- 70 -
veel gelil geeft en hooge pachteu kan doen betalenmaar
toch ten slotte tot verarming van den grond en den boer zou
leiden, als men er te veel van vergt.
Het is niet de eerste maal, dat daarop de aandaebt wordt
gevestigd, maar waarheden zoowel als aankondigingen kunnen
de herhaling wel velen, en hebben het noodig om in herinne-
ring te blijvenhetgeen vooral geldt van waarheden van min
der aangenamen aard, en die met het belang en de rust
strijden. Dit is echter zeker dubbel noodig in den tegenwoor-
digen tijd bij den lagen graanprijs. De graanteelt brengt
weinig geld in den zak; op het einde des jaars kotnt er te
kort en de hooge paoht kan niet of niet dan met moeite wor-
den betaald. Iedereen zal er dus op uit zijn om het zoo aan
te leggen, dat er in vOlgende jaren wat meer van het land wordt
getrokken. Hetgeen het eerst voor de hand ligt is, wat meer
vlassen. Misschien is men door zijn huurkontrakt gebonden
maar dan ligt het voor de hand om den eigenaar te gaan
bepraten zijn toestemming te gevenmen kan hem ligt aan
het verstand brengendat de pachtprijs waarin men bewilligde
toen de tarwe 10 a 12 gold er nu moeijelijk uit te halen
is, zoodat als hij daarop staan blijft, het maar het best is
dat hij wat door de vingers ziet en wat meer laat vlassenof
ook wat hooi en stroo verkoopen, dat men over heeftnu
men uit vrees voor de veeziekte zijn stallen dezen winter niet
vol had, of wat weiland laat scheurendaar men om dezelfde
reden bang is voor het aankoopen van vee.
En menig grondeigenaar zal ligt geneigd wezen daaraan zijn
toestemming te geven. De pachtsom te verminderen acht hij
bedenkelijk en een slecht voorbeeld voor later, en zonder
noodzaak gaat men daartoe ook liefst niet over; dat de toe-
stand voor den boer minder gunstig is, kan hij niet ontken-
nen, en hij zal het dus welligt als een goed werk en blijk
van zijne wehvillendheid jegens zijn pachter be9chouwen, als
hij het met de bepalingen van het pachtkontrakt niet te
naauw neemt.
Maar er zullen er zonder twijfel onder onze grondbezitters
velen zijn, die zich door dien schijn niet zullen laten be-
driegenen die uit een geldelijk belang de toekomst niet aan
liet tegenwoordige zullen opofferenwel wetende dat dit ten
slotle op bet nadeel en den achteruitgang van den pachter
den grond en de belangen van den grondeigenaar zelven moet
uilloopen.
De Haarlemmermeerpolder inzonderheid heeft een schoon
standpunt bereikt. Wat is het nog maar korten tijd geleden
dat het scheen alsof de grond geene waarde meer had; dat
men goede landerijen met beste gebouwen er op voor minder
dan de helft kon koopen, dan ze aan den eigenaar hadden
gekost. In weinige jaren stegen grond- en pachtprijzen tot
bet dubbele en het drievoud van dien tijd en evenaarden die
van onze beste landbouwstreken. De hooge lasten werden
geregeld opgebragt, en daarmede de waterstand goed gere-
geld, alle wegen hard gemaakt en alle noodige uitgaven ver-
rigt. Maakte men al gretig gebruik van de hooge pachtaan-
biedingen, over slecht betalen werd weinig geklaagd, zoodat
de polder toenemend in vertrouwen wonbij boerenmet
geld achter den rug, om er zich neder te zetten, en bij kapi-
talisten om er tegen steeds klimmende prijzen land te koopen.
Grondeigenaars en pachters, de kapitalisten en de boeren
hebben er het grootste belang bij dat die goede naam en die
welvaart bestendigd blijven. Als het bleek dat de hooge paeh-
ten niet meer konden worden opgebragtdat de opbrengst
van het land afnam in plaats van toe te nemen, dan zou
men ligt die dnur betaalde gronden ook weder zeer spoedig
in waarde zien dalenen die verminderde waarde, zij het
ook van enkele geveilde perceelen, zou zeker op die van al
de gronden terugwerken en spoedig verlaging van pachtprijzen
ten gevolge hebben.
Grondeigenaars en pacbters beiden moeten derhalve zamen-
werken om dit te voorkomenen daartegen in tijds te wa
ken. En hiertoe is de ware wegdat menzij het ook met
tijdelijke geldopoffering, het omgekeerde doet van hetgeen wij
zoo even zeidendat ligt het gevolg kon zijn van den invloed
<ler lage graanprijzen.
In plaats van de kultuur der geldgevende maar verarmende
gewassen uit te breidenmoet men die integendeel bekrim-
pen en de teelt van mestgevende en den grond verrijkende
gewassen uitbreiden. De nadeelige invloed van lagen prijs
der voortbrengselen kan het krachtigst bestreden worden door
ruimer opbrengsten. Hijdie bij 8 voor een mud tarwe
slechte rekening maakt als bij slechts twintig mud per bun
der oogst, zal welligt nog uitkomen, als hij die opbrengst
tot dertig mud kan opvoeren. Daarom in de eerste plaats
liever minder land met graan bezaaid, maar dit zwaarder
bemest. Men blijve het vlas gebruiken als een kostelijk hulp-
middel om van weinig land veel te trekkenmaar breidde
dit niet zoo sterk uit, dat de geheele bouwerij er schade
door lijdt, of op eene schaal die slechts een beperkt aantal
jaren kan worden .volgehoudenen de grondeigenaar zelf
drage er zorg voor, dat men door bet te sterke vlassen hem
zijn pacht niet betaalt met de verminderde waarde van zijn
land. Waar hij achten mogt, dat dit het geval is, doet hij
beter door een geldelijk voorscbot zijn pachter in staat te
stcllen, door aankoop van mest of op andere wijze zijn land
zoo te verbeterendat vermeerderde opbrengst dezen in staat
stelt die pacht in volgende jaren met gemak te betalen.
Om voor rijker oogsten in de toekomst zorg te dragen, is
natuurlijk teelt van voedergewassenen het houden van meer
vee de beste weg. De vrees voor de veeziekte zal echter
thans waarschijnlijk menigeenen met goede reden, daarvan
terughouden. Zoolang dit het geval is, zal mest-aankoop de
beste weg zijnen kan zelfs het gedeeltelijk braken en onder-
ploegen van klaver of groene gewassen een goed hulpmiddel
zijn. Het spreekwoord halve oogsten bederven den boer"
is het meest waar, als de prijzen laag zijn, zoodat men het
dan vooral er op moet aanleggenom geen land te bezaaijen,
waarvan men niet met grond een goede schoof mag verwach-
ten. In tijden als deze, zij men in alles dubbel zuinig en
ijverig in al hetgeen tot de vermeerdering van de vruchtbaarheid
van zijn grond kan bijdragen. Als dan later de goede tijden
en de hooge prijzen weder eens terugkomenzal men ook
dubbel winstgevende jaren hebbendie de kwade rekening
goed maken; terwijl hij, die in de slechte jaren bet laatste
uit den grond heeft geputwat er uit te balen was, in de
dure jaren schrale oogsten zal hebbendie ook bij de hoogste
prijzen geen rekening kunnen geven.
Naar men verneemt zal dit jaarwegens de heerschende
veeziektedoor de Hollandsche Maaischappij van Landbouw
geene algemeene tentoonstelling van landbouw en veeteelt ge-
houden worden. Bij gelegenheid der algemeene vergadering
dier maatschappij in de maand September e. k. te's Graven-
hage te hoiulen, zal door die maatschappij onder de naburige
gemeente Eijswijk een internationale wedstrijd van ploegers
zoo met stoomploegen als met ploegen door paarden getrok
ken, en eene tentoonstelling van paarden worden gehouden.
Zijn wij wel onderrigt, dan heeft de afdeeling 's Gravenhage
en omstreken het programma voor eene tentoonstelling van
pluimgedierte bloetngewassen en tuinvruchtente 's Graven
hage omtrent den tijd dezer algemeene vergaderingreeds
aangekondigd.
Door het GenooUchap voor Landbouw en Kruidkunde te
Utrecht is bet volgende adres aan Z. M. den Koning gerigt
dat wij aan N°. 62 der Runderpest" ontleenen.
Aan Z. M. den Koning.
Met de gevoelens van den meest verschuldigden eerbied
neemt bet hoofdbestuur, gezamenlijk met de besturen der
verschillende afdeelingen van bet GenooUchap voor Landbouw en
Kruidkunde te Utrecht, de vrijheid zich tot Uwe Majesteit te
wenden, ten einde Haar te verzoekenbij het voortdurend
heerschen der veeziekte, en ten gevolge der moeijelijkheden
die zich reeds bij de toepassing der regeringsmaatregelen deden
ondervinden, welke waarschijnlijk, nu de weitijd nadert, ver
meerderen zullen, de volgende punten in gunstige overweging
te willen nemen
1°. De bevoegdheid te geven aan de hoofden der geweste-
lijke en plaatselijke besturen tot bet verleenen van verlof, onder
de noodige voorzorgsmaatregelenaan die landbouwers, wier
landerijen in verschillende provincien of gemeenten gelegen
zijnom met bun vee en de op hunne landerijen ingezamelde
vruchten de lijnen van afsluiting te mogen overtrekken.
lioewel adressanten voor zich de opheffing van al de lijnen
van afsluiting gewenscbt hadden, daar deze, bij hunne zwakke
bewaking, weinig of geen nut tot stuiting der ziekte hebben
te weeg gebragt, doch hierop ten gevolge der vaststelling van
nieuwe lijnen moeijelijk kan teruggekomen worden, zoo zouden
zij echter wenschelijk achten om zooveel mogelijk de belem-
meringen, die de landbouwers in het uitoefenen van hun be-
drijf hierdoor ondervinden, weg te nemen, waaraan door het
verleenen van bovengenoemde bevoegdheid aan de hoofden der
gewestelijke en plaatselijke besturen, veel kan te gemoet ge-
komen worden, onder voorwaarde dat genoemd verlof alleen
aan die landbouwers verleend werd, die tot nog toe van de
ziekte zijn verschoond gebleven, of bij wie, volgens overge-
legde verklaring van eenen rijks-veeartsgeene vrees bestaat
tot overbrenging derzelve.
2°. Opheffing van alle gemeentelijke en provinciale veror-
deningen tegen de veeziekte, en regeling van die aangelegen-
heid bij wettige bepalingen, waardoor eenheid zal verkregen
worden en minder aanleiding zal gegeven worden tot het ver-
oorzaken van moeijelijkheden in de uitvoering dier maatregelen.
3°. Uiterst gestrenge afzondering, en bewaking door eene
genoegzame militaire magt van de besmette stallen, erven en
landenwaardoor de verspreiding der ziekte kan tegengegaan
worden.
4°. Onteigening van al het gestorven vee, tegen eene bit
lijke schadevergoeding, mits de eigenaars voor eene behoorlijke
begraving op eene plaats van bun erf zorg dragen, daartoe
in overleg met de plaatselijke Besturen aan te wijzen,
6°. Voortdurende vrijheid van invoer van gezond vee bin
nen de lijn van afsluiting, daar het toch geen twijfel lijdt of
de binnen die lijn gevestigde veehouders zullen tot uitoefening
van hun bedrijf vee noodig hebben en ditalthans grooten
deels van buiten moeten verkrijgenoverigens zullen ook ten
opzigte van dit punt de noodige voorzorgsmaatregelen moeten
in acht genomen worden, als het niet invoeren dan van ge^
zond vee, alleen op gezuiverde stallen, etc.
'tWelk doende, enz.
zijn voordeel mede doen. En wij gelooven niet dat in dit
opzigt in den laatsten tijd veel vooruitgang heeft plaats ge-
had; de meeste agenten voor buitenlandsche fabriekanten roe-
men althans niet over den toenemenden afzet.
De heer Boeke deed in eene onlangs verschenen circulaire
opgaaf der door hem afgeleverde werktuigen, maar als dit niet
sterker toeneemt, dan kan het lang duren eer zij over het
geheele land verspreid zijn.
De hoofdreden is wel, dat die werktuigen goed maar duur
zijn, en dat, als men zich daarvan een stel zou willen aan-
schaffen, men spoedig tot zulk een som zou komen, dat men
zijn bedrijfskapitaal heel wat zou moeten vergrooten, terwijl in
den regel de landbouwers meer behoefte aan meerder kapitaal ook
voor andere zaken en verbeteringen hebbendan dat er voor
dit doel veel kan overschieten. En als het b.v. staat tusschen
mest koopen en sloot laten schieten of een duur werktuig
koopen, zouden wij ook in de meeste gevallen liever het
eerste aanraden.
Maar dit brengt ons terug tot het plan, dat wij reeds
vroeger eens uitvoeriger bespraken de aankoop voor gemeen-
schappelijke rekening, eene zaak die ongetwijfeld tot aller nut
zou zijn. Het komt er slechts op aan om aau de zaak een
begin te geven; als er maar eerst een klein aantal wordt ge-
vondendat in de zaak belang stelt, dan kan dit spoedig tot
algemeene deelneming leiden. Wij verleenen gaarne onze tus-
schenkomst om daartoe een eerste poging te wagenen zouden
daartoe aanbevelen dat zijdie het plan wenschen te onder-
steunenhunne namen aan onze redactie opgaven. Zoo er
genoegzame belangstelling uit bleeken b.v. een twintig- a
dertigtal landbouwers zich daartoe bereid verklaardenzou
men onderling het verdere kunnen regelen en beramen, om
de zaak verderen voortgang te doen bebben.
AANKOOP VAN WERKTUIGEN
voor gemeenschappelijke rekening.
Aan het hoofd van dit Weekblad vindt men de afbeelding
van een der nieuwste en vindingrijkste landbouwwerktuigen
voor den tegenwoordigen tijd. Nog geen vijftig jaar geleden
bestond er van al die kunstige werktuigen zooals graan- en
grasmaaijershooiscbudders en hooiharken, zaai- en dorsch-
werktuigen bijna niet eenen thans hebben de meesten die
volmaaktheid verkregendat men van de meesten kan zeggen
dat men niet zou wetenwat er meer van te verlangen. Maar
wat wel te verlangen isis dat men ze leert gebruiken en er
Het gebruik van kunstmest neemt in Duitschland steeds
meer en meer toe, en telkens worden er nieuwe uitsluitend
daarvoor bestemde fabrieken opgerigt. Het wordt steeds meer
algemeen erkend dat een landbouwer, die geen mest aankoopt,
achterop raakt en niet met voordeel kan landbouwen. Maar
het komt op de goede kwaliteit aan, die men op het gezigt
of door de reuk niet beoordeelen kan, en niet ieder landbou
wer is scheikundige, om te kunnen onderzoeken of men
hem geen gips voor beendermeel, geen zand voor guano of
steenkool voor beenzwart verkoopt.
Daarom heeft de landbouwmaatschappij in Eijn-Pruissen een
scheikundige werkplaats ingerigt, waar de landbouwer de door
hem gekochte mest kan laten onderzoeken.
De fabriekanten geven gedrukte prijslijsten der meststoffen
die zij verkoopen, en vermelden daarbij het gehalte aan nut-
tige bestanddeelen, als phosphorzure kalk, stikstof, potasch enz.
Zij waarborgen deze zamenstelling en zijn overeengekomen
dat, als bij scheikundig onderzoek dit gehalte niet aanwezig
is, het bestuur der scheikundige werkplaats bepaalt hoeveel
dientengevolge de kooper op den prijs korten kan.
Eeeds zijn er 18 fabrieken tot deze voorwaarden toegetreden,
zoodat men bij deze verzekerd kan zijn goede waar tegen den
vastgestelden prijs te verkrijgen. Er zijn onder die fabrieken,
die een aantal soorten mest verkoopen. Zoo levert b.v. de
fabriek te Griesheimbij Frankfort a/M.dubbel phosphor
zure kalk in drie kwaliteiten, Baker-guano met zwavelzuur
behandeld Sombrero super-phosphaat, grof gestampt beender
meelgestoomd beendermeel, fijn en grof, kunstguanoPe-
ruaansche guano, gemalen en met zwavelzuur behandeld,
Baker-guano, mest voor weiland, ijzerloog tot het binden der
ammoniak in gierputten enz. De kunstmestbereiding is alzoo
in Duitschland eene uitgebreide fabriekmatige nijverheid ge-
worden; een voorbeeld, dat Nederland wel ter navolging op
mag wekken.
In Erankrijk houdt men zich bezig met de oprigting eener
Maatschappij tot verbetering der Veeteelt. Zij zal tentoon-
stellingengevolgd door publieke veilingen van fokdieren
houdenen als agent werkzaam zijn tusschen de veefokkers
en ben, die zich veredeld fokvee wenschen aan te schaffen;
de leden stichters betalen 50 jaarlijks en de gewone leden/10.
Het rflenkbeeld is goedmaar bet ware zeker beter geweest
bet op andere wijze in te rigten. Als de inrigting nuttig
werkt, kan zij tevens goede diensten bewijzen en winst af-
werpen, door commissie van aan-en verkoopveilgelden, ge
ven van inlichtingen en entreegelden. En dus in plaats van
het oude stelsel van geldelijke bijdragen van leden en dona-
teurs, had men op Engelsche wijs, een voldoend kapitaal op
aandeelen moeten zien bijeen te krijgen, en door goede be-
handeling van zaken dividenden trachten uit te keeren, Goede
landbouwers behoeven zulk een pbilanthropische bulp niet;
zij zullen liever de diensten, die men ben kan bewijzen, be
talen, en men schat in den regel hooger hetgeen waarvoor
men betaalt, dan hetgeen ons zoo kosteloos, als een soort van
vaderlijke bescherming, wordt aangeboden.
In de maand April heeft de jaarlijksche veiling der Keizer-
lijke Koe-boerderij te Corbon in Erankrijk plaats gehad. Het
is de fraaiste stal met Korthoornvee van dit landvoor korten
tijd werd daarvoor nog van een der eerste Engelsche veefok
kers aangekocht een stier, die op den leeftijd van drie maan-
den, met 6250 betaald werd. In het geheel werd voor
14,000 verkocht; jonge stieren golden 1000 tot/ 1300;
voor eene zeveDjarige koe werd door een pachtboer 1500
besteed. Het bleek alzoo dat de trek voor het Durhamvee in
Erankrijk nog niet is verminderd.