WEEKBLAD
1807,
rv.vrn^
MAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDEK-BELANGEN GEWIJD
VlUJDAG, 8 Februarij.
Achtste Jaai'gang
Iloofdredacteur C. E. DE CLERCQ.
Landbodw.
RAPPORT AAN DEN KONING
van de Commissiebenoemd bij £>-. Ms. besluit
van den Jfanuarij 1867, betreffende de
mlddclen tot bestrijding van den Vee-
typhus, met eene bijlage.
HAARLGMMERMEER
PRIJS VAN HEX ABONNEMENT
in het Jaary 6.
Alle Toezendingende Redactie betreffende, moeten geschieden aan
den Hoofdredacteur te Haarlem in de Kleine Hoatstraat,
's Gkavenhage ]8 January 1867.
Sire
Het behaagde Uwe Majesteit bij besluit van den 2den Jan. 11 n°. 37,
do ondergeteekenden in eene Commissie te vereenigen met den last om
binnen den kortst mogelijken tijd, Uwer Majesteit een rapport uit te
brengen over de volgende vragen:
Aan welke oorzaken is het toe le schrijven, dat de maatregelen
tot dusver tegen den veetyphus hier te lande verordend, niet tot het
gewenschte doet hebben geleid?
anneer de bestaande bepalingen tot wering dier ziekte doel-
trefjend to achten zijn, welke maatregelen zouden dan genomen kun-
nen toorden om hare snelle en eenparige loepassing te verzekeren
III. Zijn er nog andere maatregelen van overheidswege te nemen,
waaroan met grond de uitroeijing van den veetyphus kan verwacht warden
IV. Zijn er middelen bekend om rundvee te foklcen, dat weinig of
geene vatbaarheid bezit om door veetyphus te worden aangetast?
De taak, waartoe wij door Uwe Majesteit werden geroepen, is met
groote ingenomenheid door ons aanvaard. De vreeselijke ramp, welke
reeds gedurende anderhalf jaar onzen teregt beroemden veestapcl teistert
die aan menigeen reeds gevoelige verliezen heeft toegebragt, en een aan
zienlijk deel van onze nationale welvaart met ondergang bedreigt, heeft
van den beginne af onze belangstelling gaande gemaakt.
De gcvoelens Sire, die Uwe Majesteit deden besluiten, een onderzoek
tc doen instellen naar de middelenwaardoor onze veestapel voor nog
groote re verliezen kan beveiligd worden, zullen gewis overal in den lande
vveerklank vinden. Voor ons zijn zij een prikkel te meer geweest om
alle krachten in te spannen, ten einde het doel, door Uwe Majesteit
beoogd, naar ons vermogen te helpen bereiken. De groote bezwaren,
die aan de uitroeijing van den besmettelijken veetyphus (algemeen bekend
onder den naam van runderpest) verbonden zijn, vooral, wanneer die
ziekte zich over eene groote oppervlakte heeft uitgebreid en een groot
aantal runderen heeft aangetast; het ingrijpende en kostbare der maatre
gelen, 'die daartoe noodig zullen zijn, dit alles deed ons het gewigt
onzer taak levendig beseffen. Wij betreurden het daarom te meer dat
ons de hulp ontviel van twee hooggeschatte en bekwame mannen, den
hoogleeraar Mulder en den beer Metelerkampdie wegens den staat
bunner gezoudheid geen deel konden nemen aan onze werkzaamheden
De oyertuiging van Uwe Majesteit deelende, dat er met spoed moet ge-
nandeld worden en het rapport onzer Commissie binnen den kortst moge-
lijken tijd gereed moest zijn, hebben wij zonder verwijl met onze be-
raadslagingen een aanvang gemaakt, en zien ons thans in staat, den uit-
slag daarvan eerbiedig Uwer Majesteit aan te bieden.
I .Onder de oorzaken, waaraan het is toe te schrijvendat de maat
regelen, lot dus ver tegen den veetyphus hier le lande verordend
met tot het gewenschte doel hebben geleid, werd in de eerste plaats
geuoemd gebrek aan eenheid in het uitvaardigen en toepassen der voor-
schnften tot wermg der ziekte. Nevens de maatregelendoor de Rege-
ring bevolen, werden door provinciale en gemeentebesturen een aantal
yerordenmgen vastgesteld, die, hoe doeimatig ook op zich zelven, door
haar aan al eene bron werden van verwarring, zoowei voor ben, die deze
maatregelen moesten toepassen, als voor de veebouders en andere be-
Ianghebbenden. Er was, in een wourd, gebrek aan centralisatie. De
uityoering der maatregelen, en het toezigt op de handhaving der veror-
demngenwas aan een aantal verschillende personen opgedragen, die in
bunne handelingen niet door een boofd werden geleid. Daaruit ontstond
een groot verscb.l van inziglen, dat veelal weifeling, slapheid en strem-
ming in het ten uitvoer leggen der voorschriften en in de handhaving
der verordemngen ten geyolge had. - Van die verwarring werd maar al
hebn^n hnUi Sp™33'1,1 door ee" aantal personen, die, bunne bijzondere
belangen boyen het algemeen belang stellende, en niet verder ziende
ifi in Hn I'' zl?hJer °P 'oelegden, alle bepalingen, waardoor
zij in de vnjheid van hun bednjf werden belemmerd, te ontduiken en
veefal0°ten nnVrP i,e ing de,r zlekte in de hand werkten. Verkeerde en
onregte als godsdienstige meeningen voorgedragen begrinpen
die Hp' i i J? P'aatS van medewerking te vinden bij hen,
d'a„'",de eerste plaats belang hebben bij de uitroeijing der ziekte, de
veebouders, de Regermg maar al te zeer tegenstand ondcrvond. Wij
men Z h'lSL)etr®urf"swaar'iige of boogst laakbare handelingen opnoe-
mpld'pn H'p n 1 P g z'j geneeg. eenig° daarvan te ver-
d'eJ®' meefstt..'®.t verspreiding van het kwaad hebben bijgedra-
l vnn v e, of tijdige aangifte, van het ontstaan der ziekte onder
randerenTn dp°°r a veell0uders verzuimd; afzondering van do zieke
oorzaakt k hVhevenzeer: en wat vooral veel kwaad heeft ver-
oorzaaKt is, dat de eigenaren van gezond vee niet atleen geene inaat-
ne?!™* ®f §enomea om de overbrenging der ziekte op bun vee door
personen of voorwerpen te voorkomon, maar veelal zelven door bet ncr-
soonhjk bezoeken van het zieke vee bunner buren de besmetting op hun
eigen vee hebben overgebragt. Daarenboven is weinig eTgeen gebruik
gemaakt van de elders met veel vrucht aangevvende middelen om het vee
Vp°Hp r meU'nf °f althans minder vatbaar te maken. Ster-
eT den arfva|Weprvpe„n h®'mel}jk 8eslaS'i en door bet vleesch, de huiden
vee nVnmcr 1 a n d0n handel in n°g scbijnbaar gezond
nlaa't* 1 ^aa besmelte stallen, werd de besmetting van de eene
plaats naar de andere overgebragt. Over de verboden lijn, van Rege-
onvnMppnii i f v hulP™arechausscs dienstdoende militairen, maar in
aantal bewaakt, wist men vee le vervoeren, zoowei uit de
PRIJS DER ADVERTENTieN
van 1 0 regels 75 Cents. Elke regel meer 12'/^ Cents.
Zegeleegt bij elke plaatsing 35 Cents.
Toezending uiterlijk Woensdag. Adres: van Bonga C°.Amsterdam.
besmette streek naar de onbesinette, als omgekeerd. De bewaking dier lijn
word bovendien beraoeijelijkt, doordien men bij de bcpaling van haren
loop niet overal genoeg partij heeft weten te trekken van de natuurlijke
gesteldheid van den bodem, bepaaldelijk van rivieren of andere wateren.
Het ontstaan der ziekte in onbesmette gemeenten, en voeding der ziekte
door invoer van nieuw vee, waren van een en ander de gevolgen.
De vergunning, in April van het vorige jaar verleend, om gedurende 14
dagen vee in de besmette streek te voeren, heeft mede eene zeer nadee-
lige uitwerking gehad, door duizende runderen aan het gevaar van be
smetting bloot te stellen. Nadat Uwer Majesteits besluit van 30 April
1866 begraying gelastte van hot vee, dat aan don veetyphus gestorven,
of daaraan lijdende, of uit vrees voor die ziekte gedood was, ontzag men
zich niet, bet begraven vee weder op te graven en daardoor bet kwaad
zoo krachtig mogelijk in de band te werken. Het was voor de burge-
meeslers eene boogst moeijelijke taak om deze misbruiken te keer te
gaan. De eigenaardige positie van deze ambtenaren, die hen telkens in
strijd bragt mot de wenschen van de ingezetcnen hunner gemeentehet
gebrek aan de noodige magt om de wet te handliaven tegenover een
vaak algemeen lijdelijk of feitelijk verzet, waren de oorzaken van weife-
',n8 ea van slapheid, die eene verderfelijke uitwerking hebben gehad.
Aelfs die burgemeesters, welke eene groote mate van energie aan den
dag legden, waren dikwijls ten slotte genoodzaakt, voor den aandrang
(?n linnne gemecntenaren te wijken, wanneer deze wczen op de onge-
lijkheid van bandelen in hunne en in aangrenzende gemeenten. De
onteigeningswet van 28 Augustus 1851 werd zeer ongelijk toegepast. De
wethouders, veelal zelven veebouders, weigerden vaak tot de onteige-
mng mede te werkenen stelden de burgemeesters daardoor buiten staat,
dat middel tot wering der ziekte toe te passen. Waar men daartoe ge-
neigd was, bleek meestal de gemeentekas niet toereikend om, overeen-
komstig art. 72 van genoemde wet, de vereischte som voor t'e schieten.
Het voornaamsto middel tot stuiting der ziekte, toen zij nog niet zoo
grooten omvang had verkregen, werd door deze oorzaken onuitvoerbaar.
De wet van 15 September 1866 zou, meende men, daaraan een einde
maken. De onteigening werd daardooi aan minder formaliteiten onder-
worpen; de tusschenkomst der wethouders was niet langer noodig, en
de gelden, voor de schadeloosstelling vereischt, werden niet langer door
de gemeentekassen voorgeschotenmaar onmiddelijk van Rijkswege ver-
strekt. Dat deze wet tot dus ver niet tot stuiting der ziekte heeft
geleid, is, naar onze bescheiden meening, een gevoig hiervan dat zij
niet overal doortastend genoeg naar het aangenomen plan is toegepast
en dat hare toepassing in de besmette streek te spoedig is geslaakt° toen!
als een gevoig van de opstalling van het vee, grooterc sommen voor de
onteigening vereischt werden. Hetzelfde gebrek aan magt, waarop straks
gewezen is, gaf aanleiding, dat de burgemeesters, wanneer de belang-
hebbenden eene dreigende houding aannamenzich soms moesten verge-
noegen met alleen de aangetaste en niet de verdachte dieren af te ma
ken, of niet altijd scherp genoeg op'verzuim van aangifte toezagen
Verschil van toepassing in aan elkander grenzende gemeenten, zoo ver-
derfelijk in eene zaak als deze, waarin kracht en eenparigheid van han-
delen zoo zeer gevorderd worden, gaf mede aanleiding tot die mislukkirig.
In het bovenstaande deelden wij de voornaamste oorzaken mede, waarom
de ziekte onder bet rundvee nog steeds en in toenemende mate bliift
heerschen; de behandeling der tweede vraag heeft oris geleid tot de
overweging der middelen, van wier toepassing de bereiking van bet doel
met grond mag verwacht worden.
II. De kennis der oorzakenwaaraan het is toe te schrijvendat de
maatregelen tot dus ver tegen den veetyphus verordend, niet tot het
gewenschte doel hebben geleidleert ons wat in het algemeen verme-
denen hoe gehandeld moet worden. Dat de bestaande bepalingen,
indien zij slecbts snel en eenparig worden toegepast, inderdaad doeltref'
fend zijn, leert de ervaring, zoowei in enkele streken van ons vaderland
als in andere landen, met name in Engeland. Het zal dus voornamelijk
de vraag zijnhoe die zoo noodzakelijke snelheid en eenparigheid le
verkrjgen zijn? Algemeen is de comraissie van oordeel, dat afmaking
van alle ziek en verdacht vee, in den geest van het rapport der thans
ontbonden commissie van veeartsen, van 30 Augustus 1865, namelijk
dooding van ieder koppel vee, zoo ziek als gezond, waarbij zich al
ware het slecbts een geval voordeed," het eenige bekende middel is,
dat, mils goed toegepast en gevolgd door eene volledige desinfectie, tot
uitroeijing der ziekte leiden moet. Wij toonden aan, dat gebrek aan
centralisatie de voornaamste oorzaak der mislukking was. Ilet ligt dus
voor de hand, dat een krachtig personeel, onder de leiding van een be-
kwaam en met de noodige wilskracht begaafd man, met de loepassing
der maatregelen moet worden belast. Hoe die dienst moet worden inge-
rigt; wat tot snelle en eenparige toepassing der wet van 15 September
verder gedaan moet worden, werd rijpelijk door ons overwogendie
overweging leidde ons tot het volgende plan, dat wij ons veroorloven,
met ernst uwer Majesteit aan te bevelen. Door de Regering worde
de besmette streek naauwkeurig aangewezen. Tot die streek kunnen op
dit oogenblik gerekend worden te behooren de provincien Utrecht en
Zuid-JIolland (voor zoover zij binnen de lijn van afsluiting liggen), bene-
vens het gedeelte van Noord-IIolland bcoosten den Amstel en de gemeente
Nieuwer-Amslel en Uithoorn. De ziektegevallen, die daarbuiten voorkomen,
kunnen nog tot do sporadische gerekend worden. In die aangewezen
streek, en in den daaraan grenzenden zoom van eene nader te bepalen
breedte, worde door Uwe Majesteit tot den 1sten Mei alle vervoer van
mndvee verboden, benevens van huiden en afval van runderen. Vervoer
van mest zou vergund kunnen worden, behalve die afkomslig is van
stallen, waar de ziekte heerscht of geheerscht heeft. Het vervoer van
vleesch zou onder beperkende voorwaarden vergund kunnen worden.
Alleen slagtvee zou mogen vervoerd worden onder zeer gestrenge bepa
lingen. Elk stuk vee, dat in de open lucht wordt gevonden, worde
onmiddelijk in beslag genomen. Er worden premien van Rijkswege uit-
geloofd voor ieder in beslag genomen stuk rundvee. Losloopende hon-
den zouden in de besmet verklaarde streek in beslag genomen of gedood
moeten worden. Zoodra de middelen daartoe aanwezig zijn, make men
met de onteigening en afmaking een aanvang bij den rand der besmet
verklaarde streek, overal gelijktijdig te beginnen en voortgaande naar bet
centium. \oor het einde van den staltijd moet men daarmede ten einde
zijn. Is na den 1 sten Mei in een gedeelte van die streek de ziekte nog
neerscnende, dan moet in dat gedeelte het vee nog opgestald blijven.
Nadat de dieren zijn afgcrtiaakt, moeten zij worden opengesneden en
van binnen zoowei, als van buiten worden begoten met ruvve koolteer.
At het in den stal aanwezige liooigedorscht of ongedorscht stroo, of
ander voeder, als oo^ de mesi, moeten n jr eene plaats buiten den stal
worden vervoerd en, na begieting met koolteer, tegelijk met de lijken
der dieren worden verbrand. Indien de plaatselijke omstandigheden de
verbranding niet gedoogen, zal al het voornoemde in een kuil worden
begraven en bedekt worden met eene laag ongebluschte kalkter dikte
van nunstens twee palmen daarna ter hoogte van minstens een Ned.
el met aarde, die sterk worde vastgestampt. De stallen moeten daarna
met veef water worden gereinigd; niet alleen de wanden en vloeren,
™aar ooi de binnenzijde van hot dak, zoodat geen enkel deel onbevoch-
tigd bhjft. Vloerenvoor zoover zij niet bestraat zijn, worden 5 palm
oiep uitgegraven. Onmiddelijk daarna moeten, al naar gelang van de in-
noudsruimto van den stal, op twee of meer plaatsen op den vloer kom-
ioren worden geplaatst met steenen of ijzeren potten, gevuld met ruvve
zwavel. Zoodra de zwavel begint te branden, worden de stallen zoo goed
mogelijk gesloten en gedurende minstens 24 uren geslotcn gehouden.
Voordat nieuw vee op den dus gereinigden stal zal gebragt mogen wor
den, moeten de wanden en de vloer met kreosoot- of carbolzuurhoudend
water worden begoten. De desinfectie geschiede op rijkskostcn door
daartoe aangeslelde personen. Gedurende 30 dagen na de zvvaveling
der stallen, mag daarop geen vee gebragt worden, en in geen geval
voor de opheffing van bet verbod om vee in de besmette streek te ver
voeren. Met gestrengheid worde op de handhaving van de verpligting
lot aangifte en van andere bepalingen toegezien. - De toepassing dier
maatregelen worde opgedragen aan een corps goed gedisciplineerde per
sonen, die, zoo als reeds gezegd is, onder de leiding staan van een
krachtig boofd, dat eene groote vrijheid van handelen behoort te hebben.
De besmette streek worde verdeeld in oen naar omstandigheden te be
palen getal afdeelingen, die van den omtrck naar bet centrum loopen.
In lodere dier afdeelingen worde een persoon belast met de leiding der
dienstzij bandelen in overleg met elkander en volgen de bevelen van
hem, die met do algemeene leiding belast is. Het overigo dienstpcr-
soneel moet talrijk zijnindien men bet doel vvil bereiken. Zoodanig
krachtig corps, waarbij vooral op de zamenstelling van bet kader is to
lettenmoot gesteund worden door de militaire magt, thans belast met
bet bewaken der lijn van afsluiting. Voor de vorming van zoodanig corps
en vooral de zamenstelling van bet kader, kan welligt met vrucht van
de komnklijke marechaussee worden gebruik gemaakt. Daarbij moet ceil
voldoend aantal werklieden met don te verrigten arbeid belast worden.
veeartsen worden in de besmette streek verdeeld, met last om zich voort-
durend van den toestand van het vee te vcrzekeren. De afmaking, desin-
lectie enz. geschiede op bunne aanwijzing, onder bet toezigt van de
aangestelde boambtenen verder worde in het algemeen naauwkeurig door
hen toegezien, dat de ziekte, waar zij eenraaal onderdrukt is, niet weder
net boofd opsteke. Hij, die met de algemeene leiding belast wordt, moet
bet legt van aanstelling en ontslag hebben van bet geheele personeel,
dat onder zijne bevelen slaat. Het geheele dienstpersoneel moet ruini
worden bezoldigd. Buiten de besmette streek ga men voort, de wet
van 15 September 1866 overal, waar zich ziektegevallen voordoen, met
gestrengheid toe te passen.
Dit plan word met eenparigheid door de commissie aangenomen, met
uitzondering van een der leden, Uwer Majesteits commissaris in Zuid-
Hollanddie in eene afzonderlijke hierbij gevoegde nota zijn gevoeien, en
de gronden waarop het steunt, heeft uiteengezet. De voorzitter heeft aan
de stemmingen geen deeigenomen. De commissie erkent, dat de door
haar voorgestelde maatregelen streng zijn; maar zij meent, in de eersto
plaats, dat die worden geregtvaardigd door bet hooge gewigt der zaak en
door den drang der omstandigheden; en, in de tweede plaats, dat daar-
legen redelijkerwijze geene gegronde bezwaren kunnen worden ingebragt
omdat voor het vee dat afgemaakt, en voor de andere voorwerpen die
veinietigd of onbruikbaar gemaakt worden, volledige schadeloosstelling van
rijkswege volgens de wet wordt gegeven.
Nadat bet plan, dat wij do eer hadden Uwer Majesteit als dat van de
groote meerderheid der commissie voor te stellen, was aangenomenwerd
de vraag bebandeld hoe groot de kosten zullen zijn, welke voor de uit-
yoering worden vereischt. De commissie wil niet ontveinzendat de
kosten zeer aanzienlijk zullen zijn. Zij kunnen welligt vijf tot lien millioen
gulden bedragen. Hot is evenwel niet mogelijk met eenige juistbeid de
som te ramendie daarvoor noodig zal zijn; de omstandigheden, die
daarop invloed kunnen hebben, zijn onmogelijk vooraf te bcrekenen.
Is de uitroeijing van den veetyphus eene zoo groote opoffering waard?
Wij beantwoorden die vraag met voile overtuiging bevestigend. Mogt die
ziekte zich over bet geheele land verspreiden, dan zou de schade zoo
aanzienlijk zijn; de voornaamste hronnen van onze nationale welvaart
zouden gedurende eene reeks van jaren zoo zeer kwijnen, dat zelfs nog
grooter opofferingen dan die welke nu gebragt moeten worden, naar onze
meening, geregtvaardigd worden, waar het de wering geldt van eene zoo
ontzettende ramp als die, waardoor ons vaderland wordt geteisterd.
Daarenboven zal de wijze van uitroeijing der ziekte, door ons aan Uwo
Majesteit voorgesteldzelfs in de besmelte strekeneen veel geringer
vcrlies van vee veroorzaken, dan indien men de runderpest in die streken
laat uitwoeden. De opoffering van een betrekkelijk gering deel vail den
veestapel aldaar verzekert toch bet behoud van bet overige gedeelte,
evenzeer als van dien der overige provincien en streken onzes lands.
Wil men het doei bereiken, dan moet men de middelen aanwenden die
daartoe noodig zijn. Halve maatregelen kunnen slecbts tot gcldverspilling
en teleurstelling leiden. Werd de voorgestelde maatregel slecbts ten halve
of met ongenoegzame middelen uitgevoerdwij zouden met zekerheid
durven voorspellen, dat men niet zou slagen.
Daarom, Sire! achten wij ons verpligt, er nadrukkelijk op te wijzen
dat het voorgestelde plan of ten voile, 6f niet zal moeten worden uit-