W E E It B L A II 1867. >sk\Rtp Vrijdag, 11 Januarij. VAN A AN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD iVclfttste Jaatgang Hoofdredacteur C. E. DE CLERCQ. Landbouw. HflB a HAARLEMMERMEER PRIJS VAN HET ABONNEMENT in. het Jaar. 6. Alle Toczendingende Redactie betreffende, moeten geschieden aan den Hoofdredacteur, te Haaelem in de Kleine Houtstraat. PRIJS DER ADVERTENTieN van 16 regels 7 5 Cents. Elko regel meer 12 '/2 Cents. Zegelkegt bij elke plaatsing 35 Cents. Toezending uiterlijk Woensdag. Adrcs: van Bonga C°.Amsterdam. BERIGTEN OMTRENT DE VEEZIEKTE. In de Staats-Couranl zijn medegedeeld opgaven omtrent den veetyphus in de prov. Noord-Holland Zuid-Holland, Utrecht en Gelderlandover de week van 2329 December, en wel: a. Noord-Holland. Aangetast 730, gestorven 57 afge- maakt 670, hersteld 2 en nog ziek 1; sedert het be gin der veeziekte zijn in het geheelaangetast 5386 gestor ven 771, afgemaakt 3823 en hersteld 791 runderen. B. Zuid-Holland. Aangetast 2588, gestorven 769, afge maakt 27 hersteld 307 en nog ziek 1485 runderen; sedert het begin der veeziekte zijn in het geheel: aangetast 75,999 gestorven 33,046, afgemaakt 14,664 en hersteld 26,235 stuks. c. TJtrecht.Aangetast 2477gestorven 1711, afgemaakt 1, hersteld 675 runderen; sedert het begin der vee ziekte zijn in het geheel aangetast 41,763, gestorven 23,692, afgemaakt 3479, hersteld 12,038 en nog ziek 2554 stuks. d. Gelderland. Aangetast 37, gestorven 3, afgemaakt 116, hersteld geen en nog ziek geensedert het begin der veeziekte zijn in het geheel: aangetast 260gestorven 18 en afgemaakt 1010 stuks. KECAPITULATIE. In de week Aangetast in Totaal van N-Holl. Z.-Holl. Utrecht Gelderl. 2127 October.. 70 499 917 1486 28 Oct. 3 Nov. 51 494 898 1443 410 Novemb. 38 510 1003 1551 11—17 118 509 968 sedert 1595 18-24 214 1006 2037 het begin 3257 25 Nov. 1 Dec. 483 2130 4549 der 7162 28 Decemb. 411 2511 4783 ziekte 7705 9-15 324 2334 3454 183 6295 16-22 442 2788 2501 40 5771 23—29 730 2588 2477 37 5832 Uit Gouda wordt van 7 Januarij gemeld, dat de afge loopen week in de omliggende plaatsen minder nieuwe geval len van runderpest opleverdeslechts in enkele stallen was zij uitgebroken. Evenwel is het getal runderen, in reeds be- smette stallen aan die ziekte bezweken, zeer aanzienlijk en bedraagt dit binnen de gemeente Stolwijk reeds meer dan 600 stuks. - In Noord-Braband begint zich de veeziekte meer uit te breiden en is zij deze week uitgebroken te Reek bij Grave alwaar 11 runderen, te Herpen, waar mede 11 runderen, en te Vught, waar 12 runderen en 2 schapen onteigend en af gemaakt zijn ook te Megen heeft zich de ziekte weder op twee stallen vertoond en te Udenhout is zij uitgebroken in de stal van den landbouwer van den Boschen te St. Oe- denrode bij den landbouwer Smits. Ook in de omstreken van Antwerpen is de runderpest weder verschenendoch onmiddellijk zijn 22 beesten afge maakt en de strengste maatregelen genomen om het brand- punt der ziekte te ontsmetten. Deze nieuwe uitbarsting van den veetyphus wordt toegeschreven aan den doorvoer van Duitsche ossen, zoodat er dan ook reeds sprake is van de hernieuwing van het volstrekte verbod van invoer van den kant van Duitschland. In de met 22 December 1.1. geeindigde week zijn in Groot-Brittannie, even als in de voorafgegane week, 6 geval- len van runderpest ter kennis van het gouvernement gekomen. Op drie plaatsen brak de ziekte op nieuw uiten als voor- zorgsmaatregel zijn 32 gezonde runderen die met zieke in aanraking waren geweestafgemaakt. Volgens de van regeringswege ingewonnen en nu open- baar gemaakte^ opgaven, telde het Vereenigd Koningrijk van Groot-Brittannie en Ierland in het vorig jaar 8,716,276 stuks rundvee en 26,375,993 schapen. Een van de voornaamste onder de geneeskundige tijd- schriften van EngelandThe Lancet, begroot het geldelijk verlies, in Groot-Brittannie regtstreeks door de runderpest veroorzaakt, op Z]/2 millioen ponden sterling; doch het zegt dat daar tegenover een voordeel staatnamelijkdat de aard en oorsprong dier ziekte door de wetenschap in het licht zijn gesteldterwijl de voorschriften der geneeskunde in Enge land na eenige tegenstreving van de regeringtot rigtsnoer genomen zijn en tot stuiting der kwaal hebben geleid. In verband met de quarantaine-maatregelen voor vreemd (niet voor onmiddellijke consumtie bestemd) vee in Engeland zijn thans van wege Hr. Ms. Privy Council aldaar de volgende voorwaarden vastgesteld „Niemand wordt tot de quarantaine-hokken toegelaten, met uitzondering van den eigenaar dier hokken of zijn gemagtigde den opzigter of andere beambten, aangewezen door het bestuur der douane of den privy councilden invoerder van het vee of zijn aangewezen agent en de oppassers van het vee. „Die toelating moet steeds door den chef van het quaran- taine-station plaats hebben. „Gezegde eigenaar moet geschikte personen aanwijzen voor oppassing van het vee en de reiniging der hokkenen moet van tijd tot tijd hunne namen aan den chef mededeelen. „Elk in dienst gesteld persoon, die in strijd met de voorschrif ten handelt, zal het regt van toegang tot de hokken verliezen. „Wanneer onder het vee in een der hokken of afgeschoten gedeelten eene ziekte ontstaat, zal met het vee in dat hok of afgeschoten gedeelte gehandeld worden overeenkomstig de voor schriften van den opzigter, en ten koste van den eigenaar der hokken. De dieren echter in aangrenzende hokken, waaron- der geene ziekte is uitgebrokenbehoeven niet geslagt te wor den dan op bevel van het hoofdbestuur der douaneonder goedkeuring van de lords van den council. Wanneer die be ambten de slagting gelasten, zullen alle kosten door den ei genaar der hokken gedragen worden, en deze eigenaar, noch de eigenaar van eenig vee in die hokken, zal voor het aldus geslagte vee vergoeding kunnen vorderenop grond van eenige voor de- zen vastgestelde parlements-acte of eenigen „order of council." Zonder certificaat van den opzigter van het quarantaine- station mogen geene dieren (hetzij levend of dood), huiden, vleeschafval of voeder van het station verwijderd worden. De ingang tot de hokken en de derwaarts leidende wegen zullen aanhoudend met versche kalk bestrooid of op andere wijze gedesinfecteerd moeten wordenten genoege van den opzigter. Hij, die eene vergunning tot landing van vreemd vee verzoekt, zal eene verklaring behooren te teekenen, waarbij hij aanneemt de gezegde voorwaarden te zullen naleven en den ingang van elk der quarantaine-hokken te zullen voorzien van een afschrift der bepalingen door de commissioners of customs" of de lords van den privy council" op de qua- rantaine gemaakt. Hij moet verder schriftelijk opgave doen van: 1°. den naam en de ligging van het station, waar hij zijn vee wenscht af te zonderen2°. het getal hokken of afzonderingsplaatsen dat hij verlangt; 3°. de ruimte van elk hok en het getal beesten dat hij in elk hok wenscht te plaatsen4°. de schik- kingen, gemaakt om het isoleren van elken koppel beesten bij het overbrengen van de landingsplaats naar de verschil- lende hokken te verzekeren; 5°. de wijze waarop de slagting der beesten, welker afmaking wordt gelast, zal plaats hebben; 6°. de wijze waarop gehandeld zal worden met den afval, de huid en de mest van dieren, die niet van het station mogen verwijderd worden." De gemeenteraad van Kampen heeft den 5den Januarij j 1. eene verordening vastgesteld, waarbij alle in- en doorvoer al daar van rund- en wolveezoomede van versch en gezouten vleesch, vet, beenderen, huiden en afval van vleesch verbo- den wordt; alleen mag worden ingevoerd slagtvee, mits zulks onder geleide der politie worde overgebragt naar een der stads stallen en binnen 48 uren na de invoering, onder gelijk toe- zigtworde geslagt. Wat overigens den veestapel in die gemeente betreft, blijft zij in den besten welstand verkeeren en hebben zich aldaar nog geene ziektegevallen onder het vee voorgedaan. Vrijdag avond van de vorige week is door de politie te Leiden aangehouden eene schuitwaarin ongeveer 400 pon den vleesch, hetwelkna onderzocht te zijn, afgekeurd en begraven is. In Zwitserland is een persoonomdat hij onwillekeurig al daar de veepest had ingevoerdtot zes maanden gevangenis- straf en 2000 francs boete veroordeeld. OVERZIGT van den STAND deb VEEZIEKTE, gedurende de week van 23 tot 29 Dec. 1866. Nookd-Holland. Ten zuiden van het IJ brak de ziekte op nieuw uit te 's Gravelanden woedde heviger dan tot dusverre had plaats gehad te WeespercarspelMuidenDiemenOuder-Amstel en Nieuwer-Amstel. Te Weespercarspel werden 143, te Nieuwer- Amstel 140 gevallen aangegeven. Het getal besmette ge- meenten ten noorden van het IJ werd met drie vermeerderd Nieuwendam, Middelie en Venhuizen. De reeds vroeger op- gegeven gemeenten blevenmet uitzondering van Broek in Waterland en Edamvan de ziekte bevrijd. Zuid-Holland. In enkele der gemeenten, in de besmette streek ten noorden van Leiden gelegen, nam de ziekte toe, in andere af; maar over het geheel veranderde de toestand niet. Hillegom en Rhijnsburg bleven deze week bevrijddaarentegen brak ze te Sassenheim en Noordwijk weder uit. - Meer oostwaarts be- noorden den Rhijn werd afname waargenomen, in het bijzonder te Bodegraven, Ter-Aar en Rhijnsaterwoude. Aanzienlijker nog was de afname in de omstreken van Woerden. Het wekelijksche cijfer der aangetaste runderen, dat sedert eenigen tijd langzaam verminderde, is nu reeds tot 66 in de geza- menlijke gemeenten Woerden, Waarder, Papekop, Langeruige- weide, Hekendorp en Oudewater gedaald. Het sterftecijfer bleef steeds iets beneden de helft van dat der aangetasten. Ook te Alphen en Boskoop zijn zeer weinig gevallen voor- gekomenin verhouding tot de voorafgegane week. Te Bent- huizen, Zoeterwoude, Voorschoten, Leiden, Katwijk en Val- kenburg kwam geene verandering. De ziekte woedt er niet hevig en de sterfte is betrekkelijk zeer gering. In het arrondissement 's Gravenhage was het cijfer der aan getasten weder lager (194). 's Gravenhage en Nootdorp werden wel op nieuw bezocht, maar vele andere gemeentenals Was- senaar, LoosduinenWateringen en Zegwaard, bleven bevrijd. De aanzienlijke uitbreiding der besmetting te Stein en Broek heeft spoedig opgehouden. Wel zijn er nog vele runderen aangetast, maar de ziekte heeft hier, als in het geheele noordelijk gedeelte van het arrondissement Rotterdamvrjj wat minder verwoestingen aangerigt dan in de voorafgegane week. De gemeenten, waar, na de genoemde, de meeste gevallen voorkwamen, zijn Gouda, Nieuwcrkerk a/d. IJssel Noord-Waddinxveen en Bergschenhoek. In de omstreken van Rotterdam zelve is geene verandering van belang ontstaan, maar wel is er de ziekte weder uitgebroken in eenige plaatsen met name MaassluisRotterdamCapelle a/d. IJssel en Kra- lingendie sedert eene of meer weken waren verschoond ge- bleven. Hoezeer de sterfte-verhouding in het algemeen in deze streek niet groot schijnt te zijn, zoo is toch het karakter der ziekte zeer verschillend van aard, en er zijn, volgens de rapporten der veeartsenstallen waar 60, andere waar 90, ja vele waar 100 pet. der aangetaste runderen sterven. Te Delfshaven en Kethel heerscht de ziekte in ligten graad. Zoo ook te Vlaardingerambaohtmet langzame uitbreiding. In het arrondissement Gorinchem hield de afnamewaarop in het vorig overzigt werd gewezenniet aanen er werden weder 350 runderen meer aangetast dan in de week geein- digd den 22sten December. De typhus brak voor het eerst uit te Nieuwpoort, Bleskensgraaf en Papendrecht en te Gou- driaan, na sedert 18 Augustus 1866 weggebleven te zijn. Intusschen neemt de sterfte, in verhouding tot de uitbreiding die de ziekte gekregen heeft, niet toe en blijft gering. Utkbcht. Bewesten de Vecht en den Vaartschen Rhijn bleef de ziekte afnemen. In de 18 besmette gemeenten benoorden den Rhijn zijn 677 runderen aangetast, tegen 851 in de voorafge gane week. Te Kamerik schijnen de stallen te zijn doorge- ziekter kwam geen geval meer voor. Ook Ruwiel bleef voor het eerst verschoond. Tusschen den Rhijn en den IJssel lijden de veehouders onder Harmelen, Veldbuizen en vooral te Jutphaas nog veel. In deze laatste gemeente neemt de ziekte nog weinig af; evenmin is dit het geval te Lopik tusschen den IJssel en de Lek gelegen, Te Lopik alleen bc-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1867 | | pagina 1