80 Hoi 1.Maatscliappij v. Landbonw. Iiandbonw. Berigten omtrent de Veeziekte. Politieke Mronijk. 10 16 Mei. 13 i u u c u I a n b. 13 u i t c I a n b- Oemengde Berigten. ti Naar wij vernemen heeft het hoofdbestuur dier maatschappij besloten, om in het laatst der maand September, in de stad Haarlem, de jaarlijksche algemeene vergadering te doen plaats hebben, en dan tevens te houden de paardententoonstelling, welke in 1866 op den huize de Voorde had moeten gehou- den worden, doch ten gevolge van het ongunstige weder niet kon doorgaan. Zoo als bekend ia, was, in de laatste algemeene vergadering, de stad Purmerend ala plaats van zamenkomst voor het jaar 1867 aangewezen. De besturen zoo wel die der gemeente, als van de afdeeling Deemster en omstreken verzochten echter, dat Purmerend dit jaar niet in aanmerking komen mogt, met het oog op de heerschende ziekte onder het rundvee, waarvan tot nog toe, Noord-Holland benoorden het Y, meerendeels zoo gelukkig verschoond bleef. De afdeeling Haarlem en omstreken zal bij die gelegenheid een tentoonstelling houden van varkens, pluimgedierte, en van voortbrengselen van land- en tuinbouw, terwijl zij tevens in overleg is getreden met het gemeentebestuur, om zoo mo- gelijk door het houden eener harddraverij het nut en het ge- noegen dier bijeenkomst te verhoogen. De programma'a dier tentoonstellingen zulleu spoedig wor den bekend gemaakt. Afdeeling Haarlem en Omstreken. Agenda voor de Algemeene Vergadering van Dingsdag 21 Mei 1867, des avonda ten 7 ure in het Lokaal De Korenbeurs, te Haarlem. 1. Rapport der Commissie oratrent de rekening en veraut- woording over 1866. 2. Mededeelingen van het Hoofdbestuur. 3. Idem omtrent de Afdeelings-Tentoonstelling. 4. Idem te houden harddraverij in Sep tember 1867. 5. Berigtenmededeelingen en voorstellen. 6. Verloting om niet van voorwerpen. II. H. Leden worden verzocht, zooveel mogelijk mededeelin gen of berigten den land- en tuinbouw betreffende mede te brengen. Naar aanleiding van een adrea van het bestuur der ver- eeniging voor bloembollen-kultuuria, op voorstel van Bur- gemeester en Wethouders, te Haarlem, besloten, 100 be- sehikbaar te stellen voor twee gouden medailles, ter waarde van 50, van wege deze gemeente uit te lovenala prijzen ter gelegenheid van de in December a. a. te houden tentoon stelling van vervroegde bloembolgewassen. Uit Zalt-Bommel wordt gemeld, dat de weilanden in den omtrek zeer duur verpacht zijn. De aardappelen staan mooi boven den grondterwijl men nu in de droog gewor- deti landen nog aardappelen poot. Het zaad staat werkelijk in bloei, de appel-, peeren-, en kersenboomen hebben sterk gebloeid en beloven veel. Uit het land van Altena wordt gemeld De landbouwers hebben zich dit jaar niet, zoo ala in het vorige, over de moeijelijke aanschaffing van jonge varkens te beklagen; die toen tegen den prijs van 17 a 18, slechts 7 a 8 weken oud, nog moeijelijk te krijgen waren. Thans ia de prijs van zeer goede biggen 3 a 4. Voor goede melkgevende geiten wordt hier 9 a 10 betaald, en in plaatsen alwaar de veepest heviger ia geweest doen zij tot 20. In het Ambt-Ommen beginj de te veld staande rogge zich sedert eenige dagen zeer gunstig te ontwikkelen; intus- schen kan men wel zien dat vele lagere akkers in den afge- loopen winter door de overvloedige aanhoudende nattigheid aanmerkelijk hebben geleden en beloven niet dat goede voor- uitzigt als de hoogere gronden. Uit het graafschnp Zutphen wordt gemeld: dat op die landen, welke niet onder water hebben gestaan, alle te veld staande vruchten in een gewenscbten toestand verkeeren. Ook het koolzaad staat zeer goeddaar waar het water vroe- ger stroomde. Inmiddels zijn vele roggeakkers omgeploegd en met haver bezaaid. De nitvoer van stroo blijft in het graafschap tegen hooge prijzen aanhouden. OPGAVEN OMTRENT DEN VEETYPHUSIN DE WEEK VAN 28 APRIL TOT 4 MEI 1S67. PttOVlNCieN. AANCETAST. GESTORVEN AFGEMAAKT HERSTELD. NOG ZIEK. Noord Holland 11 11 ZulD-llOLLAND 148 6 141 1 Utrecht 18 4 15 Gelderland 6 34 NoordBrabant 2 2 3 Totaal 185 12 204 1 SEDERT IIET BEGIN DER ZIEKTE ZIJN IN Noord Holland 8214 961 0413(f) 840 Zuid-IIolland 96445 4641 1 15521 34523 Utrecht 50407 30653 3556 16198 Gelderland. 908 48 3873 4 Noord Brabant 317 19 538 Totaal. 15G291 78092 29901 51565 In de Week van N.-Holl. Z.-Holl. Utrecht Gelderl N.-Brab. Totaal 7—13 April. 11 659 83 5 3 761 14—20 12 555 30 17 614 21—27 6 338 15 3 362 28 April— 4 Mei. 11 148 18 6 2 185 KEKAPITDLATIE VAN HET AANGETASTE VEE IN Blijkens eene officiele opgave heeft de runderpest zich in Groot-Brittannie gedurende de met 4 Mei geeindigde week op drie onderscheidene plaatsen op nieuw voorgedaan; tien runderen waren daardoor aaDgetast en gestorven of afge- maakten zeven gezonde runderenwelke met die aangetaste in aanraking waren geweest, deswege waren afgemaakt. De Tweede Kamer keerde Dingsdag uit hare rust tot de werkzaamheden terug, en zij schijnt het ernstig te meenen, want reeds Donderdag (heden) ving zij de openbare behandeling der schutterijwet aan. Zij heeft ook nog vrij wat werk voor de handen de Regering heeft haar intusschen weer wat nieuwen voorraad bereid. Reeds vermeldden wij het ontwerp van wet tot regeling van begraafplaatsen, enz. Zij kreeg nu ook nog van het departement van justitie een paar ontwerpen, doch van financielen aardnamelijk aanvraag van160,000 voor 1866 en van/ 1,000,000 voor 1867, tot bestrijding van de verhoogde kosten van hulpmarechauss^e en rijkspolitievoornamelijk ver- oorzaakt door de maatregelen ten gevolge der veeziekte. Bovendien kwam er nog in een ontwerp betrekkelijk den accijns op de sniker, en van het lid de Brauw een voorstel tot wij- ziging der onderwijswetnamelijk tot het mede subsidie ver- leenen aan het bijzonder onderwijs. Verder nog van de Rege ring een ontwerp betrekkelijk het regt van zegel op buiten- landsche schuldbrievenen een traktaat met Groot-Brittannie, ter regeling der grensseheiding van de wederzijdsche bezittin- gen ter kuste van Guinea, en ter invoering aldaar van een gelijkvormig tarief van regten. Bovendien afgemaakt 35. (t) Idem 3353. I. Tegen veler verwachting hebben de zaken in de laatst verloopen zeven dagen een gunstigen keer genomenen met goed nieuws beginnen wij heden ons overzigt. De vrees voor oorlog is geweken; Luxemburg zal geen aanleiding tot verstoring van den europesehen vrede geven. De londensche konferentie, bestaande uit gevolmagtigden van Engeland, Erankrijk, Pruis- sen, Oostenrijk, de Nederlanden, Belgie, Luxemburg en Italie, heeft hare belangrijke taak in vier zittingen eigenlijk maar drie, want de laatste was slechts belegd om het protokol te onderteekenen en duurde zeer kort,volbragt en verdient alien lof voor den spoed, waarmede zij zich beijverd heeft die lastige kwestie uit de wereld te maken. Krachtens de besluiten dier interaationale diplomaten-vergadering 1°. is Luxemburg ver- klaard te zijn een onzijdige Staat; 2°. wordt Luxemburgs onzij- digheid gewaarborgd door de mogendheden die de konferentie bijwoonden; met uitzondering van Belgie, omdat deze Staat zelf onzijdig verklaard is3°. blijft het vorstelijk huis Oranje- Nassau in het voile bezit der souvereiniteit over het groother- togdom4°. ontruimen de pruissische troepen de vesting Luxemburg; 5°. worden de vestingwerken dezer stad gesloopt en draagt het groothertogdom de kosten dier stooping; 6°. blijft het groothertogdom lid van het duitsch Tolverbond7°. is Limburg ten eenenmale losgemaakt van de banden waardoor het (ten gevolge van zijn lidmaatschap van den voormaligen Duitschen Bond) met Duitschland vereenigd was. Hebben aliendie tot dez^n gunstigen afloop medewerkten aanspraak op de erkentelijkheid van geheel de wereld, vooral ook hulde en lof aan onzen koning, voor de wijze waarop hij zich in deze voor hem zoo netelige zaak heeft gedragen. Aan zijne gernatigdheid en aan de voorzigtigheid zijner raadsmannen heeft men voor een groot gedeelte de afwending der oorlogsgevaren te danken. De onderscheiding, waarmede de groote mogendheden Z. M. Willem III, koning der Nederlanden en groothertog van Luxemburg, behandeld hebben, streelt ons nationaal gevoel dan ook niet in geringe mate. Vermoedelijk staat met den gunstigen afloop der konferentie in verband de benoeming van graaf van Zuylen van Nyeveltonzen minister van buitenland- sche zaken, tot Grootkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw. Zal nu tot eene algemeene ontwapening overgegaan worden Misschien; ofschoon het door Engeland gedane voorstel daartoe strekkende door de konferentie niet is in beraadslaging ge nomen. Evenwel is reeds door keizer Napoleon III een be- langrijken stap gedaanhij heeft namelijk last gegeven tot bet. huiswaarts zenden van de onder-otficieren en soldaten der ligting 1860 en van de vrijwilligers bij het aktieve leger wier diensttijd eerst met 31 December 1867 verstrijkt. Volgens gerucht zou genoemde souverein het voornemen hebben weldraals hij de gastheer van een groot aantal ge- kroonde hoofden zal zijndie de parijsche wereldtentoonstelling komen bezoekenop nieuw ter sprake te brengen zijn vroeger geopperddoch toen. niet aangenomen plan tot het houden van een vorsten-kongres, waarop en hier gaan de berigt- gevers, naar wij vreezen, reeds wat al te ver de algemeene ontwapening een punt van behandeling zal zijn. II. De koning van Italie, die van een niet onaanzienlijk gedeelte van zijn hem door den Staat toegekend jaarlijksch inkomen heeft afstand gedaan ten behoeve van 's lands schat- kist, wier toestand alles behalve gunstig is, heeft eenige dagen later 50,000 francs aan de armen van Venetie ge- schonken. Die souverein geeft wat uit vrije bewegingmaar een andere souvereinnaar het schijnt daartoe niet geneigd ziet zijne civiele lijst door de vertegenwoordigers van zijn volk beknibbeld: wij bedoelen den groothertog van Ilessen. Met 27 tegen 18 stemmen is door de tweede kamer aangenomen een voorstel der kommissie van financienstrekkende om hem te verzoeken afstand te doen van een gedeelte zijner civiele lijst, of althans van de hem ten jare 185 5 toegekende ver- hooging van 50,000 gulden. Hierbij meende die kamer hare bezuinigingsmaatregelen niet te mogen beperkenzij heeft ook zich niet vereenigd met het voorstel der regering om aan den broeder van den souverein 18,000 gulden's jaars toe te leggen, maar oordeelde de som van 12,000 gulden voldoende. III. Op het eiland Kandia (Kreta) is het turksche gezag nog op verre na niet hersteld. Integendeel, de opstandelingen steken overal het hoofd weder op, en de zucht naar inlijving in Griekenland openbaart zich al meer en meer. De natioriale vergadering der Kandioten heeft eene voorloopige staatsregeling vastgesteldwaarbij aan die vergadering zelve de wetgevende magt en het souverein gezag toevertrouwd wordenen het uit- voerend bewind wordt opgedragen aan een gouverneurdoor de nationale vergadering gekozen en die zijne betrekking zal waarneraen „tot dat het eiland met het koningrijk Griekenland vereenigd zal zijn." Deze inlijving wordt dus nog maar als een kwestie van tijd aangemerkt. Aan het besluit tot benoe ming van den gouverneur is dadelijk uitvoering gegeven de keuze viel op den heer Demetrios Maurocordatosvan Athene, en door hem is die betrekking aanvaard. IV. Van keizer Maximiliaan van Mexiko hebben wij lang niet gesprokenen wat wij heden van hem te vertellen heb ben is voor dezen souverein niet gunstig. Volgens de jongste berigten bevindt hij zich steeds te Queretaro, in welke stad hij naauw opgesloten is door de republiekeinsche belegeraars onder Escobedo. Pogingen van dezen ongelukkigen vorst om zich door het leger van zijnen vijand heen een weg naar de hoofdstad te banenzijn mislukt. Een later berigt meldt reeds de kapitulatie van Queretaro en 's keizers vlugtdoch zekerheid heeft men ten deze nog niet. V. Jefferson Davisgewezen president der voormalige noord-amerikaansche Zuider-Konfederatie, zal eindelijk op vrije voeteu gesteld worden. Na een zeer langdurige gevangenschap wordt hij nu, op last van het geregtshof te Richmond, onder borgtogt ontslagenom in November a. s. voor zijne regters te verschijnen die hem ter zake van hoog-verraad zullen heb ben te ondervragen. Gedeputeerde Staten der provincie Noord-Holland; over- wegende, dat het wenschelijk is ook in het zuidelijk deel dezer provincie gelegenheid te geven tot aanvoer van vee, afkom- stig uit ErieslandGroningen, Overijssel ofDrenthe, en tevens in het zuidelijk deel der provincie weder den aanvoer toe te laten ook van rundvee, niet onmiddellijk voor de slagtbank bestemdafkomstig uit het benoorden het T gelegen deel van het vaste land van Noord-Holland en uit de eilanden dezer provincie; hebben bij resolutie van 13 dezer 1°. het besluit van 26 April 1867, n°. 72, (Prov. Blad n°. 37) ingetrokken en 2°. de bepaling in de beschikking van 10 April 1867 n°. 2, opgenomen in het Prov. Blad n°. 31, sub II voor- komende, gewijzigd als volgt: In de haven van Edamin die, van Hoorn in die van Enkhuizenin die van Medemblik, in die van Helder, indie van Muiden, aan de aanlegplaats bij het huis Zeeburg in de gemeente Diemen en door de sluizen te Spaarndam mogen runderen, schapen, varkens, bokken en geiten, afkomstig uit Eriesland, Groningen, Overijssel of Drenthe, direkt van da'ar over zee (uit Drenthe door Overijsseluit Groningen ook door Eriesland naar Harlingen en van daar over zee) worden aangevoerd, mits voorzien van een bewijs van herkomst, ver- meldende de namen van het vaartuig, van den schipper en van de plaats van bestemming, alsmede het aantal, de soort en de kleur van haar der ingeladen dierenen afgegeven door de daartoe van wege het openbaar gezag aangewezen perso- nen in Eriesland te HarlingenMakkumWorkum Hinde- lopen, Stavoren of Lemmer; in Groningen: te Groningen, Zoutkamp, Termunterzijl of Delfzijl; in Overijssel: teZwolle, Kampen, ZwartsluisHasselt, Genemuiden, Blokzijl of Kuinre. In de stad Edam mag echter geen vee worden ontseheept." 3°. De bepaling, in bovengemelde beschikking sub VII voorkomende, wordt weder gelezen als volgt: Aan de Westeraanlegplaats te Amsterdam of andere hier- boven sub III bedoelde plaatsen in die gemeente, mogen alle voorwerpengenoemd in art. 1 der provinciate verordening tot wering van veeziekte van 10 November 1865 (Prov. Blad n°. 74) uit het benoorden het Y gelegen deel van het vaste land van Noord-Holland en uit de eilanden dezer provincie, regtstreeks van daar over zee worden aangevoerd, mits voor zien van een certifikaat, hoogstens drie dagen te voren afge geven door het hoofd der politie van de plaats van herkomst, houdende verklaring dat aldaar geene besmettelijke veeziekte beerscht." De minister van binnenlandsche zaken heeft bij missives van den Ssten en lOden Mei den kommissaris des konings in de provincie Zuid-llolland gemagtigd: a. om toe te staan vervoer van vee van de eene weide naar de andere; mits deugdelijke blijke, dat dezelfde veehouder de beide weiden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1867 | | pagina 2