AswiifsmettiL IMMIBBMOTIM, - 75 Haarlemmermeer-Polder Aanbestedingen Haarlemmermeer-Polder Verpachting yan Grasgewas Jagt eo Visscherij. April 1807, te Parijs. Laxd- en Tuinrouw, 8e en 9e groep. April Nederlandschen Landbouw, Veeteelt, Tuinbouw, Bloemkweekerij en aanverwante vakken, meenen bij dezen alle Nederlanders, onverschillig in welke Provincie woonachtig, die zich met de beoefening der boven- bedoelde vakken onledig houden te moeten aansporen om ter handhaving van de eer van Nederlandnaar die Wereld- Tentoonstelling te Parijs in te zenden. 8 Mei jl.N°. 896, onderwerp Cholera, bij afschrift toezcn- dendo eene aanschrijving van Z. B. den Minister van Binnenl. Zaken, dd. 2 Mei jl., N°. 264, 9de Afdeeling, Medische Politie, in antwoord op eene missive van Burgemeester en Wethouderen voornoemd dd. 28 April jl.N°. 870 waarbij Z. E. over dit aangelegen onderwerp was geraadpleegden in overeenstemming met het advies van den heer Inspecteur voor het geneeskundig Staatstoezigt voor Noord-Brabant en Limburg, het houden der bijeenkomst van het Congres in de maand Junij e. k. ontradendemet te kennen geving dat„alleen dan, wanneer men het mogelijke doet tot werinrj eener ramp ah die, waardoor one Vaderland getroffen wordtmen sich volkomen verantwoord ban achten". Het bestuur zag zich hierdoor in een toestand gebragt, waarvan gelukkig geen voorbeeld bestaat. Het heeft zich ern- stig afgevraagd wat te dezen te doen en hoe het zich jegens zijne Committenten zou kunnen verantwoordenmaar het heeft moeten zwichten voor den drang der omstandigheden en ziet zich gedwongen het 21ste Congres tot een volgend jaar te verdagen. Het heeft mitsdien de eer dit noode genomen besluit bij deze ter kennis van alle belanghebbenden te brengen, met verzoek dat zij, die zich reeds voor het lidmaatschap hebben aangemeld en dit voor het volgende jaar niet mogten wen- schen te behouden, zich daaromtrent gelieven te verklaren bij den heer J. A. van der Burgh, penningmeester van het 21ste Congreste BredaVisscherstraatC N°. 316, bij wien te- vens, des verkiezende, teruggave kan vvorden erlangd van de reeds betaalde contributie-gelden. Het bestuur van het 21ste Nederlandsch Landhuishoudkundig Congres, Kerstens, Voorzitter. P. Six, late Secretaris. BEEIGTEN OMTEENT DE VEEZIEKTE. In de Staats-Courant van 8 Mei 11. zijn medegedeeld op- gaven omtrent den veetyphus in de provincien Noord-Holland Zuid-Holland en Utrecht, over de week van 2228 April jl. en wel a. Noord-Holland. In die week zijn: aangetast 16, aan de ziekte gestorven 14 afgemaakt 20hersteld 25 en aan het einde der week nog ziek 1 beestsedert het begin der veeziekte zijn in het geheelaangetast 1434 aan de ziekte gestorven 457, afgemaakt 354 en hersteld 622 run- deren. b. Zuid-Holland. In die week zijn: aangetast 703, aan de ziekte gestorven 215, afgemaakt 8, hersteld 33 en aan het einde der week nog ziek 447 runderen; sedert het begin der veeziekte zijn in het geheel: aangetast 47,908 aan de ziekte gestorven 18,613, afgemaakt 9659 en hersteld 18,417 stuks. c. Utrecht. In die week zijn: aangetast 160, aan de ziekte gestorven 156, afgemaakt 8 en hersteld 144 runderen; sedert het begin der veeziekte zijn in het geheelaangetast 5524 aan de ziekte gestorven 2434 afgemaakt 112 en hersteld 2907 stuks. ItECAPITULATIE. In de week Aangetast in X UlcUll. van Noord-Holl. Zuid-Holl. Utrecht. 11—17 Februarij. 225 1510 288 2023 18—24 275 1340 250 1865 25 Feb.- 3 Maart. 179 1000 195 1374 4—10 Maart 51 1353 297 1701 11—17 27 1133 184 1344 18—24 36 1410 243 1689 25—31 M 119 1303 223 1645 1— 7 71 1129 273 1473 8—14 48 1365 234 1647 15—21 N 78 770 254 1102 22—28 M 16 703 160 879 Totaal. 1125 13016 2601 16742 De Slaats-Courant van 6 en 7 Mei bevat de volgende be- rigten van veeartsen over de week van 22 tot 28 April: „Te Stompwijk is de toestand gunstiger; ook in de gemeente Voorburg breidt zich de veetyphus niet uitte Eijswijkwaar enkele stallen zijn vrijgeblevenzijn weinig zieken meer. Te Zoetermeer zijn bij twee veehouders runderen in de weide aan getast. In de gemeente Benthuizen is de desinfectie der stallen bijna afgeloopen. „Te Eijnsburg werden twee nieuwe stallen aangetast. Te Sassenheim heerscht de ziekte nog onder den en te Oegstgeest onder twee koppels. Een rund werd te Koudekerk in de weide aangetast. De besmette stallen te Noordwijkerhout en Hille- gom werden streng bewaakt. Het voorbehoedmiddel van den heer Legel werd te Voorschoten aan twee runderen toegediend, die daarna in een besmetten stal werden geplaatst. Een dier runderen werd spoedig ziek en stierfhet andere leeft nog. „Te Mijdrecht zijn verscheidene nieuwe gevallen bijgeko- mende ziekte rigt te Vinkeveen nog groote verwoestingen aan. Te Kamerik en te Zegveld is de toestand gunstiger. In de gemeente Eietveld kwam op nieuw een geval voor. Te Wilnis is de ziekte tot staan gekomente Linschoten bepaalt zij zich tot enkele gevallen. In de meeste gemeenten in die streken is men bezig de stallen te zuiveren. „Te Langeruigeweide heerscht de ziekte nog onder een koppel. Te Broek neemt de veetyphus niet toete Eeeuwijk zijn twee nieuwe koppels aangetast; Bodegraven i3 nog sterk aangetast. ,,Iu de gemeente Haastrecht kwam de ziekte op twee nieuwe stallen voor. Ook (e Vlist, Stein, BergambachtMoercapelle, Capelle a/d, IJssel en Zuid-Waddinxveen kwamen enkele ge vallen voor. Te Ouderkerk a/d. IJssel bepaalt zich de ziekte tot een stal. Te Ehoon is nog slechts den koppel aangetast. „Te Schiedam zijn weder enkele gevallen voorgekomen. Op den proefstal zijn vier gevaccineerde en met het voorbehoed middel van den heer Legel behandelde runderen ziek gewor- den en gestorven. Twee dier runderen waren ingeent en twee aan de besmetting blootgesteld door plaatsing nevens zieke runderen." Uit den wekelijksehen staat betreffende de veeziekte in Groot-Brittannie blijkt, dat in dp week, eindigende den 28sten April, werden aangetast 2705 runderen, tegen 2823 in de voorgaande week en 2582 in die eindigende den 14den April. Aan het eerstgemelde cijfer ontbreken de opgaven van 17 in- specteurs, die in de voorgaande week 129 gevallen rappor- teerden. Sedert het uitbreken der veeziekte werden aangetast 229,669 runderen, waarvan 122,101 stierven, 62,923 wer den afgemaakt en 30,898 herstelden. (Staatsblad N°. 78.) Besluit van 30 April 1866, houdende hepalingen op het begraven van rundoee, ten gevolge van veetyphus gestorven of afgemaakt, Wij Willem III, ENZ. Overwegendedat de bestaande bepalingen op het begraven van vee in gewone omstandigheden thansbij den heerschen- den veetyphus, niet voldoende zijn om de uitbreiding der be smetting tegen te gaan; Gezien art. 1 der wet van 17 October 1865 Staatsblad N°. 121); Op de voordragt van Onzen Minister van Binnenlandsche Zakenvan 3 April 1866; Den Eaad van State gehoord Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Binnen landsche zaken; Hebben besloten en besluiten Art. 1. Zoodra een stuk rundveeten gevolge van vee typhus gestorvenof, daaraan lijdende of uit vrees voor die ziekte, afgemaakt is, doet de houder daarvari aangifte aan den burgemeester der gemeente, waarin zich het rund bevindt. Indien de burgemeester in het belang van den veestapel het noodig acht, gelast hij, ook zonder de aangifte af te wach- ten, den houder het doode rund te begraven of te doen be graven met inachtneming der volgende voorschriften De begraving geschiedt op het erf of het land, waar hot rund gestorven of afgemaakt is, ter plaatse en binnen den termijn, door den burgemeester aan te wijzenen, voor zoo- veel de gesteldheid van den bodem het toelaat, ter diepte van twee el, na voorafgaande inkerving der huid van het te begraven rund. De bodem van den kuil wordt bedekt met eene laag ongebluschte kalkter dikte van minstens twee palmdaarna wordt het rund in den kuil nedergelegd en met gelijke laag ongebluschte kalk bedekt; de kuil wordt behoor- lijk aangevuld en de grond vast aangestampt. Kan de begraving niet plants hebben op het erf of het landwaar het rund gestorven of afgemaakt ister beoordee- ling van den burgemeester, zoo geschiedt die op een naastbij- gelegen daartoe geschikt en voor den burgemeester beschik- baar erf. Art. 2. De benoodigde kalk wordtop aanvrage van den houder, door den burgemeester bij voorschot uit de gemeen- tekas verstrekt. Art. 8. De kuil mag binnen zes maanden niet geopend noch de aarde omgewoeld worden, zonder schriftelijke ver- gunning van den burgemeester. Art. 4. Voldoet de houder niet of niet behoorlijk aan den gegeven last, de burgemeester zorgt dat de begraving alsnog op de voorgeschreven wijze terstond geschiede. De kosten, met uitzondering van die der kalk, blijven voor rekening van den houder. Art. 5. De kosten, ingevolge dit besluit door de gemeente gemaaktworden door het Eijk vergoed. Art. 6. De bepalingen, in dit besluit vervat, blijven, met uitzondering van die der aangifte, op de veehouders toe- passelijk, nadat de runderen op last van het openbaar gezag onteigend en afgemaakt zijn. Die afinaking kan steeds plaats hebben op het erf of het land, waarop het rund zich tijdens den eisch tot onteigening bevond. Art. 7. Ons tegenwoordig besluit treedt in werking op den vijfden dag na de afkondiging in het Staatsblad. Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad en gelijktijdig in de Staats-Courant zal worden geplaatsten waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Eaad van State. 's Gravenhage30 April 1866. Willem. Be Minister van Binnenlandsche Zaken, Geertsema. Uitgegeven den vierden Mei 1866. Be Minister van Justilie Picke. DIJKGEAAE en HEEMltADEN van den Haarlemmermeer- Polder zullen aanbesteden 1°. Op Bonderdag den 17den Mei 1866, des voormiddagS ten 10 ureaan het Kruisdorp bij J. van der Poel de HEKSCHIETING der BEEMSLOOT aan de Oost- zljde van den Polder. 2°, Op Bingsdag den listen Mei 1866 des namiddags ten 1 ure, in het Logement De Kroo*", te Haar lem het LEVEKEN van EENE IJZEEEN PONT op de Itingvaart aan het Nieuwe Meer. 3°. Op Maandag den listen Mei 1866 des namiddags ten 1 ure, in het Logement De Kroon", te Haar lem het MAKEN van een GEMETSELDEN DUIKEK in den Eingdijk bij den Lisserbroekpolder. De Be3tekken zijn verkrijgbaar aan de Secreiarie van den Polder, in de Groote Houtstraat te Haarlem terwijl de noo- dige inlichtingen zijn te verkrijgen bij den Hoofd-Opzigter te Heemstede. Haarlem, 7 Mei 1866. Dijkgraaf en Heemraden voornoemd J. W. M. VAN DE POLL, Dijkgraaf. J. C. VANDE BLOCQTJERY, Secretaris. DIJKGEAAE en IIEEMEADEN van den Haarlemmermeer- Polder zullen, op Donderdag den 17 den Mei 1S66 des morgens ten 10 ure, in het Logement van J. van der Poel aan het Kruisdorp in dien Polderovergaan tot de OPENBAEE YEEPACHTING: A. Poor den tijd van 10 maanden, van het GEASGEWAS der niet gegunde Perceelen Yeenslikbij het Nieuwe Meer, in dien Polder. B. Voor den tijd van ken jaarvan het EEGT van JAGT op de GEONDEN en DIJKEN van den Ilaarlemmer- meerpolder, en het BEVISSCIIEN van eenige WATE- EEN in dien Polder. C. Voor den tijd van drie jarenhet EEGT van BEVIS SCIIEN van de Ringvaart. De Voorwaarden van Verpachting zijn, op franco aan vrage, gratis verkrijgbaar aan de Secreiarie des Polders, in de Groote Houtstraat te Haarlemen liggen op de gebrui- kelijke Plaatsen ter lezing. Haarlem, 5 Mei 1866. Dijkgraaf en Heemraden voornoemd J. W. M. VAN DE POLL Dijkgraaf. J. C. VAN DE BLOCQUERY, Secretaris. weiui-TiTooimnii. De Ondergeteekendenbij Koninklijk Besluit van 5 Maairt 1866 N°. 58, benoemd tot Leden der Nederlandsciie IIoofd-Commissie voor de Wereld-Tentoonstelling1867 te Parijs, en meer bepaald tot waarneming der belangen van den Zij berigten hierbij dat de TEEMIJN voor de OPGAVEN der INZENDING van Yoortbrengselen van LAND- en TUIN- BOUW nu verlengd is geworden tot en met 31 Mei 1866. Een ieder wordt mitsdien verzocht om, voor het eindigen van dezen uiterlijken termijn, all een van zijn voornemen tot inzending naar de Tentoonstelling te Parijs berigt te -geven schriftelijk en vrachtvrij, aan een der Ondergeteekenden, zon der nu nog de juiste bepaling noch de omschrijving der in te zenden voorwerpen op te geven. De Ondergeteekenden zullen zieh dan beijverenom die Berigtgevers later met het Programma en de bijzondere Bepa lingen betreffende den LANB- en TUINBOUTV voor die Parijsche Wereld-Tentoonstelling nader bekend te maken. 's Gravenhage, 7 April 1866. Voor Landbouw etc.D. E. GEVEES DEIJNOOT. Adres „Eusthoekbij llage. Voor Tuinbouw etc.J. H. KEELAGE Adres Kleine HoutwegHaarlem. London 7 Mei. Graanmarkl. De verloopen week begon met vcel regen en koude, doch sloot met nicer voorjaarsachtig weder. Geheel vrij van nachtvorst was het ook nietalthanswaarschijnlijk ook door de vele wind en regen, heeft de larwe hier en daar nog al een gele kleur aangenomen terwijl ook het weiland er niet zoo flcurig meer uitzict als in den aanvang. De verkregen verbctering in de conditio van het markt- hare graan is ook weder verloren gegaan, en daarvoor zalnu de winter- vorst en de Maartsche winden ons in den sleek hebben gelaten, eindelijk de zomerwarmtc moeten zorgen. Over het algcmccn luicfcn de berig ten uit Europa omlr^jt den stand van het yeldgewas gunstig en word!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1866 | | pagina 3