WEEKBLAD
1867.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Provinciaal Verslag van Noord-HoIIand,
Vrijdag 5 Julij.
WNAjU/'
ilclitste laatgang.
UITTREKSEL
over 1866.
1863 1474
1864 1571
1865 1401
1866 1335
48,600
41,050
37,862
40,750
HAARLEMMERMEER,
PRIJS VAN HET ABONNEMENT
in het Jaarf 6.
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGENHEDAKTIE EN UITGAVE BETEEPFENDE
te adresseren aan VAN BONGA C°. te Amsterdam.
(Uiterlijk Woensdag.)
VAN HET
L A N D B O U W.
Algemeene toestand. Waarde der landerijen.
De besmettelijke veeziekte, hoewel in het noordelijk deel van dit
gewest gelukkig sleehts weinig voorgekomen, is in het zuidelijk
aeel op den toestand der landbouwende bevolking voorzeker van
ongunstigen invloed geweest. De veestapel heeft daar groote ver-
liezen geleden.
Het was te verwachten dat de waarde der landerijen bij het voort-
heerschen der ziekte eenige daling zou ondergaan. In het grootste
deel dezer provincie heeft die invloed zieh echter niet sterk doen
gevoelen. Wederom zijn betrekkelijk hooge prijzen besteed.
Maatschappijen en genootschappen tot bevordering van den landbouw.
Tentoonstellingen van de Hollandsche maatschappij van landbouw
zijn in het afgeloopen jaar in deze provincie niet gehouden.
Te Amsterdam is wel is waar in de maand April in het Paleis
voor Volksvlijt eene tentoonstelling van voortbrengselen van tuinbouw
gehouden, maar deze tentoonstelling ging geheel uit van de direktie
van het Paleis voor Volksvlijt. Verder is nog in genoemd paleis eene
bloemententoonstelling gehouden, die door cirka 24,000 personen
bezocht is geworden. De Vereeniging de Bloern van Kennemerland,
die gewoonlijk jaarlijks te Bloemendaal eene tentoonstelling van
bloeijende bolgewassen en planten houdt, heeft daaraan echter in
1866 door verschillende omstandigheden geen gevolg kunnen geven.
VerbetcringenNieuw ingevoerde gewassen en veerassen. Nieuwe
icerlctuigen. Weinig vermeldenswaarde bijzonderheden zijn hierom-
trent ter kennis van Ged. Staten gekomen. In enkele polders wordt
nog al land gedraineerdvooral geschiedde zulks in den Anna-Paulow-
napolder. Het kruisen schapen met engeische, vooral Leicester
rammen, wordt steeds voortgezet en levert zeer gunstige resultaten
op. Ten aanzien der invoering van nieuwe werktuigen is alleen
medegedeeld, dat door een smid te Zijpe een nieuw dorschwerktuig
was uitgevonden, dat algemeen voldeed.
Bemesting. Hierin is weinig verandering gekomen. De meest
gebruikelijke bemesting is die met paarden- en rundermest, daartoe
des winters op de stallen opgezameld, of door slijkspecie, die uit
de slooten gebaggerd wordt. Op enkele plaatsen is ook in toepassing
gebragt het bewaren en opzamelen van de gier, waarmede in het
voorjaar de graslanden begierd worden. Deze soort van bemesting
leverde voldoende resultaten op.
Oogst, landbouwmarkten. Was de oogst in 1865 ongunstig
wegens de aanhoudende droogteook in het afgeloopen jaar is hij
weder verre van gunstig geweest, doch dit keer als het gevolg van
Let aanhoudend natte weder. De opbrengst der meeste gewassen
bleef weder beneden het middelmatige. Sleehts enkele gewassen
slaagden goed, waaronder in de eerste plaats het grasgewas moet
genoemd worden.
a. Granen en handelsgewassen. De opbrengst der granen was ook
dit jaar beneden het middelmatige. De gemiddelde opbrengst der tarwe
was wel is waar iets hooger dan ten vorigen jare, maar de rogge en
de garst bleven, wat de opbrengst betreft, beneden het peil van 1S65.
De opbrengst van de haver is nagenoeg dezelfde gebleven. Over het
algemeen (zoowel in Drechterland als in de zeepolders) was de
opbrengst van dit gewas voldoende, behalve in Haarlemmermeer.
Boekweit viel ongunstig uit. In den beginne liet dit gewas veel
van zich verwachtenmaar tijdens het maaijen was het weder zoo
ongunstig dat er veel van den oogst is verloren gegaan. Ook klaagde
men in het Gooiland over de wilde eenden, die 's nachts op de
boekweitvelden nedervielen, zieh met boekweit voedden en veel
schade aan het veld toebragten.
Spelt is in 1866 weder niet verbouwd.
JErwten en boonen leverden dit jaar een zeer ruim beschot op. In
bijna alle gemeenten, waar dit gewas geteeld. werd, was de gemid
delde opbrengst veel hooger dan in 1865, vooral was zulks het geval
te Zijpe en te Andijk. Enkele gemeenten aan den Langendijk echter
hadden nog al hinder van de bladluis.
De opbrengst der bruine, witte en gele stamboontjes was voldoende.
Zij is genoegzaam gelijk aan die des vorigen jaars.
Aardappelen hebben ook weder dit jaar geen rijken oogst geleverd.
De vroege soorten slaagden in het algemeen beter dan de latere.
Als oorzaak hiervan k an de aardappelenziekte genoemd worden, die
zieh in den zomer begon te vertoonen, en zich later door de over-
vloedige regens sterk ontwikkelde. Vooral in Haarlemmermeer was
de opbrengst veel minder. In het Gooiland daarentegen slaagde deze
teeltvooral de vroege soorten, werkers genaamdnog al gunstig.
Over de opbrengst van het winter-koolzaad valt niet te klagen.
Vooral in vergelijking met vorige jaren leverde dit gewas een ruim
beschot op. Het ontwikkelde zich vooral in den zomer zeer goed,
niettegenstaande het over het algemeen in het voorjaar eenigzins
dun opgegroeid en weinig uitgestoeld was.
In vergelijking met vorige jaren was de opbrengst van het mos-
terdzaad minder.
Ofschoon het
op een grooter aantal bunders verbouwd
is dan in vorige jaren, heeft het echter geenszins aan de verwachting
beantwoord. De groei der mosterd was voordeelig; op het tijdstip
echter dat zij rijp moest worden werd de stengel in vele gemeenten
door een worm aangetastdie den verderen groei belette. Vandaar
dat de opbrengst zeer gering was en de kwaliteit slecht.
Van dederzaad of huttcntut is weinig meer verbouwd dan in het
vorige jaar. Over het algemeen was de uitslag redelijk. In het oos-
telijk deel van Westfriesland werd het geteeld op 36 bundersdie
gemiddeld 21 mud opleverden. In den Beemster werd het sleehts
op 2^ bunders aangetrorf'en. Het slaagde aldaar ongunstig door te
veel nat bij de uitzaaijing en bij den oogst.
Kanariezaad werd weinig verbouwd. Het komt alleen voor in de
zeepolders (10 b.) en in het westelijke deel van Westfriesland (26 b.).
De oogst was aldaar voldoendeongeveer 30 mud per bunder.
Karmeizaad leverde een tamelijk gunstigen oogst op, die iets hoo
ger was dan die des vorigen jaars, maar toch beneden die van de
jaren 1864, 1863 en 1862 bleef.
Andere specerijzaden worden in deze provincie niet dan in zeer
kleine hoeveelheden geteeld. Aan den Langendijk vond men 8 bun
ders corianderzaad en 8^ bunders blaauw maanzaad. Omtrent de
opbrengst is niets met zekerheid te zeggen. Omtrent de meekrap
kan het volgende worden medegedeeld. Ook dit keer moet gezegd
wordendat deze kultuur niet is vooruitgegaan. Terwijl in 1865
272^ bunders gedolven werden, zijn in 1866 sleehts 205f bunders
als zoodanig opgegeven. Vooral is deze vermindering in Haarlem
mermeer merkbaar, waar in 1865 104 bunders gedolven werden en
in 1866 sleehts 8/5In den Waard-en-Groetpolder daarentegen is
meer aangeplant dan in vorige jaren. Van den polder Waard-
Nieuwland op Wieringenwaar in het vorige jaar voor de eerste
maal eenige bunders werden aangeplant, wordt niet meer opgegeven,
zoodat men moet aannemen dat die kultuur aldaar niet is geslaagd.
Te Schagen heeft men deze teelt beproefd, maar met zeer ongunsti
gen uitslag. Ook te Andijk werd niets meer geteeld. De opbrengst van
deze teelt was iets grooter dan in 1865 de prijs bleef echter dezelfde.
Omtrent de opbrengst van het vlas aan vezels of lijnzaad kan niets
worden medegedeeld. Het vlasland wordt algemeen aan zuid-hol-
landsche en zeeuwsche vlasboeren verhuurd, die de vrucht in natura
naar hunne streken voerenzoodat het vlas in deze provincie gee-
nerlei fabriekatie ondergaat. De pacht bedraagt op Texel 150
in den Waard- en Groetpolder is zij f 230 tot f 310 en in de
Anna-Paulownapolder en Wieringerwaard gewoonlijk 300.
Hennep is, voor zoo verre men op de ontVangen opgaven mag
afgaanin 1866 niet geteeld.
Suikerbiet werd alleen in Haarlemmermeer (20 bunders) en in
eenige zeepolders (Texel 15 b., Wieringerwaard 8 b. en Waard-en-
Groetpolder 11 b.j geteeld. Over het algemeen voldeed zij niet aan
de verwachtingdaar zij niet van de vereisehte kwaliteit was om
aan de fabrieken verkocht te wordenzoodat zij dan ook dikwerf
als veevoeder is gebezigd geworden.
De aanvoeren van aardappelen en de prijzen van dit produkt
waren in de laatste vijf jaren op de markten te Amsterdam en te
Haarlem als volgt:
Haarlem.
Jaartal.
1862
1863
1864
1865
1866
Aanvoer. Prijs per mud.
86,250 2.14 a/4.46
49,800 1.58J 3.14i
49,904 1.534 3.27
52,190 I.II4 3.22
44,061 1.73 4.67
Jaartal.
1862
Amsterdam.
Aanvoer.
1583 schepen van 49,490 ton f 4.
Prijs per mud.
1.30 a 2.—
,,1.50 1.90
2.25
2.50 4.—
b. Voedergewassen. De natte weersgesteldheid was van goeden
invloed op het grasgewas, dat welig groeide en rijken oogst aan
hooi deed verwachten. Het aanhoudende natte weder was echter
oorzaak, dat niet alle verwachtingen omtrent het hooi bevredigd wer
den. De hoeveelheid wintervoeder bleek evenwel voldoende te zijn.
Eene juiste opgaaf van het aantal bunders wei- en hooiland is uit
de ontvangen berigten niet zamen te stellen. Vele gemeentebestu-
ren hebben te kennen gegevendat eene dergelijke opgave voor
hen niet denkbaar was. De opbrengst aan hooi was ongeveer 4050
pond per bunder.
De aanvoer op de hooi- en stroomarkt te Amsterdam was aan-
zienlijker dan in vorige jaren, de prijs daarentegen was lager.
De opbrengst van de klaver was zeer voldoende. Zij komt voor-
namelijk voor in Haarlemmermeer (240 bunders) en in de zeepol
ders (1029 bunders.)
Te Zijpe werden 430 bunders geteeld; de opbrengst is echter
niet op te geven.
Te Texelwaar 195 bunders geteeld werdenschat men de op
brengst der eerste snede op 3200die der tweede op 4000 nea.
pond per bunder.
In den Waard-en-Groetpolder is dit voedergewas ook zeer goed
geslaagd. Na de eerste snede wordt het gewoonlijk afgeweid of als
groene bemesting ondergeploegd.
De teelt van mangelwortels was van zeer weinig beteekenis
meestal sleehts voor konsumtie van eigen vee. De plaatsen waar
zij nog het meest geteeld worden zijn de zeepolders 44.05 bund.
PRIJS DER ADVERTENTieN
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12 V2 Cent.
Zegelkegt bij elke plaatsing 35 Cent.
(waaronder Zijpe 30 b.)Haarlemmermeer 30 bunders en Opmeer,
waar 80 bunders als zoodanig zijn opgegeven. De opbrengst wordt
geschat op 1500 a 2000 ned. pond per bunder.
Omtrent de koolrapen, wortels of paardenpeen en pastinaken valt
weinig te melden, daar zij in deze provincie zeer weinig geteeld worden.
Te Texel vond men 19 bunders koolrapen; te Castricum 20 bun
ders en in Haarlemmermeer 15 bunders paardenpeen. De opbreugst
werd daar voldoende geoordeeld.
De knollen, voornamelijk stoppelknollenleverden een schralen
oogst. Hoofdzakelijk worden zij geteeld in het Gooiland (665 bun
ders), waar zij als tweede vrucht op het roggeland verbouwd worden.
Met wikken zijn in den Anna-Paulownapolder 46 bunders bezet
geweest. De opbrengst was voldoende. Hoofdzakelijk wordt dit
gewas tot paardenvoeder gebezigd.
Serradella werd in het Gooiland op 14 bunders geteeld; omtrent
de opbrengst valt niets met zekerheid te zeggen.
Ook dit jaar levert Hilversum 2 bunders zomerspurrie. Van de
opbrengt valt niets te zeggen, vermits de spurrie, nog groen, als
veevoeaer wordt gebruikt.
c. Tuinvruchten. Omtrent de kultuur van tuinvruchten in de
Streek (tusschen Enkhuizen en Hoorn) en aan den Langendijk (boven
Alkmaar) kan het volgende worden medegedeeld.
In de Streek waren bezet40^ bunders met knollen, die redelijk
wel slaagden, behalve te Bovenkarspel, waar de oogst genoegzaam
geheel mislukte wegens de insekten. Te Grootebroek were deze
vrucht op 344 bunder geteeld. De opbrengst is echter onbekend.
22j bunders met wortelen, meest roode of leidsche wortelen, die
over het algemeen een rijken oogst opleverden, welke op enkele plaat
sen zelfs tot boven 600,000 stuks per bunder steeg. 128 bunders
met kool, die nog al leed door de rups. Vooral had hierdoor de
vroege bloemkool te lijden. De latere soorten slaagden beter.
De oogst van uijen (12 bunders) was zeer overvloedig. Men
rekende 500700 mud per bunder.
De 9 bunders biet slaagden middelmatig. De bieten waren meestal
klein van stuk. Sleehts 5 bunders fijne zaden werden van die
plaatsen opgegeven. Daarentegen geeft Andijk op, dat meer dan 25
bunders bezet waren met moeszaden, doch kan wegens de onder-
scheidene zaadsoorten (meer dan 100) de opbrengst volstrekt niet
mededeelen.
Aan den Langendijk waren bezet235 bunders met kool, waar
onder 54 met bloemkool, die gemiddeld 15,000 stuks per bunder
opleverden. Vooral te Noordscharwoude en Oudkarspel was de op
brengst zeer voordeelig (16,800 stuks per bunder). De vroege
soorten slaagden over het algemeen beter dan de latere. 60f bun
ders met met uijendie uitmuntend slaagden en gemiddeld 260
mud per bunder opleverden. De gemiddelde opbrengst te Broek op
Langendijk was 300 mud per bunder; 50 bunders met roode of
leidsche wortelen, die gemiddeld 400,000 stuks per bunder opbragten.
Ook deze slaagden zeer goed9J bunder met roode bietendie
200,000 stuks per bunder opleverden, en J bunder dat 20,000
stuks rammenas opleverde.
De augurkenteelt in den Beemster leverde geene goede resultaten
op. Ruim 17 bunders waren daarmede bezet. De vele regens vooral
hebben hierin ongunstig gewerkt en zijn oorzaak geweest van snel
toenemend zoogenaamd vuur, waardoor alles met eenige dagen bed
orven is. Te Aalsmeer werden dit jaar geene augurken geteeld.
Ook te Nieuwer-Amstel hebben de warmoezeniers te klagen ge-
had over hunne teelt in het afgeloopen jaar. Vooral waren de
prijzen der komkommers en salade, die in deze gemeente in belang-
rijke hoeveelheden geteeld worden, zeer laag. Voornamelijk was het
heerschen der cholera hiervan de oorzaak, waardoor de prijzen dier
produkten bijna tot niets daalden.
Hetzelfde is het geval geweest te Alkmaar, waar ook veel salade
geteeld wordt. De opbrengst was rijkelijk, maar de prijzen buiten-
gewoon laag.
Te Edam kan de warmoezerij als goed geslaagd beschouwd wor
den, met uitzondering der snijboonen, die weinig opbragten, ten
gevolge der in het midden van September aanhoudende regens. De
prijzen van deze vrucht, en vooral ook die der salade en komkom
mers, waren zoo als elders ook hier veel lager dan gewoonlijk. Te
Diemen werden op 5 bunders moesgroenten geteeld.
d. Ooft. De oogst van appelen en peren over het afgeloopen jaar
mag zeer gunstig genormd worden, vooral in vergelijking met 1865.
Eene juiste opgave van dien oogst te leveren is echter onmoge-
lijk. De meeste gemeenten verklaarden, dat, daar de oogst meestal
voor eigen konsumtie gebezigd werd, eene begrooting van dien
oogst geheel onmogeJijk was. Sleehts enkele gemeenten gaven eene
raming van de opbrengst.
De gemiddelde opbrengst per bunder was 40 mud appelen en 62
mud peren, tegen 9 mud appelen en 13 mud peren in 1865.
Aalbessenkruisbessen en frambozen slaagden gelukkig.
Pruimen waren zeer overvloedig, maar hadden niet den minsten
aftrek.
Perziken, abrikozen en druiven waren echter minder voordeelig.
De aardbezien te Aalsmeer (16 bunders) leverden 378,040 kop op.
Deze werden verkochtte 's Hage 60,000 kop voor f 2 a 3 de
100te Amsterdam de overige voor f 4 a J 6te zamen gevende
eene waarde van 17,400.
e. Bloemen. De bloembollenkweekerij mag over het algemeen
niet ongunstig genoemd worden. Wel werd hier en daar over ziekte