WEEK It L A II
Vrijdag, 19 October.
UK
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDEB-BELANGEN GEWIJD
le^ende Jaargang
Landbouw.
\¥.PVI/-
HET KREDIET voor den LANDBOUW.
Hoofdredacteur C. E. DE CLERCQ.
HAARLEMMERMEER
PRIJS VAN HEX ABONNEMENT
in het Jaarf 6.
Alle Toezendingeude Rebactie betreffeude, moeten geschieden aan
den Iioofdredacteur, te Haableh, Kruisstraat, Wijk 6, N°. 513.
Vervolgzie N°. 41.)
De Nederlandsche Bankde andere banken en de bijzondere
bankiers of geldkantoren verzamelen dus eigenlijk al het ka-
pitaal, dat tijdelijk door de eigenaars niet gebruikt wordten
leenen dit weder aan anderen uit.
Maar waarom geschiedt dit uitleenen bijna uitsluitend aan
den handel, weinig aan de nijverheid en bijna in het geheel
niet aan den landbouw
Dit geschiedt niet uit eene zekere voorliefde voor den han
del, of omdat de banken meestal in de handelssteden gevestigd
zijn, maar omdat tot nu toe bijna alleen bij den handel te
vinden was, de zekerheid van de terugbetaling der uitgeleende
gelden op den bepaalden termijn hetgeen voor de banken de
levensvoorwaarde van hun bestaan is.
Banken en bankiers leenen, zoo als reeds gezegd werd,
hoofdzakelijk het geld, dat zij van anderen in gebruik hebben,
en dit geld hebben zij in den regel slechts voor korten tijd
in handen, of althans kan het van hen binnen korten termijn
teruggevorderd worden.
De bankbiljetten b.v. moeten op vertoon terstond door de
Nederlandsche Bank worden verzilverd; de gelden, die bij
banken en bankiers in depot of in rekening-courant met ver-
goeding van interest worden gestort, zijn meestal ook op zeer
korten termijn, gewoonlijk slechts na eenige dagen, hoogstens
na 8 a 14 dagen opeischbaar.
"Wanneer er dus omstandigheden komen, waardoor vele van
die gelden terug worden geeischtzouden de banken en ban
kiers zeer spoedig niet meer aan hunne verpligtingen kunnen
voldoenzoo zij niet zeker waren dat de uitgeleende gelden
stiptelijk op de vervaldagen zullen worden voldaan; en wan
neer niet het uitleenen voor zoo korten tijd geschiedde, dat
zij daardoor hunne voorschotten in tijds terug ontvangenom
die weder aan hunne geldgevers te kunnen terug betalen.
In den handel worden dan ook bijna nimmer voorschotten
voor langer tijd dan uiterlijk drie maanden gegeven; voorschot
op onderpand van koopmansgoederen of elfekten is in den
regel na elke maand opzegbaar; en in tijden van wantrouwen
of handelskrisis worden die termijnen nog dikwerf verkort,
wijl men dan het geld, dat elk oogenblik kan worden terug
geeischt, ook maar voor zeer korten tijd durft uit te leenen.
De zekerheid van de terugbetaling is voorts zoo groot als
die kan zijnen de geheele handelswetgeving en handels-
gebruiken zijn er naar ingerigt ora den geldschieter bu het
in gebreke blijven van den geldnemer binnen den kortst mo-
gelijken tijd regt te verschaffen. De handelaars onderwerpen
zich vrijwillig aan die bezwarende bepalingenomdat zij weten
dat, hoe strenger deze zijn, des te gereeder zij in de gele-
genheid zullen zijn op goedkoope wijs geld te kunnen leenen.
Een handelaar weet alzoo dat zijn geheele bestaan afhan-
kelijk is van het stipt nakomen zijner geldelijke verbindtenis-
sen, en dat als de betaaldag daar is, er geen uitstel, ook van
een enkele dag, mogelijk is. Het niet betalen van een enkele
wisselschuld stelt alzoo terstond staking van betaling daar,
welke spoedig door faillietverklaring gevolgd wordt, zoo de
handelaar Diet in staat is zeer spoedig zijne betalingen te
hervatten. Bij voorschot op onderpand van goederen of effekten
is eveneens kort regt de wet. Wanneer de terugbetaling niet
op den vervaldag geschiedt, kan de geldschieter het onder
pand terstond verkoopen en te gelde maken en zich daaruit
voldoen.
Bij wisselschulden wordt bovendien de zekerheid versterkt,
door dat meer dan een persoon voor de betaling aansprakelijk
is. Voor wissels, die door bankiers gediskonteerd worden, is
de betaling gewoonlijk minstens door drie personen gewaar-
borgdzoodat wanneer degeendie de betaling heeft aange-
nomen, niet betaalt, het bedrag onmiddellijk kan worden
teruggevorderd van den persoondie den wissel aan den
bankier verkocht, of van hem die den wissel trok.
\oorts is elk handelaar voor zijn wisselschulden met zijn
goederen en persoon verbonden, en kunnen die zelfs bij lijfs-
dwang worden ingevorderd.
En dit verhaal op de goederen van den handelaar is weder
gemakkelijk, omdat dit in den regel handelswaren zijn, die
voor onmiddellijken verkoop vatbaar zijn en eene geregelde
marktwaarde bezitten.
In den handel vindt men dus de beste gelegenheid om
gelden voor korten of vast bepaalden tijd uit te leenen, met de
meest mogelijke zekerheid die op den vervaldag, zonder eenig
uitstel, terug te ontvangen, of die, bij het in gebreke blijven
van den schuldenaar, binnen zeer korten tijd met weinig regts-
formaliteiten terug te erlangen. Daarom is sinds langen tijd
het handelskrediet gevestigdterwijl het krediet voor de nijver
heid en voor den landbouw nog ter naauwernood bestaat.
Er werd reeds gezegddat de zekerheid voor terugbetaling,
zonder uitstelde levensvoorwaarde voor het -krediet isen
tevens dat dit hoofdzakelijk zijn oorzaak vindt in den aard
der gelden, waarmede dit krediet verleend wordt.
A\ ij hebben nu door vele bijzondere omstandigheden in de
laatste jaren tijden van ongewone geldduurte gehad; maar in
gewone tijden wordt de handel goedkooper aan geld gehol-
pen, dan eenige andere tak van nijverheid. Vier a drie, tot
zelfs twee en een half pCt. als het geld ruim was, had men
daarvoor slechts te betalenals men goede wissels hadof
op onderpand van handelswaren of courante effecten geld opnam.
De geldgevers maakten dus nog minder dan de genoemde
rente van hun geld, wijl de winst van de tusschenpersoon,
bank of bankier, daaruit tevens moet worden gevonden.
Dat menin gewone tijden, zoo goedkoop geld verkrijgen
kan, yindt^ zijn oorzaak daarindat dit gelden zijn die slechts
tijdelijk bij den handel of bij partikulieren niet in gebruik zijn,
en welke men dus anders in het geheel niet zou kunnen be-
leggen en renteloos moet laten.
Als het geld dus goedkoop iszal ieder die het niet be-
schikbaar wenscht te houden, dit bij voorkeur op andere wijs
beleggen door aankoop van effekten, geldschieten op hypotheek,
grondaankoop enz,waarbij men dan hooger rente van zijn
geld maken kan.
Het krediet wordt dus hoofdzakelijk gevoed door het tijde
lijk zonder bepaald gebruik zijnde kapitaal. Komen er nu
omstandighedendie ruime gelegenheid tot winstgevende beleg-
ging openenzoo als geldleeningen tegen hooge rente, alge-
meene verlevendiging van den handel, aanleg van spoorwegen
en dergelijke, dan wordt spoedig een belangrijk deel van dit
kapitaal aan het krediet onttrokken en op vaste wijze belegd,
en moeten dus de banken en bankiers, die met deze gelden
voorschotten £aven, in de gelegenheid zijn binnen korten tijd
die kredieten te verminderen of in te trekken.
Ilet is noodig om dit wel in het oog te houdenopdat
men van het krediet niet meer verlange, dan het uit zijn aard
geven kannamelijk tijdelijke voorschottendie op den ge-
stelden tijd worden terugbetaald en waarvan het verlengen
kan worden geweigerd, zonder dat de geldnemer daardoor in
ongelegenheid komt.
Vi orden geen meerder aanspraken gemaakt en kunnen die
verpligtingen worden nagekomen, dan mogen ook nijverheid
en landbouw een even goedkoope en krachtige ondersteuning
van het krediet verwachtenals de handel daarvan geniet.
Beiden doen echter veelal eischen aan het krediet, die daar
door niet kunnen vervuld wordenen het is daarom goed
eerst aan te toonen wat men daarvan niet moet verwachten
om langs des te zekerder weg de voordeelen te verkrijgen,
die door het krediet werkelijk kunnen worden geschonken.
In den handel wordt het geld, dat men door het krediet
verkrijgtuitsluitend besteed voor zaken die binnen korten
tijd afloopen, of daarvoor goederen aangekocht, die een ge
regelde handelswaarde bezitten en aan geen zoo groote prijs-
vermindering onderhevig zijn, dat zij niet binnen korten tijd,
zij het met winst of met verlies, kunnen worden te gelde
gemaakt.
Een handelaar b.v., die eene partij waren koopt, kan dit met
gerustheid doen, al heeft hij het voile kapitaal niet beschik-
baar om die te betalen. Hij laat door den verkooper een
wissel op drie maanden op hem trekken en neemt aan dien te
betalen; zijn na drie maanden de goederen nog niet verkocht,
dan kan hij die beleenen en daarmede zijn wisselschuld be
talen. In gewone tijden zal hij die beleening van maand
tot maand kunnen vernieuwen, tot dat hij bij gunstigen
stand der prijzen verkoopen kan en de beleening aflossen.
Wordt hem in ongunstigen tijd de beleening opgezegd of
de rente der beleening te hoog, dan zal hij, zij het ook
PRIJS DER ADVERTENTieN
van 1—6 regels 7 5 Cents. Elke regel meer 12 J/a Cents.
Zegeieegt bij elke plaatsing 35 Cents.
Toezending uiterlijk Woensbag. Adresvan Bonga C°.Amsterdam.
met eenige schade, toch altijd kunnen verkoopen en daar
door aan zijne verpligtingen voldoen. Hij zal dus met voor-
deel van het krediet kunnen gebruik makenzoolang hij dit
doet in behoorlijke verhouding tot zijn eigen kapitaalen
bij artikelendie aan geen te groote prijswisseling onderhe
vig zijn en waarvan, ook in ongunstige handelstijdeneen
geregelde afzet mogelijk is. Wanneer echter een handelaar
zijn krediet gebruikte om handelswaren in te slaan, die in
ongunstige tijden bijna onverkoopbaar kunnen zijnzoo als
b.v. artikelen van weelde, of wanneer hij met dat geld pak-
huizen en schepen bouwde, of uitzending van goederen naar
zeer verre gewesten deedzoodat hij misschien een jaar of
langer op den verkoop moest wachtenzou hij zeer spoedig
in geldelijke ongelegenheid komen en het krediet hem tot een
valstrikin plaats van tot voordeel strekken.
De fabriekant en landbouwer moeten dezelfde onderscheiding
leeren maken; zij mogen zich door middel van het krediet
alleen het geld verschaffendat zij kunnen gebruiken voor
zaken die binnen een bepaalden tijd afloopenof voor uit-
schotten die ter bestemder tijd met zekerheid als verkoopbare
waarde weder in hunne handen komennimmer mogen zij
daardoor het geld trachten te vindendat zij blijvend in hunne
zaak noodig hebben of tot geregelde uitbreiding daarvan
behoeven.
Zoo zal een fabriekant een deel van zijne grondstoffen of
zijner uilschotten voor arbeidsloon met geld door krediet ver-
kregen kunnen betalen, wijl hij daarvoor binnen korten tijd
voortbrengselen verkrijgt, die terstond voor verkoop vatbaar
zijn. Hij zal daarvan gebruik kunnen maken om bij gunstigen
stand van prijzen grooter inslag van grondstoffen te doen
dan waartoe zijn gewone bedrijfskapitaal hem in staat stelt,
of hij zal op de verkregen produkten tijdelijk geld kunnen
opnemen om een gunstiger stand van prijzen ter verkoop af
te wachten. Maar zoo hij op kortstondig krediet geld op-
neemt om zich werktuigen aan te schaffen, die hem veel
voordeel kunnen gevenmaar die hij eerst in een aantal jaren
door vermeerdering zijner winst betaald krijgt, of om zijn
gebouwen te vergrootenzal hijals hem het verleende kre
diet onttrokken wordt, onmogelijk aan zijne verpligtingen kun
nen voldoen, wijl er geen verkoopbare waarde voorhanden is
om daaruit het voorschot terug te betalen.
Met den landbouwer is het evenzoo gesteldook hij mag
alleen het krediet gebruiken voor die aaukoopen of uitgaven,
waardoor hij binnen een kort tijdsverloop eene voor verkoop
vatbare waarde in handen krijgt, of wel tot het tijdelijk
opnemen van geld op zijne verkregen voortbrengselen, die
ten verkoop gereed zullen zijnwanneer de tijd van terug-
gave der geleende gelden invalt. Ook hij mag dergelijke gelden
niet besteden voor het aankoopen van werktuigen of het ver-
rigten van verbeteringen aan den gronddie door geen eersten
oogst kunnen worden terugbetaald. Het vee echter, dat hij des
najaars opstalt om het in het voorjaar weder te verkoopen;
de snelwerkende mest die hij aankoopt eu door ruimere op-
brengst van het gewas betaald krijgt; het veevoeder dat hij
binnen eenige maanden in den prijs van zijn vette vee terug-
vindt; de oogst die in zijn bergen zit, maar die hij slechts
langzamerhand in den loop der wintermaanden ter markt kan
brengendit zijn alle gevallenwaarin hij gebruik kan maken
van het krediet, omdat hij vooruit kan berekenen van waar
het geld komen moet om het tijdelijk door hem opgenomen
kapitaal terug te betalen.
Voor dergelijke zaken mag hij gerust aanspraak maken op
het krediet, en kan hem dit ook verschaft worden, wanneer
hij ook aan de andere gestelde eischen van het krediet beant-
woorden kanzekerheid van stipte terugbetaling op den ver-
schijndag der schuld en spoedig verhaal op hem of zijne
bezittingen, wanneer hij daarmede in gebreke blijft.
Er blijft dus thans nog te onderzoeken hoe de landbouwer
ook aan die eischen kan voldoen.
DE AMSTERDAMSCHE
LANDBOUW- EN MEST-COMPAGNIE.
Het bijblad der Landbouw-Courani n°. 18 behelst het eerste
verslag dezer Maatschappij over het jaar 1866, op de eerste
algemeene vergadering van deelhebbers den 28 Mei 1866 te
Amsterdam uitgebragt.
Wij ontleenen daaraan het volgende;