WEEK II LAD
iv4
1866.
Vrijdag2 Februarm.
I
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJB
\WMZ>
fa.v
XfJOlfr,
le\enAe Jaargang
Hoofdredacteur C. E. DE CLERCQ.
Laivdbouw.
PUNTEN van YERGELIJKING
Hi
js^ '^1
HAAItLEMMERMEER
PRIJS VAIf HET ABONNEIEWT
in het Jaary g.
Alle Toezendingeude Redactie betreffende, moeten geschieden aan
den Hoofdredacteur, te Haarlem, Kruisstraat, Wijk 6, N°. 513.
TUSSCHEN
Runderpest en Klnderpokken
door Charles Mdrchison, M. D. F. R. C. P.leeraar in
de geneeskunde aan het Middlesex-hospitaalen geneesheer
aan het Koorts-hospitaal te Londen.
In het Lancet van 26 Augustus 1865, heb ik eene op-
somming gegevcn van de ontleedkundige lessen, welke ik <*e-
vonden had in de runderpest, welke toen begonnen was°in
Groot-Brittanje te heerschen. Opvolgende waarnemingen heb-
ben bevestigd de stellingen vervat in die mededeeling.
De groote ontleedkundige kenteekenen der ziekte zijn zin-
kingachtige of slijmachtige ontsteking van de bekleedvliezen
van net spijsverteringskanaal en de ademhalingswerktuigen
J de sIlJmvliezeneene ongevvone donkere kleurB van
het bloed; blaauwe plekken of bloeduitstortingen op verschil-
lende deelen, zooals beneden de opperhuid en in hare zelf-
standigheid, onder de slijmachtige en weiachtige (sereous) vlie-
zen der derde en vierde magen en ingewandenen beneden
bet binnenste deel van het hart (endocardium); een blaas-
achtige toestand (aphthous) van den mond, de neusgaten en
c e scheedehet afgeven van eenen eigenaardigen stinkenden
reuk van bet geheele ligchaam, inaar vooral uit den aars-
en eene ongewone geneigdheid tot ontbindiug.
In mijne yorige mededeeling heb ik aangetoond, dat de
ieerstellingdat runderpest is het volkomen ziektekundig ge-
iijkgeldige van mensehelijke ingewanden- of rotkoortsen, ge-
heel van grond ontbloot is. Zoo ver mij bekend is, werd
deze meening bevestigd door elken opvolgenden opmerker,
die de zieke runderen zelve heeft ontleeden de gevolgen
zijner ontledingen heeft bekend gemaakt. Allen stemmen er
in overeen, dat de wezenlijke beleedigingen van mensehelijke
rotkoorts (febris typhoidea) afwezig zijn. Eene groote ziekte-
Kundige dwaling is dus verbeterd.
Eotkoorts is echter niet de eenige mensehelijke ziekte, waar-
me e nien gemeend heeftdat de runderpest innig verwant
was. Door verschillende sehrijvers is de runderpest verge-
Jeken met besmettelijke rotkoorts, scharlakenkoortsSint-
Anthomesvuur en roode-loop. Eene zorgvuldige beoefening van
het onderwerp heeft er mij van overtuigd, dat alle deze aan-
doemngen daarvan geheel verschillen. Het is niet op dit
oogenblik mijn doel om in bijzonderheden te treden omtrent
de punten van onderscheid tusschen runderpest en de ver
schillende kwalenzoo even genoemd. Ik heb dit gedaan in
een yerslag hetwelk ik verzocht werd gereed te maken voor
de komnkhjke Commissie omtrent de betrekking der run-
..derpest tot mensehelijke ziekten." Ondertusschen verzoek ik
de deskundigen meer in het bijzonder oplettend te mogen
maken, dat er eene mensehelijke ziekte is, die, wat betreft
hare verwantschap tot runderpest, niet zoo spoedig kan uit
den weg gezet worden. Als het bewezen kan worden, dat
eze ziekte dezelfde is als runderpest, zullen daaruit niet alleen
overgroote vorderingen voortvloeijen voor de ziektekunde,
maar er zal in onze hand zijn gegeven een zeker middelom
de runderpest te voorkomen. De ziekte, waarop ik doel, is
de kinderziekte (kinderpokken).
De gelijkenis van runderpest met kinderpokken is geene
euwe ontdekking, ofschoon men haar in den laatsten tijd
noemde 7?°°g VerIoreD- Medan 150 jaren geleden,
noemde Ramaznni in zijn bewonderenswaardig versW van de
underpest d,e Italia verwoestte in 1711, onder de versdiijn-
wll"PUI J6 q?1Dt0 Vd sext0 die Pertotum corpus crum-
die on dC -7, rVariolarum sPeciem referenda", puisten
utbreL V'J °Jf-ZeSden da« oyer het geheele ligchaam
To/eraO T™het voorkoraen van pokken aannemen,
in l °ria,' mlVe' 1 16' P' 787)" 0ok Laneisi merkte op
ner ilri?"1^' dezelfde "Peking der ziekte: Sem-
sumn:o rum ff°SeS 'i ?f,tUae Ct Ulcera linguam et fauces
ders nlT 3 °bsldebant Altiid echter bezetten blad-
brand 5 Z1VDeren' 1ton« ^el met den hcvigsten
(De Peste, Eomae, 1715, pag. 155.)
veif°ingereeShfep eH' d'e -het uitbreken der runderpest beschre-
ken rll ,ariJe 10 h6t midden der laatste eenw spre-
g ung van het uitbreken van puisten. Dr. Mortimer
PRIJS DER ADVERTENTICIV
van 1 6 regels 75 Cents. Elke regel meer 12% Cent3,
Zegeleegt bij elke plaatsing 35 Cents.
Toezending uiterlijk Woensdaq. Adresvan Donga C°,Amsterdam.
beschrijftSchurftachtigen uitslag in de liezen en okselen
welke zeer jeuken; want eene koe zal stilstaan, haar been
uithouden en teekenen van groot genoegen toonenals
lemand deze puisten of schurftplekken voor haar krabbelt".
{Philosophical transactions1745, vol. 44, pag. 554.)
Dr. Brocklesby merkt aan Wij kunnen dikwijls opmerken
dat puisten uitbreken op den vijfden of zesden dag, over
den geheelen nek en de voorste deelen". {Essay on the
mortality of the horned Cattle, Londen, 1746, pag. 33.
En laatstelijkin 1759, schrijft Dr. Laijard aldus: „Ieder,
die wil vergelijken het voorkomen, den voortgang en de
doodelijkheid der kinderpokken, met hetgeen is te boek ge-
steld door sehrijvers van gezag, als Ramazdni, Laneisi en
andere opmerkersbetrekkelijk de aanstekelijke ziekte onder
„het hoornvee, zal geen oogenblik weifelenom te bepalen
of deze ziekte is, eene ontstekende koorts, gelijk aan de
kinderpokken of niet". {Philosophical transactions1758
vol. 50, pag. 531.)
Het uitbreken der runderpest, waarvan hier sprake is, begon
in Engeland in 1745, en wordt gewoonlijk gezegd opgehou-
den te hebben na twaalf jarenof omstreeks 1757, en niet
weder te zijn verschenen voor den zomer van 1865. Maar in
1769 was de ziekte weder zoo veelvuldig en noodlottig, dat
er op gedoeld werd door Zijne Majesteit George III, in'zijne
aanspraak bij het openen van het parlement in Januarij 1770,
als zijnde eene groote volksramp. Het is eene opmerkino-s-
waardige daadzaak, dat op dit laatste uitbreken door de
meest opvolgende sehrijvers is gezinspeeld, als op eene onbe-
twijfelde besmetting van kinderpokken; maar dat Laijard, die
zoowel deze als de vorige vlaag beschrijft in de Philosophical
Transactionshen beschouwde als gelijksoortig, in beiden aan-
beval en ten uitvoer bragt het inenten, en om deze meening
te bevestigen, aanhaalde de volgende regelen van effn brief,
hem geschreven door Vicq d'Acyr, eene groote Fransche be-
roemdheid over besmettingenII me parait comme a vous
que e'est toujours la meme maladie qui a regne depuis
,,1711, et qu'elle a de grands rapports avec l'eruption
varioleuse". {Philosophical Transactions1780, vol. 70, pag.
5 43.) Men gelooft gemeenlijk, dat het de overblijfsele'n va^n
deze hevige besmetting waren die Dr. Jenner vond in Glou-
cesterhire, welke overgebragt op de melkers, hen ongevoelig
maakte voor kinderpokken.
Daar deze en vele dergelijke opmerkingen voor de hand
hggenis het vreemd dat de huiduitslag in de tegenivoordige
besmetting zoolang onopgemerkt is gebleven.
Vroeg in September jongstleden, was ik oplettend geworden
op het nu en dan voorkomen van scherp afgeteekende kring-
vormige vlakke blazen. Sommigen daarvan zoo groot als ee°i
drie-stuiverstuk, op de uijers der koeijendie nan de pest
gestorven waren, welke in ieder opzigt geleken op de blazen
der koepokken. In een geval hetwelk Professer Gamgee de
goedheid had mij te toonen, was deze gelijkheid zeer treffend.
Verdere waarneming heeft mij overtuigd, dat deze groote wel-
ontwikkelde blazen alleen tegenwoordig zijn in eenige weinige
gevallenmaar dat er in elk gevalen waarschijnlijk in die
alienwaarin de dood niet plaats heeft gevondenbinnen drie
dagen na het uittreden der ziekte, er zich op de huid ver-
toont een tepelvormige (papular) of puistachtige uitslag, zeer
na gelijkende op den uitslag der kinderpokken. Deze uit
slag bepaalt zich niet tot eenig bijzonder deel der bekleedse-
lenmaar komt het meest voor op het achtergedeelte van nek
of schouders, in de omgeving van den mond op den uijer en
den balzak en op de huid rondom de aars en den mond der
scheede. Eene naauwkeurige beschrijving van deze ontsteking
is vervat in mijn ambtsberigt. Voor het tegenwoordige zal
het genoeg zijn om te doen opmerkendat die ontsteking be-
staat in de eerste plaats uit kleine uitslagjes of verhevenheden
welke aan hunnc toppen zachter worden als puistjes. Deze
droogen spoedig op, en vormen een schurft; wanneer men
dit Jos maakt vertoont zich de onderliggende huid rtiw of
oppervlakkig verzworen. Pestbuilen zijn niet zeldzaam verspreid
door de ontsteking. Deze ontsteking geeft de reden van de
vlakken en plekken, die men waaraeemt in de gelooide huiden
van dieren aan de pest gestorven.
Maar de huidontsteking is niet het eenige kenteeken waarin
runderpest op kinderpokken gelijkt.
Hare groote gelijkeniszoo niet nog nader betrekking tot
mensehelijke pokken, wordt aangetoond door de volgende op
merkingen
1°. Kinderpokken zijn de eenige scherpe besmettelijke uit
slag (exanthema) die bij den menschden puistvorm aanneemt.
De ontsteking in runderpest is evenzeer puistvormig. Voor
eenig verschil tusschen beide ontstekingen kan men ligtelijk
tot reden geven het onderscheid in de huid tusschen menschen
en koeijen.
Di beide gevallen breidt de ontsteking zich uit van het
binnenste van den mond en de neusgaten; en in beide zijn
de puisten dikwijls doormengd met pestbuilen. Bovendien
neemt in sommige gevallen van runderpest, de uitslag op den
uijer den vorm aan van breede vlakke blazen, niet onder-
scheidbaar van die van gewone koepokken.
2 De andere meest in het licht tredende kenteekenen van
runderpest^ zijn ook die van kinderpokken als daar zijn
koortsachtigheidpijn in de lendenen, kwijlen uit de neus
gaten buikloopwitwateren en bloedwaterenen de rotkoorts
toestand (typhoid state).
De ontleedkundige verwondingen der beide ziekten
zijn dezelfde, ah ontsteking der slijmvliezen van de lucht-
pijpen en den slokdarmdonker gekleurd bloedbloeduitstor
tingen, en eene puistachtige ontsteking met pestbuilen op
de huid. Dit zal blijken als men vergelijkt de verschynselcn
na den dood van mensehelijke pokken, zoo als die beschreven
zijn door Dr. Copland {Dictionary of practical medicinevol. 3,
p. 821) en die van runderpest zoo als die zijn openbaar ge
maakt door mij in het Lancet van 26 Augustus 1865.
4 In beide ziekten wordt ontwikkeld een eigenaardige on-
aangename reuk, die uit het ligchaam opstijgt, zoo voor als
na den dood.
o In beiden bepaalt zich de duur van den koortsachli°,en
toestand tot zeven of acht dagen.
6°. Beide ziekten gelijken op elkander in de builenmatige
besmettelijkheiden de gemakkelijkheid waarmede de smetstof
wordt overgeplant door spranken (fornites).
7°. Beide ziekten kunnen worden voortgeplant door inen-
ting. Dit kan met zekerheid van geene andere ziekte worden
gezegd dan van kinderpokken.
In beide ziekten is er een tijdperk van ontkieming, hetwelk
korter is wanneer de giftstof in het ligchaam gebragt is door
inenting, dan wanneer zij werd ontvangen door besmetting.
Met koepokstof ingeente personen worden geduriglijk straf-
feloos blootgesteld aan het gift der kinderpokken; en wat be
treft lunderpest, zijn er talrijke voorbeeldenwaarin enkele
runderen of geheele kudden, schijnen te hebben geleid een
betoverd leven in het midden van hen omringende pest. Deze
laatste omstandigheid is nimmer verklaardmaar men zoude
gereedelijk rekenschap kunnen geven van de onvatbaarheid der
genoemde runderen door te veronderstellen dat zij te voren
hadden geleden aan gewone koepokken.
1°. Het is eene misvatting zich te verbeelden dat de koe
pokken noodzakelijk eene ziekte zijn van zachten aard. Onder
gewone omstandigheden is dit zonder twijfel alzoo. Maar er
zijn vele besmettingen van koepokken opgeteekend, waarin de
ziekte was^ van kwaadaardige soort, en de runderen doodde,
ongeveer in dezelfde evenredigheid als de kinderpokken de
menschen doodden.
11 Men heeft in de laatste jaren dikwijls doen opmerken,
dat gewone koepokken zoo zeldzaam geworden warendat het
moeijelijk was om de stof (lympha) dadelijk van de koe te
verkrijgentot het doel van mensehelijke koepokinenting; als
een natuurlijk gevolg hiervan is de meerderheid der runderen
in dit koningrijk onbeschermd tegen den aanval der ziekte in
een strengeren vorm.
12°. Ofschoon men mij nu moge tegenwerpendat het niet
bewezen isdat runderpest eenvoudig is de kinderpokken in
het runddat er geen bewijs is dat de zieke dieren de kin-
pokken hebben medegedeeld aan het menschelijk ligchaamen
dat inderdaad mensehelijke kinderpokken veel minder in Engeland
heerschen dan eenige jaren geleden, toen er geen runderpest
was, zoo is het echter wel bekend, dat het dikwijls moeijelijk
is om kinderpokken over te brengen van het eene diersoort
op het andereen dat wanneer zij wordt overgebragt de ziekte
gewijzigd wordt, ofschoon zij in haren aard dezelfde blijft.
De runderpest zelve, niettegenstaande de beweringen van