38
Ontvangsten71,584.75.
Uitgaven69,050.
Saldo.
f 2,534.75.
Landbouw.
lie rig ten omtrent de Veeziekte.
1
Politieke Kronijk.
April 5 11.
Btttn cnlattb.
Ijuifcnl.ntb.
.7(400. Vcrdiepen van verscliillende walcrleidingcn /250. Sclioon-
Giouden en kroozen van polderslooten 900.
Art. 5. Onderhoud van boezemkaden500.
alsHerstellingen aan de verschillende boezemkaden 500.
Art. 6. Onderhoud van sluizen, molens en
gebouwen15400.
als: Derde tcrmijn onderhoudswerk, vervallende 1 Julij 1807 1650.
Vierde termijn idem, vervallende 1 Dec. 1867 1650. Reparation
aan de molens buiten het bestek 1500. Aankoop van 3 ijzeren mo-
lenroeden met do betimmering 2000. Onderhoud van gebouwen
enz. 500. Herstellingen aan de buiten-vloeddeuren der Van-Ewijcks-
sluis en aan de deuren der duikersluizen f 1500. Gewonc reparation
aan bruggen en duikers buiten het bestek 1600. Aankoop van een
nieuwen ketel voor de stoommachine f 3000.Gewoon onderhoud van
het sloomgemaa!met de brandstoffen 2000.
Art. 7. Aankoop van noodmaterialen en voor-
zieningen bij storm500.
als Aankoop van rijsmalerialen en suijden van bladrietenz. 500.
Art. 8. Kosten van beheer en toezigt f 6000.
als: Tractement en toelage van den dijkgraaf1000. Tracteraent
van vier heemraden f 600. Idem van den secretaris 300. Idem
van den penningmeester 300. Presentiegelden van hoofdingelanden
f 200. Tractement van den algemeenen opzigter f 1200. Idem van
den machinist /520. Idem van den sluiswachter aan do Van-Ewijcks-
slnis 208. Idem aan den molenaar op molen n°. 1 /312. Idem
op molen n°. 2 /156. Idem op molen n°. 3 /156 Idem op mo
len n°. i f 208. Idem op molen n°. 5 156. Idem op molen
n°. 6/156. Tractement van den bode 150. Extra toezigt
/178. Assurantie-premien der molens 200.
Art. 9. Onvoorziene en bijzondere uitgaven 1000.
als: Vrachlenschrijfloonen, briefportenadsislenlien bij opnemingen
en dijkschouwingen 500. Onvoorziene uitgaven 500.
Art. 10. Aflossing en rentebetaling van op
den polder gevestigde schulden31850.
als: Rente der leening 1853, pro resto groot 194,000.ad 5 pet.
9700. Rente der leeningen 1863 1865 en 1866, pro resto groot
f 263,000.ad 5 pet. 13,150. Aflossing van 9 aandeelen /9000.
ONTVANGSTEN.
Art. 1. Diverse ontvangstenf 4444.75
als: Huur van het grasgewas der dijken 3120. Idem van het
vischwater 524.75. Opstalrcgten 200. Te vcrkoopen ballasl-
grond 500. Diverse kleine inkomsten f 100.
Art. 2. Polderlasten67140.
als: Omslag over 4476 belastbare bunders, ad 15.per bunder,
maakt 67,140.
Totaal.
Door de Commissie van beheer en toezigt over de droog-
making der Plassen in Schieland zal, op Donderdag den
25sten April 1867 des voormiddags ten 11 ure, onder
nadere goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
en den Minister van Binnenlandsche Zaken, in het gebouvv
van het Provinciaal Bestuur te 's Gravenhageworden aanbe-
steedhet graven van de Kingvaart en het maken van den
Ringdijk langs den zuidelijken en zuid-oostelijken oever der
Plassen in de gemeenten Nieuwerkerk aan den IJsselCapelle
aan den IJssel en Kralingen der provincie Zuid-Holland, en
zulks in vier perceelen en in massa.
Deze aanbesteding zal gescbieden bij inschrijving en opbod
zoowel voor ieder perceel afzonderlijk als voor de massa der
vier perceelenwaarvan de bestekken ter lezing liggen aan
het gebouw van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken
en aan dat van het Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland, te
's Gravenhageen op franco aanvrage, tegen betaling der
kostente bekomen zijn bij den boekhandelaar M. Nijhoff, te
's Gravenhage en in de voornaamste gemeenten des Bijks.
Laatstl. Maandag zijn de eerste nieuwe aardappelen van
den kouden grond aan Z. M. den Koning aangeboden, door
den tuinier Jacobus Krijger, te Naaldwijk.
De heer .7. J. de Beucker, leeraar in de plantkunde en
de tuin- en landbouwkunde te Antwerpen, heeft in het Paleis
voor Volksvlijt te Amsterdam vijf voordragten gehouden over
de behandeling en snoeijing der vruchtboomenen Dingsdag
morgen eene praktische op de getvezen hofstede Frankendaal
in de Diemermeer, die, zoo als men weet, door de onlangs
opgerigte Tuinbouw-Maatschappij Linnaeus voor tuinbouwschool
is aangekocht. De leden der Hollandsche Maatschappij van
Landbomo hadden bij al die voordragten vrijen toegang.
In de Slants-Courant zijn medegedeeld opgaven omtrent den
veetyphus in de provincien Noord-Holland, Zuid-Holland,
Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant, over de week van
24 tot 30 Maart, en wel:
A. Noord-Holland. Aangetast 34, gestorven 0, afge-
maakt 34, hersteld geen en nog ziek geenbovendien afge-
maakt 56; sedert het begin der veeziekte zijn in het
gekeel: aangetast 8156, gestorven 960, afgemaakt 6356 en
hersteld 840 runderen; bovendien afgemaakt 3152 stuks.
b. Zuid-Holland. Aangetast 797, gestorven 235 afge
maakt 6, hersteld 42 en nog ziek 514 runderen; sedert
het begin der veeziekte zijn in het geheelaangetast 94,135,
gestorven 44,829, afgemaakt 14,991 en hersteld 35,539 stuks.
c. Utrecht. Aangetast 92, gestorven 76, afgemaakt
5, hersteld 92 runderen; sedert het begin der vee
ziekte zijn in het geheel: aangetast 50,128, gestorven 30,457,
afgemaakt 3499, hersteld 16,104 en nog ziek 68.
d. Gelderland. Aangetast 6 gestorven geenafgemaakt
36, hersteld geen erf nog ziek geen; sedert het begin
der veeziekte zijn in het geheel: aangetast 867, gestorven 46,
afgemaakt 3536 en hersteld 4 stuks.
e. Noord-Brabant. Aangetast 3, gestorven 0, afgemaakt
16, hersteld geen en nog ziek geen; sedert het begin der
veeziekte zijn in het geheel: aangetast 308, gestorven 16,
afgemaakt 513 en hersteld geen.
RECAPITULATIE.
In de week
Aangetast
in
van
Noord
Zuid-
U-
Gel-
Noord
Totaal
Holl.
Holl.
trecht.
derl.
Brab.
39 Maart.
167
936
256
5
1363
10—16
25
751
284
11
5
1076
17—23
35
837
124
8
9
1013
O
CO
CM
34
797
92
6
3
932
OVERZIGT VAN DEN STAND deb VEEZIEKTE,
gedurende de week van 2430 Maart 1867.
Noord-Holland.
Ten zuiden van het Y. Het cijfer der aangetasten daalde
weder. De 17 aangegeven gevallen kwamen voor op stallen
onder LarenWeesper-CarspelOuder- en Nieuwer-Amstel en
te Bussem en Sloten, welke beide laatste gemeenten geruimen
tijd bevrijd waren gebleven.
Ten noorden van het Y. Te Oostzaan kwamen 16 en te
Buiksloot kwam 1 geval voor.
Zuid-Holland.
Arrondissement Leiden. Ten noorden van den Rijn heeft
de ziekte zich in vele besmette gemeenten niet meer vertoond
en kwam thans alleen voor te Noordwijk, Woubrugge, Nieuw-
veen, Nieuwkoop en Bodegraven. Alleen in beide eerstge-
noemde plaatsen heerschte ze nog in hevige matehoezeer ze
te Noordwijk op een der aangedane stallen een buitengewoon
slepend karakter vertoonde. Ten zuiden van den Rijn is
men, met uitzondering van Soeterwoude en Voorschoten, overal
vrij gebleven. Te Voorschoten heerschte de ziekte op twee
stallen zeer kwaadaardig; 64 runderen werden aangetast,
waarvan bij het einde der week 31 waren gestorven.
Arrondissement 's GravenhageTe Delft hield de ziekte
op, maar te Pijnacker vertoonde zij zich op nieuw. De overige
nog besmette plaatsen zijn Wassenaar, Voorburg en Vrijenban.
Arrondissement Rotterdam. Te Berkel en omstreken is de
toestand niet veranderd. Langs den IJssel heerschte de ziekte
wel minder hevig, maar tock werden nog gedurig nieuwe
stallen aangetast. Te Noord-Waddinxveen nam men zelfs uit-
breiding waar, en te Reeuwijk, waar men eenige achtereen-
volgende maanden vrij was geblevenkwam een viertal nieuwe
gevallen voor. In het zuiden van het arrondissement be-
paalde zich de ziekte tot Vlaardinger-Ambacht en Schiedam
doch de sterfte is hier zeer gering. Behalve Gouderak en
Ouderkerk, aan den linker-IJsseloever, zijn in den Krimpener-
waard ook Lekkerkerk en Haastrecbt vrij hevig aangetast. Te
Lekkerkerk had de ziekte zich sedert eenige weken in het
geheel niet meer vertoond.
Arrondissement Gorinchem. Te Peursum in den Alblas-
serwaard is de ziekte voor het eerst ontstaan. Daarentegen
bleef Lexmond bevrijd. In de andere gemeenten veranderde
de toestand weinig of niet.
Arrondissement Dordrecht. Te Rhoon werd 1 en te Ridder-
kerk werden 3 runderen aangetast, die terstond zijn afgemaakt.
Arrondissement Brielle. Te Vierpolders zijn twee beesten
aangetast en afgemaakt. De andere gemeenten bleven vrij.
Vierpolders is ook reeds vroeger besmet geweest, maar sedert
20 Januarij 1866 waren er geen nieuwe gevallen voorgekomen.
Utrecht.
Beicesten de Vecht en den Vaartschen Rijn. Ten noorden
van den Rijn is slechts een geval voorgekomen, namelijk onder
Loenen. Te Nigtevecht stierven 13 runderenmaar er werden
geene Dieuwe aangetast. Het geval te Loenen eindigde met
afmaking. Tusschen den Rijn en den IJssel bleven de vee-
houders vrij en tusschen deze laatste rivier en de Lek heerscht
de ziekte nog alleen te Lopik, en breidde zij zich aldaar
zelfs uit.
Beoosten de Vecht en den Vaartschen Rijn. Van de 69
nieuwe gevallen behooren er 40 tot de gemeente Schalkwijk.
De andere vielen voor te Wijk bij Duurstede, Langbroek,
Doom, Utrecht, Westbroek en Stoutenburg.
Gelderland.
De ziekte is uitgebroken te Heerewaardentusschen Maas
en Waal. Een koppel van zes runderen werd afgemaakt. Te
Meteren, onder Geldermalsenkwamen nog een paar kwaad-
aardige gevallen voor en te Druten drie gevallen.
Noord-Brabant.
Te Lithoijen zijn 2 en te Vught is 1 rund aangetast. Het
maakte de afmaking noodig van 14 stuks vee in de eerstge-
noemde en van 2 stuks in de laatstgenoemde gemeente.
De heer de Bruinpaardenarts le kl.zich willende
overtuigen van de waarheid van het beweren van den heer
Paarlberg, dat er runderen bestaan, die teekenen dragen,
waaraan sommigen herkennen kunnen, of zij al dan niet vat-
baar zijn voor den besmettelijken rundertyphusheeft onder-
zoekingen en nasporingen omtrent dit punt bij verschillende
runderen gedaan. Het is hem gelukt eenige teekenen te
vindendie hem doen vermoedendat ze die zijn waaraan
sommigen de onvatbaarheid der dieren voor de ziekte meenen
te herkennenen hij heeft die deekenen aan den Minister
van Binnenlandsche Zaken bekend gemaakt, met verzoek dat
deze van regeringswege een onderzoek op verschillende plaat
sen zou laten instellen naar het al of niet gegronde zijner
vermoedens. (N. Ut. Ct.)
In de met 30 Maart geeindigde week zijn in Groot-Brittannie
vijf nieuwe gevallen van runderpest op twee boerderijen in van
eikander verwijderde landstreken voorgekomen; daarenboven
zijn 26 gezonde runderen wegens aanraking met dat besmette
vee afgemaakt. Sedert bet uitbarsten der ziekte zijn in dat
rijk 253,896 runderen gestorven en 52,683, uit vrees voor
aanraking met eerstgenoemdenafgemaakt.
De Tweede Kamer is deze week eindelijk toch aan het
einde gekomen van de begrootingdiskussienreeds 21 Februarij
aangevangen. Het hoofdstuk kolonien is na veel haspeling
mede aangenoraen. Daartusschen viel de interpellate van den
heer Tborbecke, aan den minister van buitenlandsche zaken,
over inmenging der nederlandsche diplomatie in de luxem-
burgsche zaak. De minister nam die gelegenheid waar, om
waardiglijk in 't openbaar op te komen tegen den blaam,
alsof de koning-groothertog het groothertogdom zou willen
verkoopen uit winstbejag voor eene goede som gelds, zoo als
duitsche bladen uitstrooiden en deswege den vorst op de
hatelijkste wijze lasterden en verguisden, terwijl zij, door scheeve
voorstelling van zakende publieke meening in Duitschland
op een dwaalspoor bragten, alwaar men Luxemburg met
Nederland scheen te willen vereenzelvigen. De vraag, of
Nederland in deze zaak zijne bemiddeling bij Pruissen had
aangeboden, beantwoordde de minister toestemmend, en zeide
zulks gedaan te hebben met de overtuiging van een afwijzend
antwoord; nogtans was het doel volkomen bereikt; dat doel
was, diplomatiek te constateren en te doen erkennen, dat
Nederland in deze zaak geene partij isdat het met beschik-
kingen over het groothertogdom niets te maken heeft; tevens
eene verklariug te erlangendat Limburg voortaan vrij werd
beschouwd van alien band met Duitschland. Duidelijke ver-
klaringen deswege waren door den pruissischen minister graaf
von Bismarck gegeven. Overigens zou, na deze verklaringen
de minister zich niet verder moeijen in de zaak van Luxemburg.
Na aanneming, met algemeene stemmenvan het ontwerp
tot nadere regeling van het koloniaal batig slot van 1864
(eigenlijk bloot een formaliteit) kwam men tot het laatste
hoofdstuk der begrooting, het Xe de onvoorziene uitgaven,
materieel van weinig beteekenis, daar bet slechts eene halve
ton beloopt. Bij de algemeene voorafgegane beraadslagingen
was echter door sommige leden te kennen gegeven dat ze dit
hoofdstuk zouden willen bezigen als een stormram tegen het
ministerie. 24 stemden dan ook er tegen, maar de voorstem-
mers waren 44, en dus was het aangenomen gelijk al de
vorige. 7 leden waren hierbij t'huis gebleven. Na afloop
hiervan werden een aantal kleinere wetten, meest van
slechts plaatselijk belang, aangenomen, meerendeels met alge
meene stemmen. Een, betrekkelijk een nieuw akademisch
ziekenhuis te Leiden, werd uitgesteld. Maandag begon de
behandeling der ontwerpen betrekkelijk de veeziekte. Die tot
regularisatie van vroegere uitgaven deswege werden met kleine
vermindering aangenomenzoomede het nieuwe krediet van
twee millioen (met het voor 1867 reeds toegestane zamen
3 millioen) voor de toekomst (met 51 tegen 17 stemmen).
Het nieuw ontwerp, houdende de maatregelen, ook van straf-
regtelijken aard, tot beteugeling der ziekte, werd nu in be
handeling genomendoch is nog niet afgeloopen. Een amen-
dement echter, om de schadevergoeding te bepalen op /2,
in plaats van der waarde, werd verworpen met groote
meerderheid.
Alle bovengenoemde aangenomen wetten moeten nu nog de
Eerste Kamer passeren. De Regering houdt zich in zake
den veetyphus, blijkens haar antwoord op het verslag, meest
aan het rapport der minderheid van de commissie (nota van
Loudon)afmaking van alle aangetaste koppels op het geschikte
tijdstip, bij een dalend ziektecijfer. Tot uitvoering van dat
plan is alles voorbereid. In de besmette streek znllen vee-
inspecteurs de vee-artsen bijstaan en onder toezigt staan van
commissarisseninvloedrijke mannen, die geschikt en bereid
zijn der Regering in de uitvoering der maatregelen behulp-
zaam te zijn en de burgemeesters met hun raad ter zijde te
staan. Dit geheele personeel is aangewezen en bereid om te
handelen. De Regering is voornemens zich in de toepassing
der maatregelen noch door verzet noch door lijdelijke tegen-
kanting te laten afschrikken, maar met volharding, zonder
overdrijving, datgene te doen, wat zij naar hare innige over
tuiging meent te moeten doen. De onlangs opgeroepen ligting
geeft de beschikking over eene voldoende troepenmagt om
verzet, in het onwaarschijnlijke geval dat het zich vertoonen
mogt, te smoren.
I. Indien men den stand der voornaamste europesche beur-
zen in de afgeloopen week tot maatstaf mogt nemen ter be-
oordeeling van den politieken toestanddan zou men ten voile
geregtigd zijn tot de veronderstelling, of liever voor zeker
kunnen houden, dat de uitbarsting van den oorlog tusschen
Pruissen en Frankrijk over Luxemburg ophanden is. Maar