- 154 -
Afdeeling Haarlommormoer.
Landbouw.
DE BAGGERMEST
De Minister van Binnenlandsche Zakcn heeftnaraens Z. M.
den Kerning, aan de onderteekenarcn van bet adres (S. de
Clercq IVz. c. s.), waarbij verzocbt werd dat pogingen mog-
ten worden aaugevvend bij de Engelsche regering tot toelating
van den invoer van scliapen uit Noord-llollandsche havens
binnen de lijn van afsluiting gelegenhot navolgende te
kennen gegeven
dat de Engelsche regeringblijkens het arlikel iu de
Staats-Courant van 12/13 Augustus 1866, waarvan een exem-
plaar liierbij gaat, bezwaar maakt ora aan het gedaan verzoek
gunstig gevolg te gcven."
I)it artikel luidt als volgt
Op eene nota van Zijner Majesteits gezant te Londen,
strekkende ora van het Engelsche gouvernement vergunning te
bekomen voor den invoer van hoornvee en scliapen uit de
onbesmette provincien van Nederland, heeft lord Stanley het
volgende geantwoord
Foreign Office3 Augustus 1866.
„Ik heb de eer u te berigtcn, dat ik van de lords van
den Gehcimcn Raad borigt heb ontvangen op de medcdeeling,
die ik bun deed na het ontvangen van uwe nota van 19 Julij,
wanrin werd aangedrongen op verzachting van het verbod van
invoer van hoornvee en scliapen uit Nederland; en het is met
leedwezen dat ik u mededeel, dat hunne lordschappen huns
ondanks tot het besluit zijn gekomen dat zij voor het tegen-
woordige, het nog niet geraden achten omop welke wijze
dan ookde verboilsmaatregelen tegen den invoer te verzachten."
Afdeeling Haarlem en Omstreken.
Voor de Vergadering van Dingsdag 28 Augustus 1866, des
avonds ten 7 urein het beneden-lokaal der „Koornbeurs" te
•Haarlem, zijn de volgende punten van beschrijving aan de
orde gestcld
1. Verslag van den toestand der te veld staande gewassen.
2. Beknopt overzigt aangaande den toestand en de werk-
zaamheden der Afdeeling.
3. Benoeming van afgevaardigden ter algemeene vergade
ring te 's Gravenhage.
4. Verkiezing van een Bestuurslid-Secrefaris.
5. Mededeelingen.
6. Verloting om niet van Voorwerpen.
slroo circa 2 maal zoo veel mest kan bekomen als anders
hot geval zoude zijn.
En mogelijk ware de kwaliteit dan nog wel betcrdaar
toch vele van onze mestvaaltener zijn natuurlijk vele uitzon-
deriugeneigenlijk uit niet veel dan half verrot, nat gewor-
den stroo bestaan, dat, in den grond gebragt, eerder tot
schiraraelen dan tot verdere verrotting overgaat.
HaarlemmermeerJ. C. van de Blocquery Jr.
8 Augustus 1866,
DER
BERIGTEN OMTRENT DE VEEZIEKTE.
In de Staats-Courant zijn medegedeeld opgaven omtrent den
veetyphus in de provincien Noord-HollandZuid-Holland en
Utrecht, over de week van 511 Augustus, en wel:
a. Noord-Holland. In die week zijn: aangetast 26,
aan de ziekte gestorven 2, afgemaakt 22, hersteld 4 en
aan het einde der week nog ziek geenesedert het
begin der veeziekte zijn in het gcheelaangetast 1999 aan
de ziekte gestorven 559, afgemaakt 701 en hersteld 739 ruu-
deren.
I. Zuid-IIolland. In die week zijn: aangetast 737 aan
de ziekte gestorven 173, afgemaakt 53, hersteld 54 en aan
het einde der week nog ziek 457 runderensedert het begin
der veeziekte zijn in het geheelaangetast 54,050, aan de
ziekte gestorven 22,285, afgemaakt 10,173 en hersteld 20,861
stnks.
c. Utrecht. In die week zijn: aangetast 462, aan de
ziekte gestorven 228, afgemaakt 47, hersteld 90 runderen;
sedert het begin der veeziekte zijn in het geheelaangetast
7954 aan de ziekte gestorven 3602 afgemaakt 283 en
hersteld 3724 stuks.
RECAPITUI.ATIE.
Amstordamscho Landbouw- en Mest-Compagnie.
Het zal vermoedelijk menig landbouwer niet onaangenaam
zijn, wanneer ik hier in het kort eenige uitkomsten mededeel
van de proevendie ik met de mest der Amsterdamsche Land
bouw- en Mestcompagnie heb genomen. Ik doe dit, oradat ik
daarover zoo hoogst tevreden benen zoo wel in het voordeel
dezer nuttigc Maatschappij, als in dat van den landbouw, dezo
mest wensch aan te bevelen.
Ik heb dit voorjaar circa 100 kubieke el nit Amsterdam
laten komeu, die mij aan inkoop tegen 1,30 per el, en
aan vracht 0.60 per el, te zamen op 190 kwamen te
staan. Ik had voor deze som 126 zware voeren mest, die
mij dus ongeveer 1,60 het voer kostten.
Honderd voeren hiervan liet ik rijden op 2 bunders wei-
landdat van zeer slechte kwaliteit wasdaar het nog nimmer
los was geweest, makende de gunstige liggiug, vlak bij huis
het mij wenschelijk, als het eenigzins kon, het in weide te
liouden. Reeds 3 jaren aphtereen werd het door mij toege-
maakt met goede korte stalmestdock telken jare leverde het
niet dan eene zeer middelmatige hoeveelheid gras opdat dan
nog voor het grootste gedeelte niet werd afgeweidomdat de
hard- en taaiheid er van maaklen, dat noch koeijen, noch
paarden het wilden eten. Het is een soort van bent, zeer lang
en taaidat groen of als booi onder geene omstandigheid
door het vee gaarne wordt gegetenen dat hier in onzen
polder veel kwaad en nadeel niet alleen aan de vaste weiden
doet, maar ook aan het bouwlanddaar op sommige plaatsen
sloot- en greppelkanten er letterlijk mede zijn vergeven. Niet
alleen heeft nu het stnk weiland na bovengenoemde bemesting
dit jaar een overvloed van gras opgeleverdmaar het is van
zoo veel malsclier kwaliteit gewordendat het reeds verschei-
dene malen zeer kort is kunncn worden afgeweid.
Op bouwland werden door mij nog geene proeven geno
men echter stel ik mij voor het nog dit najaar te doen en
wel met eene groote hoeveelheiddaar de vetheid en de uit-
xnuntendc hoedanigheid der mest de nitkomst niet twijfelachtig
maken. Eene groote aanbeveling is naar mijne wijze van
zien ook de goedkoopheid, in vergelijking met onze gewone
stalmest. Vooral toch in de laatste jaren, met de dure prij-
zen van het stroo, dat voor papierbereiding en stroovlechte-
rijen? als anderzins in groote hoeveelheden wordt uitgevoerd
komt de mest, die wij met ons vee maken, ons duur te
staan, en geloof ik volstrekt niet te overdrijven door te be-
wercndat die op minstens 3 per voer komt te staan.
Op eene boerderij als de mijne, waar het vee geheel alleen
des winters voor de mest wordt gehouden, en dat in dezen
tijd, met de toch nog altijd heerschende veepest, eene wis-
selvallige onderneming is, geloof ik, men met voordeel het
•dure stroo zoude kunnen verkoopen en er deze mest voor
in de plants nemen, daar men dan voor de waarde van het
In de week
Aangetast in
Totaal.
van
Noord-IIoll.
Zuid-Holl.
Utrecht.
1117 Februarij.
225
1510
288
2023
18—24
275
1340
250
1865
25 Feb.3 Maart.
179
1000
195
1374
410 Maart
51
1353
297
1701
11—17
27
1133
184
1344
18—24
36
1410
243
1689
25—31
119
1303
223
1645
1—7 April
71
1129
273
1473
8—14
48
1365
234
1647
15—21
78
770
254
1102
22—28
16
703
160
879
28 April 5 Mei.
44
649
135
828
612 Mei
75
572
67
714
13 19
20
332
49
401
20—26
43
245
83
371
27 Mei 2 Jnnij.
53
255
107
415
39 Junij
72
163
86
321
10—16
23
215
56
294
17—23
58
248
60
366
24—30
43
208
84
335
17 Julij
22
385
190
597
8—14
14
344
168
526
15—21
17
535
224
776
22—28
31
629
311
971
29 Julij 4 Aug.
24
617
348
989
511 Augustus.
26
737
462
1225
Totaal.
1690
19150
5031
25871
voi^ens ue uiuuicic ww «v
week^eindigende 11 Augustus, in Groot-Brittannie aangetast
161 'runderen, tegen 221 in de daaraan voorafgegane week.
Sedert het uitbreken der ziekte zijn aangetast 252,927 run
deren; daarvan zijn afgemaakt 84,272, gestorven 124,268,
hersteld 33,292.
Op de paardenmarkt te Sloten, den 15den Augustus van
weo-e de Afdeeling Sloten der HollandscAe Maatschappij van
Landbouw gehouden, vvaren ongeveer 200 paarden aangevoerd.
Er waren veel koopers aanvvezig, dock, ten gevolge van de
hooge prijzenwerd er in de beste soorten weinig afgedaan;
de handel in mindere soorten was vrij levendig.
Op de jaarlijksche paardenmarkt te Hoorn, werden den
15den Augustus 119 paarden aangevoerd. De handel was
levendig; enkele paarden bragten 350 op.
Door den raad der gemeente Weespis in de laatst ge
houden vergadering beslotende kermisdie in de maand
October zou invallen, dit jaar niet te houden, maar de paar
denmarkt op 3 October e. k.te laten doorgaan.
De aanvoer van runderenkalverenschapen en varkens op
de wekelijksche veemarkten te Sneek is dezen zomer drukker
dan wel andere jaren, niettcgenstaande de uitvoer naar Holland
nu al eenige weken weinig of niets beteekent. De vrije invoer
in Engeland doet ons vee tot een ongekenden prijs stijgen.
Voorafis dit het geval met schapen. De prijs van deze dieren
is hier algemeen, als door deskundigen wordt verzekerd, 25
a 30 pet hooger dan in Holland, waar nog steeds de vrije
uitvoer naar Engeland belemraerd is.
De steeds mime voorraad van gras dezen geheelen zomer
heeft de produktie van boter en kaas ook een veel hooger
cijfcr doen bereikeu dan audere jaren.
De hooibouw was zeer gunstig en nog steeds is men bezig
het Overtollige welige gras af te maaijen en tot liooi te be-
reiden, dat anders grootendeels zou verloren gaan.
BERAADSLAGING
OVER HET
WETS-ONTWERP omtrent den VEE-TYPHUS.
In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
van 21 Augustus 1.1. zijn de algemeene beraadslagingen ge
houden over het Ontwerp van Wet tot onschadelijkmaking
van door den veetyphus aangetast en daarvan verdacht vee.
Wij ontleenen aan het daarvan door de Rotterdamsche Cou-
rant gegeven verslag het volgende
De heer van Blorn brengt rapport uit over verschillende
ingekomen verzoekschriften betreffende dit wets-ontwerp.
De heer Viruly vraagt de aandacht van de Vergadering
om eenige korte opmerkingen tegen dit wets-ontwerp te ma
ken die spreker het voor alsnog onmogelijk maken zoo zij
niet worden opgelost, het aan te nemen. Hij vindt de be-
voegdheid aan de hoofden der verschillende gemeenten gege
ven, te uitgebreid. De duizende burgemeesters die in dit
land zijn zullen volgens art. 1 van dit ontwerp tot de on-
middellijke afmaking last kunnen geven, niet alleen van ziek
vee, maar ook van verdacht vee, en ook vee hetwelk maar
eenigzins met ziek vee in onmiddelijke aanraking is geweest
als spreker nu de kaart van Nederland nagaat, en het oog
slaat op de Uiterwaarden langs de Waal en Merwededan
ziet men daar niet alleen enkele stuks vee of koppels vee
die met elkander in onmiddellijke aanraking zijn, maar hon-
derden stuks vee, die zonder afsluiting van slooten in ge-
meeuschap met elkander zijn. Die strekking nu aan dit ont
werp gegeven vindt spreker veel te wijd omdat de verplig-
ting bij art. 6 in verband ook tot de magt bij art. 1 door
burgemeesters gegevenveel te ver gaat. De burgemeester
zal door dit voorschrift onverbiddelijk geheele massa's vee
moeten dooden. Spreker vindt het barbaarsch en stuitend om
het onaangetast vee te dooden. Hij zal nimmer daaraan zijn
zegel hechten en wil dan liever geene wetdan eene van
zulk eene zoo verre strekking. Spreker gelooft dat de Mi
nister niet doordrongen is van hetgeen een landman voor zijn
vee gevoelter wordt wel eens gezegddat de landman soms
evenveel zorg voor zijn vee als voor zijn gezin heeft. Spreker
kan daarom het denkbeeld van dit ontwerp niet deelen en
zal daartoe ook niet medewerken. Hij wijst voorts op het
finantieel bezwaar. Als de wet wordt aangenomendan is
in art. 1 de bevoegdheid aan alle burgemeesters gegeven tot
het doen afmaken van alle ziek en verdacht vee of wat er
mede in aanraking is geweest. Wat zal dat kosten De
Minister kan dat niet weten. Deze vroeg eerst vijf en nu
zeven ton. Spreker zegt, het kan ook zeven millioen kosten.
De geheele provincie Zuid-Holland kan door de burgemeesters
van vee worden ontblootzoo ook Utrecht en een groot deel
van Noord-IIolIand. Alles wordt overgelaten aan de wille-
keur der burgemeesterswant indien deze eenmaal de bevoegd
heid hebben het bevel tot afmaking te gevendan kan de
Minister er niets aan doen. Ook uit een financieel oogpunt
wil hij dus de koorden van de beurs niet uit handen geven
en die aan de burgemeesters overlaten.
De heer van Lijnden van Sandenburg zegtdat hij niet zon
der schroom voor het eerst het woord opvat, doch dat zal
hem niet beletten vrijmoedig zijne meening te openbaren. Hij
wenscht nadere inlichtingen der Regering. Zijne meening is
niet gunstig voor het ontwerp. In den tegenwoordigen staat
der ziekte is hij geen voorstander van het stelsel van alge
meene afmaking. In den aanvang ware dit misschien nuttig
geweest, maar thans niet meer. Voorts moet men letten op
het verschil van gesteldheid en omstandigheden in verschil
lende oorden. Wat in eene besmette streek nuttig iskan
schadelijk zijn in eene onbesmette streek. Hij wijst er ook
opdat de afmaking van verdacht vee tot ontevredenheid
nadeel en geldelijke bezwaren aanleiding geven kan. Hoe
vele aangetaste beesten zijn hersteld dat zou het geval niet
geweest zijn, iudien deze wet bestaan bad, want dan waren
ze gedood. Hij kent aan de wet de schikking toe, omals
het oogenblik gunstig isalle vee te dooden dat zelfs niet
eens verdacht is. Wordt dit ontwerp wet, dan zal eene dis-
cretionnaire magt aan de gemeentebesturen worden verleend
tot beschikking over al het vee en ten laste der schatkist
dat is eene exorbitante magt. Spreker is meer voor het stel
sel van strenge afsluiting met vergeraakkelijking van het ver-
keer buiten de besmette streek.
De heer van Kerkwijk zegtdat hij een voorstander is van
krachtige maatregelenen aangezien hij vermeent dat zulks
de geest van deze wet is heeft hij die met genoegen gezien
in de hoop, dat daardoor een einde zal komen aan de maat
regelen tot nu toe genomen en die zich kenmerken door
halfheid en wijfelzucht. In de eerste plaats vestigt spreker
de aandacht op de lijn van afsluiting te landdeze heeft in
den regel plaats door patrouilles van militairendie dagelijks
/1100 kosten, maar niet verhinderen dat, zoodra zij ge-
passeerd zijn, het vee over de lijn wordt gesmokkeld; voor
4 en 5 gulden per stuk smokkelt men een stuk vee over
de lijn. ^Slagters vervoeren het vee zoogenaamd voor de
slagtbankmaar verkoopen het weder aan de landbouwers.
Openlijk wordt handel in ziek vee gedreven. Schuiten wor
den voor het grootste gedeelte met mest in eene besmette
streek geladen 's nachts naar eene onbesmette streek vervoerd
en aldaar nog met een weinig mest geladen waarna de
schuit door den burgemeester netjes wordt verzegeld en over
de lijn van afsluiting vervoerd. Spreker geeft vervolgens in
overweging om de militairen die thans op de lijn van afslui-