Bij den Burgerlijken Stand zijn aangcgeven
Landbouw.
wordt aangeduid in artikel 2 van het vastgestelde reglement,
aldus luidende: „de Vereeniging heeft ten doe]door onderling
„overleg, eene goede keuze van Leden voor den Gemeente-
raad te bevorderen".
Alle kiezers kunnen tot leden dezer Vereeniging wordcn
aangenomen; mits zij zich aan eene ballotage onderwerpen.
TIet bestuur is opgedragen aan de heeren Herman F. Bull-
manvoorzitter; A. Valkenburg, tweede voorzitter; A. Meijer,
lid van het bestuur; A. W. Muijskenpennfhgmeester, en
B. Kluijver, secretaris.
van 24 tot en met 31 Julij 18456.
GEBOREN: Hendrika, docliler van J. Ravesloot en E. v. Veller.
Aaltje, docliler van J. Verweij en G. van Dijk. Leentje, docliler van
A. Wijsman en W. van Dijk. Willemina, docliler van J. Vervoorn en
N. Vos. Pclrus Gerardus, zoon van P. G. van Rijn en A. Verlioeven.
Maar'tje Hendrika Agatha, docliler van H Eickhof en F. A. de Wit.
Dirk, zoon van C. Korstman en M. Waasdorp.Jan, zoon van L. Tam-
boer en J. Kaslander. Petronella, dochter van J. B. Calvalaege en
M. M. Ongers. Arie Martinus, zoon van W. L. van Emmerik en
K. Net. Itendrikus, zoon van G. Jansen en A. Vcrboom. Arie,
zoon van M van Marsbergen en J. van Rijs. Johanna Maria, dochter
van C. Markus en M. C. Vermeulen. Anthonius, zoon van A. Tiromers
en A. C. van Dijk. Coenraad Cornelis, zoon van C. van Noorloos en
M. Hoenson.
OVERLEDEN: Maaike, oud 2 maanden, dochter van II. Boellaard en
P. Daane. Cornelis, oud 5 jaren, zoon van J. Nederveld en A. But
ler. Stephanus, oud 24 jaren, zoon van Karel Blok en (onbekend).
Manrlje Vc'rhoeve, oud 28 jaren, gehuwd met A. K. Eland. Cornelis
Willemsen, oud 57 jaren, gehuwd met M. Buiser. Jan de Regt, oud
81 jaren, we'dr. van A. Potuit. Arie, oud 12 wekcn, zoon van P. de
Jong en G. van der Wilk. Pieter Bij I, oud 43 jaren, gehuwd met
M. Kool. Lambertus, oud jaren, zoon van P. Vis en C. E. Kocli-
heim. Petronella Dokkum, oud 37 jaren, gehuwd met C. Sleggers.
Aletta Butter, oud 29 jaren, gehuwd met J. Nederveld. Teunlje,
oud 23 dagen, dochter van J. Sepers en II Dam.
LEVENLOOS AANGEGEVEN: 1 Kind van J. Kooij en M. van Wave-
ren. 1 Kind van C. Sleggers en P. Dokkum.
ONDERTROUWDAntonie Bok (wedr. van E ten Ilagen) met Tenne
Slool (wed. van (J. Spruitenberg). Harmanus Niesen met Jansjc Pietro-
nella Jacobi.
GEHUWDJan de Zee met Pieterlje van der Pligt. Jan Bolerblocm
met Pouwlina Knor.
AL GEM EENE VERGADERING
DEB
Cielclcrsclic UlaatschappiJ van Landiiouw,
te Wageningen
gehouden 25 en 26 Julij 1S66.
Nadat de vergadering met eenige woorden door den voor
zitter baron IV. Schimmelpenninck van der Oije van de Poll
te Voorst, geopend is, bespreekt deze eenige punten van min
of meer praktischen landbouwvvaaromtrent bij zijne ondervin-
ding of denkbeelden mededeelt.
Ilet versing der afd. Zutphenomtrent bet poten van aard-
appelen op hooge breede voren, wordt voorgelezenwaaruit
blijkt, dat die tvijze van poten geen voorbehoedmiddel is
tegen bevriezen, maar toch meer en meer toepassing vindt
wegens meerdere opbrengst en gemakkelijker bewerking. De
meest gewone afstand der rijen is 5 a 5 palmen die
der planten 12 a 15 duim onderling in de rij.
Verder wordt bij meerderheid besloten, dat het noodig is
de grondslagen der maatschappij te herzienen wordt er eene
kommissie van vijf leden uit verschillende afdeelingeti benoemd,
om die taak uit te voeren en voorstellen aan de algemeene
vergadering te doen.
Op grond van een ingekomen adres wordt besloten aan
den Minister te verzoeken eene wijziging van art. 17 der
wet van 22 Augustus 1822 Siaalsblad 31) voor te stellen
betreffende de restitutie der accijnsen van geslagt veeom
n. 1. even als aan gezouten en gerookt vleesehdat bij hoe-
veelheden van 500 kilo uitgevoerd wordt, ook restitutie aan
geslagt versch vleeseh te verleenendaar tengevolge het ver-
bod van invoer van levend vee in Engelandveel vee ter
verzending hier geslagt wordt en de betaalde accijns ten
nadeele van den voortbrengerden landbouwer drukt.
In eene tweede vergadering brengt de kommissie voor het
landbouwonderwijs haar verslag uit. De aanzienlijke kosten
voor eene provinciale landbouwschooldie toch niemand be-
talen wilhebben haar op het denkbeeld gebragt, te trachten
de landbouwschool aan eene rijks-hoogere-burgerschool te
verbindener bestaat ten opzigte der school te Bommel
de meeste kans om daarin te slagen. Daar men deze school
reeds bouwt en er voor eene verbiuding met eene landbouw
school, waarschijnlijk wijziging der inrigting noodig is, geeft
de vergadering aan de kommissie voor landbouwonderwijs en
het hoofdbestunr de magtiging, om de noodige stappen daar-
-omtrent te doenen bij de provinciale staten in hunne Novem-
bervergadering subsidie aan te vragen.
Verder wordt besloten, dat de volgende algemeene verga
dering in 1868 weder in Wageningen zal plaats hebben, zoo
•men hoopt door tentoonstelling en feesten opgeluisterdindien
-de beide geessels van Europade Cholera en von Bismarck
dit toelateu.
Na wederzijdsche bedanking van voorzitter aan de leden
voor bun goed gedrag en van de leden aan den voorzitter
woor zijne uitmuutende leiding, wordt de vergadering en de
bijeenkomst door een dine besloten, dat tot groote ergernis
'der aanzittenden door de vlucht van het bestuur naar de
yQrebbe en elders voor den afloop geeindigd is.
SECT1E-VEEGADEUINGEN.
Niettcgenstaande geene tentoonstelling en feesten gehouden
werdenwaren de sectie-vergaderingen druk bezocht en in
vele opzigten belangrijk. De volgende punten zijn aldaar
behandeld.
1°. Wellce zijn de oorzdken, dat liet droogleggen zoo weinig
plaats vindt op de Geldersche ldeigronden Hoe kan de maat
schappij het droogleggen bevorderen
Men rekende een te hooge waterstand van vele gronden
en de tiendpligtigheid beletselen tot het droogleggen. Daar
waar deze oorzaken niet gezocht konden worden, moest men
het aan onbekendheid met de gunstige uitwerking en met de
uitvoering toescbrijven. Discussien over eene vergelijking van
droogleggen met buizen en met takkebossen of steenbrokken
die hier en daar uitgevoerd warenleidden tot de uitkomst
dat deze beide laatste handelwijzenofschoon zonder geleerd-
heid uitgevoerd, door het digtslempen der openingen te kort van
duur en daardoor te kostbaar waren. Materieele hulp door het
kosteloos uitgeven der buizenwilde de maatschappij niet ver
leenengelijk zeer eigenaardig bij de discussien over het land
bouwonderwijs werd uitgedrukt, de maatschappij geeft niets."
Men hoopt dan ook dat bij de wijziging der grondslagen dit-
zelfde beginsel tegen nieuwjaar door de leden zal kunnen toe-
gepast worden.
De tweede vraagIs het bevloeijen der uiterwaarden met
rivierwater, dat opgepompt wordt, praklisch uitvoerbaar? Welke
zijn de kosten voor het opvoeren van het water per elom fo'n
bunder te bevloeijen JFelke zijn de kosten van aanleg en onder-
houd der inrichting van het land daartoe?
Aan de uitvoerbaarheid werd niet getwijfeld, ofschoon tot
dusverre bezwaren van iinantieelen aard de uitvoering van het
volgende plan vertraagd hadden. Men verdeelt daartoe de
uiterwaarden in perceelen van 20 bunders, en plaatst op eene
ijzeren barge in de rivier, eene pomp met stoomwerktuig,
dat in eene nacht van 10 werkuren (des nachts omdat de
verdamping dan niet groot is) iedere 0 el oppervlakte met
180 kan water bedekt. Het werktuig levert 1 kub. el
per seconde. Heeft men dit perceel bevloeiddan vaart men
naar een volgeiwl perceel van 20 bunders enz. De kosten
daaraan verbonden bedragen 30,000 voor de aansehaffing
der toestellen. Hiervan 10 rente en slijlage gerekend
is3000
personeeln 1800
brandstolfen1200
Te zamen. f 6000
waarvoor men in 100 naehten 2000 bunders kan bevloeijen,
hetgeen eene uitgaaf van 3 per bunder maakt.
Daar het in den beginne moeijelijk ware, eigenaren van
2000 bunders tot bevloeijing te bewegenkan eene bewer
king op kleine - schaal vooreerst beter doel treifen.
De werktuigen daartoe door Clayton Shuttleworlh geleverd
kosten met eene locomobile van 6 paardenkraeht 3600
waarmede men 4500 kan, en grooteren met eene locomobile
van 20 paardenkraeht 8000 a 9000, waarmede men 22,000
kan per minuut 3 tot 6 ellen kan opvoeren. Worden die werk
tuigen niet tot bevloeijing gebezigd, dan kan men ze aanwenden
om den binnenpolder van eenen hoogen waterstand des winters
te ontlasten. Zal echter de bevloeijing eene slibbemesting aan-
brengen, dan moet men bepaald eenen hoogen rivierstand be-
zigen, daar alsdan het' water veel slib bevaten heeft men te
dien einde aangeraden, de zomerkaden der uiterwaarden aan de
bovenzijde van inlaatsluizen te voorzienom bij eenen rivier
stand van gemiddeld 16 voeten, het water over de waarden
te brengendat anders eerst bij eenen waterstand van ge
middeld 18 voeten kan geschieden.
3°. IVelke resultaten heeft men bij den aanleg van kunstwei-
den verkregenomtrent het overblijven van verschillende gezaaide
grassoorlenen welke ondervinding hebben tot dusverre de nieuwe
grassoorlenzooals Schraders dravik, ceratochloa australensis en
andere opgeleverd?
De uitkomsten met Schraders dravik zijn zeer gunstig, zoo-
wel in groei als in melkwaarde. Het zaad was dit jaar in
Erankrijk moeijelijk te krijgen en verkocht men in het voor-
jaar de gescheurde planten voor 1.50 per 100, niettegen-
staande het een gewas is dat veel zaad opleverteen bewijs
dus, dat de teelt in Erankrijk groote uitbreiding erlangt.
Omtrent het al of niet overblijven door den winter veronder-
stelt mendat er twee varieteiten onder dezelfden naam ge-
zaaid zijn, hetgeen ligt mogelijk is, daar er 87 soorten en
varieteiten van dravik bestaan. De berigten uit Frankrijk
luiden meestal gunstig, die uit Duitschland, van zaad daar-
van verkregen, ongunstig, omtrent het overblijven; ofschoon
de afgeloopen zachte winter geen juist oordeel kan geven,
over het al of niet overblijven van Schraders dravik. Ook is
de nieuwe grassoortavezim, ter tafel, die uitwendig naauw-
keurig met het gewone akkerraaigras overeenstemt.
4°. Onder icelken votvi geeft men in Gelderland aan de lan-
derijenzooicel op het zand als op de kleide stoffen terug
door de oogslen daaraan oniroofd?
5°. Is de Iruto opbrengst per bunder der verschillende gewas-
sen in de laatste dertig jaren toe- of afgenomen
Discussien over deze onderwerpengaven vooral in verband
met de bekende verhandeling van den heer van Bemmelen
in het tijdschrift de Folksvlijt", te kennendat werkelijk op
kleigronden roofbouw heerscht, zonder vrees echter voor de
treurige voorspellingen van Liebigdaar in de laatste 30 jaren
de opbrengst veel meer toe- dan afgenomen is, ten gevolge
eener meer intensieve kultuur en betere bouwwijze.
Aan den eenen kant geeft het slib der uiterwaarden aan
de andcre zijde dat der zuiderzeeweilanden aan Gelderland
eene vergocding en wordt het hooi van die plaatsen weder
naar het binnenland gcvoerdom daar in het verlies van
afgevoerde stoffen te gemoet te komen.
Uitputtende teelt in den zin van den Einsterwolderpolder in
Groningen, waar het stroo van de boerderijen afgevoerd en
het land weinig of niet bemest wordt, heeft er in Gelderland
geen plaats, het is dus alleen het koren en de beenderen
van het vee, die vergoed behoeven te worden.
6°. TVaaraan moet het afslerven en verdwijnen der winterge-
tpassentoaardoor zoogenaamde kale plekken ontstaanworden
toegeschreven
Minder geschiedt dit door insekten, dan wel door de af-
wisseling van vriezend en dooi weder.
Indien de dooi in het voorjaar niet doorgaat, vormt de
vorst, als het ware eene bank in den grond, die het water
belet weg te zakken, waardoor eene verzuring ontstaat, die
de planten ziekelijk doet worden en in Maart of April sterven.
Vooral op lage gronden, waar geen goede waterafloop
bestaat, geschiedt het verdwijnen van het koren zeer erg,
vooral in natte jaren.
7°. Bestaan er in Gelderland beletselen tegen het afschaffen
der zomervaag op de kleigronden, met de daarbij behoorende
invoering van de rijenteelt?
Het geheele landbouwstelselde vruchtopvolging enz.be-
hoort veranderd te wordeneer men aan afschaffiDg der braak
kan denken. Zonder rijenteelt is dit echter onmogelijk, en
heeft die met paardenboonen en erwten algemeen plaats
waardoor dan ook de braak reeds verminderd is. Daar de
zaaiwerktuigen dadelijk het gezaaide koren bedekken, kan
men het verstoppen onder het zaaijen niet waarnemenen
heeft het gebruik van slechte zaaiwerktuigen dat der goede
tegengewerkt. Zonder schoonhouden tusschen de rijen is de
rijenteelt af te keuren, en wordt de opmerking gemaaktdat
het meeste onkruid door den boer zelf gezaaid wordtdie
de zaden van het ingeoogste onkruid, die zich tusschen het
koren bevinden, in het voeder, de mest, zaaikoren, enz.
weder naar het land brengt.
8°. Welke waarnemingen heeft men ten opzigte van-den land
bouw den tuinbouw en de houtteelt gedaan omtrent den zach-
len winter van 1865/66, vooral met het oog op het te vroeg
uilloopen der gewassen en het nuttige en schadelijke gedierte.
Een zachte winter heeft op het uitloopen der gewassen
minder invloed dan een zacht voorjaar. Voor de vernieling
van het schadelijk gedierte acht men echter een zachte winter,
gevolgd door een koud voorjaar met nachtvorstenvoordeelig,
door het te vroeg uitbroeijen van insecten-eijeren enz. Vele
dieren, zooals de engerlingen der meikevers, kruipen bij strenge
winters dieper in den grond, en worden door de vorst niet ver-
nield. Ten opzigte der schadelijke konijnen heeft de zachte
winter nadeelig gewerkt, daar die eene generatie meer hebben
opgeleverd.
VEETEELT.
9°. Is de handelwijze, om de veulens hun eersten winter in
eenen boomgaard of eene iceide te doen doorbrengenvoordeelig
voor den paardenfokker
Men acht deze handelwijze niet alleen door besparing van
droog voeder, maar ook voor de forscbe ontwikkeling en ge-
hardheid tegen allerlei weder van de veulens voordeelig, die
zelfs het hooi niet gebruikten dat men hen toediende, als de
grond geheel met sneeuw bedekt was. Voorbeelden van paar-
den in den Anna-Pauiownapolderdie het geheele jaar in de
weide bleven en aldaar gevoed werden luiden gunstig voor
die handelwijze.
10°. Welke ondervinding heeft men met het vervaardigen, en
voederen van zuur hooi ingekuild gras en groenvoeder met zout
vermengd) opgedaan
De hevige stank, die koolbladen en voedergewassen veroor-
zaakten en die zich dikwerf aan de boter mededeelt, zijn
oorzaak dat thans alleen spurrie tot de vervaardiging van
zuurhooi aangetvend wordt. In eenen grooten gemetselden
waterdigten put, wordt de spurrie in lagen met zout, vast
ineen getrapt en met een dekselmet steenen bezwaardbe
dekt. Is de massa bezonken, dan wordt er nieuwe spurrie
en zout opgebragt, totdat de put geheel vol is, die dan ook
geene andere lucht als van gewone zuurkool afgeeft. Dit
zuurhooi is een zeer melkrijk voeder, en komt in het gebrek
aan hooi voordeelig te gemoet.
Op de tentoonstelling in Weenen was zuurhooi van mais-
stengels aanwezig, dat eene hooge voederwaarde met een stik-
stofgehalte van 4/, procent bezat.
11°. Wetke leeftijd is het geschikst en voordeeligst om het
rundvee voor de eerste maal te doen afkalven
Men acht de leeftijd van 2 /2 jaar de meest geschikte.
Zwaar ontwikkelde dieren kunnen vroegerslecht ontwikkelde
eerst later afkalven. De leeftijd van 2 jaar acht men voor-
deeliger, indien men het gefokte dier wil verkoopen, daar
eene dragtige vaars duurder dan eene guste betaald wordt.
Voor eigene aanhouding is de 2 /2-jarige leeftijd verkieslijk
wegens de meerdere ontwikkeling, die het jonge dier verkrijgt. De
handelwijze om een goed gegroeid dier op 2-jarigen leeftijd
te doen afkalven ter meerdere ontwikkeling der melkdeelen
en tevens melkopbregst te verkrijgenen het vervolgens een
jaar gust te lateu om den groei van zijn ligchaam te bevor
deren wordt zeer aangeprezen.
Omtrent het hoornloos veeras van Dutronedat in het 12e
punt vermeld iszijn in Gelderland geene proeven genomen
en wordt die vraag verder niet behandeld.
In een vorig nommer deelden wij uit het provinciaal jaar-
verslag van 1865 over de provincie Noord-IIolland eenige