon van C. de Brave
en T. Schenk.
OVERLEDEN: Petrus Johannes, oud 7 dagenzoon van K. Janszen
en G. Lamboo. Cornelis van der Pluim oud 49 jaren Wed. van D
de wit. Marrigjeoud 5 maanden, dochter van D. llithof en D. Veer-
man, Maria Buis oud 31 jaren gehuwd met S. van der Ban.
LEVENLOOS AANGEGEVEN 1 Kind van D. Hoefnagel en L. Rip.
GEHUWD: P Keijzers met M. van Schoolen. B. Visser, YVed. van
J. van der Graaf, met S. de Graaff. J. Lewis met A. Kooijman.
Yoor de Vergadering van Hoofd-ingelanden te houden op
Woensdag IS December 1865, 's morgens ten 10 ure, in de
Regentenkamer van het Oudemannenhuis te Haarlemzijn de
volgende punten ter behandeling aan de orde gesteld
1. Behandeling van het rapport der Begrooting voor 1866
Voorwaarden aangaande den verkoop van veenslik voor
1866.
Staat -van af- en overschrijving.
Vastatelling der eerste Suppletoire Begrooting 1865.
5. Verzoek van Langhoutom den Veldtveg te verveenen.
6. Verzoek van Hoogendoornom vrijstelling van boete.
2.
3.
4.
VERSLAG DER VEREENIGDE VERGADERING,
gehouden op Dingsdag 28 November 1865, 's morgens ton
10 ure, in het Gemeenlandshuis te Leiden.
Tegenwoordig 2 I Leden.
De notulen der vorigo Vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
1°. Voorstcl tot het aangaan van ecno onderhandsche verpachting van
de Spanjaardsbruggemeenschappelijk met de stad Leiden, voor den tijd
van een jaar, en zulks in afwachting eener nadere regeling dezer zaak.
uitgetrokken cijfers met die van vorige diensten meer volledig zal kun
nen geschieden.
De heer van Lennep meentdat op deze Begrooting te veel posten
voor memorie zijn uitgetrokken een juist overzigt is zoodoende niet
mogelijk. Ook zou hij het nuttig nchten dat er een post werd ge-
creeerd voor het nakomen van contracten daar deze anders wel eens
vergeten konden worden.
De Dijkgraaf antwoordt, dat allien die posten pro memo,;e zijn uitge
trokken, waarvan onmogelijk bepaald kon worden, of, en zoo ja voor
hoeveel daarop zal worden beschikt, en wat het nakomen der contracten
aangaatzoo zou het daarstellen van een post voor diverse zaken van
verschillenden aard weinig strooken met een goed beheer.
Bij de articulate behandeling der Begrooting vestigt de Commissie de
attentie van Dijkgraaf en Hoogheemraden en der Vergadering op Volg-
numiner 9 Reiskosten van de Boden.
De Commissie vraagt, of het niet wenschelijk zou zijn voor het aan-
plakken en afkondigen van s'ukken, waarvoor thans veel per rijtuig ge-
reisd moet worden, andere-personcnb. v. de polderboden aan te stel-
lenen aan die tevens het toezien op de nateving van Rijnlands keuren
op te dragen
De Dijkgraaf ziet Tiierin voorshands nog al bezwaar; ook zou deze
maatregel zeker tot verhooging der onkoslen aanleiding geven; hij zal
echter gaarne de bedenkingen der Commissie in nadere overweging
ncmen.
Volgnr. 11. Schrijfbehoeflen.
De Commissie wenscht de levering van het hiertoe benoodigde open-
baar aan te besteden.
De Dijkgraaf zal hierover met den Secretaris raadplegen.
Volgnr. Druk- en bindwerk.
De Commissie dringt ook omtrent dit onderwerp op publieke aanbeste-
ding aan. Haar voorstet wordt door den heer Virulij ondersteund.
De Dijkgraaf zegt, dat deze zaak opzettelijk is overwogen, doch dat
daaraan te veel bezwaren verbonden zijn, om daartoe te kunnen
advise rcn.
Het voorstel wordt verworpen.
Volgnr. 35. Duinbeplanting.
De Commissie wenscht, dat niet, zoo als is voorgesteld, onder Was-
senaar en Katwijk voorduin beplant zal worden maar allecn die duinen
welke deel uitmaken van de Brederoder duinenzij stelt daarom eene
vermindering op dezen post voor van f 1200.
De Dijkgraaf meent, dat deze opvatting der Commissie strijdig is met
het door de Vergadering aangenomen beginselaanhangendc het geschil
over de duinplanting, om zorg te dragen dat do toestand der duinen niet
verachtere door verstuivingen.
De heer van Stralen vraagtof het uitgetrokken cijfer voldoende zijn zal
om in de meest dringende behoefle te voorzien
Deze vraag wordt toestemmend beantwoord.
De heer van Lennep zegt, dat men in 1865 goed en dooimatig ge-
plant heeft, en men op die wijze behoort voort te gaan.
De heet van Pallandt zegt, dat het besluit der Vergadering omtrent
de beplanting evenzoo van toepassing is op Noord- als op Zuid-Holland
Hij zegt verder, dat het toezigt in de duinen niet veldoende schijnt
want er wordt veel geweid met schapen.
De Vergadering besiist, het uitgetrokken cijfer voor de beplanting te
behouden
Volgnr. 42. Onderhoud sluizen.
De Commissie stelt voor, ten gevolge van een door haar ingesteld
plaatselijk onderzoek, om de herstclling van de zeesluis te Katwijkvooral
nog niet te doen plaats hebben maar te beproeven in hoeverre de door-
lekking der hardsteenen bedekking van den grooten keermuur niet zou
zijn te voorkomen, door het digten der scheurcn in die steenen met
Portland cement; want, naar haar oordcel, kan do inwatering van den
keermuur nog van weinig beteekenis zijn.
Uit dien hoofde stelt zij voor, de post met 2500 te verminderen.
De heer Piek herinnert, dat de heeren in de memorie van toelichting
gezegd hebben, dat omtient de wijze van bedekking een nader onderzoek
werd ingesteld; hij is thans onderrigt, dat een bekleeding der bestaande
hardsteenen met Portland cement waarschijnlijk aan het oogmerk voldoen
zalhij wenscht daaromdat in plaats van de voorgestelde som van
5*135, slechts 1200 worde uitgetrokken, ten cinde een proef in ge-
melden zin kunne genomen worden en de materiaien worden aangeschaft;
een veigend jaar zullen alsdan met meerdere zekerheid de noodige her-
stellingen kunnen worden volbragt.
Overecnkomstig dit voorstcl wordt besloten.
Volgnr. 44. Arbeidsloon voor de behandeling der schuiven.
De Commissie meent dat deze post le hoog geraamd is.
De Dijkgraaf antwoordt dat deze werkzaamheden door het vaste perso-
neel verrigt worden, en dat de tijd, die niet voor dit werk vereischt
wordt, op andere wijze wordt besteed, hetgeen echter vooraf niet met
juistheid kan bepaaid worden.
Volgnummcr 68. Steenkolen.
De Commissie meent, dat de berckening voor de benoodigde steenko
len, niet op dezelfde wijze voor elk der Stoomgemalen heeft plaats gehad.
Bij nader onderzoek blijkt deze aanmerking juist te zijn, ofschoon hier-
door geen verandering in de cijfers wordt te weeg gebragt.
Volgnr. 70. Verlichting.
De Commissie stelt voor deze post to verminderen, omdat er telken
jare op de Stoomgemalen een aanzienlijk saldo overbiijft.
Hiernp wordt aangemerkt dat de verlichting, even als de smeermiddelen
en steenkolen per etmaal berekend worden en er telken jare eon vast
cijfer voor do uren werking der stoommachines wordt aangenomenlaat
men dit beginsel varen, dan zullen andere cijfers moeten worden aange
nomen, waarvoor geen grond zou bestaan.
Volgnr. 99. Diephouden van het Spaarne en het IJ voor Spaarndam.
De Commissie is van oordeel dat, daar de kosten van verdieping gelij-
keliik gedragen worden met Provinciale Staten en de stad Haarlem, aan
II. iU I. nnfwl la l/nmnn VRDI
Volgnr. 149. Kosten van gedingen.
De Heer van Lennep stelt voor, die post uit te trekken op 5000.
De Dijkgraaf zegt, dat voor het uittrekken van dat cijfer geen motief kan
worden aangevoerd, wel heeft men op een waarschijnlijke uitgaaf op dien
post gerekend, doch om die zoo als naar gewoonte uit de onvoorziene
uitgaven over te schrijven.
De Ontvangsten worden goedgekeurd.
Evenwel stelt de Commissie voor, om volgnr. 192 opbrengst van ver-
kochte vaste goederen," voor memorie uit te trekken, waarmede de Ver
gadering zich vereenigt.
Tot den Omslag genaderd, stelt de Commissie voor, die in plaats van
op 1 te bopalen op 85 cents vast te stellen, zij meent zulks te kun
nen voorsteilen daar het batig saldo van de dienst van 1866, gevoegd
hij dat van het vorig jaar, voldoende zullen zijn om in de behoefte van
de kas te voorzien.
De Dijkgraaf en de Heeren van Slralen, Piek en de Clercq wederleg-
gen de motieven, om den reeds zoo lagen omslag van een gulden per
bunder nog to verminderen, te meer omdat onder de ontvangsten nog
eenige wisseivallige baten zijn. Ook mag niet vergeten worden dat er
tusschen het saldo, waarmede de Begrooting opent, en dat waarmede zij
sluit, een vcrschil bestaat van ruim 17 mille, dat in deze begrooting
voor de gewone uitgaven verbruikt wordt.
De Heer Blmse wil, met het oog op de besparing op het werk aan
de sluis, den omslag op 90 cents brengen; de Commissie vereenigt zich
daarmede.
Bij stemming wordt dit voorstel met 9 tegen 9 stemmen verworpen,
en door de stem des Dijkgraafs besiist dat de omslag op/1 bepaald hlijft.
De geheele begrooting wordt daarop met 17 tegen 3 stemmen vaslgesteld.
Uithoofde van het vergevorderde uur, wordt de behandeling van het
Voorstel omtrent de droogmaking van de Oosteinder plassen", tot eene
eerstvolgende Vergadering verdaagd.
WATERSTAATS-KAART van NEDERLAND.
Hiertoe wordt besloten. s0W—-
2°. Voorstel tot aflossing van eenigo waarborggeldentoekomende aan Rijnland een schadevergoeding zou behooren te goed te komen, voor net
sommige ingelanden van Sluipwijk welketen gevolge van eene onre- ontvangen der baggerspecie
gelmatige administratie vroeger te veel werden opgebragt.
Dit voorstel wordt aangenomen.
3°. Mededeeling van do opbrengst in publieke veiling van het Malle-
gat en eenige strooken groods onder Katwijkmet voorstel van gunning.
De toiale opbrengst was 1281.waarvan moet worden afgetrokken
voor hnoggclden en taxaliekosten 60.
Ofschoon booedon de taxatie, keurt de Vergadering dezen verkoop
De Dijkgraaf merkt aan, dat deze bagger voor Rijnland waarde heeft
voor de ophooging van het boezemland achter het stoomgemaal. Boven-
dien Rijnland heeft er om gevraagd.
Y'olgnr. 139. Premien voor het doen van bekeuringen.
De Commissie vraagt, of van het uitreiken dezer premien eonig nut
gezien wordt.
De Dijkgraaf meentdat zij niet gemist kunnen worden.
Dezer dagen is het eerste blad verschenen eener voor de
kennis van ons land hoogst belatigrijke kaarten die zeker
in eene dringende behoefte voorzietnamelijk die van den
Waterstaat van Nederland.
Wel bestaan er gedeeltelijke kaarten van die soort o. a.
de zeer naauwkeurige waterstaatskaart van Rijnland en heb
ben de raeeste waterschappen rivier- en polderbesturen hunne
eigen kaarten maar er outbrak eene algemeene kaartvoor
het publiek verkrijgbaar.
Op last van den Minister van Binnenlandscbe Zaken wordt
die thans vervaardigd onder toezigt van den inspecteur van
den waterstaat in algemeene dienst F. TP. Conrad en den
luitenant-kolonel van den generalen staf J. A. Besier.
Tot grondslag der kaart, die op de schaal van 1 50,000
is genomendient de typographische en militaire kaart des
Rijks. Daarop zullenonder meerworden aangeduidde
polders met hunne zomerpeilen en groottede sluizen en mo-
lens tot water-ontlastingde boezemsmet de gemiddelde
hoogste en laagste standen de watevstanden van de zee en
de rivieren de voorname havens, met korte beschrijvingde
zee- en rivierdijken met hunne hoogte en verdedigingswerken
de schut-, keer-inundatie- en andere sluizen, met huiino
afmetingen en korte beschrijving van bestemming en gebruik;
de overlaten en kunstwegen.
Het zal dus eene uitmuntende kaart ter raadpleging zijn
voor alien die bij waterstaats- en polderzaken belang hebben
en eene goede aanleiding kunnen worden voor het maken
eener grondige beschrijving van den waterstaat en poldertoe-
stand van Nederland.
Die beschrijving zou wijzen op het vele merkwaardigedat
in ons land in dit opzigt is tot stand gebragt, van de groot-
sche werken uit voorleden tijd en van de eigenaardige wijze
waarop de volksgeest in ons land werkzaam was om in tijden
toen er elders nog bijna geen staatsleven was, bier overal in
kleinen kring gemeenschappelijk het algemeen welzijn te be-
vorderen en voor de gezamenlijke belangen zorg te dragen.
Maar tevens zou die beschrijving aantoonenhoeveel er nog
te verbeteren valthoeveel streken nog achterlijk zijn in eene
goede regeling van hunnen waterstaat.
„Wij zijn het water meesler" is eene eigenaardige Hollandscho
uitdrukking, maar die lang nog niet overal en op alle tijden
waar is, en helaas blijft dikwerf tot groot nadeel voor velen,
het water de meester.
Het water, die eerste voorwaarde voor alle groeikracht
leven en ontwikkeling en de rijke bron van welvaart, waar
de mensch in staat is zijn werking te regelen, in het gebrek
daarvan te voorzien, zijnen loop te regelen, en de overmaat
af te weren, maar evenzeer de geduchtste vijand, waar het
of als stilstaand binnenwater en doorsijpelend kwelwater do
gronden drassig maakt en welige groeikracht belet, of gezond
voedzaam gras in een slap en krachteloos voedsel doet ver-
keeren, of wel als magtige vernieler optreedt, wanneer het de
banden waarmede de mensch hier zijnen loop regeldever-
breekten onze akkers en weiden in meeren verandert en
groote rijkdommen verzwelgt.
In dien laatsten vorm treft hetonheil, dat het water sticht
het meest de aandacht, en onder onze volksrampen staan de
overstroomingen bijna bovenaan.
En toch gelooven wij te kunnen beweren dat le hooge
walerstand jaarlijks meer schade sticht, meer winst doet der-
vendan door de vernielende watervloeden van zee en rivier
van tijd tot tijd wordt te weeg gebragt.
Wij achten dat de opbrengst en waarde van alle laaggelegen
gronden verdubbelen kan wanneer men inderdaad ten alien
tijde bet water meester is en blijft, en men algemeen tot het
inzigt zal gekomeu zijn, dat de laagste waterstand steeds de
beste is.
Haal Holland, dat nu voor een groot gedeelte veelal nog
met den wnterspiegel gelijk is, zoowel in winter als zomer.