f
HnBHBHBBHnB
6
Berigt en omtrcnt de Veeziekte.
Folitieke Kronijk.
Ctemeiigde Berlgtcn.
I—
siliP«Sl||3j
nanschaft, uitgelokt door wat Lem op den titel wordt be-
loofd, zal er nog oneindig meer in vinden en alles behalve
teleurgesteld worden. Daarbij komt nog, dat hoewel de Al-
manak, als zoodanig natuurlijk geheel ingerigt is voor het
loopende jaar, de verdere inhoud rijk is aan mededeelingen
en wenken van llijvende waarde voor alle jarenen bet
boekje dus ook later nog altijd in menig opzigt van pas
zal komen. Wij raden ieder landbouwer of wie iets met den
landbouw te maken heeft, het zicli aan te schaffen.
Op de keizerlijke hoeve te Vincennes, in Frankrijk
zijn proeven genomen met een nieuw graan-maaiwerktuig van
Morganwaarmede tevens ook gras kan worden gemaaiden
moet dit werktuig uitmuntend voldaan hebben.
De fabrieknnt H. F. Eekertte Berlijnberigt dat het
hem is mogen gelukken een geheel nieuwen aardappelenrooijer
zamen te stellen, die zulk goed werk levert, dat hij zich ge-
rustelijk durft borg te stellen voor elken aardappel dien de
machine in den grond laat zitten.
In de week van 29 December 1867 tot en met 4 Januarij
1868 hebben zich geene gevallen van veetyphus in het Bijk
voorgedaan.
De minister van binnenlandsche zaken heeft het verbod
tot het houden van markten en openbare verkoopingen van
rundvee opgeheven voor de gemeente Heenvliet, met ingang
van 10 Januarij 1868.
Bij bekendmaking van het ministerie van binnenlandsche
zaken in Denemarken zijn de maatregelen, tot wering der vee-
pest aldaar genomenbuiten werking gesteld. De invoer van
hoornvee en van onbewerkte voortbrengselen van den veestnpel
uit Nederland is mitsdien in Denemarken weder reroorloofd.
Intusschen is, op grond der wet van 29 December 18 57,
houdende voorziening tegen besmettelijke ziekten onder de
huisdierenvoorloopig nog bepaald dat herkaauwende dieren,
levend uit BuslandGroot-Brittannie, Nederland of Belgie in
Denemarken aangevoerdgedurende drie weken na de aan-
komst, onder toezigt der veeartsenijkundige politie, van andere
herkaauwende dieren afgezonderd gehouden en daarna door
eenen veearts gezond bevonden mocten worden, alvorens zij
aan den eigenaar ter vrije beschikking worden uitgeleverd,
De kommissaris des konings in de provincie Utrecht heeft
gowaarschuwd tegen het gebruik van vleesch van koeijen aan
de kalverziekte lijdende, welk vleesch zeer schadelijk voor de
verbruikers moet zijn, indien de ziekte lang geduurd heeft,
of geneesmiddelen zijn aangewend, die giftig zijn.
3 9 Januarij.
Gelijk wij in ons vorig nuramer de verwachting te kennen
gavenis het besluit tot ontbinding der Tweede Kamer van
de Stalen-Generaal werkelijk gevolgd. De verkiezingen voor
de nieuwe Kamer zullen plants hebben op 22 Januarij e. k.
de herstemming, waar die noodig is, op 5 Februarij. De
nieuwe Kamer zal bijeenkomen den 25 Februarij.
De hongersnood in Algeric klimt bij den dag. A1 de plagen
van Egypte teisteren dat land het eene jaar voor en het andere
na: cholera, sprinkhanenhongersnood, pest. De Arabieren
lijden al die rampen met een gedulddat alleen het fatalisme
geven kan, en sterven kalm en gelaten onder het fluisteren van
den naam Allah. In de laatste zes maanden stierven meer dan
100,000 mannen aan cholera en van honger. Men denke dus
hoeveel weduwen, weezen en grijsaards zonder stenn zijn. Het
is zoo erg, dat men op het platteland de dooden als langs
den weg gezaaid vindt.
In de week van 2228 December 1867 hebben zich geene gevallen
van cholera in ons rijk voorgedaan.
Een halve geleerdc" heeft a3n het Weekblad van het Itegt, over
Vrouw van den Bosch, het volgende ingezonden: Mijnheer de redakteur
Hoe moet dat toch gaan met die vrouw van den Bosch? Ik meen om
haar op te hangen. De Hooge Raad heeft hij abuis Jan Mooi tot het
tuchlhuis veroordeeld. En nu breken al onze geleerden, waaronder gij,
waarde redakteur, naluuilijk ook behoort, zich het hoofd om te weten,
hoe men Jan Mooi zal afhelpcn, niet van het tuchthuis, maar van de
gevolgen van het tuchthuis, waar hij nooit in zal komen? Dus hoe men
dit abuis, hoe men die misstelling zal herslellen? Ik denk dat zich dit
wel schikken zal. Maar is er niet nog een abuis in dit arrest? ofliever,
is er niet wat in vergeten? Het is eenvoudig eene vraag. Ik ben maar
een halve geleerde, en ik heb daar zoo geen verstand van. Vrouw van
den Bosch kan in dat arrest wel lezen, als zij lezen kan, wat ik niet
weet, dat zij zich moet laten ophangen, maar niet dat zij zich moet
kten oppakken. Hoe moet dat nu gaan? Als de diendeis of de kncchts
van den beul komen om haar te halen, en als zij dan zegt: met uwe
permissie, brave heeren, hangen moogt gij mij, dat is een deurwaarder
mij komen vertellen, uit naam van zekere deftige heeren uit den Haag,
waar ik de namen van vergeten heb, maar pakken, dat is iets anders,
daar >heeft de deurwaarder niets van gezegd; dat staat ook niet in den
brief van die heerem uit den Haag; - als zij dat zegt, zou dat wel zoo
gek geredeneerd zijn? En wat dan? Om het mensch op te hangen,
moet men haar toch eerst hebben, en krijgen is de kunst. Of, zoo als
van Lennep zegt: Dewijl alvorens hem te hangen, men, naar het oude
rccht der stad, hem eerst wel dient te vangen. Men leest in de
Wesl/alische Zeilung, welke te Dortmund uitkomt, dat aldaar eenige
dagen geleden een dienstmeisje in het Johannes-hospitaal is opgenomen,
bij hetwelk men alle verschijnseleu der trichinenziekte waarnam. Het
door den geneesheer van het hospitaal, dr. Morsbach, ingesteld tnikro-
skopisch onderzoek heeft datvermocdcn bevcsligd, daar men in een stukje
uit den arm der patiento gesneden vleesch inderdaad eene groote menigte
levende trichinen ontdekte. In een brief uit Archangel, dd. 8/20 De
cember, leest men het volgende: De vrees voor een hongersnood, welke
reeds scdcit het najaar het gouvernement Archangel heeft bedrcigd, is
thans, lielaast veiwczenlijkt en heeft zulk eene uitbreiding verkregen,
dat het bijna onmogelijk schijnt een groot gedeelte der bevolking van
den hongerdood te vrijwaren. Het brood kost reeds het driedubbele van
den geworien prijs en binnen kort zal het welligt voor geld niet meer
te verkrijgen zijn, doordien de voorraad meel zeer klein wordt en nieuwe
toevoeren slechts uit Vialka, 1000 werst van hier verwijderd, zijn te
verkrijgen. De kosten van het landlransport geheel ter zijde latende, is
het nagenoeg onmogelijk genoegzame hoeveelheden over de landwegen te
verkrijgen, on mogt dit al mogelijk zijn, de massa der bevolking heeft
geene middelen om het te koopen. Thans reeds zijn er gevallen van
hongerdood en zeer velen zijn reeds van alles ontbloot. Het gouvernement
zoowel als parlikulieren doen wat mogelijk is, maar de nood is zoo al-
gcracen, dat men, zonder ondersteuning uit andere meer gezegende
streken, niet bij magte zal zijn om de ellende te keeren. Ook uit
Oost-Pruissen wordt gcmeld, dat jonge krachtige mannen, vergezeld van
hunne vrouwen, die hare zuigelingen in een doek om den hals dragen,
van oord tot oord, van dorp tot dorp gaan om werk te zoeken, hetwelk
zij echter nergens kunnen vinden. Met bedelen krijgen zij te naauwer-
nood zooveel, dat zij den honger kunnen stillen. De boer heeft schier
niets meer om te geven en sluit de bouwhoeve af, om de al te dringende
bedelaars te weren. De groote landeigcnaars geven intusschen zoolang
zij geven kunnen, doch bun voorraad levensmiddelen is ook niet groot
meer en zal hij verre na niet voor den winter toereikende zijn. Van wege
den Staat worden eenige kanaahverken ondernomen, doch hieraan zijn
slechts 400 man hczig, die 5 silbergrossen per dag verdienen, welke
hun in blikjes worden uitbetaald, waarvoor zij slechts bij een aangewezen
winkclier levensmiddelen kunnen koopen. Het behoeft echter geen be-
toog, dat dit bedrag echter niet genoeg is om den honger eener farnilie
te stillen. Den 21 December is voor de regtbank te Zwolle met ge-
sloten deuren behandeld de zaak tegen G. VV.gepeusioneerd kapitein
der infanterie, geboren te 'sHage, wonende te Zwolle, en den 27 heeft
de regtbarik openlijk vonnis uitgesproken in die zaak. De beklaagde is
daarbij schuldig vcrklaard aan het zich feitelijk vergrijpen tegen de
zeden, door er zijn werk van te maken om de onzedelijkheid van jonge
lieden beneden den ouderdom van een-en-twintig jaren op te wekken en
te bevorderen, en hij is te dier zake veroordeeld tot eene gevangenzctting
voor den lijd van zes maanden, te ondcrgaan in eenzame opsluiting, en
tot betaling eener geldboele van 25 of subsidiaire gevangenisstraf van
drie dagen ccllulair. De beklaagde is van eenige der hem bij dagvaarding
ten laste gelegde feiten, die onhewezen waren, vrijgesproken.Eenige
dagen geleden heeft men in den omlrek van Rouaan het misvormde lijk
van een grijsaard gevonden, en, daar do ongelukkige een pistool in de
hand hield, meende men aan zelfmoord te mocten denken. Het blijkt
thans evenwel, dat de oude man niet zich zelvcn van het leven beroofd,
maar in een aanval van zwaarmoedigheid een twintigjarigen conscrit, door
middel eener belooning van 10 fr.overgehaald heeft hem het leven te
benemen. De dader van dit even onbezonnen als onmenschelijk feit is
in verzekerde bewaring genomen. Een zeldzaam proces is thans, vol-
gens het Dagblad van Posen, te St. Petersburg aanhangig. Vijftig post-
Beambten zijn voor den regter gedaagd, als beschuldigd eene vereeniging
te hebben georganiseerd om de waarden uit de brieven te stelen. Die
maatschappij dagteekent al van 1862. Hare deelhebbers werkten met de
grootste behendigheidonder de oogen van het gouvernement. Geen
industriele vennootschap kan beter werken. In de reglcmentcn is zelfs
bepaald, hoe de buit moet verdeeld worden; voorts zijn er dividenden
en premien enz. Alles werd met de grootste getrouwheid uitgevoerd.
Het ijs heeft wederom eenige slagtoffers geeischt. Te Kralingen zijn den
1 Jan., op den plas achter het buiten van den beer F. Wachter, twee knapen
door het ijs gezakt, doch gelbkkig gered; A. Demmers begaf zich te
water, om de in levensgevaar verkeerende jongelieden te redden, maar
inmiddels gelukte het reeds aan twee andere personen: A. van Manen en
G. J. de Heus, om door middel van eene ladder en haken de beide dren-
kelingen behouden op het drooge te halen, waarna zij terstond onder de
geneeskundige behandeling van dr. varzSenus werden gesteld. Uit Krimpen
a/d. IJssel begaven zich drie jongelingen naar Capelle a/A. IJssel om
schaatsen te rijden; twee van hen hadden het ongeluk door het ijs te
vallen en schoten beide onder de schotsen, doch kwamen van tijd tot tijd
boven water. De derde had het geluk om op den wal te springen en
wendde terstond pogingen aan om zijne makkers te redden, hetgeen hem
dan ook mogt gelukken. De zoon van den tolbaas de Haanop het Loo,
een oppassend jongeling van 18 jaar, met drie zijner makkers zich op
het nog broze ijs in den groolen vijver van het Park wagende, had het
ongeluk er door te zakken, en omdat er niet spoedig genoeg voldoende
hulp kwam opdagen, jammerlijk te verdrinken. Twee breeders uit de
gemeente Maasdam wilden op schaatsen een bezoek gaan a'ileggen; het
nog te broze ijs bezweek echter en zij zakten er door; hunne zuster het
ongeval ziende, was onvoorzigtig genoeg zich ook op het ijs te wagen,
met het treurige gevolg dat zij alle drie vcrdronken zijn. Volgens zeggen
zouden de breeders 25 en 23 jaren en de juster 17 jaren oud zijn. Uit
Leeuwarden wordt gemeld, dat bij Grouw een manspersoon en bij Heeg
een boerenknecht met twee vrouwen zijn door het ijs gezakt enverdronken.
Door de Heeren Swaan en van Ileyningen, koncessionarissen voor den
spoorweg Scheveningen naar Almelo, is bij de Hooge Regering aanvraag
gedaan tot het terugbekomen van het door hen gestorte waarborgkapitaal.
Hieruit schijnt te hlijken, dat van deze spoorwegverbinding thans in het
geheel niets komen zal. De Polksvriendmaandblad van de Nederl.
vereeniging tot afschaffing van slerken drank, deelt mode dat alleen uit
de gewone dagelijksche courantenberigten in 1867 zijn overgenomen 61
gevallen van gevangenneming en veroordeeling; 5 van moord en manslag;
71 van verwonding en mishandeling en 57 zelfmoorden; al welke gevallen
hun oorsprong hadden in het misbruik van sterken drank. Te Middcl-
burg kocht dozer dagen een zoogenaamde polderjongen een paar laarzen
voor den prijs van 7; hij gaf tot betaling daarvan een bankbillet van
/40; nadat dit was gewisseld verliet de kooper met zijne laarzen en het
terugontvangen geld den winkel. Eenigen tijd later ontdekte de winke-
lier tot zijne groote ontsteltenis, dat het bankbillet niets anders was dan
een nieuwjaarswensch, dien men in de boekwinkels aldaar voor 7 cent
kan verkrijgen. De justitie is dadelijk met het gebeurde bekend gemaakt,
doch de dader is nog niet ontdekt. De gevolgen van den aanslag op
de gevangenis in Clerkenwell (Engeland) zijn van grooteren omvang dan
men zich tot dusver had verbeeld. Uit eene adverlenlie der kommissie
van onderstand blijkt, dat eene straat geheel in een puinhoop is verkeerd
14 andere, bevattende 200 huizen, meer of minder geleden hebben,
600 huisgezinnen ondersteuning van de kommissie verlangen, 40 men-
schen zwaar gewond in de hospitalen liggen, voor de nageblevenen der
omgekomenen gczorgd moet worden, en tot het herstellen der vernielde
woningen eene som van 180,000 zal worden vereischt. Aan de
universiteit van Zurich (Zwitserland) heeft eene zeldzame plegligheid plaats
gevonden. Voor de eerste maal sedert het bestaan der hoogeschool is
eenige dagen geleden, in tegenwoordigheid van een buitengemeen talrijk
opgekomen auditorium, eene dame tot doctor bevorderd. De medische
faculleit verleende aan mejufvr. Rodeschada Suslowa, van Petersburg, de
waardigheid van doctor in de genees-, heel- en verloskunde. De jonge
dame bestudeerde, volgens den Republikaner, sedert vier jaren met
grooten ijver en volharding de medische wetenschappen en heeft dezer
dagen, gelijk ieder ander student, haar doctoraal examen met grooten lof
afgelegd, ten gevolge waarvan haar nu de hoogste akadcmische graad
werd tocgekend. De Palrie meldt, dat het sedert een twintigtal jaren
niet gebeurd is dat de Seine, zoo als thans, geheel was digtgevroren.
Uit Marseille wordt berigt dat de RhSne en de Durance zijn toegevroren,
en dat men te Avignon den 3 Jan. 7 graden koude had. Garibaldi
heeft een brief aan zijne vrienden geschreven, waarin hij hen oproept om
zich tegen het aanstaande voorjaar gereed te houden. In den avond
van 5 Jan. ontdekte men to Rhoon brand bij den landbouwer van der
Jacht, op zijne hofstede, in huur van den heer Groeneboom, welke stee
en schuur, benevens 13 koeijen en 3 paarden, door hot vuur zijn ver-
nield. Er is slechts een gering gedeelte verzekcrd, en treft den land
bouwer v. d. Jacht dit thans te meer, daar in het vorige jaar de veeziekte
hem zijnen geheelen veestapel deed verliezen. Een persoon, die Don-
derdag 2 Jan. als getuige in eene strafzaak in de zilting der arrondissements-
regtbank te Amersfoort weigerdc den eed af te leggenvoorgevende dat
de Bijbel zegt: Gij zult niet zweren", en daarna naar de gevangenis aldaar
werd overgebragt, heeft in de zitting dier regtbank van Zaturdag 4 Jan.
den eed afgelegd en werd toen onmiddellijk in vrijheid gesteld. De
politie te 'sGravenhage, aan wier aktiviteit het in den laatsten tijd mogt
gelukken verschiliende aanhoudingen te doen van voor de Maatschappij
gevaarlijke personen, heeft den 4 Jan. de openbare magt te Rotterdam
eene dienst bewezen door het in hechlenis nemen en overleveren van
zekeren G. J. M.knccht in de Rotterdamsche diergaarde, die door den
heer v. G.mede aan deze inrigting verbonden, belast was met het op
de post brengen van een brief, die een vrij aanzienlijke waarde aan papier-
geld bevatto. G. J. M. vond het echter beter dien brief te openen en met
het geld naar 'sHage te vertrekken, alwaar dit pleiziertoglje hem echter
duur te staan kwam. De bemanning van het op 3 Jan. bij den Hoek
van Holland gestrande nederlandsche kofschip Zaanstroom, kapt. T. Visser,
van Memel naar Harlingen bestemd, bestaande uit 4 personen, is door de
te 's Gravesande gestationneerdc reddingboot der Znid-Hollandsche Maat
schappij tot redding van schipbreukelingen gered geworden. Uit offi-
ciele opgaven in de jongst ontvangen Javasche Courant blijkt het vol
gende aangaande den omvang der ramp, welke Djocjo op 10 Junij 1867
getroffen heeft: Enropcanen: 14 dooden, 10 gekwetsten, schade/1,288,385.
Chinezen: 46 dooden, 13 gekwetsten, schade 566,485. Javanen: 262
dooden, 376 gekwetsten, schade/1,506,185. Oosterlingen (geen Chinezen
of Javanen zijnde), 4 dooden, 1 gekwetste, schade 10,750. Totaal 330
dooden, 400 gekwetsten, schade/3,371,805. Volgens brief uit Rio
van 24 Nov. is de engelsche stoomboot Sauturn gezonken bij storm; 400
personen zijn vcrdronken, waaronder de engelsche minister; ,14 zijn er
gered. Dezer dagen had te Gorinchem een treffend voorval plaats.
Zekere M. Kouveld, van bet hegraven van zijn vierjarig dochterlje terug-
keorende, vond te liuis zijn ander kind aan de mazelen gestorven. Reeds
sedert een paar maanden doet zich die ziekte onder de kinderen daar
zeer merkbaar gevoelen. Als waarschuwend voorbeeld diene het vol
gende: Eene vrouw te Smilde bezig zijnde nieuwjaarskoeken te bakken,
ging vrij erg bezweet naar buiten om een emmer water te halen. Naau-
welijks echter weder in liuis gekomen, zeeg zij plotseling neder en was
terstond een lijk. Als eene bijzonderheid wordt gemeld, dat in de
gemeente Hazerswoude de geboorteregisters met 1 Jan. 1868 gcopend zijn
door drie jongens, van welke eene vrouw, die van elders gekomen was
om den Nieuwjaarsdag bij hare bloedverwanten door te brengen, dien dag
aldaar moeder werd. De ,winst der te Parijs gehouden wereld-tcntoon-
stelling bedraagt, volgens de balans, in ronde cijfers 2,000,000 fr.
Bij het ter perse leggen van dit Weelellad ontvingen wij het
volgende berigt
Z. M. de Koning heeftop voordragt van den Minister van
Justitie kwijtschelding verleend van de doodstraf aan Johan
na Brouwers, huisvrouw van Van den Bosch, en van de vijf
jaren tuchthuisstraf aan J. Mooijbeide ter zake van de op-
roerige gebeurtenissen te Velsen veroordeeld. De Koning heeft
tevens hen ontheven van de smet van eerloosheid, welke
geacht mogt worden door het arrest van den Hoogen Kaad
op de veroordeelden te rusten.
ALLEELEI GEDEELTELIJKE, ONVOLLEDIGE
BERIGTEN en OPGAVEN
zijn in der tijd in de dagbladen verschenen over de runderen
van Paarlberg, en hunne vatbaarheidal of niet, voor de
veeziekte. Wij gelooven onzen lezers thans geen ondienst te doen
met de mededeeling van het officieele verslagdoor den direk-
teur van 'sHijlcs veearlsenijschoolden heer P. H. J. Wellen-
berghaan Z. Exc. den minister van binnenlandsche zaken
gedaan, nopens den ,gang en de uitkomst der proeven met
die runderen genomen. Dit rapport, dat den lezer nu volledig
op de hoogte der zaak brengt, luidt als volgt:
„Vooraf zij opgemerkt, dat de stallen van de Veeartsenij-
school op den tijd der proefneming in hooge mate gei'nfek-
teerd waren. De ziekte was onder het aan de Inrigting toebe-
hoorende vee, omstreeks half Januarij 1867, uitgebroken. Van
de 21 stuks waren achtereenvolgens 16 runderen bezweken,
de 17de was destijds nog lijdende en is eerst op 10 Maart
gestorven.
Op den 26 Februarij werden door Paarlberg vijf kalfdra-
geude koeijen van 5 jaren en eene guste vaars van 2 jaren
ter proefneming toegezonden. Volgens zijne opgaaf waren die.
runderen bij verschiliende veehouders in het Koegras aaDge-
kocht; blijkens een bijgevoegd certifikaat van den burgemeester
van Helder had in die streek geen rundertyphus geheerscht.
Door tusschenkomst van voornoemden burgemeester zijn mij
later de verklaringen der personen, bij wie deze runderen
waren aangekocht, met vermelding der herkomst, toegezonden.
De runderen waren bij hunne aankomst op den regter
hoorn geteekend met de letters K. B.bnitendien werden zij
op denzelfden hoornmet het wapen der gemeente Utrecht
gewaarmerkt; op den linker hoorn zijn de volgnummers 16
ingebrand.
Deze runderen werden in twee groepen verdeeld. N°. 13
zijn geplaatst in den stal N°. 1. In dezen stal, een afzonder-
lijk gedeelte van den paardenstal uitmakende, waren de vroe-
ger aanwezige runderen ziek geworden; daarin bevonden zich
nog 4 beestenwaarvan twee, die de ziekte niet gehad had
den en twee herstelden. N°. 46 werden geplaatst in stal
N°. 2. Deze stal had gediend, om de door de ziekte aan-
getaste dieren af te zonderen; voor het grootste gedeelte zijn
zij daarin gestorven. Het zoo even vermelde rund N°. 17,
hetwelk in hevige mate lijdende waswerd daarin destijds
nog verpleegd.
In beide stallen werden de beesten geplaatst op het, hier
en daar met mest verontreinigde, ligstroo, hetwelk, om zoo
veel mogelijk smetstof te behouden, niet was weggeruimd;
ook het hooi, hetwelk door de aanwezige runderen overge-
laten en vooral in stal N°. 2 met slijm en kwijl van het
zieke dier bezoedeld was, had men laten liggen. Dit hooi
werd door de aangekomen runderen, door honger gedreven,
gretig opgegeten.
„Ten overvloede zij nog opgemerkt, dat van de, van rege-
ringswege voorgeschreven middelen, die tot voorkoming der