- 142 -
'het regt wierde loegekend, om ook verdaciite runderen le
doen dooden. Waar loch dc geschiedenis van den dag leert,
dat zulk een aanzienlijk getal dev door de ziekte aangetaste
runderen herstelt, kan de maatregel van uitgebreide afriia-
king onmogelijk geregtvaardigd worden door eenige omstaudig-
heid van openbaar of bijzonder belaDgen van daar dat het
verzet tegen de wet toeneemt en toenemen zalondanks alle
pogingen van de geleerdeu in het vak van Veeartsenijkunde
die de Kegering, de Yertegenwoordiging en het publiek schij-
xien te willen doen gelooven dat a/making het eenige middel
is, om van de ziekte bevrijd te komeneen middel echter,
dat geen' geneesmiddel is, dat met mag toegepast worden,
en dat, zoo het in toepassing kwame, wat God behoede
verderfelijker wezen zoude dan de ziekte zelve, en aan de
Kegering eene zedelijke verautwoordelijkheid zoude opleggen
zeker te zwaar om gedragen te worden.
2°. Daar, waar afmaking van vee heeft plants geliad, is
de ziekte eerder toegenomen dan gestuit.
Wat Zuid-Holland betreft:
In de gemeente Aarlanderveen is in het begin der maand
Junij met 0/inaken een aanvang gemaakt en daarmede gcregeld
iedere week voortgegaan tot 18 Augustus 1.1., als wanneer
reeds gedood warcn 210 runderen; de ziekte werd niel
gestuit; het is de vraag, of zij door dat afmalcen niet is
toegenomen
In de gemeente Ajphcn werden van 23 Junij tot 14 Augus
tus afgemaakt 52 runderen; men heeft toen daarmede opge-
liouden, waarom? omdat de ziekte niet n/nam en dus de
maatregel geen doel trof!
In de gemeente ter Aar werd de afmaking ook toegepast
tot 4 Augustus 1.1.; toen werd daarmede opgehonden,
waarom? omdat in de week van 5 tot 11 Augustus het getal
aangetaste runderen was verdubbeld en van 32 tot 60 geklom-
meu, terwijl in de daaraanvolgende week toen alzoo in de
vorige week niet was afgemaakt het getal aangetasten was
gedaald van 60 lot 63, Voorwaar geen bewijs dat afmaking
tot het doel leidde
In andere gemeenten van Zuid-Ilollandte veel om alien
afzonderlyk te noemen, heeft de ervaring geleerd, dat de af
making van vee tot gevolg heeft gehad, uitbreiding der ziekte,
verspreiding der smetstof; de statistiek wijst dit aanof
zouden de gemeenten Krimpen aan den IJssel, Zoetermoude
Bodegraven enz. daarvan geen overtuigend bewijs leveren of ge-
leverd hebben?
Daar, waar het meeste bloed heeft gevloeiddaar ook
heeft de smetstof zich het meest verbreid en de ziekte zich
het meest en slerksl ontwikkeld
3°. Door den maatregel van afmaking van ziek en verdacht
vee in toepassing te brengcn, veroorzaakt men onherstelbare
schade aan de vechouders.
De adressanten beweren niet dat de veeziekte geene aan-
mcrkelijke schade aan de houders van rundvee heeft toege-
bragt en voortdurend toebrengt, maar alleen, dat de toepas
sing van het beginsel van onteigening en afmaking verderfelijk
is en meer schade veroorzaken zal dan de ziekte zelve.
Men bewere niet, dat verdacht vee niet zal worden afge
maakt; het ligt bepaald in het beginsel der Kegering om dan,
wanneer zij daartoe den tijd aeht gekomen te zijnafmaking
ook van veedacht vee op mime schaal te bevelen, daar zij
anders het regt hiertoe niet van de Wetgevende Magt had te
vragenen wanneer nu van dit regt door Haar wordt gebruik
gemaakt, welke, vragen wijzullen dan hiervan anders
de gevolgen zijn danontblooting der provincie Zuid-Ilolland
vooral van een aanmerkelijk deel van den gezonden veeslapel,
groote lenadeeling van de veehouders, en trotsering der pu-
bliekc opinie.
Wanneer afmaking van ziek vee vroeger ware toegepast,
zou de veestapel in Zuid-Ilolland reeds verminderd zijn met
21,049 stuks herstelde runderen; nu is het gestorven vee aan-
gevuld door invoer van builen de lijn van afsluiting en door
aanfok. Stelt nu dat in de maand September of October a. s.
eene clgemecue afmaking plaats hcbbe van ziek en van ver
dacht vee, hoeveel Juizendtallcn zullen dan gedood moeten
worden om de ziekte quasi te smorenen welke zekerheid
bestaat er dat zij dan niet meer zal uitbrekenopenbaart
zij zich wcder en telkens weder, zoo als te verwachten is,
welk under gevolg kan dan de maatregel hebben dan algeheele
vernietiging van den Zuid-llollandschen veestapelinvoer mag
■niet plaats hebbende aanfok houdt open de veehou
ders, of de boerenstand gaat voor ecu groot deel zijn
ondergang te gemoet.
Maar zegt men de veehouder bekomt schadevergoeding
edoch w,elke? Niet naar de waarde van het vee voor den
veehoudermaar naar de verkoopwaaxit op het oogenblik der
onteigening?
Wordt het vee afgemaakt, de veehouder verliest alle kans
van herstelde rundereu te bekomenhij mist alle inkomsten
door gemis van vee, hij kan zijne landerjjen niet laten
bearbeiden noch bemesten; uit den verkoop zijner opgestalde
runderen kan hij zijne sckuld niet betalen, en, xvordt de
gelegenhpid tot aankoop en invoer van vee in het voorjaar
ioegestaa))iets wat in elk geval tvvijfelachtig en geheel
van omsiandigheden afhankelijle is, welke zullen dan de
prijzen zijn die hij te besteden heeft, om een koppel vee te
bekomen, eenigzins gelijk aan die welke afgemaakt is? De
schade is voor hem niet te berekenenja zij kan leiden tot
zijn ondergang
Of beeft de geschiedenis van vroegere jaren te vergeefs
geboekt dat men voor herstelde runderen moest b.etalen tot
f 509 het stuk, en de geschiedenis van den dag, leert
zij niet, dat 1111 reeds herstelde runderen schier eene dubbele
waarde hebben?
Na de ontwikkeling dczer drie punten hopen wij, dat het
ons zal gelukt zijn Uwe Ilooge Vergadering dc overtuiging
te schenkendat de wet tot onschadelijkmaking van door den
veetyphus aangetast en daarvan verdacht vee, zoo als die
thans aan Uwe goedkeurig is onderworpeuniet mag en niet
kan aangenomen wordenomdat hare bepalingen rusten op
beginselen van mllekeurvan onregt en, wat wel het ergste
isvan miskenning eener hoogere magt
De adressanten zouden hier liunne beschouwingen kunnen
eindigendoch uit vrees van te kunnen worden beschuldigd
niets ter aanbeveling te hebben van andere maatregelendie
tot zooveel mogelijk behoud van den veestapel zouden kunnen
genomen worden, achten zij zich verpligt de aandacht Uvver
Hooge Vergadering nog te vestigen op de volgende hoofd-
punten
Men eindige bepaald met de onteigening en afmaking van
levend vee, hetzij ziek, verdacht of gezond.
Men verbiede het villen en snijden van gestorven vee en
zorge dat de bestaande bepalingen omtrent het onverwijld be-
graven van zoodanig vee ten strengste worden gehandhaafd.
Men betale uit 's Kijks kas aan den veehouder, die voldaan
heeft aan zijne verpligtingenomschreven bij de artt. 459462
van het Strafwetboeken niet in overtreding is van art. 5
der wet van 9 Julij 1842 (Slaalsblad N°. 21), tegemoetkoming
in de waarde der huid en de kosten van begraven van het
gestorven vee tegen een bepaalden prijsb. v. van 1 2 voor
eene koe, schot of vaars, van 6 voor een pink en van/3
voor een kalf.
De getrokken lijn van afsluiting worde streng bewaaktzoo-
dat geen vee hoegenaamd dezelve overtrekke.
De handel in gezond en hersteld vee binnen de lijn van af
sluiting blijve vrij, met dien verstaude, dat geen rund eene
gemeente worde in- of uitgevoerd, tenzij voorzieD van een
bewijs van den burgemeester of van een' veearts, dat het af-
kotastig is van een onbesmetten stal of weideen voorts
met handhaving van het verbod tot het liouden van veemarkten.
De herstelde koeijen worden door een' erkenden Kijks-veearts
gebrandmerkt, op zoodanige wijze, dat dezelve steeds ken-
baar zijn.
Het vee, ter slagting bestemd, moet levend gekeurd en
dadelijk daarna geslagt wordenin tegenwoordigheid van een
agent van politie; geen vleesch mag onvoorzien van het be
wijs van goedkeuring te koop aangeboden of in consumptie
worden gebragt,
Eindelijk, de Ilooge Kegering geve algemeene voor-
schriften aan de Plaatselijke Besturen, tot ontwerping van
verordeningen houdende ondergeschikte bepalingendie in
acht te nemen zijn bij het ontstaan en heerschen der veetyphus
in elke gemeente, naar gelang van plaatselijke behoeften en
andere omstandigheden.
Men late alzoo den veehouder de schade dragen van het
verlies van zijn vee, omdat hij geene onteigeningssom tegen-
over dooding van hetzelve verlangt en het openbaar belang
geene afmaking van levend vee op ruime schaal vordert,
daarentegen, in het belang van het algemeen, zoo tot voor-
koming van misbruiken als van verspreiding der smetstof,
doe men het gestorven vee begraven en betale tegemoetkoming
voor de huid, geen vee worde vervoerd over de lijn van
afsluiting, de handel worde beperkt, doch niet meer dan
noodig is, en men zorge voor het in consumptie brengen
alleen van gezond vleesch.
verboden En waarom die van lie! vee uit Noord-IIolland
waarvan het getal (het gedeelte der provincie dat nog niet vrij
is, uitgezonderd) 136,065 runderen en 262,352 scliapen be-
draagt? Het invoeren van geslagt vee schijnt geene goede
gevolgen te hebben opgeleverd, wegens het bederf. Naar men
verneemt bestaat er echter een plan tot oprigting van eene
maatschappijdie het vee te Harwich invoerenen van daar
geslagt naar Londen zenden zal.
BERIGTEN OMTRENT DE VEEZIEKTE.
In de Staats-Courant zijn medegedeeld opgaven omtrent den
veetyphus in de provincien Noord-Holland Zuid-Holland en
Utrecht, over de week van 1925 Augustus, en wel:
a, Noord-Holland. In die week zijn: aangetast 23,
aan de ziekte gestorven 0 afgemaakt 23hersteld 0 en
aan het einde der week nog ziek geenesedert het
begin der veeziekte zijn in het geheelaangetast 2043 aan
de ziekte gestorven 561, afgemaakt 742 en hersteld 740 run
deren.
b, Zuid-Holland. In die week zijnaangetast 648aan
de ziekte gestorven 189, afgemaakt 54, hersteld 41 en aan
het einde der week nog ziek 346 runderen; sedert het begin
der veeziekte zijn in het geheel: aangetast 55,277 aan de
ziekte gestorven 23,078 afgemaakt 10,314 en hersteld 21,264
stuks.
c, Utrecht. In die week zijn: aangetast 708 aan de
ziekte gestorven 295, afgemaakt 41, hersteld 204 runderen;
sedert het begin der veeziekte zijn in het geheelaangetast
9195, aan de ziekte gestorven 4190, afgemaakt 354 en
hersteld 4141 stuks.
ItECAPITELATIE.
Door den Nederlandschen gezant te Londen worden bij
voortduring pogingen aangewend om vergunning te bekomen
tot invoer van vee uit de onbesmette provincien van Neder-
land naar Engeland.
Ofschoon bij den geheimen raad deze zaak wordt overwo-
gen is daaromtrent nog geen besluit genomen.
Hoezeer in Engeland zelf verlangd wordt naar opheffing of
verzachting van het verbodblijkt uit een artikelgeplaatst
in The Observer van 19 Augustus j.l.getiteld De cholera
en de invoer van vleesch uit den vreemde", waarin gewezen
wordt op de noodzakelijkbeid van krachtig voedsel ter voor-
koming van cholera, en op de onmogelijkheid voor den arbei-
der om zich tegenwoordig van vleesch te voorzien ten gevolge
van de duurte van dat levensmiddel, veroorzaakt door het
verbod om vee uit Nederland in te voeren.
Ycrder wordt aangetoond dat, behalve Eriesland en Gronin-
gen, ook Zeeland, Gelderland, Noord-Braband Limburg, Over-
ijssel, Drenthe en een groot deel van Noord-Holland onbesmet
zijn en dat er dus geen reden bestaat om den invoer van vee
uit die provincien in Engeland langer te vcrbieden. Ten slotte
wordt medegedeeld, dat door belanghebbenden reeds twee of
drie voorloopige vergaderingen zijn gehouden, en dat het
voornemen bestaat eene deputatie te zenden naar den Hertog
van Buckingham, voorzitter van den geheimen raad, ten einde
een en ander onder de aandacht der Regering te brengen.
De conservatieve ministers in Engeland worden beschul
digd dat zij de opheffing van het verbod van invoer van
Nederlandsch vee uit de niet besmette provincien belemmeren
en dit alleen doen opdat de pachterswier belang dat der
pachtheeren is hoogere prijzen voor het Engelsche vee bedin-
gen kunnen, want de daiing in den marktprijs zou, zegt men,
2 pence (10 cents) per pond beloopen, indien de invoer van
Nederlandsch vee hervat werd. Baarom wordt de invoer van
vee uit Noord-Braband, Limburg, Zeeland, Overijssel, Drenthe
en Gelderland, welke provincien vrij van de veepest zijn en
623,272 runderen, benevens 389,74S scliapen bezitten nog
In de week
Aangetast in
Totaal.
Che
bloe
van
Noord-Holl.
Zuid-Holl.
Utrecht.
lami
1117 Februarij.
225
1510
288
2023
-
18—24
275
1340
250
1865
U
25 Eeb.3 Maart.
179
1000
195
1374
410 Maart
51
1353
297
1701
kont
11—17
27
1133
184
1344
uitzi
18—24
36
1410
243
1689
het
25—31
119
1303
223
1645
5 a
1— 7 April
71
1129
273
1473
8—14
48
1365
234
1647
15—21
78
770
254
1102
D
22—28
16
703
160
879
28 April 5 Mei.
44
649
135
828
land
6—12 Mei
75
572
67
714
Boek
13-19
20
332
49
401
20—26
43
245
83
371
1 bij c
27 Mei 2 Junij.
53
255
107
415
mede
39 Junij
72
163
86
321
van
10—16
23
215
66
294
dus
17—23
58
248
60
366
gen
24—30
43
208
84
335
ploe<
17 Julij
22
385
190
597
Enge
8-H
14
344
168
526
strijt
15—21
17
535
224
776
22—28
31
629
311
971
M
29 Julij 4 Aug.
24
617
348
989
Line
511 Augustus.
26
737
462
1225
oude
12—18
21
579
533
1133
spuw
19—25
23
648
708
1379
Totaal.
1734
20377
6272
28383
Ni
denn
De veepest heeft, in Groot-Brittannie, gedurende d"e
week van 18 tot 25 Augustus 148 runderen aangetast,
zijnde 21 meer dan in de voorgaande week.
Het verzoekschrift, door Commissarissen en Direkteuren der
Nederlandsche Maatschappij voor Grond-Krediet aan Z. M. den
Koning gerigt, waarbij die Maatschappij zich bereid ver-
klaart de droogmaking van een groot gedeelte der Zuiderzee
te ondernemen, op later met den Staat overeen te komen
voorwaarden, ingeval namelijk de Regering er toe besluiten
mogt dit werk door partikuliere krachten te laten tot stand
brengen, - heeft het gevolg gehad, dat de minister van
binnenlandsche zaken, op magtiging des Konings, een Raad
van den Waterstaat heeft ingesteldten einde te onderzoeken
1°. of het overgelegde, door den inspekteur Beijerinck ont-
worpen planuitvoerbaar isen
2°. zoo ja, of de uitvoering aan partikulieren kan worden
overgelaten, dan wel of de daarbij betrokken belangen eene
uitvoering van Staatswege aanraden.
Deze Raad is zamengesteld als volgtde heeren F. IF. Conrad,
hoofd-inspekteur, voorzitter; II. F. Fynje van Salverdainspek
teur in de le inspektie; J. G. van Gendt, hoofd-ingenieur in
Noord-Holland; W. C. P. baron van Beede van Outshoorn,
hoofd-ingenieur in Utrecht; jhr. J. Ortt van Schonamcenhoofd-
ingenieur in Gelderland; N. J. van der Lee, hoofd-ingenieur
in Overijsselen C. J. Bollenhoofd-ingenieur in Eriesland
ledenen J. M. F. Wellan, ingenieur te Utrecht, secretaris.
DE OOGST IN ENGELAND.
In een algemeen overzigt omtrent het gewas van dit jaar
wordt gezegd
De taruie belooft ongeveer of ten voile een middelbaar ge
was te zijn wat de hoeveelheid betreft en goed van kwaliteit.
Op de zware gronden staat de opbrengst met die van de beste