WEEKBLAD
1868.
VAN
AAN LANDBOTJW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Vrijdag, 7 Februarij.
XegenAe laaTgang.
December GEMIDDELDE Maandelijksche Waterstanden, Water-ontlastingen en werking
1867. der Stoomtuigen in het Hoogheemraadschap van Rijnland.
w §-■
g- I
a a
Haarlemmermeer-Polder.
llaniicmm ermeer
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven:
Landbonw.
HAARLEMMERMEER,
Kl
PRIJS VAN HET ABOTrNEMENT
in het Jaar6.
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN TJITGAVE BETREFFENDE
te adresseren aan VAN 60NGA C°. te Amsterdam.
(Uiterlijk Woensdag.)
PRIJS DER ADVERTENTieW
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12]/2 Cent.
ZeqElregt bij elke plaatsing 35 Cent.
WAARNEMINGEN.
Vloed op het IJ
id. den IJssel.
id. de Noordzee
Ebbe het IJ
id. den IJssel
id. de Noordzee
Boezemstanden
u Ml I Boezemstanden
■2.S J Verval in de Sluizen.
g Tijd van loozing
P» -< Hoeveelheid geloosd
De meest heerschcnde wind.
r Gewerkt gednrende
S I Opbrengst
h£K Ditgemalen
jg P I Gestopt voor hoog water.
C id. voor Sluisgang.
WAARGENOMEN TE
Spaarndam.
0,237 -f A.P.
0,078 A.P.
0,437 A.P.
0,65 A.P.
0,052.
56A.
10,347,474.
West.
262-45.
0.397.
22,028,875.
42}.
32|.
Halfweg.
0,222 -f A.P.
0,082 A.P.
0,44 A.P.
0,349 A.P.
0,043.
701.
7,134,966.
Noord-Oost.
188.
0.486.
10,670,057.
52-25.
25-5.
Gouda.
1,274 -(- A.P.
0,164 4- A.P.
0,413 A.P.
Noord-Oost,
372-40.
1.038.
14,076,458.
68-24.
Katwijk.
1,055 -j- A.P.
0,53 A.P.
0,447 A.P.
0,581 A.P.
0,093.
178*.
22,563,292.
Oost.
AANTEEKENINGEN.
Rijnland
Delfland
Leidsehendam.
0.427 A.P.
0.248 A.P.
Bodegraven.
Rijnland 0.393 A.P.
Woetden 0.039 A.P.
Van Woerden op Rijnland gedn
rende 492 uren afgevloeid.
ft
f
AIs eene opmerkelijke bijzonderheid deelen wij mededat
gednrende den storm van jl. Zaturdag, het verschil van den
waterstand in de Hoofdvaart, aan den Leeghicater en aan den
Lijnden, 1.6 el bedroeg zoodat aan den Leeghicater de
hoofdvaart droog lagterwijl de waterstand aan den Lijnden
eene ongekende hoogte had bereikt. Men vergelijke overigens
den stand der waarnetningen hierachter voorkomende.
REGELEN voor het snoeijen en onder-
houden der boomen langs de wegen.
I. De boomen langs de grindwegen in den Haarlemmer-
meer-polder zullen moeten worden opgesnoeid als volgt
Ter hoogte van vijf el boven den grondzoodra ze daar-
voor vatbaar zijn, geheel kaal.
Boven deze vijf el, zullen de boomen zoo weinig mogelijk
van hunne levende takken beroofd en in geen geval geheel
kaal gesnoeid worden.
II. De snoeijing zal moeten plaats hebben in de winter-
maanden, tusschen 1°. October en 15 Maart van elk jaar,
of op zoodanige andere tijden als door dijkgraaf en heemraden
telkens bij schriftelijke kennisgeving zal worden aangezegd.
Op den 15 Maart van elk jaar moeten alle gestorven boo
men zijn mtgerooid en door nieuwe vervangende overige
boomen gezuiverd van dood hout, en al het gehakte of uitge-
rooide hout van de wegen of uit de slooten zijn weggevoerd.
Na 15 Maart van elk jaar zal hierover telken jare door
dijkgraaf en heemraden schouw worden gedreven.
Boomen, die alsdan nog ongesnoeid worden bevonden,
zullen van wege dijkgraaf en heemraden en ten kosten der
eigenaars worden opgesnoeid, en al het snoeisel ten beboeve
van den polder verbeurd zijn.
III. Bij het ontbreken van boomen maken dijkgraaf en
heemraden den betrokken eigenaar daarop opmerkzaambij
schriftelijke kennisgeving.
Indien de betrokken eigenaar binnen het jaar niet voldoet
aan de bepalingen in die kennisgeving vervat, zal de vergun-
ning worden ingetrokken, volgens art. 2 der voorwaarden.
IV. Alle gevelde of omgewaaide boomen, takken, uitge-
rooide wortels, moeten steeds onmiddellijk van de wegen
worden weggevoerd of zoodanig opgeruimddat de doortogt
nimmer beleramerd worde.
Bij onwilligheid of nalatigheidzal de wegruiming daarvan
door de zorg van bet polderbestuur ten koste van de daartoe
verpligten geschiedenzonder dat daartoe eene voorafgaande
waarschuwing vereischt wordt.
V. Ingeval de betrokken eigenaren de regelen gesteld in
art. I, II, HI en IV niet mogtcn nakomenzal de vergun-
ning onmiddellijk worden ingetrokken ingevolge art. 2 der ge-
melde voorwaarden.
Gedaan in de vergadering van Hoofdingelanden
van den 26 September 1866, N°. 8.
J. W. M. van de Poll, Voorzitter.
J. C. van de Blocqderij, Secrelaris.
Te Haarlem zijn tot leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal gekozen de heeren van der Hucht met 1032, en
J°. de Bosch Kemper met 983 stemmen. De heer Geertsema
verkreeg 901 en de heer van Nierop 880 stemmen.
Do Minister van Binnenlandscbe Zaken heeft de volgende
missive aan de Kommissarissen des Konings in de verschil-
lende provincien gerigt
„Van verschillende kanten is te mijner kennis gekomen
dat in de laatste maanden een aantal jongelingen het land
hebben verlaten, met het doel om zich in vreemde, met
name pauselijke krijgsdienst te begevenzonder daartoe de
tocstemming des Konings te hebben bekomen, Hoogstwaar-
schijnlijk zullen er zich daaronder bevindendie hier te
lande voor de militie ingescbreven zijn en in dit jaar aan
de loting moeten deelnemen. Ik wenschte daaroratrent, ech-
ter zooveel mogelijk, zekerheid te verkrijgen. Ik heb mits-
dien de eer UHEG. uit te noodigenbij de aanstaande
loting door den Burgemeester of, voor zooveel noodig, door
tusschenkomst van den Militie-Kommissaris te doen onder-
zoekenwelke militie-pligtigen ter zake van beweerde of
opgegeven afwezigheid in vreemde krijgsdienst niet in per-
soon zijn opgekomen, om aan de loliDg deel te nemenen
mij eene noininatieve opgave daarvan te doen toekomen.
Voorts verzoek ik UHEG. mij, nadat de oproeping overeen-
komstig art. 3 der militiewet zal hebben plaats gehad, zoo
dra mogelijk gelijke opgave te doen van de opgeroepen lote-
lingendie terzelfder zake niet aan de oproeping mogten
voldoen. De bedoeling der regering is, om den jongelieden,
die in deze kategorie vallennog de gelegenheid te geven
zich van hunne militiepligt hier te kwijten, en te voorkomen
dat andere lotelingen door hun afwezen worden benadeeld
zonder tot strenge maatregelen de toevlugt te nemen."
Een vriend van wetenschap en godsdienstinwoner van Haar-
lemmermeer, verheugt zich ten eerste, over de gelukkig ge-
slaagde pogingen van de bestnurderen van het genootschap
Concordia, die door het bevorderen van wetenschappelijke le-
zingen de wetenschap bevorderen, en ook weldadigheid daar-
bij niet vergeten. Hij was getuige van menigen stillen traan
van dankbaarheid, vergoten door hen, die zoo ruimscboots mog
ten deelen in de gaven van levensmiddelen enz.waarvoor de
gelden door bet declamatorium in Concordia werden verkregen
hij hoorde met genoegen de voordragt van den heer Funkier
over electriciteit, en hij stelt zich veel nut en leering voor
van de lezing van den heer de Beucker over het boomsnoeijen.
Ten tweede verheugt hij zich over het houden van avond-
predikatien in de hervormde kerkdoor den onlangs nieuw
opgetreden predikant van Wisselingb.
Het spijt hem echter, dat deze voordragten en predikatien op
denzelfden avond plaats hebben. Hij zonde gaarne en lezingen
en predikatien bijwonen; hij betaalt eene vrij belangrijke by-
drage in den kerkelijken omslag, en moet zich ook voor
Concordia opofferingen getroosten. Hij zoude dus zeer gaarne
zienzoo het bestuur van Concordia en de predikant te zamen
in overleg konden tredenom b. v. des Woensdags te lezen en
des Donderdags avondpreek te houden, of wel omgekeerd,
of op zoodanige andere wijze als het best zoude worden ge-
oordeeld. Hij zoude danna de wetenschappelijke voordrag
ten gehoord te hebben, ook kunnen deelnemen aan de gemeen-
schappelijke godsdienstoefening.
Door den storm van j.l. Zaturdag hebbenvoor zoo ver
bekend, in Haarlemmermeer geene persoonlijke ongelukken
plaats gehad.
Bij P. Sclyama, aan den Sloterweg, NN 7 is eene wa-
genschuur omvergewaaid. Dit zelfde gebeurde ook bij D.
Sprokkelenburg.
In de Lutkemeer is een schuur van F. W. Ackermann in-
gestortwaarin zich 100 schapen bevonden; een van dezelve
is er bij omgekomen.
Van de nieuw gebouwde smederij van C. Rikaart, staande
op E 16 aan den Vijfhuizerweg, is de geheele kap afgewaaid.
Het groote raam in den eindgevel van de school aan bet
Kruisdorp is naar binnen geslagen.
Voorts zijn hier en daar enkele glazen ingewaaidzoo als
in de woningen van den heer Visser van Hazerswoude, den
heer Buijn, den heer Bolkestein, enz.; terwijl overigens
geene bijzonderbeden te vermelden zijn.
van 29 Januarij tot en met 4 Eebruarij 1868.
GEB0REN: Jozef, zoon van P. van Rijssel en B. van Ek. Johanna
VVilhelmina, dochter van H. van Tol en H. Maneschijn. Jansje, dochter
van W. van Wirdum en S. den Breejen. Pieter, zoon van J. Verbeek
en W. Sniits. Guurlje, dochter van A. Doekes en T. Blanktuan.
Gerril, zoon van L. van Eelen en Z Blankers. Hcndrik, zoon van
M. Tulen en P. van Velzen, Gijsbertus, zoon van C. van Dam en C.
van der Wilk.
OVERLEDEN: M. de Pausoud 70 jaren, laatst weduwnaar van
A. Versluis. VVilhelmina Maria, oud 10 maanden, dochler van J. Bak-
ker en T. Groeneveld. Cornells, oud 10 weken, zoon van F. Somers
en E. Havermans. Petronella Cornelia, oud bij na 3 jarendochler van
J. Boellaard en C. Bouter. Aalljeoud 7 wekendochter van N.
Noordstrand en E. Schouten. Corr.elis, oud 9 maanden zoon van C.
Vermeer en C. Damon.
ONDERTROUWDgeene.
GEHUYVD: C. de Ruijter (wednr.) met P. M. de Haan (weduwe).
P. Loogman met J. van den Enden.
Den 3 Eebruarij werd te Leiden de eerste wekelyksche
kaasmarkt gehouden in het waaggebouw op de Aalmarkt. Do
aanvoer was voor een begin niet onbelangrijk: 856 ned. pond
werden aangevoerd en meerendeels verhandeld.
Den 10, 11 en 12 Junij e. k. zal te Gorinchem eene
algemeene jaarlijksche tentoonstelling der Hollandsche Maat-
schappij van Landbouw gehouden worden. De dezer dagen
gehouden vergadering der afdeeling Vianen en omstreken heelt
besloten van karentwege eene zilveren medaille tot prijs ter
beschikking van bet hoofdbestuur te stellen.
Uit Ambt-Hardenberg wordt van 2 Eebruarij gemeld,
dat het te veld staande winterkoren zich thans nog zoo wat
tamelijk goed laat aanzien; doch, blijven de overtollige nat-
tigheid en de hooge waterstand der rivier de Vecht aanhoudcn,
dan vreest men voor nadeelen aan de korenveldeneven als
het vorige jaar* toen de oogst zeer karig is uitgevallen. Vele
landbouwers bewerendat de korenoogsten al sedert eenige
acktereenvolgende jaren niet zoo voordeelig zijn geweest als
vroeger; doch men merkt hierbij op, dat ook de meesten hunne
akkers minder goed bebouwendoor ze niet behoorlyk diep
genoeg om te zelten.