194 -
GEMEENTE-RAAD.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven:
ILandbouw.
Elerigtcn omfrcnt de Veeziekte.
PolHieke Mronijk.
2228 November.
B t tt ii c I a ti b.
But t cult-tub-
Zitting van Donderdag den 3 October 1867.
VoorzitterMr. J. P. Amersfoordt.
Vervolg en slot, zie onze twee vorige nommers.)
2. Aan de goedkeuring der vergadering wordt onderworpen het navol-
gende Coocept-besluit:
De Raad der Gemeente Haarlemmermeer,
Gezien de wet van den 7 Julij 1865 Staatsbtad n°. 79),
Overwegende, dat het tot dekking der gemeentelijke uitgaven voor
1868 noodig is te beschikken over een gedeelte der Rijksbelasting op
het personeel;
Besluit:
Er zal worden beschikt over vier-vijfde gedeelten van de opbrengst
der Rijksbelasting op het personeel over 1868/69, in deze gemeente
geheven zullendc worden.
Gedaan te Haarlemmermeer ter openbare raadsvergadering van den
3 .October 1867."
Welk besluit wordt goedgekeurd zonder hoofdelijke stemming.
3. Aan de orde is de behandeling der begrooting voor het Burgerlijk
Armbestuur over 1868.
De verschillende posten van uitgaaf en van ontvangst worden achter-
volgens zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Het totaal bedrag der ontvangsten en uitgaven wordt met algemeene
stemmen vaslgesteld op 4,715.694, en de begrooting mitsdien goed
gekeurd.
4. Aan de goedkeuring der vergadering wordt onderworpen bet navol-
gende Concept-besluit:
De Gemeenteraad van Haarlemmermeer,
Gezien het Raadsbesluit van den 3 October 1867, waarbij is goed
gekeurd de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur, dienst 1868
Overwegende, dat op die begrooting in ontvangst is gebragt eene som
van/1500 wegens subsidie uit de gemeentekas;
dat uit gemelde begrooting blijkt, dat de aangevraagde subsidie van
1500 werkelijk benoodigd is, ten einde de door het armbestuur te doene
uitgaven te bestrijden;
dat men tot dekking der uitgaven op geene andere of hoogere ont
vangsten kan rekenen dan die, vermeld in de aangehaalde begrooting;
dat uit de goedgekeurde rekening van het armbestuur over 1866
blijkt, dat het buiten de subsidie geene genoegzame inkomsten heeft en
het verstrekken van subsidie dus onvermijdclijk is;
dat het armbestuur naar behooren voldoet aan zijne verpliglingen
Gelet op Arlt. 59 en 60 der wet van 28 Junij 1854 Staatsblail n°. 100);
Besluit
Aan het Burgerlijk Armbestuur van Haarlemmermeer wordt over het
jaar 1868 eene subsidie verleend ten bedrage van een duizend vijfhon-
derd gulden.
Gedaan te Haarlemmermeer ter openbare Raadsvergadering van den
3 October 1867."
Welk besluit zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
5. Gelezen het adres van M. Vcrheijen bulponderwijzer in het Kruis-
dorp, verzoekende voor 1868 weder in het genot te mogen worden ge-
steld dor toelage van /50, hern dit jaar en ook vroeger verleend.
De beer 't Hooft is er niet tegen, dat weder gelijke toelage aan den
adressant zal worden verleendmaar wil de bealissing op het adres ver-
dagen tot eene naderc vergadering.
Daartoe wordt besloten.
8. Wordt aan de goedkeuring der vergadering onderworpen het navol-
gende Concept-besluit;
«De Raad der Gemeente Haarlemmermeer,
Overwegende, dat bij Raadsbesluit van 4 April 1867, goedgekeurd
door Heeren Gedeputeerde Staten bij besluit van den 26 April 1867,
n°. 24, de bijstand, te verleenen aan den hoofdonderwijzer op de school
n*. 4 Kruisdorp, werd bepaald op een hulponderwijzer en een kweekeling;
dat het getal kinderen op die school tbaris meer bedraagt dan 200,
en de vroeger bepaalde bijstand thans onvoldoende is;
Gelet op Artt. 18 en 19 der wet van 13 Augustus 1857 Slaalsblad
n«. 103);
Besluit;
1. De bijstand, te verleenen aan den hoofdonderwijzer op de school
n°. 4 Kruisdorp, zal bestaan uit een hulponderwijzer en twee
kweekelingen.
2. De toelage van den tweeden kweekeling wordt bepaald op 100
's jaars.
3. Dit besluit treedt in werking den 1 January 1868.
Gedaan te Haarlemmermeer, ter openbare Raadsvergadering van den
3 Oktober 1867."
Ook dit besluit wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
vastgesteld.
7. De Voonitter stelt voor om, overeenkomstig de daaromtrent bij de
begrooting gehouden beraadslagingalsnu eervol ontslag te verleenen aan
L. Kieviet en K. Oudijn als torenwachters, te rekenen van den 1 Ja
nuarij 1868. Daartoe wordt zonder hoofdelyke stemming besloten.
8. Wordt aan de Vergadering mededeeling gedaan van de navolgende
ingekomen stukken:
a. Staatsbladen van 1867, n°. 96 tot 102;
b. Provinciale bladen van 1867, n°. 70 tot 73;
c. brief van L. Kieviet, waarbij de betrekking van markt- en waag-
meester door hem wordt aangenomen;
d. brief van den sekretaris der gemeente, houdende mededeeling dat
de woning, hem verhuurd, door hem is betrokken, en houdende
dankbetuiging voor het hem verstr.ekken van die woning.
Alles aangenomen voor kennisgeving.
9. De heer Tensen wil voorstellen om de notulen van den Raad niet
meer in haar geheel in de Courant te plaatsen.
De heer Hooft meent dat het doel van den heer Tensen daarmede
toch niet zou worden bereikt, orndat het dan welligt door een ander zou
worden gedaan.
Do heer Tensen is er voor, dat ze dan geheel niet meer worden geplaatst.
De heer 't Hooft meent dat zulks niet kan worden belet, en wil daar
mede laten voortgaan.
Ook de Voonitter vindt het moeijelijk om het te belet ten.
10. De heer Klapwijk vraagt of er weder najaarsmarkt zal zijn.
De Voonitter antwoordt toestemmend.
11. De beer Verploegh vraagt of de Raad eene geheime zitting kan
houden, wanneer niet alle leden tegenwoordig zijn, en zulks niet in het
oproepingsbriefje is vermeld.
De Voorz.iU.er zegt dat dit kan geschieden.
12. De heer Dorbeck vraagtwat gedaan zal worden met voorwerpen
uit het oude Raadhuis, die niet meer worden gebruikt.
De Voorzitter zegt dat alles wat er was gebruikt wordt.
13. De heer 't Hooft vesligt eindelijk de aandacbt op eene leemte in
het Reglement voor de scholen, nameiijk: er beslaat geen bepaling dat,
wanneer de kinderen geduronde eenigen tijd de school verzuimen, zij
van de lijst zullen worden gcschrapt, en wenscht dat daarin mogc wor
den voorzicn.
De Voonitter geeft den wensch te kennen, dat de schoolkommissie
daaromtrent een voorstel zal doen.
De Vergadering wordt daarop gesloten.
van 20 tot en met 26 November 1867.
GEBORENArie Johannes, zoon van J. van Wijk en J. VerkuijI.
Gerriljedochter van A. Verbeul en M. Speelmans. Corneliszoon
van A. Klomp en A. de Groot. Cornelis, zoon vaB J. Brouwer en
M. Kooij. Maria, dochter 'van J. W. Verhoeven en G. de Bruin.
Gerardus, zoon van P. Schrama en M. v. d. Berg. Bastiaanlje, doch
ter van C. den Brubar en A. Frankfort. Helena Ilendrika, dochter
van C. W. Burger en W. Kesting. Meeltje, dochter van H. Boot en
J. Blees. Johannes Jacobus, zoon van J. van Egmond en E. Dobbe.
Cornelis, zoon van F. Somers en E. Havermans. Barthold Arnold,
zoon van J. ten Hagen en A. H. van Andel.
OVERLEDEN: Pleun Adrianus, oud ruim 4 maanden, zoon van W.
Bijl en J. Zonneveld. Jacob Kort, oud 47 jaren, gehuwd met M.
Veer. Johanna Maria Schooncveld, oud 47 jaren, gehuwd met Johan
nes van Egmond Wz.
ONDERTROUWD: Geene.
GEHUWD: J. van der Linden met A. M. Mulders.
Uit het Westland wordt gemelddat de oogst der verschil
lende veld- erv boomvruchten dit jnar over het algemeen gun-
stig is geweest. Met het vervoer der aspergies was op den
gewonen tijd begonnen, en het warme weder bespoedigde de
voortzetting der verzending, terwijl de rekening eene voor-
deelige uitkomst beeft gegeven. Bij een ruim beschot van
aardappelen, werden er ontzaggelijke koopen voor buitenlandsche
rekening gedaan, en bleef, bij meer beperkte verzending voor
het binnenland, de markt steeds levendig tegen goede prijzen.
Van een gunstig gewas aalbessen gingen er mede buitenge-
wone partijen naar het buitenlandzoodat ook voor het
binnenland de prijzen boven het middelmatige bleven. Boom
vruchten zoo als perzikken en pruimen, waren voldoende
inzonderbeid bragten de appelen een ruimen oogst op en de
late, fijne soorten, die door de warmte van Augustus zeer
in grootte waren toegenomen, zijn met voordeel geplukt ge-
worden. De peren zijn meestal klein van stuk gebleven. Ten
gevolge van de langdurige koude in Julij werd de druiven-
oogst zeer hagchelyk, doch de nazomer herstelde den schade-
lijken groeizoodat ook hieromtrent, door het snijden van
een rijp gewas, alle bezwaar werd weggenomen.
Te Nieuwerbrug en op andere plaatsen langs den Rijn
is de voorraad appelen, wegens een ruimen oogst, zoo groot
dat zij met schuiten vol te Leiden ter markt worden gebragt. Van
sommige boomen werden 8 a 10 raudden geplukt. De markt
blijft, ondanks den aanhoudenden aanvoer van koolsoorten,
in dit artikel gunstig.
In een tuin te Zelhem (Gelderland) staat thans voor
de tweede maal in dit jaar een peperboompje in vollen bloei.
Ook de spurrie, waarvan men voor eenige weken in dat
graafschap weinig verwachting koesterde, heeft zich in de
laalste dagen met zoo veel kracht ontwikkeld, dat er een
voldoend gewas wordt verwacht. Hieraan is voor een gedeelte
de matige prijs van de boter toe te schrijven.
Als een bewijs dat, hoewel te Obdam het land hag is,
de waarde daarvan toch hoog kan zijn en met land van de
om haar vruchtbaarheid zoo vermaarde Beemster kan wed-
ijveren, blijkt uit een in de vorige week gehouden publieke
verkooping van een liuis met elf bunders landwelke de niet
onaanzienlijke 30m van 40,747 heeft opgebragt.
In de week, eindigende 12 November, zijn van Ilar-
lingen uitgevoerd niet minder dan 8025 vaten boter, 5000
kanter en 1700 edammer kazen57£ last haver, 120 balen
vlas, 525 mud aardappelen, 186 konijnen, 25 manden wild,
346 runderen56 kalveren143 varkens en 2870 scbapen.
In de week van 1723 November hebben zich in ons ge-
heele rijk geene gevallen van veetyphus voorgedaan.
Bij besluit van den koning der Belgen van 21 No
vember 1867 zijn de verbodsbepalingen op den invoer van
hoornvee uit Nederland in Belgie opgeheven. Dit besluit
treedt in werking op 1 December e. k. De eenige maatregel
die voorloopig tot wering van den veetyphus in Belgie wordt
in stand gehouden, is de quarantaine voor vee, bestemd om
in stallen te worden vetgemest.
Volgens de Edinburgh Courant heeft zich op eene boer-
derij in Berwickshire (Schotland) de runderpest weder geopen-
baard. Ilet vee was eene week geleden in Engeland gekocht.
Verleden week meldden wijdat de Tweede Kamer, na lange
werkeloosheid eindelijk weer een paar dagen bijeen was, en
eindelijk eens, een dag, aan de begrooting begonnen was. Wij
voegden er bijals ons volgend nommer komt zullen wij
er meer van weten. Dat gezegde heeft zich in den ern-
stigsten zin bewaarheid. Nadat de zoogenaamde algemeene
beraadslagingen en die over hoofdst. II (hooge kollegien van
staat) hoofdst. I, geheel gevolg der grondwet, duldt geene
diskussie tamelijk kalm waren afgeloopen, begon de groote
storm bij de konklusie over het rapport betrekkelijk het
Luxemburgsche traktaat, en duurde voort met verheffing bij
hoofdstuk III Buiteulandsehe zaken. Na eene diskussiewel-
ker aard, toon en incidenten wij ons onthouden te kwalificeren
maar die in het burgerlijke leven zeker niet met eere zouden
vermeld worden, werd dat hoofdstuk afgestemd met 38 tegen
36 stemmen.
Het is niet te betwijfelen dat er een opzet bestond tegen
den minister van buitenlandsche zaken, wiens beleid in de
dreigende verwikkelingen voor eenige maanden tot zoo heil-
rijke resultaten voor het behoud des vredes hadden geleid:
mogelijk bestond er wel bitterheid tegen hem om zijn vroe-
geren aandrang (als lid der kamer) om eene zaak die men
liefst geheim hield (de zoogenaamde Limburgsche brieven-
historie) aan het voile licht te brengen. Men heeft den rusttijd en
nu nog den jongsten Zondag benuttigd om alle mogelijke wape-
nen voor den dag te halentot zelfs door den vorigen minister
Cremers als partikulier, zoo hij zeide, van den gezant te
BerlijnBijlandt, ontvangen brieven, door dien minister op
het punt van overgang ontvangen en niet aan het ministerie
gelaten, waarvan dus zijn opvolger niets wist. Hij heeft die
nu na het eerst gemaakt gebruik of misbruik daartoe,
zelfs bij deurwaarders - exploit opgevorderd, teruggegeven
aan het lands-archief, als eigendom van het land, en dus
niet partikulier. Het lid der kamer de Brauw, kennis nemende
van die brieven, konstateerde dat zij wel degelijk ambtsbrie-
ven waren, en zeide de hier gevolgde handelwijze niet te zul
len kwalificeren eene uitdrukking in parlementaire taal,
die wel met de heftigste afkeuring gelijk staat.
Het gevolg was, dat de begrootings-diskussie werd ge-
schorst, en niet alleen de minister van buitenlandsche zaken,
maar geheel het ministerie verklaarde hunne portefeuilles ter
beschikking van Z. M. te zullen stellen, en zoo is de zaak
nu bij den koning.
Zoo behartigt een deel der volksvertegenwoordigers der
ingezetenen belang; wij meenen dat Gijsbrechtswoord hier
geldthij mint mij averechts." Immers wat al staat er nu
weer op losse schroeven 1 Wij mogen den koning wel wijs-
heid" toewenschen, tot lieil van den lande; dat hij het zal
weten te handhaven in zijnen stand, in zijne welvaart, in
zijnen goeden naam, naar de spreuk zijns wapens: Je maintiendrai.
Politiek nieuws van eenig belang is heden niet te vermel-
den. De konferentiewelke Napoleon III wil doen bijeenko-
men om het- italiaansch-romeinsche vraagstuk tot oplossing te
brengen, verkeert nog in het tijdperk harer geboorte. Dat
het zeer moeijelijk zou vallen aan het plan uitvoering te ge-
ven was te verwachten. Intusschen is men naar het schijnt
een groote stap vooruitgekomendaar althans wanneer het
berigt waarheid behelstde Paus in beginsel de uitnoodiging
tot deelneming aan die internationale vergadering aangenomen
heeft. Maar,#indien ook waar is wat daarbij gemeld wordt,
nameiijk, dat hij bij deze aanneming verklaard heeft geen
enkel zijner regten te willen opgevendan baat zijne deelne
ming aan de konferentie niet veel.
Garibaldi is op vrije voeten gesteld. De italiaansche rege-
ring kon wel niet anders doen dan hem naar het eiland Ca-
prera terug te zenden, en om een voorwendsel daartoe te
hebben, liet zij hem, wegens zijnen ongunstigen gezondheids-
toestand, door twee professoren onderzoeken, die verklaarden
dat het klimaat te Yarignano nadeelig is voor Garibaldi. Het
spreekt van zelf dat het kabinet van Florence nooit van de
kamer der afgevaardigden de vergunning zou hebben verkregen
Garibaldi in regten te vervolgen die verguuning werd nogtans
vereischtomdat hij volksvertegenwoordiger is; als gevangene
kon het hem ook niet behandelenwanneer geen aanklagt
gedaan is of wordt; en alzoo herkreeg Garibaldi zijne vrij-
heid hetgeen aan Frankrijk alles behalve aangenaam zal zijn.
In Pruissen heeft het huis der afgevaardigden met eene
meerderheid van stemmen die wel wat gering is, maar welke
wij wel wat aanzienlijker hadden verwacht en gewenscht
aangenomen de voorstellen van het liberale lid Laskerstrek-
kende tot het rigten aan de regering van het tweeledig ver-
zoek: aan de vertegenwoordigers van het pruissische volk dezelfde
vrijheid van spreken in de Kamer toe te staan als de verte
genwoordigers van den Noord-duitschen Bond hebben, en het
proces van den heer Twesten nietig te verklaren. Men zal zich
heriuneren dat de heer Twesten, lid der kamer en tevens lid
der berlijnsche regtbank, in eerstgenoemde betrekking nu bijna
drie jaren geleden eene redevoering hield, waarin het beheer
der justitie gegispt werd en dat de minister van justitie
hem te dezer zake vervolgde voorts dat hij, na te zijn vrij-
gesproken, dezer dagen door den hoogeren regter tot twee
jaren gevangenisstraf is veroordeeld gewordenen dat als
eerste gevolg dezer veroordeeling hij in de waarneming van
zijn regter-ambt geschorst is.
De nieuwe ministers van financien en van binnenlandsche
zaken in Frankrijk laten nog niet veel van zich hooren. Of
de eerstgenoemde tot het sluiten eener leening zal overgaan
is nog twijfelachtig; doch met zekerheid kan men aannemen
dat, zijn ambtgenoot, het nieuwe hoofd van het departement
van binnenlandsche zaken, de drukpers strenger zal behan
delen dan thans het geval is, zoo niet de maatregelen
welke zij van hem te verwachten heeft, nog veel scherper
zullen zijn dan die, waarover zij zich onder zijnen voorgan-
ger te beklagen heeft gehad.
Yan de vijf te Manchester ter dood veroordeelde fenians
hebben drie jl. Zaturdag hun vonnis ondergaan. Niettegen-
staande een groote en gegronde vrees voor ongeregeldhed en
bestonden door de regering voorzorgmaatregelen op de
grootste schaal genomen waren, bleef de iust ongestoord.