m 18 Haarlemraermeer. Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven: van 20 tot 26 Januarij 1869. Landbonw. (Ucmeii^de Heiigtcn. mHK overal kurk droog en vol spleetendus in den raeest gunsti- gen toestand voor opzuiging en verdamping. En toch maakt eene zeer kleine regenbui, die op 18 Octo ber op sleehts 6en punt hoogstens 4.5 bedroeg, het malen van den Cruquius noodzakelijk tot 17 October en reeds op 21 October werken Leeghwater en Lijnden tegelijk! Voorwaar weder een treffend voorbeeld boe goed hier een kilgemaal zoude gewerkt hebben, dat het versmachte hooge land zoude hebben gedrenkt, en met veel minder kosten dan thans noodig waren om het lage land le helpen. Dat de kosten ook van een kilgemaal niet gering te achten zijn geef ik gaarne toe daarstelling en onderhoud van het werktuig steenkolen, smeer, machinist, stoker enz.het kost alles geld en veel geld. Men stelle zich echter niet voor dat de spinnekoppendie men thans voorslaat, om niet te verkrijgen zullen zijn. Men rekene eens na wat er te maken valtVoor elken kavel 3200 el sloot; het daarstellen en onderhoudeu van eene kade met overlaten; het daarstellen van eenen molen en onderhoud daarvan, zoowel in het hooge als in het lage land de grond- duikers, de bruggetjesvlonders of tillefjes over de water- loopen, overlaten, slooten enz., dit alles kost ook veel geld, dat dan wel niet naar den penningmeester des polders be- hoeft te worden gebragt, maar toch ook, ofschoon dan in nnderen'vorm, door den eigenaar van het land moet worden betaald. Hij, die meent dat^kleine polderbemalingen met minder kos ten zijn te onderhouden dan groote, toont dat hij het uit- muntende betoog niet kent van Vader Leeghwatervoorko- rnende in 55 (der uitgave van van Hasselt) van dat Ilaar- lemmermeerboekwaaraan onzen polder zijne drooglegging heeft te danken. Er zal met de spinnekoppen te betalen zijn zoo als de Noord-IIollander dit noemtdubbel molengeld, dat voor het bovengemaal bij den penningmeester des poldersdat voor het kilgemaal aan den boer den timmerman den opzigter en de polderjongens. Men passe op de beginselentot hiertoe is de Haarlem- mermeer vrij van deze spinnekoppen, als er eenmaal den in staat, zal die spoedig jongen brengen, en het zal een groote ragebol moeten zijn, die dit ongedierte er weder uitvaagt! Men vergete hierbij niet dat het polderbestuur ook voor alle deze kleine bijzondere gemalen noodzakelijk meer opzig- ters zal moeten aanstellen en betalen. Hoofdingelanden, nieuw in het vak, willen meestal bezuini- gen met het opzigt: zij mogen bedenken dat de polder vijf opzigters had toen er nog geene wegen waren thans zijn er (behalve voor de verveening) nog altijd vijf opzigters, die ook nog naar de wegen moeten zien; men kan nu toch het werk dezer ambtennren niet in het oneindige vermeerderen vooral niet in regentijdwanneer zij aan de werktuigen hoog noodig zijnen juist dan zal hunne gedurige tegenwoordigheid ook bij de spinnekoppen onafgebroken worden vereischt om mis- bruiken te voorkomen. Men vergete niet dat de laaglander, die eene afzonderlijke bemaling daarstelt, eene groote uitgebreidheid land zal moe ten vergraven, in zijne slooten groeit geen, op zijne kaden zeer weinig graan deze toch zullen steeds doorweekt zijn van het hooge omringende polderwater. Ook de molens der hooglanders, met de dammen en over laten in de togtenzullen hun geld kosten, zoowel als de hevels, hetzij die door de eigenaren of door den polder be taald worden, en als dit alles gemaakt zal zijn, zal de toe- stand toch ongeregeld wezen de een zal den ander onder- malen of ondervloeijenen alien zullen steeds tot hun groot nadeelof te veel of te weinig water hebben. (Slot volgt.) Indien iemand in de mogelijkheid is op te geven de juiste tegenwoordige woouplaats van Jan Slingehland loteling der gemeente Haarlemmermeervoor de ligting 1869wordt men uitgenoodigd die opgave in te zenden ten Itaadhuize van Haar lemmermeer. Naar men vermoedt is hij naar Amerika vertrokken. Den 15 Januarij jl. hield de aan het Hoofddorp gevestigde Meisjes-Vereenigingwelke zich ten taak stelt het inzamelen van giftenhet daarvoor koopen van lijnwaden en dit als ge- maakte kleedingstukken aan kinderen van behoeftigen uit te deelenhare gewone jaarlijksche uitreiking; waardoor vele be hoeftigen weder van goede kleedingstukken zijn voorzien. Het is te wenschen, dat die liefdadige Meisjes-Vereeniging een blijvend bestaan en voortdurend milde ondersteuning mag on dervinden. Dank aan Mevrouw Amersfoordtwelke zich aan deze zaak bijzonder laat gelegen liggen. Er is evenwel nog al wat noodig om eenigzins in de behoeften van zoo velen te kun- nen voorzien. GEBORENLaurens, zoon van II. Srnit en E. Prins. Cornelia, dochter van J. Kerkhoven en C. van der Graaf. - Petrus Paulus, zoon van H. Vinken en A. Boer. Catharina, dochter van J. Hoogland en I. M. Prins. Hendrik, zoon van K. Edelaar en M. Tulen. Teunis, zoon van A. van Leeuwen en C. den Ouden. Johanna, dochter vanT. Link en J. de Graaf. Johannes Ferdinand, zoon van J. Burggraaf en J. Wijtloop. Pieter Gijsbert, zoon van W. C. de Jonge en S. van Weelden. -Gerrit Corneliszoon van J. X). Iiavensbergen en C. Ta- nis. Elizabeth Mariadochter van E. Stolvoort en J. M. Teu- nigse. Sophia Ilendrika, dochter van K. Tunis en R. Buitiuk. Jan, zoon van F. Dekker en M. Tensen. Janna, dochter van 4V. J. Ket en M. Markus. Gabriel, zoon van II. A. Hanedoes en E. C. Pape. Hendrikus, zoon van L. van der Stxoom en G. Offerman. OVERLEDEN Trijntje Buitenhuis, oud 43 jaren, gehuwd met P. Star- renburg. Grietje Rietveld, oud bijna 50 jaren, gehuwd metC. Kool. Jan, oud 10 jaren, zoon van G. Verkuijk en II. Kool. Gijsbertus Kroon, oud 68 jaren, weduwnaar van E. Ileemskerk. Geertje, oud ruim 3 maanden, dochter van E. C. Schnitger en G. van Schoorl. Krijn, oud ruim 7 jaren, zoon van J. Buis en S. C. Lanser. Gerritje, oud 2 jaar en 10 maanden, dochter van J. C. Bos en G. de Bruijn. ONDERTROLTWD geene. GEHUWDJ. Witteman met M. Klaasse (wed. van J. Hopman.) CHRISTELIJKE BELANGSTELLING. Sedert de vorige opgaaf ontving ik Voor de Evangelisalie-geiouicen c. a.van Gerlach te Haar lem 1.door Ds. Schouw Santvoort N. N. 10. C. 10.—, H. v. d. B. 10.— Fr. v. d. B. 10.— A. J. N. 2.50; J. II. H. te Elst van een Vriendenkring f 10.collecte in de Hervormde Kerk te St.-Annaland (voor de tweede maal) f 9.40. Voor de Chr. Wees-inrigtingvan B. J. van der Leij te St.-Anna-Parochie 1.bus in de Kerk 1.40. HaarlemmermeerE. J. van Wisselingh J. Pz. 23 Januarij 1869. Predikant. Den 22 Januarij 1869 des avonds ten 10 ure, is afgebrand de bakkerij staande te Haarlemmermeer aan de Vijfhuizen E 12, bewoond door M. Smal. Het huis was verzekerd voor1000, de inboedel voor 500. De oorzaak van den brand is onbekend. Den 26 Januarij werd te Haarlemmermeervoor het Loge- ment genaamd„Qualre-Bras", nabij het landgoed „de Bad- hoeve" eene hardrijderij op schaatsen gehouden, waarbij de eerste prijs behaald werd door den heer Engel Knibbe; de tweede prijs door den heer Pieter Simon Zijlmans, en de derde prijs door den heer David Knibbe; die alien, even als vele lief- hebbersblijken gaven van vlugge rijders te zijn. Haklingen, 20 Januarij. De uitvoer in de vorige week naar Engeland beliep2745 vaten boter, 6800 edammer en 495 kanterkazen, 515 runderen23 kalveren, 68 schapen 616 balen vlas, 1674 pak papier, 48 last tarwe, 16 last haver, 350 balen mosselen, 270 zak boonen133 geslagte schapenenz. In het jaar 1868 zijn op de weekmarkten te Arnhem aan- gevoerd: 62,094 mud tarwe, 26,255 mud rogge, 11,437 mud boekweit, 6187 mud garst, 14,414 mud haver 35,370 mud aardappelen, 15,782 mud appelen, 226,000 stuks kool 68,849 Ned. pond boter en 1,360,212 eijeren. Op de vee- markten werden aangevoerd 3023 varkens, 4273 stuks rund- vee en sleehts 22 paarden. De fransche regering heeft besloten om, in het belang der wolvee-fokkerijbij de twee bestaande rijks-schaapskooijen eene opzettelijke herderschool op te rigten, en wel op eene hofstede bij Haut-Tingry, waartoe eene uitgestrektheid van 190 bunders grond behoort en waar al de vereischte gebou- wen aanwezig zijn. Het doel dier oprigting is zoowel ver- edeling der rassen, als uitbreiding der teelt in het belang der konsumtie, waarin de veestapel, wat wolvee betreft, op dit oogenblik niet naar eisch voorziet. In 1840 nog 32 millioen stuks bedragende, was die veestapel in 1857 tot op 27 millioen verminderd en is hij sedert tot meer dan tot 29/2 millioen stuks geklommen; iets wat, naar het oordeel van het gouvernement, wel gedeeltelijk aan te groote versnip- pering van het landeigendom, maar gedeeltelijk ook aan het gemis van ervaren herders moet worden toegeschreven. De kursus zal twee jaren duren. LANDBOFW-MOZAIEK, door D. van Htjlst. II. Ik heb gezegd dat Mozes, bij het geven zijner wetten zich voegde naar de omstandigheden, waarin de Israelieten verkeer den, en dat ze vooral daarom niet, of moeijelijk kunnen opge- volgd worden door latere volkenonder andere levenstoestanden. Ik ga dit met een paar voorbeelden aantoonen, doch wil vooraf eens en voor altijd doen opmerken, dat, als ik hier spreek van de wetten van Mozes, ik daar dan niet onder begrijp zijne zedewetten, maar alleen zijne burgerlijke of huishoudelijke voorschriften, en daarvan nog sleehts dat gedeelte,'t welk op landbouw betrekking heeft; was dit laatste het geval nietik zou nog meer en nog sterker bewijzen voor mijne meening kun nen bjjbrengen. Op den Sabbathdag mogt men niet arbeidenzelfs niet in den zaai- en oogsttijd. In Palestina met zijn zuidelijk klimaat, waar de regentijd in April ophoudt, de oogst reeds voor Mei aanvangt en in Junij eindigt, gedurende welken tijd het zelden regent,was dit verbod gemakkelijk op te volgen; doch in meer noordelijk ge legen landen, b. v. bij ons, waar de oogsttijd veel later, voor een groot gedeelte nog gedurende den herfst, invalt, juist wanneer het weder veelal het onbestendigst iszou zulks onuitvoerbaar wezen; daar is men, vooral in natte jaren wel genoodzaakt om van elken dag dat het weder gunstig is gebruik te maken, om zijne veldvruchten binnen te halen al valt die dag dan ook soms op een' rustdag. Onder hunne Begters moesten de Israelieten tw^emaal tiende geven; later, toen ze door Koningen geregeerd wer den driemaalen weleen aan de Levieteneen voor de Offermaaltijden en een aan den Koning; bovendien behoorden ook nog de eerstgeborenen van al hun vee, en de eerstelin- gen van al hunne vruchtenden Priester toewelke laatste opbrengst ongeveer een zestigste gedeelte van den geheelen oogst bedroeg. Nog eens, in een zoo bij uitstek vrucht- baar land als zij bewoonden, was dit doenlijk; doch in noor- delijker Statenin minder vruchtbare strekenzou het onmoge- lijk zijn daaraan te kunnen voldoenimmers, 9/2 mud, dat is bijna een derde gedeelte van het last, als tiende te moe ten afstaandit zou b. v. hier te lande wel wat kras wezen niet waar? Niemcveen, Januarij 1869. Den 22 dezer werd door den Hoogen Baad behandeld de zaak van dijkgraaf en hoogheemraden van Bijnland en den burgemeester van Haarlem, eischerstegen den burgemeester van Amsterdamverweerder. In kassatie liep het geschil hoofdzakelijk over de vraag: of het dekreet van koning Lo- dewijk Napoleon, van 31 Mei 1808, waarbij het bouvven van de Overtoomsche sluis is gelast, als wet of wettelijke veror- dening kan worden beschouwd en of, hetzij uit dat dekreet, hetzij uit vroegere handelingen voor Amsterdam de verplig- ting voortvloeit met hefting van brug- en sluisgelden aan ge- zegde sluis ten behoeve der eischers voort te gaan. Voor de eischers trad als pleiter op mr. G. M. van der Lindenvoor den verweerder mr. J. Kappeyne van de Coppello. als In 1868 zijn in ons land door den rijkstelegraaf overgebragt: 838,948 binnenlandsche, 434,590 buitenlandsche en 222,996 transit-berigtenter- wijl die overbrenging in 1867 bedroeg: 492,733 binnenlandsche380,340 buitenlandsche en 249,964 transit-berigten. Het aantal binnenlandsche telcgrammen is dus, onder de werking van het van 50 op 30 cents ver- laagd tarief, met ruim 70 ten bonderd toegenomen. De opbrengst der binnenlandsche berigten was in 1868 f 257,845 tegen f 259,763 in 1867. De geheele opbrengst van den Rijkstelegraaf bedroeg in 1868 497,719, tegen 495,800 in 1867. Alexandre Chevalier, in Fran- krijk, is voornemens eene luehtreis over den Oceaan te doen. Hij beweert dicn pleiziertogt naar New-York in drie dagen en drie nachtcn te kun nen volbrengen. De Regtbank te Nijmegen heeft den 20 Januarij een vonnis gewezen, dat wij meenen te moeten vermelden om hot groote bebng dat het voor de landbouwers in het algemeen oplevert. In den laatsten tijd werd herhaaldelijk op de groentcmarkt aldaar procesverbaal tegen de verkoopers van aardappelen en appelen opgemaakt, tcr zake dat do zak niet inhield een vol Nodcrlandscb mudhet liielp niets wanneer de ver- kooper aanvoerde, dat hij den zak niet voor eon vol mud verkocht, maar voor zoo veel of zoo weinig als die bevatte. Dezer dagen werd van een desbelreffend veroordeelend vonnis van het kantongeregt geappelleerd. De-beklaagde werd bijgestaan door Mr. Riveaux.die bij pleidooi aanvoerdo dat van veroordeeling dan alleen sprake zijn kan, wanneer bleek dat de verkooper bij de maat verkocht, dat dan alleen gebruik der Ned. maat verpliglend was, lerwijl het steeds aan kooper en verkooper vrij bleef aardappelen of andere dergelijke vruchten in grootere of kleinere zakken bij bet gewigt of enkel op bet oog te verhandelenmet welke verdedi- ging de regtbank zich dan ook heeft vereenigd. Den 24 dezer had to Appelscha een droevig voorval plaats. In den namiddag had zekere J. de G. het voornomenom naar de onlelbare schaatsenrijders te zien, die zich op het kanaal aldaar vormaakten, en kwam daarvoor op klompen uit zijne woning; hij begaf zich vervolgens op het ijs; doch viel achterover en was eensklaps een lijk. Eene hejaarde dame kwam onlangs in den winkel van een boekverkooper en vroeg een editie van de werken van Tollensin kalfsleer ingebonden. De boekverkooper haalde er eene voor den dag en bood ze haar aan. - Dat leer zeide de dame - zieterzeer dof uit. Hebt gij geen andere? - Zij zijn alle dezolfde, mevrouw. Dat is het gevolg van de veeziekte. De dame was met dit antwoord tevrederi en kocht de boeken. Men heeft op de grenzen van Belgie en Fran- krijk onlangs de ontdekking gedaan van een methode van binnensmokkc- len van brusselschen kant in bet laatste rijk, die met regt geslepen mag genoemd worden, maar op zoo groote schaal gedreven werd, dat zij tea laatste de Argus-oogen der kommiezen of grensbeambten niet langer kon ontgaan. Een koopman te Parijs hield er namelijk een beestenspel op na en liet dat uit Frankrijk naar Belgie reizen en weer terug Op de terugreis verborg hij tusschen de planken van het hok van den leeuw e® den tijger voor een aanzienlijke waarde aan kant, en daar niemand er aan dacht om die hokken te onderzoeken en het ook niet durfde, kon de uitvoer van het kostbare artikel gemakkelijk plaats hebben. Tot de nieuwe amerikaansche uitvindingen behooren de huizen van kaloen of boom- wol. »Zuid-Amerika - zegt een courant van Charleston - heeft geen gra- niet meer noodig om huizen te bouvven; de delfstoffelijke architektuur moet voor de plantaardige bouwen." Men verwerkt den afval van den ka- toen tot een pap of deegdat als het droog is zoo hard wordt als steen. Een dergelijk huis wordt in de helft van den tijd gebouwd als een stee- nen, het kost sleehts een derde van den gewonen prijs, is uit zich zelf tegen brand verzekerd, en doet in stevigheid voor een steenen huis niet onder. Als men in zulk een huis woont, kan men met recht zeggen dat men in de katoen zit. In een dorpje van't noorden van Belgie heeft verleden maand een brand gewoed, die op een zeer zonderlinge mauier is ontstaan. Een knecht van een boer ging des avonds tegen elf uro naar den stal om de paarden vocder te brengen en zette op den grond zijn slecht gesloten lantaarn neer, waarin een aangestoken vetkaars zat. Op eens begon het liclit te dwarrelen, de knecht keek om en wie beschrijft zijn vcrbazing, toen hij een groote rat met de kaars zag wcgloopen? Hij vervolgde het dier te vergeefs. Een uur latertoen al de bewoners der hoeve reeds ter ruste lagen, brak er een brand uit in den hooizolder, waarin de rat met zijn prooi gevlugt was, en de geheele stal, die geluk- kig van het woonhuis gescbeiden was, brandde af. Of do rat, de slich- ter van den brand, ook verbrand is, wordt er echter niet bij vermeld. Het Engelsche blad the Times deelt het volgende tooneel uit de schoolwe- reld in de Vereenigde Staten mede, waaruil blijkt dat het onderwijs der lieve jeugd aldaar niet altijd even zachlzinnig gegeven en ontvangen wordt, en de hartelijke betrekking tusschen onderwijzer en leerling wel eens iets te wenschen overlaat. In een berigt uit Chattanooga wordt namelijk uit Salt Creek aan den Times gemelddat de schoolmeester Beane al daar een der jongens, Hutcheson genaamd, wilde slaan, maar dat deze weerstand bood en de school verliet. Een of twee dagen later begaf de knaap zich met zijncn broeder en een kameraad, zekeren Smith, weder naar school met het bepaalde voornemen den meester eene kastijding toe te dienen. Hem niet in de school vindendegingen de jongelui naar zijn huis. De meester zag hen aankomen, en hun doel gissendenam de man eenvoudig zijn geweer, en een vriend die toevallig bij hem was, Moore, volgde zijn voorbeeld. Binnengelaten zijnde, kondigde de jonge Hutcheson den schoolmeester aan, dat hij opzettelijk gekomen was om hem te tuchtigen. Moore nam het woord, om hem het onbetamelijke van zulk een gedrag onder het oog te brengen. De jonge Smith nam het intusschen maar kort en goed voor zijnen vriend ophaalde een pi- stool voor den dag en schoot Moore op de plek dood. Dat schot was het sein tot een geregelden strijd. De schoolmeester loste zijn geweer en de broeder van Hutcheson was een lijk. Smith vuurde nu het tweede. van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1869 | | pagina 2