Haarlemmermeer-Polder. Aan onze Mede-Kiezers ling zijnliever te plaatsen in de besmette gemeentenaldaar de politie te versterkende uitvoer van vee uit besmette gemeenten gelieel te verbieden en streng toe te zien op bet doen van aangifte en bet begraven van vee. De lijn van afsluiting langs ltd water wordt zeer slecht bewaakt, en soms zijn er weken geweest dat er geen kanonneerboot was tot bewaking. Spreker stelt eindelijk aan den Minister voor, om zich niet langer alleen voor te laten licbten door eene Com- missie van veeartsen, maar in iedere provincie eene Commis- sie te benoemen, met b. v. den Commissaris des Konings aan het hoofden tot leden eenige invloedrijke personendie plaatselijk bekend zijn, zoo als b, v. burgemeestersleden van maatschappijen van landbouw en van geneeskundige raden, bene- vens een regtsgeleerde en veearts. Ten slotte vraagt spreker wat door de Regering is geschied, om den aanvoer van vee in Engeland te verkrijgen uit de streken, vvaar de veeziekte niet heerscht, en die dus in denzelfden toestand verkeeren als Groningen en Friesland. Voorts vraagt spreker het gevoelen der Regering over de wet tot intrekking van den Code Rural. De heer Dirks wijst op bet zonderlinge vooroordeel, dat bij zeer vele menschen tegen bet stelsel van afmaking van vee bestaat, in weerwil dat de ondervinding in andere lan- denvroeger en nude goede gevolgen heeft aangetoond van het te keer gaan van veeziekte door afmaking in den aanvang. Spreker wenscbt de Regering een middel te geven om krach- tig te handelen, en nu heeft het sprekers bevreemding gewekt, dat dit wetsontwerp niet imperatief, maar facultatief is gesteld. Art. 1 kent den burgemeester slechts eene bevoegdheid toe, vee binnen zijne gemeente door veetypbus aangetast of in hooge mate verdacbt van met aangetast vee in onmiddelijke aanra- king te zijn geweest, te doen afmaken. Yoor het overige erkent spreker, dat uit dit wetsontwerp zeer groote voordeelen zulleii voortvloeijen. Het voornaamste voordeel aeht hij hierin gelegen, dat bet uitzigt, van de ziekte, in andere nog ge- spaard gebleven provincien te voorkomen, door dit wetsont werp wordt verwezenlijkt. De heer de Bieberstein herinnert, dat Pruissen, niettegen- staande zijne roemrijke veldtogten, onze grenzen heeft blijven bewakenen dat de Pruissische Regering met gestrengheid handelt. Zelfs op de honden van de wandelaren wordt beslag gelegd. Daarom heeft het spreker des te meer verwonderd dat de bewaking der grenzen door Nederland zooveel te wen- schen overlaat. De heer Taets van Amerongen betuigt zijn leedwezen dat dit ontwerp zoo spoedig in behandeling is genomen. Spreker heeft het verder betreurddat de vorige Regering geen krachtiger maatregelen tot beteugeling der veeziekte genomen heeft. In dat opzigt brengt hij hulde aan de tegenwoordige Regering voor de aanbieding van krachtdadige maatregelen. Hij meent echter, dat dit ontwerp in Zuid-Holland niet kan worden toe- gepast, daar de ramp aldaar reeds te groot is. Hij hoopt, dat de burgemeesters stipt aan hunne voorschriften de hand zullen houden, om zoodoende de Regering in de hand te werken. Hij maakt eenige bemerkingen op hetgeen de Re gering heeft geantwoord op het Yoorloopig Verslag aan de Kamer. Spreker geeft den Minister in overweging of het niet noodig ware meer veeartsen aan te stellen. Wij verkeeren toch tegenwoordig in buitengevvone omstandigheden. Hij wenschte dat de veeartsen practischer waren. Wei zal hij eenige araendementen voorstellenmaar toch zal hij uit voile overtuiging voor het ontwerp stemmen. De heer van Bey ma thoe Kingma heeft met genoegen opge- merkt, dat aan dit wetsontwerp een stelsel ten grondslag ligt, verschillende van de vroegere stelsels. Van dit ontwerp verwacht hij zeer gunstige uitkomsten. In de discretionaire magt, aan den Commissaris des Konings en de Burgemeesters toegekendziet hij geen bezwaar. De heer Viruly noemde dezen maatregel barbaarsch en in de middeneeuwen t' huis behoorende. Het waren, volgens spreker, groote woorden. Tndien men slagting van vee eene baarbaarsehe daad noemt, dan moet men in den gewonen tijd zich ook daarvan onthou- denmaar naar sprekers oordeel kan deze voeding voor den mensch niet worden gemist. De groote voordeelen van dezen krachtigen maatregel zullen zijn dat de uitvoer van vee naar het buitenland wederom verzekerd wordt, en er alle uitzigt bestaat, dat de ramp binnen kort wordt gestuit. De heer Wintgens zegtdat uit alles blijkt dat de toestand allertreurigst is. In de laatste weken is de veeziekte weder zeer uitgebreid en toegenomen. De toestand is veel erger dan ten vorigen jare, Daarentegen is men in verschillende bui- tenlandsche Staten er in geslaagdde veepest te onderdruk- ken. Dit gevolg is de sterkst mogelijke veroordeeling van het systeemtot nu toe hier gevolgd. Spreker herinnert aan het rapport der veeartsen aan den vorigen Minister, waarbij op het nemen van krachtige maatregelen wordt aangedrongen. De Regering heeft ze echter niet voorgesteld en de beide Kamers haar op haren weg ondersteund. Zelfs van het be- staan der veepest mogt niet worden gesproken. Het gevolg daarvan is, dat de veepest reeds sedert een jaar hier te lande heerscht, terwijl zij elders reeds overwonnen is. Hij keurt ook de afmaking af van alle verdacht vee; wel is dit goed in de onbesmette provincienmaar hoe wil men dergelijke slagting in Zuid-Holland bewerkstelligen Hij vreest, bij de algemeene toepassing der wet, onwil en verzet. Wat zou er worden van eene algemeene afmaking in Zuid-Holland, van zulk een Bartholomeus-nacht van runderen? Hij releveert onderscheidene behartigenswaardige wenken door den heer van herkwijk medegedeeld, waarop hij de aandacht vestigt. A1 de circulaires van het Binnenhof baten niets. In de aangetaste gewesten wil hij een intelligent man met dictatoire magt be- kleed en van ruimc middelen voorziendie oyer alles het toczigt en de leiding heeft, die alles kan nagaan en voorts locale politie tot zijne beschikking heeft. Voorts wenscht hij in de toepassing van elke wet of wettelijke bepaling, dat dit geschiede met oordeelkundigen en praktischen blik. Het is niet aan de absolute toepassing van wettelijke bepalingen dat er behoefte is. Tot hiertoe is er zijns inziens in het wilde gehandeld en zonder overleg of naar een vast plan. Ten slotte vraagt hij bepaald of men overal de absolute toepas sing dezer voordragt wel zal vorderenin Holland even als in Friesland. Mogt dit zoo zijndan vreest hij voor groote nadeelen, zonder het doel te bereiken. De Minister van Binnenlandsche Zaken betuigt zijnen dank aan die leden die hunne ingenomenheid met het ontwerp hebben te kennen gegcven, ofsehoon er ook bezwaren door hen geopperd zijn en op menige verbetering is aangedrongen. Mogt dit door amendementen kunnen geschiedendan zal hij die gaarne afwachtenofsehoon ze niet zijn aangekondigd. Hij wil een punt ecarteren, namelijk wat zijn voorgangers gedaan of niet gedaan hebben, want de zaak komt nu neer op handelen. De vraag is alleen of het thans voorgestane stelsel goed is en of er redelijke kans" bestaat daardoor de ziekte uit te roeijen. De Regering ontveinst niet het gewigt van den maatregel. Zij erkent dat eene buitengewone magt aan de administratieve autoriteit wordt toegekend, waardoor eenige meerdere inbreuk op het eigendomsregt wordt gemaakt. Deze wet geeft, hoewel onder zekeren grens, eene excepti- onele magt. De Regering wil doen wat hij kan, om onder hoogeren bijstand de ramp te doen verdwijnen. En daartoe strekt het middel van krachtige onteigening en afmaking. Alle deskundigen en mannen van ondervinding van alle landen zijn het daarmede eens. Er is geen ander stelsel dan dat vroeger hier genoemd isde bijl en de beurs. Eene afslui ting en bewaking is geen stelsel, het is slechts een uitweg, een palliatief, om de verspreiding in andere gewesten tegen te houden, maar niet om de ziekte uit te roeijen. Van dat standpunt heeft de Regering gevraagd, wat kan met de bestaande wetten geschieden? En dan stuitte hij op de ont- eigeningswet. Wat baat onteigening, die sporadisch toegepast wordtwat baten partiele maatregelen van bewaking enz. wanneer er geen medewerking maar wel ontduiking plaats heeft, waar men dikwerf aantreft strijd tusschen pligt en eigenbelang? Hij wijst voorts op de groote bezwaren die de onteigeningswet oplevert, zoodat ook, al ware 6en energiek man met de zaak belast, hij toch daarop zou stuiten. Voorts wijst de Minister op de uiteenloopende inzigten der gemeente- besturen en vooral van de collegien van Gedeputeerde Staten. Daarom moet er kracht en eenheid zijnwant in Zuid- en Noord-Holland heeft men het beginsel van meewarigheid in praktijk gebragt en het gevolg is geweest, dat het geld voor de onteigening zoo goed als weggeworpen en de ziekte meer en meer verspreid is. Ook deze ervaringen pleiten voor den thans voorgestelden maatregel. En bij die ondervinding in het binnenland, voegt zich die van het buitenland. Maar ook het stelsel van afmaking heeft de beste gevolgen gehad. Nu schrijft hij de toeneming der ziekte niet toe aan het nemen van verkeerde maatregelenmaar aan gebrek van meer magt als wij in Junij deze wet hadden gehad, dan zou hoogst waarschijnlijk de verdere uitbreiding zoo niet te keer zijn ge- gaan, dan toch zeer beperkt zijn gewordentelkens werd hem geadviseerdbeveel de onteigening en afmaking op groote schaal, nu is de kans gunstig; maar de Regering had de magt niet tot het nemen van dergelijken krachtigen maat regel terwijl de sombij de wet toegestaanook onvoldoende was. De Kamer konmet het oog op de tijdsomstandigheden en de heerschende ziekte, toen niet bijeengeroepen worden. De Regering heeft echter dadelijk dat ontwerp, na Gedepu teerde Staten te hebben gehoord, voorbereid, en hoopt dat het een gunstig resultaat zal opleveren. Wat nu betreft den inhoud van dit ontwerp en de bezwa ren daartegen ingebragt, zegt de Minister, dat het niet te doen is om eene algemeene massacre van het vee, of om het ontwerp dus algemeen op eenraaal toe te passen. Het doel der wet is de magt in handen van de Regering te geven. Er zijn verschillende wijzen om te handelen: 1°. men kan een Bartholomeus-nacht organiseren en het vee in massa slagten. De Regering aeht zoodanigen maatregel onmogelijk en onge- raden. 2°. men kan een gunstig tijdstip afwachten tot dat de brand tot vonken beperkt is, om dan slag te slaan; dat is zeker de goedkoopste weg, maar het is hoogst tvvijfelachtig of die weg zal kunnen worden gevolgd. - 3°. er zijn stre ken waar het nemen van een algemeeuen maatregel schier onuitvoerlijk is; streken, die aan bijzonder toezigt, aan by- zondere afsluiting kunnen en moeten worden onderworpen. Het is hem niet onbekend, dat men widens en wetens ziek vee ophoopt en tot voeding van menschen strekken doet. Er zijn ook streken waar de afmaking van het ziek vee noodza- kelijk is zoodra het zich daar vertoont. Daar waar slechts in enkele gemeenten ziekte heerscht, daar is afmaking van ziek en in hooge mate verdacht vee noodzakelijk. Mogt het gelukken tot concentratie van de ziekte te koraendan zal eene .algemeene afmaking welligt kunnen volgen. Of dit plan waarop men in den laatsten tijd de aandacht der Regering heeft gevestigd, wezenlijk tot uitvoering zal kunnen worden gebragt, durft de Minister niet verzekeren. Hij kan niet zeg- genhet zal gebeuren. De heer Dirks wenscht inlichting van den Minister te be- komen, of het zijne bedoeling is om door dit ontwerp het cordon langzamerhand op te heffenen het vrije vervoer te herstellen. De Minister van Binnenlandsche Zaken antwoordt, dat de op- heffing van het cordon den uitvoer van vee naar Engeland gelieel zou doen ophouden. Dat kan de vorige spreker toch niet verlangen, Er heeft reeds eene wijziging in het cordon plaats gehad, met het doel, om meer vrije beweging te ver- leenen, maar eene belofte, dat het cordon zal worden opge- heven, kan hij niet geven. De heer Dirks wenscht dat men hem wel begrijpe. Hij is een der grootste bestrijders van de opheffing van het cordon en daarom juist heeft hij de vraag gedaan. Ilierop worden de algemeene beraadslagiugen gesloten. De Tweede Kamer heeft den 23sten Augustus het ontwerp, betrekkelijk de onschadelijkmaking van door veetyphus aange tast en daarvan verdacht vee, aangenomen met 33 tegen 12 stemmen. Bevallen van eene DOCHTER, J. VAN BLAADEREN, geliefde Echtgenoot van Wildenhobst, J. G. SCHONE. Ilaarlemmermeer20 Augustus 1866. DIJKGRAAF en HEEMRADEN van den Haarlemmermeer- Polder, brengen ter kennis van de Ingelanden, dat de door het Collegie van Dagelijksch Bestuur voorloopig goedgekeurde REKENING en VERANTWOORDING van den PENNING- MEESTER over 1865, van den 21sten dezer, gedurende 14 dagenter hunner inzage zal worden gelegd aan de Secretaria van den Polderin de Groote Houtstraat te Haarlemvan de3 morgens ten 10 tot des namiddags ten 2 ure. Haarlem, 10 Augustus 1866. Dijkgraaf en Heemraden voomoemd, J. "WM. VAN* DE POLLDijkgraaf. J. C. VAN* DE BLOCQUERY, Secretaris. te Ilaarlemmermeer, wordt onder hunne aandacht gebragt, om op aanstaanden Dingsdag 28 Augustus, tot Lid der Tweede Kamer te kiezenMb. J. P. AMERSFOORDT, Burgemeester onzer Gemeente; wien zouden wij beter kunnen vinden dan hem? die door onvermoeide vlijt en voortvarendheid, onze Gemeente- en Polderbelangen zoo behartigt en zoude kunnen blijven behartigen, op de plaats, welke hij als Lid dier Kamer zoude innemen. EEN KIEZER DEZER GEMEENTE. Lonilen 20 Augustus. Graanmarkt. Het ongestadige weder van de voorgaande week veroorzaakte den landbouwer veel onrust en vrees en ware het weder niet zoo koel en de tusschentijds heerschende wind zoo droog geweest, dan zou er zeker reeds veel tanve op het veld aan het spruiten zijn. Althans gaf het veel verlraging in het oogsten, en er is reeds veel binnengehragtdat lang niet doordroog was," hetgeen op de kwaliteit zijn invloed zal doen gevoelen, terwijl in het noorden het rijpen slechts langzaam vordert. Het ter markt verschijnen van het nieuwe gevvas, en de steeds zoo dure geidmarkt, hoewel het diskonto eindelijk van 10 tot8 percent is verminderd, houdt de markten stil, en slechts in enkele gcvallen is eenige rijzing waargenomen, die dan nog zeer malig was. In Frankrijk heeft daarentegen groote Ievendigheid geheerscht op de algemeen verspreide berigten, dat de oogst slechts op drie vierden van een gemiddeld gewas was teschatten; de markten zijn daardoor op nieuw gestegen, en te Parijs geldt thans de witte tarwe uit de eerste hand 12,50 per mud; gelijk wij verwachtten, zijn te Londen reeds or ders voor fransche rekening ontvangen; voor puike drooge russische tarwe van 't zolder werd voor dit doel 9,60 per mud besleed. Het kan echter, dat de aankomst van eenige schcepsladingen graan uit En geland deze driftige rijzing in Frankrijk spoedig doet bedaren. De laat ste berigten uit het westen van Amerika daarentegen stemmen in het geheel niet met de tot nu toe ontvangene overeen, welke de oogst nu als behoorlijk gemiddeld en van puike kwaliteit opgevenzoodat men aeht er wel voor uitvoer over zal blijven. Er valt dus nog weinig staat op den toekomstigen loop der prijzen te maken, en in elk geva! is er niets met zekerheid te zeggen, zoolang onze eigen oogst niet binnen is, en men niet meer juistheid over de waarheid der tegenstrijdige berigten uit Amerika kan oordeelen. Daar het oogstweder niet alleen ongunstig was in Frankrijk maar ook in Belgie, Nederland en Duitschland, zoo deelde men daar natuurlijk in dezelfde vrees en bleven de markten, hoewel langzaam, stijgende. Om- trent den voortgang der aardappelziekte hoort men geen onrustbarende berigten, maar de natte toestand van den grond doet wel vreezen, dat bij het rooijen blijken zal, dat deze nog al schade aanrigtte. De prijzen te New-York zijn dalendo, en men verwacht nog verdere vcrlaging. Al gemeen wordt gezegd, dat de mai'soogst builengewoon rijk is; volgens sommige berigten wordt die op drie honderd en vijftig miltioen mud ge- schat. Na de verwoesting van een vierjarigen oorlog zal dit de vrees voor gemis aan de noodige levensmiddelen wel verminderen; en het mestcn der varkens zal weder op de oude kolossale wijze in praktijk kunnen worden gebragt, en zal daarvan wel genoegzaam voor uitvoer beschikbaar blijven, om ook hier de te hooge rijzing der vleeschprijzen tegen te gaan. In de Donau-Vorstendommen is ter zake van hot mis- lukken van den oogst de uitvoer van graan verboden. Vee. De geheele aanvoer uit het buitenland gedurende de vorige week bedroeg 18,092 stuks. Runderen. Schapen. Lammercn. Iialveren. Varkens. Rotterdam 393 HarlingenC02 2089 471 CO 388 Belgie63 1998 111 277 12 Frankrijk 1399 550 134 Duitschland. 2147 4895 1529 35 316 Rusland298 Spanjc323 4834 9532 2111 506 1109 Er was een ruimc aanvoer van buitenlandsch vee ter markt; een dcel

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1866 | | pagina 3