wiEkBLAD mm? - - - 1868. Vrijdag, 31 Januarij. VAN A AN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD. ^iegende Saargang. Haarlemmermeer. •&MJ Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven: GEMEENTE-RAAD. HAARLEMMERMEER, r *V. PRIJS VAN HET ABOUIfEMENT in het Jaar6. Prijs van een enkel Nommer 15 Cent. De verkiezingen voor de nieuwe Tweede Kamer der Staten- Generaal zijn overal gehouden. Hare uitkomst is echter nog niet volledig. In negen distrikten, Amsterdam, Almelo, Arnhem, Alkmaar, Haarlem, Leiden, Delft, Breda, Boermond, moet nog worden overgestemd, in sommige over eene enkele plaats, in andere, zoo als te Arnhem, Haarlem, Delft, voor het geheel. Enkele kandidaten bij die herstemming zijn reeds el ders gekozen. Het gevolg moet zijn op deze of die plaats eene geheel nieuwe vrije stemming. In de vergadering van Concordia, op Woensdag 5 Febr. 1868, des avonds ten zes ure, ten huize van den heer J. van der Poel, in het Kruisdorp, zal de spreekbeurt vervuld wor den door den heer J. J. de Beucker, leeraar aan de school der Nederl. Tuinbouw-Maatschappij Linnaeus, en de eerste bijdrage door den heer mr. J. P. Amersfoordt. Naar men verneemt zal de heer de Beucker den volgenden dag in een boomgaard, voor de leden der afdeeling Haar lemmermeer van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw aanwijzing doen in het snoeijen der vrnchtboomen. In plaats van den heer G. S. Nagtegaal, is tot ouderling der hervormde gemeente te Haarlemmermeer gekozen de heer Antonie Pruissen. Men verneemt dat bij besluit van Z. M. den Koning, aan elk der gemeente-veldwachters van Haarlemmermeer, uit's rijks kas eene gratifikatie is verleend van /25, voor hunne be- moeijingen tijdens het heerschen der veepest in die gemeente, en dat ook door de gezamenlijke rijksveldwachtersbij adres, eene gelijke gratifikatie aan het Bijk is gevraagd geworden. Bij beschikking van den minister van justitie is vastgesteld de verplaatsing met Februarij e. k. van de navolgende rijks veldwachters, als: van den rijksveldwachter der 2de klasse, met den rang van brigadier-majoorAitulair, Henri Louis Huguenin van Bever- wijk naar Haarlemmermeer; van den rijksveldwachter der 2de klasse, met den rang van brigadier, Johan Henrich Teeven, van Haarlemmermeer naar Beverwijk; c. van den rijksveldwachter der 3de klasse Christiaan Smelter, van Haarlemmermeer naar Weesp; en d, Benjamin Fransman, van Hilversum naar Haarlemmermeer. van 22 tot en met 28 Januarij 1868. GEBORENHendrikzoon van J. Blaak en G. Zuidema. Cornelia Maria, dochter van J. Bakker en C. van Es. Anna Kant, docliter van D. J. van den Ueuvel en M. van Dalcn. Gcrardus Jacobus, zoon van N. van Egmond en W. van Leeuwen. Geerlruida Mariadochter van L. de Kraai en G. Mulder. Paulzoon van P. Jurricns en C. van der Linden. Jacob zoon van J. Boom en A. Smit. Mariadochter van A. de Visser en A. Verkuijl. Petrus, zoon van J. C. Bos en G. de Bruijn. OVERLEDEN: Maatje, oud 6 vveken, dochter van K. Oosterling (on- gehuwd). Johannes, oud 1 jaar, zoon van L. van der Elst en M. Wijnhof. Elisabethoud 8 jaren dochter van J. van Kessel en M. C. Splinters. Govert Hendrikusoud 19 dagenzoon van A. Noorloos en M. A. van der Beek. LEVENLOOS AANGEGEVEN: 1 Kind van J. Hoogland en J. M. Prins. 1 Kind van P. Jurriens en C. van der Linden. 1 Kind van J. van Veen en M. van Vliet. 1 Kind van A. Kom en C. de Jonge. ONDERTROUWDE. Wijnvliet (laatst wednr. van P. Vcrhulst) met Maria Spel. GEnUWD: H. Kroon met W. Wiltenburg. F. Reineker met G. de Vreemd (weduwe van J. Beers). Zitting van Donderdag den 5 December 1867. Voorzitter: Mr. J. P. Amersfoordt. Vervolg en slot, zie ons vorig nommer). 9. Aan de orde is het reglement voor de op te riglen Teekenschool. Het koncept reglement wordt voorgelezen en daarna de beraadslaging geopend over de algemeene slrekking. De heer Verploegh meende dat vroeger gezegd was dat het onderwijs ALLE TOEZENDINGENREDAKTIE EN TJITGAVE BETEEFFENDE te adresseren aan VAN BONGA G°. te Amsterdam. (Uiterlijk Woensdag.) op meer dan een plaats kon worden gegeven, en thans wordt slechts een plaats (Kruisdorp) voorgesteld. De Voorzitter meent dat dit beter kan besproken worden bij de behan- deling der arlikelen. De heer't Hoof I zegt dat dit reglement ook is behandeld bij Burgemeester en Wethouders. Later heeft spreker over de zaak nog nagedacht, en nu doet hij de vraag of al die omslag wel noodig is, zoo lang de zaak slechts eene proefnenting blijft; ook meent hij dat het niet goed is oin in het bestuur te benocmen menschen, die buitcu de gemeente vvonen, en zou liij er meer voor zijn om, zoo lang het een proef is, het bestuur op te dragen aan eene kommissie uit den Raad, of aan Burgemeester en Wethouders. De heer Knaap meent ook, dat de Secretaris work genoeg heeft, en het dus beter is dd die niet in het bestuur zij, omdat de werkzaam- hedon aan het archief reeds veel geld kostcn. De heer Buis meent, dat de Dijkgraaf en Hoofdopzigter veel inlich- tingen kunnen geven. De Voorzitter zou ook wel wenschen dat de dijkgraaf in de gemeente woonde, doch bij het zoeken naar geschikte bestuursleden is minder gelet op inwoning, dan op kennis van teekenen; spreker hoopt ook dat zich ais leerlingcn zullen aanmelden jongens die bij den polder werkzaam zijn en opgeleid worden voor machinist, en daardoor ook op eenige bijdrage van den polder zal kunnen gerekend worden. Spreker had ook den gc- meente-opzigter in het bestuur gewenscht, maar daar was de beer 'tHooft tegen. Wat den sekretaris aangaathet onderwijs zal gegeven worden op het Raadhuis. De sekretaris zal dus op do bewaring van een en ander kunnen toezien, de zaak vordert niet veel tijd, zoodat zulks geen groote zvvarig- heid oplevert; ook is het wenschelijk dat een reglement wordc vastgesteld, anders kan moeijelijk met de zaak een begin worden gemaakt, omdat er regelen dienen te zijn. De heer 'llloofl zegt, dat hij het niet wenschelijk achtte dat de heer Buyn lid van het bestuur zou zijn, omdat die de lessen zal geven; wat den dijkgraaf en hoofdopzigter aangaat, meent spreker dat, wanneer het polderbestuur toont belang in do zaak te stellen en eenige bijdrage geeft, dan later kan bepaald worden dat zij tot het bestuur zullen behooren voorloopig zou men dus slechts eenige bepalingen kunnen makenen de zaak voorloopig aan een kommissie opdragen. De Voorzitter zegt, dat hij den heer Buyn had voorgesteld, omdat ook in andere reglementen voorkomt, dat een bestuurslid tevens leermeester zal zijn spreker acht het niet wenschelijk dat de leden van don Raad in het bestuur zullen zijn, voor zoo verro zij gecne kennis hebben van teekenen. De heer Verploegh zou willen dat eerst met den dijkgraaf werd gespro- ken over eene bijdrage, daar hij vrcest dat de kosten anders welligt te hoog zullen worden. De Voorzitter zegt, dat hij den dijkgraaf over de zaak heeft gesproken, en deze zijne medewerking heeft toegezegdhet toestaan van geldelijke bijdragen is natuurlijk aan Iioofdingelanden opgedragen. De heer 'llloofl vraagt, of het niet goed zou zijn een adres te rigten aan het polderbestuur, om een bijdrage. De Voorzitter meent ja, maar vooraf dient het reglement te worden vastgesteld. De heer tHooft meent dat het beter zou zijn, vooraf een adres in te zenden. Alsnu wordt ovcrgegaan tot de artikulate behandeling van het reglement. Artt. 1, 2 en 3 worden zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Art. 4. Over het bestuur. I)e heer 'I llooft wil het bestuur voorloopig opdragen aan eene kom missie van twee leden, buiten den voorzitter; men kan later het bestuur uilbreiden en wanneer het polderbestuur eene bijdrage geeft, is hij er niet tegen dat dijkgraaf en hoofdopzigter in het bestuur zijn. De Voorzitter zegt, dat het zeer gewoon is dat in dergelijke besturen menschen zijn die buiten de gemeente wonen; terwijl als men nu, gelijk de heer 'tHooft wilde, twee opziglers nam, en dan later den dijkgraaf en den hoofdopzigter, dan wordt het geheel een polderzaak. De heer 'tHooft meent dat dan later de voorloopige kommissie eervol kan worden ontslagen; het zou thans een gek figuur maken, menschen buiten de gemeente te nemen zoo lang niets omtrent eene bijdrage bc- kend is. De Voorzitter herinnert dat dd opzigters permissie noodig hebben van hot polderbestuur. De heer Buis zou het vernederend acliten voor den dijkgraaf, als nu twee opzigters werden genomenen dan later de dijkgraaf. Do heer Klapwijk wil voorloopig het bestuur aan Burgemeester en Wethouders opdragen. De Voorzitter vindt daar zvvarigheid inhet is noodig eenige kennis van teekenen te hebben. De heer Klapwijk meent, dat als maar de onderwijzer kennis van tee kenen heeft de zaak niet kan bedorven worden wanneer Burgemeester en Wethouders voorloopig het bestuur op zich nemen. De Voorzitter betoogt dat kennis van teekenen wei noodig is voor de aanschaffing van werktuigen en benoodigdhedenen die kennis hebben de Wethouders niet. De dijkgraaf en de hoofdopzigter hebben van een en ander n noodige kennis, en het is voor den voorzilter ook wenschelijk dat de bestuursleden er kennis van hebben, anders ontstaan er alligt moeijelijkheden die hij wil vermijden. De heer 'tHooft meent dat het bestuur niet kan toezien op kleinighe- den; spreker is er minder voor om Burgemeester en Wethouders met de zaak te belasten, maar wel eene kommissie uit den Raad, met den Bur gemeester; blijkt dan later dat de zaak goed gaat, dan kan men er op terug komen en het maken zoo als de Burgemeester het wenscht. PRIJS DER ADVERTENTieN van 16 regels 7 5 Centelke regel meer 12'/, Cent. Zeoeleeot bij elke plaatsing 85 Cent; De Voorzilter zou, als het gevoelen van den heer 'tHooft doorgaat/ zich niet willen bepalen alleen tot de Raadsleden, maar bij voorbeeld voof stellen de heeren van Riessen en Muyskcn. De heer 'tHooft vraagt of het dan later niet moeijelijkcr is om den heer Muysken weder eervol te ontslaan. De Voorzitter zegt dat de heer Muysken dan wel zou kunnen blijven, en wcnscht dan ook den sekretaris in de kommissie te zien. De heer Knaap acht dat de sekretaris het te druk heeft. De Voorzitter stelt alsnu voor om artikcl 4 te veranderen als volgt: Het bestuur zal voorloopig bestaan uit den burgemeester van Haarlem, mermeer, als voorzitter, twee leden, te benocmen door den Gemeenteraad van Haarlemmermeer, en den sekretaris der gemeente, die tevens als sekretaris en penningmeester der kommissie dienst doet. De heer Buis wil stemmen over het eerste voorstel. De Voorzitter meent dat eerst moet worden gestemd over de voorge- stelde wijziging, welke wijziging daarop met 5 tegen 4 stemmen wordt goedgekeurd. Voor de heeren: Lanser, Klapwijk, Verploegh, Dorbeck^en'tHooft. Tegen de heeren: Knaap, Timmermans, Buis en Tensen. De artikelen 5, 6, 7 en 8 worden voorts zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Artikel 9. De heer Verploegh wil den ouderdom der'leerlingen op 10) in plaats van op 12 jaren bepaien. De voorgestelde wijziging, als ook de artikelen 10 en 11, worden zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Artikel 12. De heer 'tHooft wil de bestuursvergaderingen bepalen op Zaturdag in plaats van op Donderdag. De Voorzilter zou dan liever bepaaid zien op zoodanige tijden als het bestuur zal goedvinden." De door den Voorzitter voorgestelde wijziging, als ook artikel 12, wor den zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De heer Dorbeck vraagt of het niet wenschelijk is een minimum van leerlingen te bepalen. De Voorzilter acht dit niet wenschelijk. Het geheele reglement, zoo als het is gewijzigd, wordt thans in stem- ming gebragt en aangenomen met 7 tegen 2 stemmen. Voor de heeren: Timmermans, Buis, Lanser, Klapwijk, Verploegh, Dorbeck en 't llooft. Tegen de heerenKnaap en Tensen. 10. Alsnu wordt overgegaan tot de benoeming van twee leden van het bestuur over de teekenschool. De Voorzilter benoemt tot stemopnemers do heeren Verploegh en Dorbeck. In de bus zijn gevonden negen briefjes; van onwaarde is verklaard een briefje, als zijndc in blanko, zoodat zijn uitgebragt 8 geidige stemmen. Daarvan zijn uitgebragt op de heeren A. W. Muysken en A. van Riessen elk 8 stemmen, zoodat beide heeren zijn benoemd. Op voorstel van den Voorzitter wordt alsnu besloten, aan het polder, bestuur kennis te geven van de oprigting van een teekenschool, en ta vragen of men bereid is daartoe eene geldelijke bijdrage te geven. 11. Wordt gelezen een adres van Jan ten Hagen en negen andere onderteekenarenverzoekende om daarhij vermelde redenen dat eene school geplaatst moge worden aan den Bennebroekerweg in de nabijheid van den Spicringwcg. Nadat omtrent deze zaak korte beraadslaging had plaats gehadstelt de Voorzilter voor, om aan do adressanten te bcrigtendat, wanneer tot meerdero uitbreiding van het aantal scholen wordt overgegaan, op hun verzoek zal worden gelet. Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. 12. Komt aan de orde het voorstel van de plaatselijke schoolkommissie, tot wijziging van het reglement voor de openbare scholen in deze gemeente. De Voorzitter herinnert aan het adres van J. Roodenburg (reeds ver- meld in de vorige notulen), waarbij bezwaren worden ingebragt tegen do voorgestelde verdeeling der gemeente in schoolwijken, en deeit voorts medc dat is ingekomen een adres van T. Klaarewaarbij gelijke bezwaren worden ingebragt, terwijl ook van den heer Schoone, als lid der school kommissie, berigt is ingekomen dat bij hem bezwaren bestaan tegen de voorgestelde verdeeling der gemeente in schoolwijkenvan deze stukken wordt aan de vergadering voorlezing gedaan. Het eerst komt nu in behandeling de wijziging van artikel 6, en strek- kende om het laatste lid van dat artikel te doen vervallen. Deze wijziging wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Alsnu volgt het nieuwe artikel, te plaalsen achter art. 12, en bepalenda de verdeeling der gemeente in schoolwijken. Omtrent dit voorstel volgen vele diskussien. De beer 'tHooft verdedigt het voorstel, hoofdzakelijk omdat, niettegeri- staandc het artikel hieromtrent in de courant, waarvan hij den schrijver niet kent, er slechts twee zijn die er bezwaren tegen ingebragt hebben. De Voorzilter zegt dat hij er de schrijver van is. De heer 'tHooft zegt verder, dat de bewusto bepaling is voorgesteld om te voorkomen dat sommigen zouden overbevolkt wordenwaarvan meerdcre hulp en vergrooting der scholen bet gevolg zon zijnhetwelk de gemeento duizenden guldens zou kosten. Indien in de school in het Kruisdorp 19 kinderen meer zijn, dan zal zulks daar reeds het geval zijn; zoolang evenwei de ruimte der scholen het toelaat, of er geen meerdere hulp door noodig is, wil do kommissie den rnaatrcgel niet toegepast zien. De heer Klapwijk meent dat er geen onderschcid moet gemaakt worden tusschen betalcnden en niet-betalendenen meent dat men vrij moet zijn om zijne kinderen ter school te zenden waar men wil. Spreker zou het bijv. vreemd vinden als menin het Kruisdorp wonende, in geen andere kerk mogt komen dan in die van het Kruisdorp. ■MM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1868 | | pagina 1