WEEK ft I A II
1866,
Vrijdag, 21 April.
No. 17.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD
.::-K
le\ende 3aargang
Rijn land.
Landbouw.
Hoofdredacteur C. E. DE CLERCQ.
HAARLEHERMEER
PRIJS VAN HET ABONNEIHEIYT
in het Jaar
Alle Toezendingen de Redactie betreffendemoeten geschieden aan
den Hoofdredaeteur, te Haarlem, Kruisstraat, Wijk 6, N°. 513.
Voor de Vereenigde Vergadering van Rijnland, te houden
op Maandag 30 April 1866 zijn de volgende punten ter
behandeling aan de orde gesteld
1. Onderzoek der geloofsbrieven van de verkozen Hoofd-
ingelanden en Hoofd-ingelanden-plaatsvervangers.
2. Benoeming van eene Commissie tot onderzoek der recla
mes tegen bet Gaarderboek.
3. Vaststelling der rekening van 1865.
PRIJS DER ADVERTENTieN
van 1 6 regels 75 Cents. Elke regel meer 12 '/j Cents.
Zegelregt bij elke plaatsing 35 Cents.
Toezendmg uiterlijk AVoensdag. Adres; van Bonga C°.Amsterdam.
DE LANDBOUW-TOESTAND VAN FRANK RIJK
EN
DE LAGE GRAANFRIJZEN.
Vervolg.)
Men klaagt thans over den lagen stand der prijzenvoor-
namehjk omdatvoora! in het zuidende oogst beneden het
rmddelmatige was, en de landbouwer alzoo een dubbel ver-
es bjdt. Evenwel heeft dit geen onnatuurlijke oorzaak; als
men de geschieden is der graanprijzen nagaatzoo zal men
zien dat de invloed van een oogst nimtner voldoende is ora
een belangr.jken invloed op den stand der prijzen uit te oe-
fenen hetzij tot rijzing, betzij tot daling. Twee zijn daarloe
voor het minst noodig, ter wide van den zoldervoorraad van
yroegere oogsten afkomstigen die eerst een jaar later den
invloed van den ruimeren of sehaarscher oogst ondervinden.
mj teren thans nog ruim zooveel op den oogst van 1864,
dan op dien van 1865. De geheele oogst van het voorgaande
jaar is nog niet .afgedorscht en men weet de opbrengst ook
nog niet met juistheid te schatten. De overdrevenheid der
klagten vermeerdert bovendien de kwaaldaar men over
roeptwant dit geeft moedeloosheid onder de verkoopers
die zich haasten met hun graan af te zettenomdat men overal
hoort zeggen dat er op geen rijzing meer te rekenen valt
en daardoor blijven onze markten overvoerd.
Het is wel^ een trek van ons nationaal karakter. Toen de
granen hoog in prijs waren dacht men dat die nimmermeer
zouden dalen nu de daling gekomen is, acht men dat er
in het geheel geen vooruitzigt van rijzing meer bestaat. Zoo-
we in het eerste als in het laatste geval verkeert men in
dwaling. De ondervinding van vroegeren tijd leert ons, dat
rijzing en daling elkander zoo geregeld opvolgen als dag en
nacht, zij het ook met verschil in tusschentijd. Sints het
begin dezer eeuw is de middenprijs der tarwe/10.het
mud geweest; maar men vindt niet in al dien tijd e'e'n jaar,
waarin het juist dien middenprijs gold in vijf-en-dertig van
e zestig jaren was het graan lager in prijsen in vijf-en-
twintig jaren duurder. Dit bewijst alzoo dat de jaren van
minder dan middenprijs talrijker waren, maar de rijzino- in
deze jaren sferker is dan de daling in goedkoope tijden.
Meestal volgen een vijftal jaren van lage prijzen op een vijf-
tal van hoogen stand, en zoo om en om. Somwijlen ziju
die tijdperken kortermaar de geregelde afwisseling van
prijzen keert steeds terug.
Welke zijn nu de middelen ter verbetering van den tegen-
woordigen toestand. De krachtigsten zijn in de handen^der
andbouwers zelven, en de regering kan weinig voor hen doen
vooral met ten opzigte van de wetgeving op den graanhan-
del. -Dij het meerendeel der klagten, die de landbouwers doen
hooren, wordt de_ wensch min of meer openlijk te kennen
gegevenom den invoer van granen te verbieden. De schaal-
regten wenscht memand terug, wijl men daarvan de nutte-
looze werking heeft leeren kennen maar men verlangt meer
door een bhjvend besehermend regt van invoer, dat sommi'
gen zoo hoog als 2,50 per mud willen stellen zulk een
T j 3 besche™end zijnmaar het zou met
een verbod van invoer gelijkstaanwant zeker zou er o-een
enkel m„d buitenlandsch graan worden ingevoerd wanneer
men boven de kosten van voortbrenging en vervoer hierheen
- 0 een regt van/ 2,50 per mud zou moeten betalen.
""i ref' Z°U °°k de gehee,e buitenlandache graan-
ontdlienM dnarmf,de verbonden scheepvaart dooden zoo
»nn Marseille^ alleen jaarlijks voor 20 millioen gulden
graan, en in jaren van schaarsclite kan dit cijfer tot het
tienvoud kliramen, en bij zulk een verhooging zijn natuurlijk
w;at be'angen verbonden die zich krachtig tegen zulk
eene doodende bepaling zouden verzetten.
Zij, die een besehermend regt verlangen, vergefen daarbij
steeds, dat dit slechts in goedkoope jaren, wanneer het juist
zonder werking is, genoegzaam ondersteuning bij de publieke
opinie en de wetgevende magt zou vinden, om tot wet te
worden verheven j terwijl men zeker kan zijn, dat bij de eerste
schaarschte de beste, zulk eene wet weder buiten werkino-
zou fl01 en gesteld, wijl dan de wenscben naar goedkoop
brood alle andere belangen overstemmen. In dure tijden zou
men er zeker geen voordeel van genieten, en in goedkoope
tijden als nu,^ bleef het werkeloos. In een jaar als het ver-
Joopenewaarin de invoer zoo gering is geweest, als wij op-
gaven zou ook zelfs zulk een boog regt bijna zonder eenigen
invloed geweest zijn op den stand der prijzen op de binnen-
markten; want het is met de hoogte van het regt, maar de
hoeveelheid van het ingevoerde graan, die van invloed op de
prijzen is. r
Daarbij kan men zeker zijn, dat men door hooge invoer-
regten ook de voordeelen van den uitvoerhandel verliezen
zou. Yooreerst toch als de landbouwers bevoordeeld werden
door hooge invoerregten op het graan, zouden de verbruikers,
het algemeenverlangen, dat dan ook de uitvoer, in tijden
dat het graan elders duurder isbelemmerd of verboden werd
en die eisch zou niet meer dan billijk zijn. Ten anderen
zou de uitvoerhandel van zelf door de beperking op den in
voer worden verlamd of gedood want op den duur kan de
een met zonder den ander blijven bestaan. De granen die
men hier met toeliet, zouden natuurlijk elders bun we" vin
den en onze uitvoer naar andere landen beperkene°n bet
voordeeldat wij nu dikwerf uit het noorden ^venveel m-ann
naar Engeland tegen liooger prijs uitvoerenals wij het in
et zuiden uit Knsland binnenvoerenzou geheel voor ons
verloren gaan.
z'in ze'ven voorstanders geweest van een regt op den
invoer, maar men moet daarij geheel het denkbeeld van be-
scherming wegdenken en het eenvoudig als een soort van
belastmg beschouwen, om het buitenlandsch graan gelijk te
oen deelen in de lasten die de binnenlandsche voortbren<rin°-
rukken. Er is daarbij dan ook geen sprnke van een Wt
van 2.50 of slechts 2 of 1 per mud; wij zouden bet
boogstens op/ 0.75 per 100 ned. ponden hebben willen gebragt.
Maar dit regt of die belasting, welke ongeveer op 5 pet
der waarde nederkomt, zou bet buitenlandsch graan slechts
gelijke lasten doen dragen, als dat hetwelk in ons eigen land
wordt voortgebragt, waar de grondeigenaar of landbouwer
allerlei soort van belastingen moet betalen, die bij natuurlijk
in den pnjg van zijne voortbrengselen terug moet viuden.
Zulk een regt kan nimmer schade doen, nocli den invoer
belettenvooral in tijden van duurte. Want naarmate het
graan in pnjs stijgt, wordt bet regt in verhouding minder.
J een Pr.'js. van 7-50 per mud, verhoogt het regt dien
met een vijftiende; bij een prijs van 15 per mud "daaren-
tegen slechts met een dertigste. Wij gelooven dat een der-
gelijk regt van invoer, berekend tegen 5 pet. der waarde ook
op de andere graansoorten dan de tarwe, die thans o-eheel
vnj zijn zou kunnen worden gelegd. Die regten zouden niet
drukkend zijn en als belasting een bron van belangriike in-
komst kunnen zijn.
Maar wanneer men ook tot bet instellen van zulk een regt
°P/.e!!1I."v,oe.r1k,wam' dat> onzes inziens, door de landbouwers
met billijkheid kan worden gevorderd, dan meene men niet,
dat daardoor in tijden van overvloed de prijzen 0 75 per
mud hooger zullen zijn dan anders het geval ware geweest.
INocn schaalregtennoch beschermende regte,nnoch verbods-
bepahngen kunnen beletten dat het graan goedkoop wordt
als het overvloedig is. De vrije graanhandel is nog de beste
steun om de granen voor zeer groote daling in prijs te be-
waren, maar ook zijne werking is slechts beperkt, en bierin
kan geene reger.ng aan de onbillijke klagten der landbouwers
voldoen, en moeten zij alleen hulp bij zich zelven zoeken.
In elke tak van nijverheid is bet de vaste wet, dat als
de prijs zoo laag daalt, dat de voortbrenging daarvan niet
meer dan met verlies geschieden kan, de voorlbreDgino- zoo-
lang en zooveel bekrimpt wordt, tot de meerdere navraa*
de prijs doet rijzen en de voortbrenging weder mogelijk maakb
De iandbouwmjverheid is evenzoo verpligt om aan die wet te
gehoorzamen. De landbouwers die klagendat zij tegen den
tegenwoordigen prijs niet meer met voordeel tarwe kunnen
vei ouwenmoeten dat verbouw beperkeneven als elke
iabnekant, dat in bun geval zou doen, en dan zullen zij
zelren het beste middel in praktijk brengen om de prijzen
weder te doen stijgen. Deze raad is zeer eenvoudig en zeker
de meest praktisclie oplossing der kwestiemaar bet mee-
renr eel der landbouwers is daarvan weinig gediend; het ware
zeker gewenscht dat er wat beters op te vinden was, maar
as e prijs van het graan laag is omdat er te veel verbonwd
is, zal het wel de eenvoudigste en welligt eenigste weg zijn
daarvan minder te verbouwen, als men beter prijs verlangt.
Dit wil niet zeggendat men de tarweteelt moet vaarwel
zeggenmaar zoo die algemeen slechts een weinig beperkt werd,
zou de invloed van het minder verbonw zich spoedig doen
gevoelen. Men kan aannemen, dat de tarweopbrengst van
'rankrijk in de laatste vijftig jaren verdnbbeld is, zijnde van
een gemiddelde van 50 millioen mudden tot 100 millioen
mu een gestegenmaar die toename is niet geregeld geweest;
na e.e"a re?ks van goedkoope jaren verminderde de toename,
o leld die geheel opom na jaren van schaarschte des te
rac itiger voortgang te maken. Voor bet einde dezer eeuw
zal die voortbrenging welligt nog met 50 millioen madden
toenemen, daar de grond in Frankrijk uitnemend voor de
tarweteelt gescbikt is. In de laatste jaren is het aantal bun
ders met tarwe bezaaid van 6 millioen bunders tot 7 millioen
bunders gekiommen, een gevolg der hooge prijzen; maar het
verbruik heeft daarmede geen gelijken tred kunnen lionden
en dit brengt overvloed en dus lage prijzen te weeg. Wan
neer men dus slechts algemeen een vijfde minder tarwe uit-
zaai e zou zonder twijfel bet evenwigt spoedig zijn bersteld.
'?a.' .V.. on^' da'; ^ie beperking van den tarwebouw waar-
schijnhjk ook uit een ander oogpunt voor den landbouw wen-
sciey is. Ware bet tochdat die vermeerderde uitzaai van
tarwe een gevolg was van nienwe ontginningenof dat men
tarwe in plants van rogge, op de daarvoor geschikte gron-
den zaaide, dan was daarin geen kwaad; maar vermoedelijk
heeft men veelal door de hooge prijzen verloktde teelt der
voe ergewassen beperkt, en zoo de goede verhouding tusschen
hetgeen mest levert en hetgeen mest vordert, verbroken.
De statistiek wijst althans op eene aanzienlijke verminde-
nng der schapenen het rundvee is zoo niet af, dan toch
ze er ook niet toegenomen. De warme en drooge zomers van
eenige jaren geledenbragten veel sterfte vooral onder bet
wo vee teweeg en rnaakte de opbrengst der voedergewassen
minder Ioonendhetgeen vermoedelijk tot onevenredige uit-
breiding der graanteelt heeft geleid.
Verandering van landbouwstelsel kan men niet op eenmaal
lerangen, daarvoor beboort veel tijd en veel kapitaalmaar
wat minder tarwe en wat meer voedergewassen teelenvooral
als dit het terugkeeren tot den ouden toestand isdat kan
leder landbouwer. Maar hoogstwaarscbijnlijk heeft dit reeds
plants de lage graanprijs zal zonder twijfel reeds voorleden
jaar de uitzaai hebben beperkten op die wijze voert de
kwaal van zelven tot de eenige natnurlijke en afdoende ge-
neeswijze.
Docb die prijsdaling zal buitendien zeker van gunstigen in-
v oed op den landbouw zijn. Het is niet in de tijden als
alles duur is en winst geeftdat de meeste verbeteringen
worden tot stand gebragt of voorbereid. Ieder verstandig
landbouwerdie over de lage prijzen klaagtzal voorzeker
zijne oogen dubbel open hebben voor al hetgeen zijn bedrijf
meer winstgevend kan maken en wij weten genoegzaam dat
er nog heel wat te verbeteren valt en dit slechts ingang
'an vinden bij de landbouwers in het algemeen wanneer zij
bet goed gaan beseffen_ dat zij die verbeteringen noodig heb
ben om dezelfde te blijven die zij warenen zich in deze
minder voordeelige jaren staande te houden.
Maar iets wat de prijzen drukt en waaraan de landbouwers
geen scbuld hebben is de minder snelle toename der bevol-
kingwaarop wij reeds gewezen hebben. Het is een ernstig
onderwerp voor onderzoekom daarvan de oorzaken na te
sporen want zonder toeneming van bevolking is de ontwik-
keling van den landbouw ondenkbaar. Voorai ook blijve men
in het oog houdendat de belangen van den voortbrenger
en den verbruiker op den duur dezelfden zijn zeer lage en
zeer hooge prijzen zijn in hunne gevolgen voor beiden na-
deeligmaar bij een gezonde en vrije ontwikkeling der alge-