- $08 r~^ VEE-FOKKEN. 1858 1860 1861 1862 1863 1864 5,400.— 6,540.— 4,925.— 5,025. 10,250. 8,750. voorgrond staan, dan liet opwekken van een edelen naijver en deze alleen wordt verkregen wanneer aller belangstelling daarbij 'wordt opgewekt; terwijl bet ons nu niet zou venvon- deren, dat bet meerendeel der landbouwera onkundig is ge- bleven, zoowel vail de uitloving als van den uitslag. liij de weinig algemeene zucht, die er bij ons bestaat, om over eigen zaken te sprekenof met eigen verdiensten voor den dag te koraen, is het ecbter zeker, dat er veel goeds verborgen blijft, of slecbts in kleinen kring bekend wordt, dat algemeene openbaarheid waardig is. Vooral geldt dit wel de beschrijving onzer best bebeerde boerderijen. W ij bezitten er enkelen, zoo als van den Eng, den Wilhel- mina-polder, liet Groot-oever, de boerderij van den beer J. van der Breggen Az., en enkele andere meer; maar die wei- nigen zelfs zijn nog niet volledigdaar de geldelijke uitkom- sten bij alien ontbreken. Het is zeker, geen bandelaar, geen fabriekant is ter wille van bet publiek geneigd een juistc mededeeling van zijne winsten of verliezen te doen of anderen wijs te makendoor eigen duur gekochte ervaring, maar het is veelal de vrees voor concurrentie, die hem daarvoor weerhoudt. In landbouw nu bestaat dit bezwaar niet of althans bijna niet, en bier kan men in den regel zijne geldelijke uitkomsten gerust bekend maken, zonder hiervan schade voor zich zelven te hebben. Zoolang de zaken nog niet naar wenscb gaan zal mefi dit zeker meestal liever niet doenmaar heeft men de kwade jaren.achter den rug en mag men zich later in eene voldoende opbrengst verbeugendan moet er toch een zeker genoegen in zijn om een verslag te geven van zijn wedervaren. Dombasles, een der Eranscbe landbouwkundigen van bet begin dezer eeuw, heeft in zijne Ann ales de Roville een der treffendste voorbeelden gegeven, hoe dit op eenvoudige en nuttige wijze geschieden kan. Later gaf bij een even leer- rijke gescbiedenis van zijnen voorspoed en iegenspoed als land- bouuier, en wij houden het er voor, dat zijne werken meer dan van eenig ander tot den vooruitgang van den landbouw in Frankrijk hebben bijgedragen. Iedereen is bekend met de opwekkende kracht, die in goed geschreven levensbeschrijvingen ligt, en die van eigen band, mils de voorstelling eenvoudig en waar zijwinnen bet daarin nog van de anderen. Eigen levensbeschrijvingen van land- bouwers bezitten wij eclvter in het geheel niet, en toch is juist het stille landbouw4even bet meest gesehikt om de ervaring van vroegere jaren te verzamelen, en daarvan mede te deelen wat voor jongbeginnenden zoo nuttig kan zijn. Het ware dus zeer te wenscben, dat wij bier te lande uit eigen beweging konden verkrijgenwat in Frankrijk door de opwekking van eigenliefde en eerzucht door de Itegering wordt verkregen. Slaring heeftmeer dan icmand voor hembijgedragen dat de Nederlandsche landbouw zich zelven leere kennenen door zijne landhuishoudkundige kaart voor Nederland heeft bij voor de vermeerdering van die kennis een vasten grondslag gelegd. Maar een man kan niet alles doen. Het zou een goed denk- beeld zijn, zoo er zich eene vereeniging vormde, om onder zijne leiding de landbouwbeschrijving van Nederland te vol- tooijenzoowel die van de verschillende en de eigenaardige landbouwstrekenals die van de bijzondere kulturen, en van de voornaamste en merkwaardigste boerderijen en landbouw- ondememingen in ons vaderland. Engeland heeft eene zeer volledige landbouwbeschrijving verkregen door de energie van een dagblad the Timesdat twee jaren lang een zijner correspondententevens goed land- bouwkundige, rond liet reizen en daarvan verslag geven. Frankrijk zal na eenige jaren uit de genoemde verslagen van de regerings-commissien een vrij volledig geheel van de wijze van landbouwen in de verschillende streken kunnen zamen- stellen. Duitscbland heeft in zijne uitgebreide landbouw- literatuur ook een aantal beschrijvingen van de kultuurwijzen in verschillende Duitsche landen. Nederland moet, als het beste wat het in dit opzigt heeft, naar een beknopt werkje van een vreemdeliug verwijzen. Maar de kunst van goed te beschrijven is niet iedereen gegeven, wijl het zoo moeijelijk valt om op te merken, het- geen men dagelijks ziet. Als de beste leermeesters in dit vaken wier werken men vooraf zou moeten bestudeeren gelooven wij met voile regt te kunnen noemen, Schwerz wat de naauwkeurigheidhet mededeelen der praktische bijzon- derheden en de volledigheid betreft, Lavergne voor de alge meene beschouwingen en de oeconomische gevolgtrekkingen laveleije voor den aangenamen vorm en schrijftrant en de levendige schildering der landbouwtooneelen terwijl de be schrijving der Fransche boerderij de Masnijmet den eereprijs bekroonddoor Barral in het Journal J Agriculture een uit- stekend voorbeeld mag heeten, waar men door de inzage eener naauwkeurige boekhouding in staat wordt gesteld uit de geldelijke uitkomsten den toestand in al zijn vvaarheid te schctsen, isals men maar wat meer als zijn buurmanof de hoogste prijs op de najaarsmarkt weet te maken. En toch is dit zoo niet. Elk veeras bezit de eigenschap om tot veel grooter volkomenheid te worden gebragt, dan dat hetwelk met de gewone zorgenbijna zou men kunnen zeggen zorgeloosheid wordt groot gebragt, en iemanddie de gaaf van vee-fokken bezit en een erkende naam als zoodanig weet te verkrijgen kan er staat op makendat hij het zoover zal kunnen bren- gen dat zijn fokvee het dubbele en drievoudige waard is van het gros van het veedat voor fokvee wordt verkocht. Ziehier daarvan een voorbeeld uit den vreemde; niet uit Engelandwaar het veefokken sints langen tijd op groote hoogte staat; maar uit Frankrijk, waar men, even als bij ons tot voor korten tijd tusschen stieren en koeijen van het- zelfde ras zeer weinig onderscheid in prijs maakteen niet ligt gezind was voor wat puiks veel boven [de gewone markt- waarde te betalen. De heer de Bouille wijdde zich sedert 1837 aan den land bouw op zijne boerderij „deVillars", ruim 100 bunders groot, in het departement Nievre, nabij de stad Nevers. Het is een rijke weidestreek waar men het rundvee-ras van Charo- lais vindtzeer voor de vetweiding gesehikt, en dat met het Hollandsche rundvee veel overeenkomst heeft. Eeeds terstond zag hij in dat dit ras nog veel veredeld kon wordenen besloot hij op zijne hoeve zich op het voort- brengen van puik fokvee toe te leggen. Aanvankelijk was hij niet gelukkig want in 1841 verloor hij een groot deel van zijn stal door de longziekte. Hij liet zich echter niet ont- moedigen en weldra begon het veedat zijn stal verliet een goeden naam te verkrijgen. Sinds 1843 behoefde hij geen stierkalf meer te laten snij- den; 220 stieren en 150 vaarzen werden door hem verkocht niet alleen in Frankrijk, maar zelfs naar het buitenland. De uitstekende eigenschappen van zijn vee worden zoo zeer ge- schat, dat enkele stieren tot met 1000 toe zijn betaald gewordenen hier is het geen vreemd vee waarvoor liefheb- bers een modeprijs betalen, maar vee van hetzelfde ras als overal in den orntrekwaar men dus ook voor de gewone prijzen van/100 a /200 ruimschoots zijn gading vinden kan. In 1864 waren de gewone prijzen: voor een stierkalf van twee maanden 500 voor een vaarskalf van dien leeftijd 200; voor een schot of jonge koe/ 450. Jaarlijks worden er ongeveer 24 stuks fokvee verkocht. In dit jaar bestond de eigen stal uit 3 stieren30 koeijen, 1*9 vaarzen en 22 kalverenop een stier na, alien van eigen fokkerij. 4 Het is door eene juiste keuze van zijne fokdierendat de heer Bouille zijn vee tot die volkomenheid heeft gebragt. Zijn beste vee verkreeg hij door paring in naauwe bloedverwant- schap, hetgeen echter slechts met omzigtigheid werd. toege- past, daar de uitkomsten zeer verschillend waren, en men daarbij dan eens een zeer voortreffelijken dan weder een zeer middelmatig dier verkreeg. De kalveren krijgen al de melk hunner moederszoodra zij kunnen vreten, geeft men ze gesneden groenvoeder, gebroeide wortelgewassen en raapkoekeu, en somwijlen wat garstemeel. De koeijendie de kalveren zogenworden ruimmaar niet zwaar gevoed; het jonge vee gaat de zes zomermaanden in de weide; maar de koeijen staan gedurende negen maan den op stal; alleen bij groote hitte drijft men ze des nachts buiten. Elke maand weegt men het vee; het oog ziet veel, maar de weegschaal juister, en snelle groei en ontwikkeling leveren het beste kenmerk voor voordeel gevend vee, vooral waar vetmesten de hoofdzaak is. Buitengewone zaken zijn het dus niet; ieder kent ze. Een goed veefokkers oog om aan de meest geschikte koe de best geeigende stier te gevenruime voedering en goede verple- ging van de eerste jeugd af aandaarmede kan elk veehouder van goed vee uitstekend vee fokkendat de stal tot een goudmijn maakt. Wedrennen blijft een zaak van liefhebbevij en dus zijn dergelijke prijzen en opbrengsten niet bij de gewone fokkerij te verkrijgen; doch het is zeker, dat ook met het houden van puike dekhengsten van rassen voor algemeen gebruik geld te verdienen iszoodra de fokkers zoo wijs worden dat zij gaarne/25 a 50 voor dekgeld besteden wanneer de hengst het waard is. En zoolang als men uit zuinigheid of gemak zijne merrien maar door den goedkoopsten of digtst bij zijnden hengst laat dekkenen vooral zijn geld niet wil ver liezen als de merrie geen veulen houdtzal men ook bij het paarden/oMe» geen goede zaken maken. ENKELE BIJZONDEEHEDEN uit de Tentoonstelling van Werktuigen der Smithfield-Club. Garrett stelde een stroo-breker ten toon, eenigzins in den vorm van een klein dorschwerktuigdat op de gewone wijze door den riem van een stoomwerktuig in beweging kan wor den gebragt. Stroo bevat, volgens de scheikundige ontle- ding, veel voedende bestanddeelenmaar door zijne droogte en hardheid wordt het in de maag der dieren niet genoeg- zaam verteerd en opgelost. Dit werktuig maakt het harde stroo, door breken, scheuren en wrijven tot een zacht soort kaf, waardoor het een ligter verteerbaar voedsel voor paarden en ander vee wordt. Het is alzoo bestemd om de haksel- snijders te vervangendoor hetzelfde doeldat men met het kort snijden heeft, op nog volmaakter wijs te verrigten. Eornsbij heeft weder verschillende verbeteringen aan zijn graan-maaiwerktuig aangebragt; de trekkracht is verminderd en de overbrenging van beweging vereenvoudigd. Tuxford had een keurig net, kompakt eenpaards stoom- werktuigje, zoo handig en klein, dat men het bijna in den arm kan dragenmaar dat evenwel in staat is een haksel- snijder, graanmolen, of pomp in beweging te brengenwaar voor men anders de trekkracht van twee gewone paarden noodig heeft. Fowler, wiens stoomploeg thans weinig of geen verbetering meer vereischt, prijkte met eene merkwaardige lijst van attesten, waaruit het toenemend gebruik en het algemeen voldoen dezer werktuigen blijkt. Holmes had als nieuwigheid een exstirpatorin het bijzon- der ingerigt om land van kweek te zuiveren. Perkins patent-stoomoven, hoewel geen bepaald landbouw- werktuig, trok zeer de aandacht. Het is een ijzeren oven met een dubbele kast, tusschen beiden met kalk gevuld, en omgeven met vilt en hout, om het uitstralen der warmte te beletten. Het geheel staat op een vierwielig voertuig en is voornamelijk voor veldgebruik bestemd in oorlogstijd; men kan er dagelijks het brood voor 5000 man in bakken. In het jaarberigt van de Heeren W. <J". C. Voute leest men omtrent Meelcraphet volgende Sedert ons berigt van 16 November heeft zich in de positie van dit artikel geene verandering vertoonden bleven de af- doeningen voor de binnenlandsche behoefte zeer geregeld en vrij beiangrijk tot geheel onveranderde prijzen. Wel werden door houders en producenten menigvuldige pogingen aange- wend om hoogere prijzen te bedingen, doch deze waren meest al vruchteloos en was daarvan dan steeds terughoudenheid bij de koopers het gevolg. In de laatste weken is het echter langzamerhand stiller gewordende steeds hooger wordende stand van de geldmarkt werkte ongunstig op den handeldoch daar de houders in eene goede stemming blijven en geene verkoopen trachten te forceerenbeboudt de markt een vast aanzien en kan men slechts hier en daar somtijds iets lager koopen. Bij eene verlevendiging van de vraag kan in de prijzen, die steeds zeer matig zijn, welligt spoedig eene ver andering komen." Eeeds meermalen mnakten wij melding van de hooge prij zen voor fokvee in Engeland besteeden menig veehouder die gewoon is te fokken zal zeker wel een3 nagerekend heb ben hoeveel meer voordeel zijne boerderij zou kunnen geven, ja hoe hij een rijk man zou kunnen worden, als hij prijzen daarvoor kon makendie maar eenigzins die ongeloofelijk hooge cijfers naderden. Men denkt daarbij echter al spoedig dat met ons gewone vee daar niet van komen kan en men reeds een heele baas GLABIATEU K. Het Journal d'Agriculture geeft in zijn laatste nommer eene afbeelding van Gladiateur, de Fransche wedrennereigendom van den graaf Lagrange, die dit jaar te Derbij de overwin- ning op de Engelsche renners behaalde. Het paard is in 1863 geboren, en de zoon van Monargue eveneens een be- roemde renner, die van de zes-en-twintig keeren, dat hij liep, twee-en-twintig malen winner was. Eenners fokken is, zoo als bekend, een dure liefhebberij maar ook kan daarmede geld worden verdiend, zoo als blijkt uit hetgeen Gladiateur dit jaar voor zijn meester verdiende. Hij won daarmede Bij zijn eersten wedloop63,750. De Engelsche Derbij85,300.- De groote prijs te Farijs71,800.- 220,850. Zijn vader Monarque oefent ook een voordeelig handwerk uit als dekhengstdaar voor elken sprong 250 wordt be taald. Behalve dat hij de merrien der eigen stoeterij van den graaf Lagrange dekte bragt hij aan dekgeld op De Commissie van beoordeeling voor de Internationale Ten toonstelling van Kaaste Parijs, heeft den 20sten December j. 1. toegekend aan de inzendingen uit Nederland de volgende prijzen Goudsche Kaas. Gouden medaille, n°. 125, aan P. J. van Teuninbroelc te Amsterdam; zilveren medaille, n°. 82 aan Fijnappel te Amsterdam; zilveren medaille, n°. 61, aan Klaare te Haarlemmermear; bronzen medaille, n°. 74, aan Norlier den Uijlte Goudabronzen medaille, n°. 145 aan Wernink te Goudaloffelijke meldingn°. 3 aan Mr. J. P. Amersfoordt te Haarlemmermeer. Edammer (Noord-Holl.) Kaas. Gouden medaille n°. 41 aan Groot teEdam;gouden medaille, n°. 9, aan Bultman te Haarlemmermeer; zilveren medaille, n°. 131, aan B. A. barorv van Verschuerop de Hartekamp, te Heemstede; zilveren medaille, n°. 60, aan Klaare te Haarlemmermeer; zilveren medaille, n°. 85 aan Fijnappel te Amsterdam; bron zen medaille, n°. 138, aan de Tries Rz. te Hoorn; bron zen medaille, n°. 147, aan de Wit, in de Beemster. Leiische (Komijne) Kaas. Zilveren medaillen°. 5 aan Mr. J. P. Amersfoordt te Haarlemmermeerbronzen me daille, n°. 62, aan Klaare te Haarlemmermeer. Parijs, 20 December 1865. Het Lid der Commissie voor Nederland D. E. Gevers Deijnoot. Te zamen 40,890. Dus wel een paarddat de haver verdiende. TENTOONSTELLING te PARIJS in 1867. De HoofJ-Commissie in Nederland voor de Wereld-Ten- toonstelling van voortbrengselen van landbouwnijverheid en kunst, te Parijs in 1867 te houden, heeft bij circulaire alien uitgenoodigddie daarvoor voorwerpen wenschen in te zen-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1865 | | pagina 2