150 -
'Volgnr.- 58. Hoofdst. III. Afd. 3. Art. 9. Bedrag 400;
idem van liet vorig jaar 1000.
Op de Begraafplaats in liet Kruisdorpen op die in het Yenneper-
dorpzullen een aantal paaltjes benoodigd zijn voor liet in 1868 nieuw
opgeboogde gedeelte. Ook is het schilderen van eenige andere palen en
bet op nieuw letteren van anderen noodzakelijk.
Daarvoor wordt geraamd, met inbegrip van bet verdere onderhoud,
f 200.voor belooning der Doodgravers ongeveer /200.te za
men/400.—; zijnde 600 minder dan in 1868 omdat in 1869
gceno opbooging noodig is. Dc Doodgravers zijn in het Kruisdorp
Jan Knol en in bet Venneperdorp Jan Lewis.
Volgnr. 59. Hoofdst. III. Afd. 3. Art. 10. Bedrag /50;
idem van het vorig jaar 50.
Aoor bet onderhoud van de markt, de schapenhokken, touwen enz.
Wordt voor 1869 weder 50 geraamd.
Volgnr. 60. Hoofdst. III. Afd. 4. Art. 3. Bedrag 145
idem van het vorig jaar 35.
Deze post is 110 booger dan in 1868, omdat zeer waarscbijnlijk
in 1869 voor Tokening der Gemeente ook zullen komen de polderlasten
en^ het Rijnlands bundergeld van de gronden in de dorpen die door bet
Rijk aau de Gemeente zijn afgestaan, alsook van de wegen.
Volgnr. 61. Hoofdst. III. Afd. 4. Art. 3. Bedrag 3.50;
i^enj van het vorig jaar 3.50Volgnr. 62. Hoofdst. III.
Afd. 4. Ait. 4. Bedrag 3.50; idem van het vorig jaar
3.50; Volgnr. 63. Hoofdst. III. Afd. 4. Art. 5. Bedrag
5idem van het vorig jaar 5 en Volgnr. 64. Hoofdst.
IIL Afd. 4. Art. 6. Bedrag 3.50; idem van het vorig
jaar 3.50.
TJit deze posten worden betaald de erfpacbten van den grond bij de
Scholenen wel voor School.- N°. 1 aan den Heer G. Visseb van Ha-
zerswoudE; N°. 3 en 7 aan Mevr. Diemont; N°. 6 aan Dr. J. P. Heije.
Volgnr. 64®. Hoofdst. III. Afd. 4. Art. 7. Bedrag nihil
idem van het vorig jaar 3.
Deze post is voor 1869 niet meer toepasselijk, door verplaatsing van
bet schuthok.
Volgnr. 65. Hoofdst. IV. Afd. 1. Art. 3. Bedrag 1600;
idem van het vorig jaar 1600.
De vier Veldwachters genieten elk eene jaarwedde van 400, bedra-
gende dus voor vier/1600.— Zij zijn: Hendeik G. Danens, Pietek
Flifsen Jan de Vries en Theodores Tit.
Volgnr. 66. Hoofdst. IV. Afd. 1. Art. 5. Bedrag 1;
idem van het vorig jaar 1.
In afwacbting van betgeen de behoefto zal doen blijken noodig te zijn,
wordt deze 'post weder op f 1 geraamd.
Volgnr. 66*. Hoofdst. IV. Afd. 1. Art. 6. Bedrag nihil;
idem van het vorig jaar nihil.
Deze post is niet meer toepasselijk.
Volgnr. 67. Hoofdst. IV. Afd. 1. Art. 7. Bedrag 100;
idem van het vorig 100.
Deze post is voor bnitengewone gevallen moeijelijk te rainen, voor
gewone gevallen meent men zal 100.wel voldoende zijn.
Volgnr. 68. Hoofdst. IV. Afd. 1. Art. 8. Bedrag 100;
idem van het vorig jaar 100.
Deze post, gclijk aan die van 1868, schijnt geene verdere toelicbting
te behoeven.
Volgnr. 69. Hoofdst. IV. Afd. 1. Art. 9. Bedrag 5 idem
van het vorig jaar 5.
De belooning van den Gevangenbewaarder in het Venneperdorp, zijnde
K. Oudijn, bedraagt 5. In het Kruisdorp is de Concierge in bet
ltaadhuis tevens met deze betrekking belast.
Volgnr. 70. Hoofdst. IV. Afd. 2. Art. 1. Bedrag 425
idem van het vorig jaar 325.
Deze post is 100 booger dan in 1869 omdat het noodig zal
zijn om in 1869 nieuwe mantels voor de veldwachters aan te scbaffen.
Die post is berekend als volgt5 Veldwachters bovenkleeding a 55
275onderhoud en aankoop van wapenen f 50.voor 4 man
tels /100.te zamen f 425.
Volgnr. 71. Hoofdst. IV. Afd. 2. Art. 3. Bedrag 1; idem
van het vorig jaar 1.
Even als volgnr. 66 wordt deze post geraamd op 1
Volgnr. 72. Hoofdst. IV. Afd. 2. Art. 4. Bedrag 250;
idem van het vorig jaar 250.
Men rekent dat voor het onderhoud van zes brandspuitenmetdaarbij
behoorend materieel, in 1869 wel weder 250 zal benoodigd zijn,
zoodat die som albier wordt geraamd.
Volgnr. 73. Hoofdst. IV. Afd. 2. Art. 5. Bedrag 25;
idem van het vorig jaar 25.
Voor onderhoud der lantaarn bij het Raadbuis en kosten van ver-
lichting, ook op andere punten, indien de publieke veiligbeid zulks mogt
vorderen, wordt weder 25 aangevraagd.
Volgnr. 74. Hoofdst. IV. Afd. 2. Art. 6. Bedrag 5;
idem van het vorig jaar 5.
Deze post behoeft geen toelicbting.
Volgnr. 75. Hoofdst. IV. Afd. 2. Art. 7. Bedrag 25;
idem van het vorig jaar 25.
Git deze post wordt betaald het aandeel der Gemeente in bet trak-
tcment van den Cipier in bet Huis van arrest te Haarlem, ingevolge
aanschrijving van Gedeputeerde Staten van Noord-IIolland, dd. 18 Febru
ary 1858, n°. 19.
Volgnr. 76. Hoofdst. IV. Afd. 2. Art. 8. Bedrag 40;
idem van het vorig jaar 40.
Deze post vereischt geen toelichting.
Volgnr. 77. Hoofdst. V. Art. 2. Bedrag 75; idem van
het vorig jaar 75.
Ten cinde in het volgend jaar de gelegenbeid weder te kunnen geven,
tot bet kosteloos ineuten of revaccineeren van beboeftigen op de scholen,
waarvan bet nuttige is gebleken, wordt voor 1869 weder 75 aangevraagd.
Volgnr. 78. Hoofdst. V. Art. 3. Bedrag 100; idem van
het vorig jaar 50.
Deze post is verboogd met bet oog op bet door de Plaatselijke School-
cominissie gedaan voorstel, om de Scholen minstens eens per maand door
een geneeskundige te doen naiienindien de Raad dien maatregel goed-
keurt, dan gaan daarmede eenige kosten gepaarddaarvoor, en ter voor-
ziening in eenig buiteugewoon geval, of tot aansehaffing van zuiverings-
-middelen voor de scholen wordt 100 aangevraagd.
Volgnr. 79. Hoofdst. V. Art. 4. Bedrag /250; idem van
-.het--vorig jaar 250.
In 1868 kwram deze 250 op de Begrooting voor als toelage voor
een Ateearts. Nu evenwel de aanwezige rijks-veearts de aanstelling tot
gemeenteveearts op de vastgestelde Instructie niet beeffc aangenomen,
en de Raad besloten beeft dien Veearts nu voor de diensten door hem
aan de Gemeente te bewijzen, op eene declaratie te betalen; zoo is de
omscbrijving van bet artikel in dien geest gewijzigd. De som meende
men ecbter te moeten ramen als in 1868.
Volgnr. 80. Hoofdst. VI. Art. 2. Bedrag 8150; idem
van het vorig jaar 7500.
Deze post is f 650 booger dan in 1868; de oorzaak daarvan is,
dat, indien in 1869 eene school wordt gebouwd in wijk 8, voor een ge
deelte des jaars betaald zal moeten worden het tractement van den Hoofd-
onderwijzer. Ook is het in 1869 welligt noodig om in de school in bet
Kruisdorp een tweeden hulponderwijzer te benoemen, w-iens tractement
dan voor eon gedeelte van bet jaar moet betaald worden. Eindelijk
moeten in 1869 ook betaald worden de teruggaven aan de hoofdouder-
wijzers van de aanslagen in de personeele belasting vOor zooveel de vier
eerste grondslagen betreft, en waarop bij de Begrooting van 1868 nog niet
gerekend is kunnen worden. Voor een en ander wordt eene verhooging
geraamd van 650.
De post is berekend als volgtJaarwedde van zeven boofdonderwijzers,
elk 700, 4900.idem van vier bnlponderwijzerselk 400
J 1600.20 pet. der door de boofdonderwijzers te ontvangen school-
gelden, na aftrek der kosten van scboolbehoeften, geraamd /450.
teruggave van personeele belasting aan de boofdonderwijzersgeraamd op
150voor vijf kweekelingen, elk 100, 500."voor toelage
aan den hulponderwijzer Verhage, indien de Raad die weder mogt toe-
staan J 50.voor meerdere hulp op s^iool 4, en voor jaarwedde van
een acbtsten hoofdonderwijzer gedurende een gedeelte van het jaar, ge
raamd 500.te zamen 8150.
De titularissen zijn: Hoofdonderwijzers School 1, P. Balkenende;
School 2, D. Rijnenberg School 3, G. Stout School 4, K. F. Roos-
DORp; School 5, W. C. Spruitenburg School 6, P. Boekei. School 7,
T. Timmer. Hulponderwijzers School 1, M. P. Boogaard School
3, J. Oostenbroek School 4, M. Veriiage; School 5, J. Spaarman.
Kweekelingen.- School 2, C. 11. Rijnenberg School 4, Corneiis Joh.
Kieviet School 4, Karel Buurman School 6, L. de Groot School
5, G. H. van Daeen.
Volgnr. 81. Hoofdst. VI. Art. 3. Bedrag 2000 idem
van het vorig jaar 3000.
In 1868 zijn nog al belangrijke herstellingen aan de scholen noodig
geweestde kosten van onderhoud zullen daardoor in 1869 itel eenig-
zins minder kunnen zijn. De voorgedragen 2000 rekent men ecbter
dat wel zullen noodig wezen voor zeven scholen en onderwijzerswoningen
en aankoop van ameublement voor eene acbtste school.
Volgnr. 82. Hoofdst. VI. Art. 4. Bedrag 1000; idem
van het vorig jaar 8 50.
Met het oog op de inrigting van eene achtste school, rekent n dat
in 1869 wel 1000 voor scboolbehoeften zal benoodigd zijn,
Volgnr. 83. Hoofdst. VI. Art. 5. Bedrag 250; idem van
het vorig jaar 210.
Ook dezen post is verhoogd, met bet oog op de verwarming ook van
de te bouwen acbtste school.
Volgnr. 84. Hoofdst. VI. Art. 9. Bedrag 50; idem van
het vorig jaar 50.
Deze post beboeft geen toelicbting.
Volgnr. 85. Hoofdst. VI. Art. 11. Bedrag 500 idem
van het vorig jaar 100.
In 1868 werd voor de Teekenschool toegestaan: op de Begrooting
100.-onder den naam van Industrieschool f 200. later, bij
af- en overschrijving ISO.— tc zamen f 450.
De Teekenschool en Industrieschool is echtcr een zaak. Men wenscht
daarom beide posten niet te bebouden maar de uitgaaf alleen te bren-
gen onder den naam van Teekenschool.
Deze post is alzoo nu berekend als volgtKosten Teekenschool 400;
aan den Hulponderwijzer Verhage en den Hoofdonderwijzer Spruiten
burg voor bet geven van kosteloos onderwijs in de allereerste beginse-
len van bet regtlijnig teekenen, volgens in 1868 door den Raad "geno-
men besluiten, elk ad 50, f 100.maakt 500
Volgnr. 85*. Hoofdst. VI. Art. 12. Bedrag nihil; idem
van het vorig jaar 200.
De post: ii kosten der Industrieschool" lean nu voor 1869 vervallen
om bovenvermelde redenen.
Volgnr. 85**. Hoofdst. VI. Art. 14. Bedrag nihil; idem van
het vorig jaar 50.
Ook op hot behoud der in 1868 geraamde post van 50 voor Be-
vaarscholen wordt niet aangedrongenomdat die zaak in 1869 nog wel
niet tot uitvoering zal komen.
Volgnr. 86. Hoofdst. VI. Art. 15. Bedrag 100; idem
van het vorig jaar 1.
In 1869 is waarscbijnlijk een vergelijkend examen noodig voor de be-
noeming van een Hoofdonderwijzer. Daartoe wordt 100 geraamd.
Volgnr. 87. Hoofdst. VII. Art. 3. Bedrag 5; idem van
het vorig jaar 5.
Op deze posten behoeren waarschijnlijk geene uitgaven le worden ge
daan omdat er vobr rekening der Gemeente geene personen in de
gesticbten voor bedelaars worden verpleegd.
Volgnr. 88. Hoofdst. VII. Art. 4. Bedrag 50; idem van
het vorig jaar 50.
Deze post wordt gebragt ten gevolge Art. 48 Ir. c der Armenwet.
Volgnr. 89. Hoofdst. VII. Art. 5. Bedrag 400; idem
van het vorig jaar 400.
Ten laste der Gemeente wordt thans een krankzinnige verpleegd, zijnde
B. L. Wulperts. Daarvoor wordt 200 geraamd alsmede gelijke som
tot bet doen van voorscbotten van verplegingskosten voor arme krank-
zinnigen die elders armlastig zijn. (Zie Volgnr. 13 der Ontvangsten.)
Volgnr. 90. Hoofdst. VII. Art. 9. Bedrag 1950; idem
van het vorig jaar 1500.
Volgens de door bet Burgerlijk Armbestuur opgemaakte Begrooting
voor 1869 zal dat Armbestuur in 1869 eene subsidie behoeven van
1950 omdat bet aantal Weezen ten laste van dat Armbestuur in
1868 weder belangrijk is vermeerderd. In afwacbting van bet door den
Gemeenteraad te ncmen besluit, wordt 1950 geraamd.
Volgnr. 91. Hoofdst. VII. Art. 12. Bedrag 100; idem
van het vorig jaar 100.
Deze post is albier gebragt ten gevolge Art. 48 lr. b der Armenwet.
Volgnr. 92. Hoofdst. VIII, Art. 2. Bedrag 1950; idem
van het vorig jaar 1550.
In verband met bet voorstel tot bet aangaan in 1869 van eene Geldlee-
ning tot bet bouwen van scbblen en eene onderwijzerswoningwordt
eene verhooging van dezen post voorgedragenten einde de interessen
voor een gedeelte des jaars te kunnen betalen.
Deze post is mitsdien berekend als volgtRentcn der Geldleening van
1866, per resto groot 30,000 ad 5 pet.eerste 6/m. 750.
idem van 28,000, over de tweede 6/m. 1869 /700.—maakt
f 1450.en Renten van eene nog aan te gane Geldleening 500
dus te zamen 1950.
Volgnr. 93. Hoofdst. VIII. Art. 4. Bedrag 2000idem,
van het vorig jaar 2000.
Op 1 Julij 1869 moet betaald worden de tweede termijn van afiossing
der geldleening van 1866, groot per resto 30,000. Die termijn moet
bedragen minstens 2 aandeelen, elk ad 1000.
A olgnr. 93*. Hoofdst. VIII. Art. 7. Bedrag nihil; idem van
het vorig jaar 423.26, en Volgnr. 93**. Hoofdst. VIII.
Art. 8. Bedrag nihil; idem van het vorig jaar 126.98.
Deze posten zijn voor 1869 niet toepasselijk, omdat de koop der gron
den voor Raadbuis en Kerkbof is vervallen, door de nadere met bet
Rijk getroffen scbikking.
Volgnr. 94. Hoofdst. IX. Art. 2. Bedrag 25; idem van
het vorig jaar 25.
De Gemeente is hoofdplaats van het 6e kanton, zoodat de loting voor
de militie alhier moet plaats bebben; voor de daaraan verbonden kosten
wordt 25 geraamd.
A olgnr. 9 5. Hoofdst. IX. Art. 3. Bedrag 25; idem van
het vorig jaar nihil.
Deze post is nieuw en strekt om daaruit te betalen de voorscbotten
van reisgelden aan verlofgangersdie in werkelijke dienst moeten op-
lcomen, en op reisgeld aanspraak bebben. (Zie, in verband biermede,
Volgnr. 15 der Ontvangsten.)
Volgnr. 96. Hoofdst. IX. Art. 4. Bedrag 1; idem van
het vorig jaar 1.
Op dezen post zullen waarschijnlijk geene uitgaven behoeven te worden
gedaan.
Volgnr. 97. Hoofdst. IX. Art. 5. Bedrag /100; idem van
het vorig jaar 100.
Deze post beboeft geene verdere toelichting.
Volgnr. 98. Hoofdst. IX. Art. 6. Bedrag 150; idem van
het vorig jaar 125.
Met bet oog op de verzekering van in 1869 te sticbten gebouwen,
wordt deze post 25 booger dan in 1868 geraamd.
Volgnr. 99. Hoofdst. IX. Art. 7. Bedrag 10; idem van
het vorig jaar 10, en Volgn. 100. Hoofdst. IX. Art. 8.
Bedrag 5; idem van het vorig jaar 5.
Deze posten worden voorgedragen tot hetzelfde gering bedrag als in
1868. Men boopt dat de Gemeente ook in 1869 geene proceskosten zal
behoeven te betalen.
Arolgnr. 101. Hoofdst. IX. Art. 11. Bedrag 25; idem
van het vorig jaar nihil.
Ook deze post is nieuw en betreft te doene voorschotten van trans-
portkosten van aangebouden verdacbte of gesignaleerde. personendie
niet te voet kunnen gaan. (Zie, in verband hiermede, volgnr. 17 der
Ontvangsten.)
Volgnr. 102. Hoofdst. IX. Art. 12. Bedrag 10; idem
van het vorig jaar 10.
Deze post kwam vroeger voor als buitengewone uitgaaf in Hoofdstnk X
het betreft evenwel eene jaarlijks terugkeerende uitgaaf, die dus meer
te huis behoort in Hoofdstuk IX. De post strekt tot betuling der kosten,
in geval do buisnommers eener sectie soms, door veelvuldige verande-
ringen berziening mogten behoeven.
Volgnr. 102*. Hoofdst. X. Art. 1. Bedrag nihil; idem van
liet vorig jaar nihil,en Volgnr. 102**. Hoofdst. X. Art. 2.
Bedrag nihil; idem van het vorig jaar 1.
Deze posten zijn voor 1869 niet toepasselijk.
Volgnr. 103. Hoofdst. X. Art. 3. Bedrag 4927.093;
idem van het vorig jaar nihil.
Aan den aannemer J. W. de Hey moet nog betaald worden een ge
deelte der aannemingspenningen voor bet bouwen van het Raadhuis.
Deze gelden zijn in 1867 onuitgegeven gebleven, waardoor het goede
slot der rekening van 1867, met gelijke som, zijnde f 4927.09)-werd
verboogd. Omtrent deze zaak wordt een proces gevoerd, en men ver-
moedt, dat bet wel 1869 zal worden alvorens die zaak kan worden
afgedaan. De gelden worden daarom in de Begrooting van 1869 gebragt.
De aannemingssom bedroeg 28,973 er is reeds betaald 24,045.901;
blijft dus nog te betalen 4,92709)
Volgnr. 103*. Hoofdst. X. Art. 4. Bedrag nihil; idem van
het vorig jaar nihil.
Voor 1869 niet toepasselijk.
Volgnr. 104. Hoofdst. X. Art. 5. Bedrag 2350; idem
van het vorig jaar 3000.
Er is nog aan het Raadbuis te doen overgebleven bet schilderen van
binnen, bet behangen, bet ophoogen aan de achterzijde en de zuidzijde.
Wat de kosten daarvan zullen zijn weet men nog niet, maar voorloopig
wordt 2350 geraamd.
Volgnr. 105. Hoofdst. X. Art. 6. Bedrag 13,000; idem
van het vorig jaar nihil; Volgnr. 106. Hoofdst. X. Art 7.
Bedrag 7000 idem van 't vorig jaar nihil; en Arolgnr. 107.
Hoofdst. X. Art. 8, Bedrag 10,000; idem van het vorig
jaar nihil.
De beboefte doet zicb gevoelen aan eene School in wijk 8. Een aantal
kinderen zijn door de verre afstanden niet in de gelegenheid, ofaltbans
zeer moeijelijk in de gelegenbeid om school te gaande zaak is trouwens
bij den Raad aanbangig en beboeft geene verdere toelicbting.
De Hulpschoolin wijk 7 wordt zeer slecbtmet de xvarmte gedurende
dezen zomer was bet altijd niet mogelijk om in de school onderwijs te
gevenen moest wel eens in de open lucht school gebouden worden
het is dus zeer noodig dat die hulpschool door eene goede school worde
vervangen.
De School in bet Kruisdorp, ingerigt voor 200 kinderen, wordt te
kleindaar er circa 250 ingeschreven zijn kwamen dus alien geregeld
schooldan kon de school ze nu reeds niet bevatten. Ook daarin zal
in een volgend jaar wel voorzien moeten worden.
Aran deze werken zijn nog geen plans gemaaktde kosten zijn dus
nog niet bekend globaal berekend, zal er eebter wel 30,000 voor
noodig zijn. In afwachting van betgeen bieromtrent door den Raad zal
worden besloten, wordt 30,000 voorgedragen.
\Tolgnr. 108. Hoofdst XI. Art. 1. Bedrag 1008.27 idem
van het vorig jaar 1050 063.
Bij dit artikel zijn aangewezen de posten, waaropnaar aanleiding van
Art. 215 der Gemeentewet, door den Gemeenteraad af- en overschrijving
zal kunnen worden verleend.
Haarlemmermeer20 Augustus 1868.
Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer,
(get.) AMERSFOOKDTBurgemeester.
EGGINK, Secrelaris.
Drukkerij van Bonga C°. Amsterdam.