- 180 -
Provinciale Staten
Haarlemmermeer.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven:
GEMEENTE-RAAD.
Na langdurige discussion wordt bcsloten in do zaak lo bcrusten, en
bij Dijkgraaf en Hoogheemraden aan le bevelen eon gestreng toezigt op
de verrigtingen van den sluiswachter aan de Gouwesluis.
11. Voorstel tol wijziging van bet genomen besluit omirent de verefi-
catie van het Peilmerk aan de Oude Wetering.
Hierbij wordt ovorgelegd een uitvoerig rapport van den Hoofdopzigter
omtrent de Peilraerken in Rijnland.
Na de verhoogingwelke het A. P. merk in Amsterdam heefl onder-
gaanachten Dijkgraaf en Hoogheemraden het met den Hoofdopzigter wen-
schelijk in Rijnland het oude A. P. merk te behouden en alzoo de
verschillende peilbouten wel onderling te verefierenmaar die niet in
overeenstemming te brengcn met het A. P. te Amsterdam.
Aan do zeesluis te Katwijk is dit A. P. merk onveranderlijk aangebragt;
men wenscht dit door zuivcre vvaterpassing naar de Oude Wetering over
to brengen en daar rnsgelijks op onveranderfijke wijze te bevestigen
ten einde dit merk als uitgangspunt voor de waarneming der boezem-
standen te kunnen behouden.
De Vergadering vereenigt zich met dit voorstel, doch wenscht nader
te vernemen welke de kosten voor hot daarstellen van een onveranderlijk
Peilmerk aan de Oude Wetering zijn zullen, alvorens tot het maken van
die inrigting te besluiten.
12. Voorstel nopens het bevaren van het Katwijksche kanaal door de
stoomboot van van der Jagt.
Voor het vcrlecnen der concessie is Rijnland gehoord gcworden over het
bevaren van genoemd kanaal. Dijkgraaf en Hoogheemraden hebben zich
daar tegen verklaard zoo als zij zonder ophouden gedaan hebbenuit-
hoofdc van de groote schade welke door de stoombooten aan de oevers
der kanalen wordt aangebragtzij deden dit hier met te meer klem
omdat het kanaal hoofdzakelijk een uitwateringkanaal is en aan het Hoog-
heemraadschap loebehoort. Naar aanleiding dier bezwarenis door den
Minister geen concessie voor het bevaren van dit kanaal verleend gewor-
den. Daarop hebben zich eenige ingelanden eerst bij Rijnland, later bij
Gedeputeerde Staten beklaagd over deze in hun oog geheel onwettige
handelmgenen het gevOlg hiervan is, dat, bij eene herhaalde aanvrage
van van der Jagt, Dijkgraaf en Hoogheemraden gewcnscht hebben de be-
slissing aan deze Vergadering over te laten.
Met 12 tegen 5 stcmmen wordt besloten het verzoek af te wijzen.
13. Aanvraag van de ingelanden van de droogmaking Middelburg, om
meerder wcarborgkapitaal los te maken.
Bij deze aanvraag geven ingelanden te kennen, dat zij gelracht hebben
een geldleeniug te sluiten van 20 mille, ten einde in staat te zijn de
werken voor de droogmaking te beeindigenen den vroeger gemaaktc
schuld af te doen; dat deze poging mislukt is, en zij nu geen ander
middel zien dan door de losmaki. g van een gedeelte van het waarborg-
kapitaal, op denzelfden voet en voorwaarde als dit voor de eerste maal
door de Vergadering werd toegestaan.
Op voorstel van Dijkgraaf en Hoogheemraden wordt besloten onder
nader goedkeuring van Gedep. Staten een nominaal bedrag van 32,400
^4 °/o van dat waarhorgkapitaal los te maken, doch daarvan niets uit le
keeren vdor dat de thans onderhanden zijnde werken, ten genoegen van
Dijkgraaf en Hoogheemraden zullen zijn voltooid.
De Vergadering wordt door den Dijkgraaf geslolen.
IN NOORD-HOLLAND.
Vergadering van Donderdag 7 November 1S67.
Rapporten zijn uitgebragt: bij monde van den beer de Vries,
op de brieven van Gedep. Staten, betreftende de goedgekeurde
provinciale begrooting voor 1868 en betreffende de op de
rijksbegrooting voor 1868 gebragte kosten van het provinciaal
bestuur; bij monde van den heer van Foreest, op de
voorgestelde regeling van uitgaven voor de versterking der
Pettemer-zcewering en op de suppletoire begrootingen van het
gesticht Meerenberg voor 1867 en 1868.; bij monde van
den heer Bienfait, op de aanvraag om subsidie voor de stoom-
bootdienst voor het slepen van schepen over Pampasbij
monde van den heer Rahusen, op het adres om provinciale
subsidie voor de tuinbouwschool te Watergraafsmeer; by
monde van den heer mr. P. A. de Lange, op het adres van
het ambacht van West-Frieslandgenaamd Geestmerambacht
om provinciale subsidie voor het maken van een schutsluis;
bij monde van den heer Teding van Berkhdut, op de ontwerp-
reglementen van bestuur van den Ooslerlandspolder en
den Nederlandspolder, en op de voorstellen tot wijziging van
de reglementen van bestuur voor den polder Waard en Groet,
voor het waterschap Eijerland en voor den polder Westzaan.
De koramissie, in wier handen is gesteld het ontwerp-
reglement van bestuur voor den Gemeenschapspolder, is met
het uitbrengen van raj>port diligent verklaard tot de zomer-
vergadering.
Overeenkomstig het voorstel der kommissie, die in de
vorige bijeenkomst rapport heeft uitgebragt, is met 56 tegen
5 stemmen besloten, geen gevolg te geven aan de uitvoering
van het plan tot bezaaijing en beplanting der duinen tusschen
Callantsoog en den Helder, op zoodanige wijze, als dit door
Gedep. Staten ontworpen is, doch waarvan ook deze de uit
voering hebben algeraden.
Met 49 tegen 12 stemmen is besloten aan de Tweede Earner
der Staten-Generaal een adres in te dienen, betreffende de
jaarwedden van den griffier en van de ambtenaren ter provin
ciale griffie. Een ontwerp-adres betreffende deze zaak, door
den heer de Vries ter tafel gebragt, wordt ter griffie neder-
gelegd, om nader in behandeling te worden genomen.
Vergadering van Vrijdag 1 November 1867.
In deze zitting is vastgesteld een adres aan de Tweede
Earner der Staten-Generaalwaarin op verhooging van den
post der staatsbegrooting voor jaarwedden van den griffier en
de ambtenaren en bedienden ter provinciale griffie wordt aan-
gedrongen.
Een voorstel van Gedep. Statenbetreffende de regeling van
uitgaven voor de versterking der Pettemer-zeeringis aange-
nomen.
De voorgedragen suppletoire begrootingen van het gesticht
Meerenberg voor 1867 en 1868 zijn vastgesteld.
Op de aanvraag om subsidie voor de stoombootdienst voor
het slepen van schepen over Pampus is afwijzend beschikt.
Ten behoeve van de tuinbouwschool te Watergraafsmeer is
gedurende vijf jareu een subsidie verleend van 2000 'sjaars.
Het verzoek van het ambacht van Wrest-Frieslandgenaamd
Geestmerambacht, om provinciaal subsidie voor de daarstel-
ling van eene schutsluis, is afgewezen.
De reglementen van bestuur voor den Oosterlandspolder
en den Nederlandspolder zijn vastgesteld.
Op voorstel van den heer mr. M. J. de Lange, is, na
langdurige beraadslaging, besloten, het ontwerp-besluit tot
wijziging van het reglement van bestunr voor den polder
Waard en Groet aan Gedeputeerde Staten te renvoijeren.
De voorstellen tot wijziging van de reglementen van
bestuur voor het waterschap Eijerland en voor den polder
Westzaan zijn aangenomen.
Een voorstel van den heer van Eik en andere leden tot
het nemen eener proef van duinbeplantingis, na beraadsla
ging, verworpen, met 50 tegen 12 stemmen.
Daarna is de vergadering door den voorzitter, in naam des
konings, gesloten.
Op de veemarkt te Haarlemmermeer, den 7 November
1867 zijn aangevoerd250 stuks hoornvee, waarvan 100
stuks klein vee, 99 paarden en 4 sohapen. Yoor goede soort
koebeesten werd van 80 tot/150 besteed. Deze prijs werd
ook voor goede werkpaarden bedongen. De kooplust was
flaauw.
Zaturdag middag staple de vrouw van Cornelis de Ruiter,
op PP 17 over een hek, waaraan zij zich zoodanig verwondde
dat zij eenige oogenblikken daarna is overleden.
Zondag morgen is het paard van den slagter Rijnveld,
voor een kar gespannente Nieuw-Vennep op hoi geraakt.
De zoon van Eijnveld, die zich in de kar bevond, is er uit-
gevallen en heeft een geruimen tijd in bewusteloozen toestand
verkeerd.
van 5 tot en met 12 November 1867.
GEB0REN: Johannes, zoon van L. Trommel en M. van Lier. Pie-
ter, zoon van J. de Berg en J. Duinweg. Johannes Govert, zoon van
A. Wagenaar en E. Brinkman. Teuna Adriana, dochter van J. Mooser
en A. Ooslerbeek. Marijlje dochter van J. Michel en M. Dompeling.
Jaapje, dochter van J. Dolmaker van Witzenburg en M. van der Velden.
Petronelladochter van C. Siegers en A. van den Berg. Willebrordus
Martinus, zoon van M. van Staveren en J. van Haastrecht. Grietje,
dochter van L. Bloemendaal en F. Jaarsma. Hendrikus Hermanus, zoon
van II. Eickhoff en A. de Wit. Cornelis, zoon van J.Pateren T. Koorn.—
Jacob, zoon van A. Grouwelman en S. C. Schouten.
OVERLEDEN: Cornelis Schrama, oud 70 jaren, wedHwenaar van G.
Does. Paul, oud 20 maanden, zoon van P. Jurriens en C. van der
Linden. Lubbertjo Kramer, Oud 47 jaren, gehuwd met T. Visser.
Francisca, oud 15 wekendochter van Johanna v. Leeuwen (ongehuwd).
Margje Versloot, oud 43 jaren, gehuwd met C. de Ruiter. Jacoba
Agatha, oud 10 maanden, dochter van J. Jongeleen Verdoes en C. van
Mijnen. Adriana Smoorcnburg, oud 37 jaren, laatst gehuwd met
J. F. Harding. Leenlje oud rdim 15 maanden, dochter van A. Wijs-
man en W. van Dijk. Adriana Arisman, oud bijna 61 jaren, gehuwd
met J. Grickspoor.
LEVENLOOS GEB0REN: Een dochter van F. L. Faus en J. van der
Vosse. Een zoon van M. Hermus en J. Kloonen.
ONDERTROUWD: Joannes van der Linden met Anna Maria Mulders.
Teunis van Es met Aallje Okken. Dirk Beek met Maria Bos (weduwe
van A. van der Wilk).
GEHUWD: Geene.
Zitting van Donderdag den 3 October 1867.
VoorzitterMr. J. P. Amersfoordt.
De Vergadering wordt teopend des middags ten 12 ure. Alle leden
zijn tegenwoordig.
De Sekretaris leest de notulen van 26 September 1867, welke, na
eene wijziging in punt 4, daarin gebragt op voorstel van den heer
Knaap, worden goedgekeurd met algeineene stemmen; hebbende de hee
ren Verploegh en Kuiper zich buiten stemming gehouden, als zijnde in
de vorige Vergadering niet tegenwoordig geweest.
1. Aan de orde is de behandeling der begrooting voor 1868.
De Voorzitter opent de discussie over de algemeene strekking der
begrooting.
De heer van Riessen herinnertdat in eene vorige Vergadering door
het lid Verploegh is voorgesteld, dat elk lid dezer Vergadering een
cxemplaar zou ontvangen der begrooting, met de mcmorie van toelichting.
Zulks heeft toen geen gevolg gefiad. Spreker acht het evenwel zeer
nuttig, en wil in het vervolg aan elk raadslid een afschrift of afdruk
der begrooting geven.
De Voorzitter zegt, dat de stukken nog al volumineus zijn, en do
kosten van drukken of schrijven daardoor nog al aanzienlijk worden.
Spreker zou er daarom meer voor zijn om een paar exemplaren bij de
leden te doen cirkuleren, en acht dat dan ook aan de behoefte zou
voldaan zijn.
De heer van Riessen kan zich daarmede vereenigen.
De heer 'I Hoof I wil evenwel besluiten, om aan elk lid een afschrift
te geven van de begrooting en memorie van toelichting.
De Voorzitter zegt, dat de post van schrijfloonen dan zeker moet
verhoogd worden, en brengt, na nog eenige discussien, in stemming de
vraag: of aan elk lid van den Raad in het vervolg een exemplaar der
bedoelde stukken zal worden verstrekt.
Deze vraag wordt met algemeene stemmen toestemmend beantwoord.
Omtrent de algemeene strekking vraagt geen der leden het woord.
Mitsdien wordt begonnen met do articulate behandeling, en wel het
eerst met de Uitgaven.
Volgnrs. 21 en 22 worden zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Volgnr. 23. Jaarwedde Secretaris."
De heer Klapwijk zegt, dat hij van meening was, dat aan den Secre
taris vrije woning was toegezegd; terwijl men bem nu huur laat belalen
en vraagt of nu de jaarwedde niet kan verhoogd worden.
De Voorzitter bevestjgt het door den heer Klapwijk aangevoerde.
De heer van Riessen wil bet volgendc jaar den Secretaris vrije woning
geven, uilhoofde de werkzaamheden, aan zijno betrekking verbonden
vele zijn, en de gemecnte steeds grooter wordt.
De Voorzitter zegt, dat de zaak der traktementen van den Burgemees-
ter en Secretaris nog in behandeling zijn bij Gedeputeerde Staten- het
zou vreemd zijnals reeds nu zoo kort na de behandeling dier zaak in
den Raad, de Raad weder verandering in zijn besluit bragt, en hij wil
afwachten vvat Gedeputeerde Staten zullen beslissen.
De Vergadering vereenigt zich met dat gevoelen, en wordt de post
zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Volgnrs. 24 tot en met 27 worden goedgekeurd.
Volgnr. 28. Schrijfloonen."
De Voorzitter stelt voor, om met het oog op het straks genomen
besluit, de post te verhoogen met 50.
De heer tHooft merkt aan, dat de klerken eenige verhooging van
tractement hebben gekregen, en dus nu ook meer werkzaamheden van
hen mogen gevraagd worden, en wenscht dit in aanmerking te nemen.
De Voorzitter zegt, dat zulks nu reeds wordt in aanmerking geno
men want dat de klerken nu ook 's avonds werken, maar dat het
schrijven van de begrooting en memorie van toelichting voor elk der
leden niet kan plaats hebben in den lijd, dien de klerken verpligt zijn
op de secretarie te wezen, omdat dat schrijfwerk spoedig en in enkele
dagen moet worden verrigt.
De heer 'IHoofl stelt voor, de post te verhoogen met 25, doch
trekt dat voorstel weder in, nadat hem inlichtingen waren gegeven
omtrent het werk, dat uit het genomen besluit voortvloeit.
Het voorstel van den Voorzitter, om de post te verhoogen met/50
wordt daarop zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Volgnrs. 29, 30, 31 32, 33 en 34 worden, na omtrent sommige
posten gegeven inlichtingen, goedgekeurd.
Volgnr. 35. »Onderhoud en aankoop van meubelen voor het Raadhuis
geraamd op 600."
Do Voorzitter zegt, dat bij het opmaken der begrooting nog niet be-
kend was, wat er nog zou noodig zijn; daarom is toen 600geraamd;
hij geeft eene specifieke opgave van hetgeen in 1868 nog zal dienen te
worden aangeschaft, en van hetgeen nu reeds is aangekocht, en meent,
dat er nog wel 1000 voor 1868 zal noodig zijn.
De Voorzitter voert nog aan, dat de stoelendie gekocht zijn, zijn
gekocht door de heeren 'tHooft en Schone; dat hij, Burgemeester, die
stoelen ook wel eens vooraf had willen zien; de aangekochte stoelen
toch zijn niet soliedezij zijn van boekenhout en gelijmd. De heer
't Iloo/t meent, dat de door den Burgemeester voorgestelde aankoop
van nog 36 stoelen geen behoefte is; welligt dat er nog 8 of 10noodig
zijn maar dan is het zeker genoeg, wanneer er in de trouwkamer nog
6 zijn voor het overigc kunnen daar de nog aanwezige stoelen gebruikt
worden. In Haarlem zit het publiek op banken men moot trachten met
het aangevraagde geld rond te komen. De heer Tensen meent ook,
dat voor hen, die veel familie meebrengen bij het trouwen, geen stoe
len kunnen aangeschaft worden, en wil, dat men zich wat zalbehelpen;
het nieuwe Raadhuis geeft toch nog al bezwaar. De heer Schone
meent, dat 10 of 12 stoelen toch nog geen zoo groot bezwaar voor de
gemeente zijn, en zulks de zaak niet duur kan maken, en merkt voorts
aan, dat hij de stoelen met den heer 'tHooft niet heeft gekocht, maar
alledn is gaan zien. De heer van Vuuren verklaart, dat, hetgeen de
Burgemeester heeft gezegd, niet waar is. De Voorzitter zegtdat
hij ze niet gezien heeft, 't geen hij toch gewenscht had. De heer
'tHooft hevestigt het gezegde van den heer Schone, dat spreker en den
heer Schone de stoelen niet gekocht hebben, maar alleen gezien; Spre
ker bad den heer Schone daartoe uitdrukkelijk uitgenoodigdomdat do
Wethouder van Vuuren ziek was. De Voorzitter zegt daarop, dat de
Welhouder't Hooft zich altijd met de aankoopen van meubelen heeft be-
moeid, en hij er den Burgemeester steeds tracht buiten te bouden; dat
kan niet altijd zoo gaan, want het is tot nadeel der gemeente. De
heer 'tHooft zegt, dat de Burgemeester een aantal leugens spreekt,
en de zaak verkeerd voordraagt. De Voorzitter wil het gezegde van
den heer 't Hooft genotuleerd hebben, en zegt op nieuvv, dat hij van de
stoelen niets gezien heeft; vroeger heeft hij een lessenaar gezien van
70, die nieuw was, doch die was later, toen men hem koopen wilde,
verkocht. De heer 't Hooft antwoordf, dat de Burgemeesfer daarvan
zelve de oorzaak is, omdat hij geweigerd heeft met de Welhouders naar
Amsterdam te gaan, om de meubelen te zien; en herhaalt, dat de Bur
gemeester leugens spreekt. De Burgemeester merkt aan, dat ook vroe
ger door den Wethouder 't Hooft dubbele meubelen voor de scholen zijn
gekocht, namelijk een letterkast, die nu onlangs nog stond bij den boek-
handelaar van Brederode te Haarlem, en zegt voorts, verhaal te zullen zoe-
ken op het gezegde van den heer't Hooft, dat hij, Burgem., leugens spreekt.
De Heer 'I Hooft zegt, nimmer dubbele meubelen te hebben gekocht,
ook geen telraam of letterkast; dat heeft de heer Pabst vroeger gedaan.—
De Voorzitter zegtdat de beer 't Hooft het dan toch den heer Pabst
heeft laten doen want de heer Brederode heeft hem (Voorzitter) gezegd
dat de heer Pabst er met den heer 'tHooft over gesproke.n had. De
heer 'tHooft zegt bercid te zijn om/1000 aan de algemeene armen te
gevenindien wordt bewezen dat door hem een telraam bij den heer
Brederode is gekocht. De heer Tensen merkt aan, dat de Burgemees
ter zich nu tegenspreekten vindt het jammer dat het nieuwe Raadhuis
alwedor tot eene kwestie aanleiding geeft; hij wil er de zaak nu maar
bij laten. De heer Duis acht het goed om in het vervolg eene Com-
missie uit den Raad te benoemen om meubelen te koopen. De heer
Tensen zegt, dat het schijnt of Knipperdolling" hier in den Raad ge-
luisterd heeftwant die heeft ook in de courant geschreven dat gezegd
zou worden dat de burgemeester leugens in den Raad spreekt. De
Voorzitter zegtdat eene Commissie uit den Raadom meubelen te
koopen onwetlig zou zijn, daar dit de taak is van Burgemeester en Wel
houders. De heer Dorbeck meent, dat de Raad goedkooper zou koo
pen. De Voorzitter ontkent zulks. De heer Duis meent, dat er
toch anders geen eind aan deze zaak te krijgen is, dan door eene Com
missie uit den Raad. De Voorzitter vindt het koopen van meubelen
zoo als thans gescbiedt, onaangenaam, en verklaart, niet genegen te zijn
om met den wethouder 't Hooft naar Amsterdam en in de winkels te
gaan en zulks omdat die wethouder hem (burgemeester) ook daar de
onaangename woorden zou kunnen toevoegendie hij hier gewoon is te
gehruiken. De heer 'tHooft herhaalt, dat de Voorzitter leugens
spreekt, want dat hij (spreker) niets gekocht, maar alleen eenige meu
belen hezien heeften de aankoop toen aan den Burgemeester is over-
gelaten. De Voorzitter herinnert, dat aan de orde is of in 1868
meerdere of betere stoelen zullen gekocht worden en legt eene schrif-
telijke opgave van de hand van den heer 'tHooft over, waaruit blijkt
dat die heer stoelen lessenaar enz. heeft bestcld. De heer Tensen
zegt, dat, wanneer de Burgemeester toch niet verkiest ze met de Wel
houders te koopendan wel eene Commissie uit den Raad moet be-
noemd worden want spreker vindt het te gek om het aan den Burge
meester alleen over te laten. De Voorzitter zegt, dat men dan mo-
dellen kan laten komen, en wil voor 1868 voor meubelen 1000 ra-
men. De heer 't Hooft is daar tegen en wil de post op 600 hou-
den wat dan niet kan gekocht wordenmoet maar wachten. De
heer Schone meent, dat het ook wel met e6n kagchel op de raadzaal
kan. De Voorzitter gclooft dat er twee noodig zijn. De heer Dor-
beck meent dat het wel minder kan. De Voorzitter zegt, dat de
heeren 't Hooft en Schone ook kagchels gezien hebben en dat de minste
zijn gekocht. De heer 't Hooft zegt dat dit alweder niet waar is
men wilde twee kagchels van /40 hebben, maar de Burgemeester wilde
er een van 80 hebben en daaraan is toegegeven.
De Voorzitter brengt in stemming de post van 600 voor meubelen,
welke post wordt goedgekeurd met 9 tegen 4 stemmen.
Voor slemden de heeren: Knaap, Timmcrmans, Lanser, Klapwijk,