VI E E K B I. A II 1867. Vrijdag, 20 September. VAN AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJB. Aclitste Saaigang. Regt en Belang. Haarlemmermeer. Ann DIJKGRA-.f en hoogheemraden HAARLEMMERMEER, i V&vaiXa PRIJS VAN HET ABONWEMENT in het Jaar6.- Prijs van een enkel Nommer 15 Cent. ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN TJITGAYE BETEEFFENDE te adresseren aan VAN BONGA C°. te Amsterdam. (Uiterlijk Woensdag.) Wij zouden zeer in het vervullen onzer roeping tekort schietenals wij niet, zooveel in ons vermogen was, medewerk- ten, om de stoomboot-ondernemingdoor schipper Maabten van dee Jagt op touvv gezettot stand te doen komen. Reeds sedert vijf jaren is, na een welgelukten proeftogt, de wensch bij velen levendig geweest en steeds levendiger geworden, om in het genot eener stoombootdienst van Katvvijk naar Haar lem langs Warmond, Haarlemmermeerenz. te worden ge- steld. Eene landstreek, die zich krachtig en als met den dag ontwikkelt en in prodnktie vooruitstreeftmoet de behoefte aan gemakkelijk en spoedig goederenverkeer in klimmende mate gevoelenen bestaat de gelegenheiddan werkt deze weerkeerig gunstig en op de voortbrenging en op den han- del. Geen wonder dns dat velen zoo levendig belang stellen in het plan van schipper van dee Jagt en zich niet rustig kunnen nederleggen bij de door hem ondervonden weigering, die alle wakkere, ondememende, voorwaarts strevende pro- dueenten en handelaars bitter teleur stelt. Berust de weigering op een regt? Uit onderstaand adres blijkt, onzes inziens, dat dit regt voor het minst hoogst on- zeker en allezins betwijfelbaar isen daar de adressantenvoor zooverre de inwilliging van hun verzoek schade zou kunnen veroorzakenreeds de billijkheid van een vergoeding door het betalen van een matig sluisgeld erkennen, beschouwen wij hen als bescheiden en goedgezinde vragersmet wie te spre- ken en te overleggen vajt; personen, met wie men, bij goeden wilgewis tot een beide partijen bevredigend verge- lijk kan komen, zonder toepassing van het strikte regt, ge- steld het bestond, en welk strikt regt, helaas, maar al te vaak, in moreelen zin eenigzins onregt is. Wij hopen dus dat de kwestie van strikt regtzoozeer betwistbaar, ten deze niet uitsluitend op den voorgrond zal gesteld wordenwaar het zoovele en gewigtige belangende vermeerdering van produktie door uitbreiding van den handel, geldt. Dat van wege Rijnland aanvankelijk is geweigerdwaar het meende daartoe regt te hebben, is niet te veroordeelen een kollegie moet in menig geval, als ligchaam, anders han- delen, dan de leden, individneel en persoonlijk, welligt zouden doen; en meent het kollegie een regt en eenigen grond van weigering te hebben, dan mag het ook niet dade- lijk aan het.gevoel van welwillendheid toegeven. Maar, heeft het kollegie ten deze zijn eersten pligt vervulddan strijdt een aader in overweging nemen op bescheiden verzoek van be- latghebbenden zeker niet met zijne waardigheid; dan gewis mag en kan het zijne gronden nader ter toetse brengen," en de guVlen regel: „hooren en wederhooren" toepassen. Wij i-open op deze gronden, dat men, na pligtmatig voor zijn regt te zijn opgekomen en gekonstateerd te hebben dit niet uit het oog te verliezen, ook het belang der ingelanden zal willen rindplegen, en wij twijfelen niet of eene allezins bevredigende o^g^ing zaj }iet gevolg zijn van de wederzijd- sche welwillendh-idj die gewis bij partijen bestaat, ook al kon men het, uit len aar(j der zaak, niet dadelijk eens wezen. Het adres, dat i. een orgaan als het Weekblad niet mag ontbrekenluidt als vUgt AFSCHRIFT. van Rijnland. De ondergeteekendenalien ingian(]en Y£m Rijnlandheb ben vernomen van Maarten van i*r Jagt schipper,te Kat- wijk aan den Rijndat hij aanvrage Heeft gedaan om met eene stoomboot des Maandags van ievpYg week eene reis te doen van Katwijk naar Haarlemlangs warmondde Haar lemmermeer enz. Zij ondergeteekenden hebben met leedwez^ 'o-ezien, dat de vergunning daartoe aan genoemden van derjagt d00r den Minister van Binnenlandsche Zaken is geweigeu i( 0p grond, dat het Katwijksche uitwateringskanaal eigendom ,an Rijnland zoude zijn en het collegie van Dijkgraaf en Hoo;jieemracien ongenegen zoude wezenom de vereischte toestei.miD0. tot de stoomvaart in dit kanaal te verleenen. Zij ondergeteekenden betwijfelen zeer, of 1°. Dijkgraaf en Hoogheemraden het regt hebben, om aldus te beschikken over de vaartenaan het Hoogheemraadschap toebehoorende 2°. deze weigering van stoomvaart wel in het belang is van de ingelanden van het Hoogheemraadschap.^ I. Het Regt. De Katwijksche uitwatering ligt voor een groot deel op de plaatswaar vroeger de Rijnsburgsche Yliet zich bevonden is daarvoor in de plaats gekomen (zie Gevees van Endegeest Hroogmalting Haarlemmermeer I, 83). Deze wateren zijn, even als alle andere boezemwaleren van Rijnland, steeds, zoover geschiedkundige bescheiden reiken vrijelijk door het publiek met schepen bevaren. Nimmer is daartegen door het bestuur van Rijnland eenige tegenwerping gernaakt. Toen op den 10 Augustus 1862 de eerst-ondergeteekende Mr. Ameesfooedt den eersten proeftogt heeft gemaakt met eene stoomboot van Haarlem naar Katwijk aan zee, door de Katwijksche uitwatering en terug, en terug over Leiden door den Rijn en de Zijl naar Amsterdamin bijzijn van de hee- ren van de Poll, dijkgraaf van Haarlemmermeer, Dr. Staeing, den heer RoeLL, zoon van den commissaris des konings in Noord-Hollanden vele anderen(zie Weekblad van Haar lemmermeer 1862, N°. 33, biz. lS2), werd hij te Katwijk aan zee door den dijkgraaf Hoog en den hoofd-opzigter Keos heuschelijk ontvangenen het regt der stoomboot niet in het minst betwijfeld. Ja, zelfs heeft de hoofd-opzigter Keos nog een boot geleend, om door de sluis te varen; de ingenieur HueT heeft daarin plaats genomen met den sluiswachter van Mels en mijten aanzien van het andere gezelschap. De vaart door de Ringvaart van Haarlemmermeer, den Rijn, de Gouwe en andere vaarten van Rijnland wordt dagelijks uitgeoefend door een tal van stoombooten, zoo voor perso- nenvervoer als om te sleepen. Die vaarten zijn gegraven op algemeene kosten van alle ingelanden van Rijnlandhet is hun gemeenschappelijk eigendom; ook de Katwijksche uitwa tering is eigendom geworden van het gemeeneland van Rijn land, en niemand heeft het regt de ingelanden van Rijnland van dit eigendomsregt te ontzetten tenzij ten publieken nutte en niet zonder voorafgaande schadevergoeding, zoo lang Art. 147 der Grondwet in Nederland kracht van wet zal behouden. De ondergeteekenden zijn in deze .zoozeer overtuigd van hun goed regtdat zij zich bij deze wel uitdrukkelijk voor- behouden, bij onverhoopte weigering, dit regt bij de Staten- Generaal te zoekenen voor den bevoegden regter te vorde- ren, en zouden in dat geval Dijkgraaf en Hoogheemraden persoonlijk in hun privd aansprakelijk moeten stellen voor eene weigering van regt, waardoor zij hunne bevoegdheid over- schrijden en schade veroorzaken aan de ingelanden door weder- regtelijke handelingen. II. Het belang der Ingelanden. Dat het nuttig is te varen van Katwijk naar Leidenwordt bewezen door het tegenwoordig bestaan in die vaart van twee stoombootdiensten en tal van andere schepen. Dezelfde voorwerpendie thans van Katwijk naar Leiden worden vervoerdzouden zeer zeker ook voorwerpen van tra- fiek kunnen uitmaken tusschen KatwijkHaarlemAmsterdam en tusschenliggende plaatsen. Onder die voorwerpen zal het genoeg zijn op te noemen visch en nevenproduktenzout, zeeschelpenkalk, mest, dierlijke afval en dergelijke groenten vruehten koolsoorten bloembollen, zaden en droogerijen, veeveevoeder, hooi, vlas, meekrap, brandhout, turf, boter en kaasolien, lijn- en raapkoeken beenderen, huiden landbouwgereedschappen meubelen, geneesmiddelenen vele honderden andere artike- len meet, te veel om hier te noemen, en welke met voor- deel tusschen het platteland en de steden worden verruild, en de scheepvaart doen leven. Waren de sluizen te Katwijk bruikbaar ook slechts voor kleine zeeschepenen van eene kleine voorhaven voorziendeze (van welke voorhaven met driekanten zeebreker een uitmun- tend ontwerp voorkomt op de concept-sluizen van 1629 ge- teekend door Bolstra in 1740), deze vaart zoude zelfs on- middellijk eene veel grootere uitbreiding kunnen erlangen tot groot nut der ingelanden; de visscherij te Katwijk zoude clan PRIJS DER ADVERTENTieN van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12'/2 Cent. Zegeleegt bij elke plaatsing 35 Cent. al ligt bij stormweder en des winters eene veilige toevlugt in die haven vinden, en mogelijk ook wel spoedig eenige seheepjes met vee als anderzins het kanaal laten oversteken. De ondergeteekenden wenschen echter hierop voor het oogen- blik niet aan te dringen, maar zouden zich voorloopig ver- genoegen met te mogen varen tot aan zee, ofschoon zij ver- moedendat h'ierdoor de wensch om te varen tot in zee al ligt bij velen spoedig levendig zal worden. Indien nu ook al de boorden van eenig kanaal van Rijn land door die vaart iets mogten lijdende welvaart daaruit ontstaande, zoude zulks dubbel vergoeden, en het schijnt zelfs niet onbillijk, om in dat geval voor het gebruik der toekomstige zeevaartsluis een matig sluisgeld op doorvarende seheepjes te heffen. Reeds nu zoude door het daarstellen eener stoomvaart tusschen Katwijk en Haarlem, welligt ook later Amsterdam, Zaandam, Alkmaar, geheel Noord-Holland, en de Zuiderzee een tak van welvaart ontstaan, welke niet anders kan wer- kendan tot verhooging van de waarde der landerijen in Rijnlanddoor welke verhooging van waarde de ingelanden dan weder gemakkelijker de laslen van het hoogheemraad schap en de polderlasten zullen kunnen dragen. Om al deze redenen, verzoeken ondergeteekenden eerbiediglijkdat het dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland moge behagenterug te komen van hunne weigering om aan schipper M. van dee Jagt te Katwijk aan den Rijnvergunning te verleenen tot het varen met zijne stoomboot door het uitwateringskanaal te Katwijk. 't Welk doende enz. Haarlemmermeer, 28 Augustus (Was geteekend:) Mr. J. P. Ameesfooedt. A. L. Dyseeinck. A. Wijnands. J. W. M. van de Poll. J. H. Berckenkamp Dzn. A. K. de Koning Noiaris. C. van Paridon. E. Kraaij. T. Verloop. J. v. Leeuwen. 'B. G. Lammens. Dr. K. Plantenga. H. 0. Keidel. G. Verdoes. J. Beeckenkamp Dzn. E. Meijee. D. W. Gesink. 1867. Joh. Durieux. M. J. Buegersdijk. G. de Smit. H. W. Baak. P. VAN DEE GUGTEN. G. VAN DER GUGTEN. J. VAN DEE GDGTEN DZN. J. DE GrEEF. Jan Varkevissee. J. OUDSHOOEEN. J. Guijt. A. Heemskeek. J. VAN RhIJN. J. v. d. Gugten. H. ZWETSLOOT. N. v. d. Gogten. De uitslag der stemming van 18 leden voor het Kiescollegie bij de Hervormde Gemeente van Haarlemmermeerop dingsdag 10 September jl.was als volgt Aan de stemming is deelgenomen door 76 stemgeregtigde leden der gemeente. Uitgebragt werden 1349 stemmen, waar- van 73 van onwaarde zijn bevonden; alzoo bleven 1276 gel- dige stemmen over. Benoemd werden de heeren: J. G. Schone, A. J. G. Timmermans, K. P. Roosdorp, S. Hoogschagen, G. Speijers, A. Pruijssen P. Bier C. Maaskant A. Langereis P. Knaap, C. van Dam, W. C. Bulk, L. Vreugdenhil Jb. Roodenburg, K. Tanis Mzn., C. Bakker (JJ 4), C. Bos B. Buurman de laatste met het lot tegen H. A. van Foreest. Sedert heeft C. Bos als lid van het Kiescollegie bedankt en is in diens plaats benoemd Id. A. van Foreest. Ook van eene andere zijde ontvingen wij, nadat deze op- gave reeds gezet was, eene mededeeling van den uitslag dezer verkiezing. Wij danken den geachten inzender, en laten hier- onder de regelen volgen waarmede hij zijn schrijven besluit:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1867 | | pagina 1