WEEKBLAD SE 4 1868. VAN AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BEL ANGEN GEWIJD. Vrijdag, 2 October. Xegcnde laatgang. Haarlemmermecr-Folder. Haarlem iii er meer. Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven: Ijandbouw. Pokziekte der Schapen. De Boouieu op opeubare Weg'en. HAARLEMMERMEER, PRIJS YAW HET ABOWNEMENT in het Jaar. 6.— Prijs van een enkel Nommer 15 Cent. ALLE TOEZENDINGEN, EEDAKTIE EN DITGAVE BETEEFFENDE te adresseren aan VAN BONGA C°. te Amsterdam. (Uiterlijk Woensdag.) Het verdiepen, door middel van uitbaggeringvan gedeelten der Ringvaart bij den Cruquius en bij het Nieuwemeerden 21 September jl. aanbesteed, is gegund aan J. van den Heu- vel Az.te Haarlemmermeer, voor de som van f 1939. Met 1°. October is weder de gelegenheid geopend tot inscbrijving der leerlingen, die op de Teekenschool wenschen te worden toegelaten. Het leergeld is tot op de helft verminderd en bedraagt thans 1.25 in de drie maanden voor elken leerling. Men vertrouwt dat door deze gunslige beschikking velen zich genoopt zullen gevoelenom de lessen aan die school bij te wonen. Het onderwijs wordt gege- ven des Zaturdags, van des morgens ten negen ure, in het Kaadhuis. van 22 tot en met 29 September 1868. GEBOKENLeonardus, zoon van A. F. W. Manheim. Maria Sara, dochter van B. C. Sliggers en A. de Waard. Leintjedochter van C. Dolieslager en A. Lankhaar. Maartje Elisabeth Wilhelminadochter van J. Stans en P. Klapwijk. Jannetje Jansjedochter, en Coerd, zoon (tweel.) van P. Scholte en A. Boutes. Wilhelmina Jacoba Geertruida dochter van J. Buijn en G. Buijn. Maria, dochter van W. Loos en A. de Jong. Adriaan, zoon van W. van't Sant en A. A. van Arkel. Margaretha Cuneradochter van C. Stoop en J. Bleeker. Adrianus zoon van L. Blom en A. Meulekes. OVERLEDENPieteroud 14 dagenzoon van G. Appelman en P. Maus. Johs. Franciscus Jacobus, oud 5 maanden, zoon van L. Speel- mans en C. Jansen. Mariaoud 2£ jaardochter van J. Faas en D. Schouten. Wilhelmina van der Wal, oud 80 jaren, weduwe van J. Nieu- wenhuizen. Trijntje Bredijk, oud 38 jaren, gehuwd met H. Koekkoek. Aaltje Dekker, oud 61 jaren, weduwe van Dirk Slooten. Maaike, oud 1 jaar, dochter van Eegina de Koster. Elisabeth, oud 10 maanden, dochter van A. Kats en G. P. Quist. Johanna Berdina oud 2 jaren dochter van Maria van Leent. Een Persoonvermoedelijk genaamd Johann Eduardt Barwich, ongehuwdoud naar gissing 30 jaren, herkom- stig uit Pruissen, van Coin am Rhein. ONDERTROUWD N. Hildebrand met H. van der Velden. A. Co- lijn met A. Verkuijl. GEHUWD J. Wientjes met W. Leenslag (wed. van J. Schouten). G. Lamboo met J. de Jong. Op den 22 September jl. is in deze gemeente afgebrand een huisje, bewoond door Marinus Mans, in sectie 00, ka- vel 1de inboedel is gedeeltelijk mede verbraud. Het huisje was tegen brandschade verzekerd voor 300.en de inboe del voor p. m. 400.De oorzaak van den brand is tot nog toe onbekend. Seoteedijk, 30 Sept. De dag van gisteren was hier een ware feestdag. De afdeeling Sloterdijk der Rollandsche Maat- schappij van Landbouw had dezen dag bestemd tot het houden van eenige volksspelen, alsringrijdenmastklimmenzak- loopen enz. Door een groot aantal belangstellenden, ook uit het naburige Amsterdam, bijgewoond, leverden deze spelen een allergenoegelijkst schouwspel op, en kwam een al te milde regenbui al voor een wijl de feestvreugde storen, te grooter was de blijdschap toen de regenwolken waren overge- trokken, waarbij het verrukkend was te zienhoe, met het opklaren der lucht, ook de gczigtjes der aanvankelijk teleur- gestelde kinderen ophelderden door het blijde vooruitzigt op het genoegen dat hun was bereid. Want niet alleen voor de grootere knapen en meisjes, maar ook voor al de school- kinderenvan het oudste tot het jongstewaren wedstrijden en spelen uitgedacht. En toen na de uitreiking der behaalde prijzen (ruim 50 in getal) oud en jong in vrolijken optogt zich naar het ruime schoollokaal had begeven, waar de school- jeugd op onbekrompen wijze werd onthaald, toen ging er als het ware maar dene stem op over de uitmuntende inrigting en leiding van het feest. Kortom alles liep in de beste orde en tot aller genoegen af, zoodat deze dag bij de ingezetenen van ons dorp en bij de feestgenooten nog lang in aangename herinnering zal blijven. Daefsen, 28 Sept. Men berigt ons van de naburige veenstreken, dat de veenboekweit een grooter beschot zal opleveren dan men Verwachtte, Sommige akkers leverden circa een half mud per vim, zoodat de opbrengst nagenoeg de helft van goede jaren zal bedragen. Leeuwaeden, 28 Sept. De weilanden rondom deze stad en in de omstreken- leveren tbans een prachtig gezigt op; het gunstige weder, in den nazomer, heeft zeer voor- deelig gewerkt en veel hersteld wat in den zomer door de groote hitte was bedorven. De pachters van het nagras maken dan ook goede rekening; het gewas is nu overvloedig en uit- muntend. In 'de Provinciate Groninger Courant van 3 September jl. lezen wij het volgende: De pokziekte heersoht onder de schapen in deze provincie (Groningen)de handel en uitvoer naar Engeland is thans be- moeijelijkt, omdat de schapen bij de aankomst te Londen moe- ten worden geslagt of 14 dagen lang in quarantaine gehou- den. Ligtelijk kan de engelsche regeriDg den invoer van scha pen uit Nederland en diensvolgens ook uit ons gevvest ver- bieden. Er dienen daarom maatregelen genomen te worden om te zorgen dat er geene pokzieke schapea worden uitgevoerd. Dit is voor alles een groot belang. Immers bij de reeds la- ge prijzen der scbapen is een geheel gestremde uitvoer nog nadeeliger en zal de prijs van het wolvee daardoor nog meer moeten dalen. Verder moet de uitbreiding der pokziekte worden tegengegaanhiertoe kynnen de houders van schapen veei medewerken. De pokziekte is een besmettelijke ziekte. Schapen door de pokziekte besmet, zijn in den beginne koortsig en treurig, met verminderenden eetlust. De afscheiding der tranen is iets ver- meerderd, uit den neus wordt in den beginne eene dunne wa- terige, later eene meer taaije, smerige uitvloeijing waargeno- men. Bij een regelmatig verloop vertoonen zich aan den kop om de oogen, aan de ooren, neus en mond aan de inwen- dige vlakte der schenkels, aan de borst, den buik, soms aan de ondervlakte van den staart, aan de pooten en dikwerf aan de ondereindenroode vlekjes of vurige puntjesdie zich al zeer spoedig tot kleine knobbels verheffen en nadat zij 3 a 4 dagen bestaan hebben tot de grootte eener platgedrukte lins of ervvt overgaan met eeue dunne vloeistof gevuld wor den en zoo een blaasje vormen. Ongeveer op den 13den of 14den dag na het eerste ontstaan der ziekte begint het tijd- perk der ettering, waarbij het vocht in het blaasje geelachtig dik en etterachtig wordt. Later als dit 4 a 5 dagen geleden is, begint de puist geheel op te droogen, verandert de blaas in een zwarte korst, die zich loslaat en eene kale roode vlek als lidteeken achterlaat. De geheele duur der ziekte is ongeveer van 1821 dagen. Yan dit regelmatig verloop hebben dikwijls afwijkingen plaats, zoodat zich in stede van de pokpuist eene wratvormige uitgroeijing op verschillende lig- chaamsdeelen als de zoo straks beschrevene pok voordoet. Het zijn dan meest harde, vaste knobbels, bekend onder den naam van steenpokken. Men ziet hierbij even als bij de vorming der pokpuist dikwerf, dat liun de bek dik wordt en neemt daarbij niet zelden het kreupel gaan der dieren waar. Bij deze soort van pokken is het beloop veelal goedaardiger, zacht. In andere gevallen weder zijn de pokken kwaadaar- digerdoordien zij diepe en onaangename verzweringen ach- terlatendie soms de ondergelegen deelen erg aandoen en den dood kunnen te weeg brengen. Over het geheel genomen is de pokziekte eene gevaarlijke ziekte, die bijzonder bij aanhoudende koude, nevelachtige of vochtige zoele weersgesteldheid, een kwaadaardig karakter aan- neemt, doch bij matig warm weder en eene goede verzorging der patienten een gunstiger beloop heeft. In vele gevallen rekent men een verlies van 10 a 12 percent, dat soms nog grooter kan wordengevvoonlijk gaan de zwakste schapen en de zuiglammeren het eersl te gronde. De sehaapspokken koraenbehalve nti en dan in Hunsingo en Fivelingoin deze provincie niet veelvuldig voor. De oor zaak van het ontstaan dezer ziekte is de overbrenging der smetstof door aansteking. De besmetting kan door de hui- den der gestorvenendoor het vocht aan de pokpuisten door de uitgeademde lucht der zieke voorwerpen door hunne huiduitvvaseming, door het slijmspeeksel, bloed, traan- vochturine en de drekstoffen worden voortgeplant. De smet stof laat zieh niet gemakkelijk verstoren of kraChteloos ma- PRIJS DER ADVERTENTiea': van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12Cent. Zegelbegt bij e"ie plaatsing 35 Cent. ken; evenwel zijn het chloorgas, carbolzuur enz., onder be- paalde voorwaardendaartoe wel geschikt. Schapendie de pokken eens hebben doorgestaan, zijn daarvoor niet meer vat- baar. Of de pokziekte zich in deze provincie ook uit andere oorzaken dan de besmetting kan ontwikkelen, zoo als som- migen willen bewerenis nog steeds onzeker. De voorname reden, waardoor men de pokziekte bij de schapen kan voorkomenis het afweren der smetstof. Daar dit echter niet altoos vermeden kan worden en de ziekte tocli onder een koppel uitbreektis de inenting zeer aan te beve- len. Die inenting moet dan plaats hebben, zoodra er een enkel schaap onder een koppel door de pokken is aangedaan de dan nog vrij zijnde voorwerpen worden met bepaalde ora- zigtigheid en onder de noodige voorzorgen ingeent met stof, die daartoe geschikt is. De voordeelen der inenting zijn in de eerste plaats een gemakkelijker afloop der ziekte en ten tweede een veel spoediger eindedan de natuurlijke besmet ting. Bij het ontstaan der pokziekte of het vermoedelijk be staan daarvan bij de schapen, is de houder of eigenaar vol- gens de bepalingen der wet verpligt die verdachte of besmette schapen onverwijld van de anderen nf te zonderen en daarvan aan den Burgemeester van zijne woonplaats aangifte te doen. Deze ambtenaar laat die schapen door een rijksveearts onder- zoeken. Door het onderzoek van den veearts kunnen alle aangetaste schapen van de gezonden worden gescheiden. Bei- denzoowel gezonde als zieke schapen, moeten van elkander verwijderd worden gehouden. De verzorging der zieken en gezonden mag niet door denzelfden persoon gescliieden. De bijeenvoeging van de zieke of herstelde schapen mag niet eerder plaats hebben dan vier vveken na de geheele herstel- ling, anders kunnen de herstelde schaperi de gezonden nog wel besmetten. De door pokziekte aangetaste en daarmede in aanraking geweest zijnde schapen mogen niet eerder dan na drie a vier weken na het geheel ophouden der ziekte ver- kocht wordenwaarbij eene volkomene afwassching van de her stelde dieren door een ontsmettend vocht hoogst nuttig is. Het vleesch van schapen, die aan de pokziekte sterven, mag niet worden gegeten; de huid kan echter in vele gevallen worden gedroogd en onder bepaalde voorzorgen naar eene blooterij gebragt worden. Zwakke schapen doet men best vooraf te slagten, anders komen zij de ziekte toch niet door. Het vleesch van in tijds geslagte pokzieke schapen kan na goedkeuring worden gebruikt. Den toegang van personen die niet uoodzakelijk bij de schapen moeten wezen dient men te weren. Het doel van deze regelen is, om aan de uitnoodiging van sommigen te voldoen, die eenige inlichting hebben verlangden waaraan ik hoop te hebben voldaan. Noordhorn, 23 Aug. 1868. J. C. Billeoth. In ons nommer van 31 Julij 11. hebben wij een allerhe- langrijkst artikel geplaatst over de boomkweekerijen het was ons aangenaam van verschillende zijden te vernemendat het met groot genoegen door velen onzer lezers ontvangen was. Sedert wijdden wij dan ook onze aandacht aan hetgeen te dezer zake elders werd openbaar gemaakten nu troffen wij in het voorfreffeiijk Tijdschrift over Land- en Tuinbouwkunde door het „Antwerpsch Kruidkundig Genootscbap" uitgegeven, een opstel aan, dat ons bijzonder boeide en lijk is aan prak- tische wenken. Wij gelooven derhalve onzen lezers een dienst met de overname daarvan te bewijzenook ter aanprijzing van gemeld Tijdschrift, dat in zoo veel opzigten een veel meer algemeene verspreiding verdientdan het vooralsnog te beurt valt. Het is een ware schatkamer. Wat meer bepaald op Belgie betrekking heeft hebben wij ons veroorloofd achterwege te latenhetgeen te meer gevoe- gelijk kon geschiedenomdat de zakelijke inhoud van alge- meen belang daaronder in geenen deele lijdt. Dat de wetenschap sinls eenige jaren groote vorderingen heeft gemaakt beken ik, maar dat er nog vele misbruiken en vooroordeelen weg te nemen zijnzal mij ook niemand be- twisten. Al te dikwijls herhaalt men, om eene misgreep of eene feil te verbloemen, dat falen menschelijk is, errare humanum est, maar in plaats van ons aan die spreuk te verslaven en te vernederen, moeten wij trachten en immer trachten onze gebreken te verbeteren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1868 | | pagina 1