WEEKBLAD 1869. VAN A AN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDEB-BEL AN GEN GEWIJD. V It IJ I) A G 19 F E It It IT A It IJ. No. 8. XXXARZZ' Tieii&e Saargang. Haarlemm ermeer Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven: van 10 tot 16 Februarij 1869. Holl. Maatschappij v. Landliouw. I<an«ll)ouw. HAARLEMMERMEER, PRIJS VAN HET ABONNEMENT in het Jaar6. Prijs van een enkel Nommer 15 Cent. Ds. E. J. van Wisselingh J. Pz.predikant bij de Herv. gemeente van Haarlemmermeer, maakte Zondag morgen j. 1. aan zijne gemeente bekeoddat door hem eene beroeping naar "Vlissingen was ontvangen, welke bij in ernstige overweging zou nemen. GEBOREN; Johanna Margaretha, dochter van N. Maaskant en J. van der Burg. Jacobuszoon van P. E. Oudejans en H. Oudewaal. Jasper Johannes, zoon van J. J. van Commence en A. Boer. Petrus zoon van W. Kasbcrg en A. van Zeist. Teuntje Maria, dochter van P. S. Zijlmans en J. M. Kok. - Pieterzoon van C. Kamer en M. Schrieken. Petronelladochter van J. Janszen en J. Malefijt. - Maartjedochter van W. Xieskade en G. de Vries. Arendjedochter van J. Tambocr cn A. Struik. Johanna dochter van J. S. Braak en T. van Tiel. Janzoon van J. van Aalst en K. Kool. Jan zoon van D. Krom en G. Groot. Neeltjedochter van C. Vreugdenhil en M. Buis. Cornellszoon van C. Stolwijk en A. den Blanken. Teuntje dochter van J. Sepers en H. Dam. Pieter Johanneszoon van T. van Seggelen en J. van Meurs. OVEREEDENMaaikeoud bijna 7 jaren dochter van G. J. Grandia en C. Vissers. Coerd, oud ruim 4 maanden zoon van P. Seholte en A. Bontes. Hendrikoud 3 wekenzoon van K. Edelaar en M. Tu- len. Dirkjeoud ruim 1 maanddochter van Dirkje Grandia. Leendert Brasoud 40 jarengehuwd met J. Pruissen. Pieteroud 6 maanden, zoon van J. Terlouw en J. Kruis. ONDERTROTJWD geene. GEHDWDgeene. CHRISTELIJKE BELANGSTELLING. Sedert de vorige opgaaf ontving ik Door Ds. Gewin, van N.N. f 50; Collecte te Thamen aan den Amstel 2.96. 15 Eebruarij 1869. E. J. van Wisselingh J. Pz. Afdeeling Haarlemmermeer. Agenda voor de Yergadering op Dingsdag 23 Ee bruarij 1869, des voormiddags ten 10 ure, aan het Hoofddorp in het Koffijhuis „de Nederlanden." 1. Aanneming van nieuvve leden. 2. Mededeeling van ingekomen stukken. 3. Rapport van het Bestuur betreffende de Wetsherziening. 4. Rekening en Yerantwoording van den Penningmeester over 1868. 5. Verloting om niet van diverse voorwerpen. In de op 12 dezer gehouden vergadering van de Eolland- sche Maatschappij van Landbouwafdeeling 's Gravenhageis medegedeeld, dat in de maand April aldaar eene tentoonstel- ling van bloemen en heestergewassen zal gehouden worden waarvoor reeds dadelijk door eenige leden zilveren en bronzen medailles werden uitgeloofd en door andere leden bijdragen geschonken tot aankoop van verdere medailles. Uit Dalfsen ontvangen wij de beste berigten nopens den stand der winterrogge. De zachte weersgesteldheid werkt gunstig op de weilanden, zoodat het gras reeds begint uit te loopen. Bij gunstig weder zal het vee een maand vroeger dan gewone jaren beginnen te grazen. In de omstreken van Olst is de ooijevaar reeds gezien net is dus te voorzien dat wij dezen winter geen strenge koude meer wachtende zijn. Ook begint men reeds met ploe- genzaaijen eu planten. Omtrent de tenloonstelling van bloembolgewassen enz., welke den 13, 14 en 15 dezer maand in de Statenzaal, op het Prinsenhof te Haarlem werd gehouden, verneemt men, dat in het bijzonder de inzendingen van liyacinthen de verwach- tingen ver overtroffenzoodat men zelden een zoo groot aan- tal uitstekende bloemen van dit hoofdartikel van den bloem- bollenhandel bijeen zal hebben gezien. Yoorts waren ingezon- den zoer schoone tulpen cyclamen, lelietjes der dalenbou- quettenbloeijende en andere sierplanten zoodat het geheel in de fraaije zaal een verrassend gezigt opleverde. ALLE TOEZENDINGENREDAKTIE EN DITGAVE BETREFFENDE, te adresseren aan VAN BONGA C°. te Amsterdam. (Uiterlijk Woensdag.) De Commissaris des Konings in Zuid-Holland, heeft aan de gemeentebesturen de volgende circulaire doen toekomen: De Minister van Binnenlandsche Zaken vestigt tnijne aan- dacht op het uitbreken van den veetyphus in Gallicie, Hon- garije en Bulgarije. Aangezien blijkeus treurige ondervinding, daardoor gevaar voor den Nederlandsehen veestapel kan ont- staanheb ik de eer u, ook namens den minister, uit le noodigen een zeer naauwletlend toezigt te willen liouden op den toestand van het rundvee, en de bepalingen der artt. 459461 van het Code Penal gestreng na te leven. Mogt zich onverhoopt eenig verdacht geval van veetyphus voordoen, dan gelieve u daarvan onmiddellijk per telegram of expresse kennis te geven aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, aan mij en aan den rijksveearts der lste klasse J. A. Alers te 's Gravenhage, zoo als is voorgeschreven bij mijne circu laire van 25 Augustus Provblad n°. 89), waarbij tevens zijn aangegeven de thans nog van kracht zijnde voorschrif- ten tot wering van den veetyphus. De verkregen ondervin ding heeft geleerd, dat veel afhangt van spoedig en krach- tig handelen. Mogt het noodig zijn, dan reke'n ik op uwe krachtdadige medewerking tot stuiting van de ramp in hare geboorte." De Nieuice Itott. Cour. meldt het volgende Naar wij met zekerheid vernemen heeft de regering, ten gevolge der berigten betreffende het op nieuw uitbreken der veeziekte in het buitenland, reed, eenige dagen geleden last gegeven om het benoodigd personeel naar Zevenaar te dirige- ren en is dit ook reeds daarheen vertrokkenom langs de duitsche grenzen toezigt te houden op den invoer van vee. Hieruit blijkt derhalve het ongegronde van de vrees, die van sommige zijden betreffende eene beweerde werkeloosheid der regering ten deze werd te kennen gegeveu." Dr. L. Mulder heeftals hoofdredacteur van de Landbouw- Courant, zich bij adres gewend aan den minister van binnenl. zaken, om, met het oog op de berigten van de in Hongarije en Zevenbergen heerschende runderpest, te verzoeken een onderzoek te doen instellen naar den toestand in verband tot den in- en doorvoer van vee van daar in en door ons land, en de noodige maatregelen van voorzorg te verorde- nen om door de van daar komende personenwagens en vee de runderpest niet in Nederland te doen inslepen. Dr. Mulder vraagt den lezers van de Landbouw-Courant hunne adhaesie aan zijn adres aan den minister te kennen te geven. In het Departement Arnhem der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, op Vrijdag 5 Eebruarij 11., heeft Mr. J. P. Amersfoordt de door hem toegezegde voor- dragt gehouden. Hij besprak den Gelderschen radploegver- geleek dien bij den door hem medegebragten, in velerlei op- zigt voortretfelijken draai-rister-ploeg van Skelton, vervaardigd door Ransomes en Sims welke reeds sedert geruiinen tijd op „de Badhoeve" dienst doet, en deed belangrijke mededeelin- gen over den stoomploeg, waarvan hij, behalve keurige pho- tographien, eenige stukken had medegebragt, alsook van den Ilohenheimschen ploeg. Na eene pauze, waarin door den spreker nog eenige verlangde nadere toelichtingen gegeven werdensprak hij nog over het landbouw-onderwijs een warm en hartig woord. Met de grootste belangstelling is deze hel- dere, leerrijke en in den vorm hoogstaangename voordragt aangehoord en de kordate taal van den moedigen stoomploe- ger zal bij de aanwezigen voorzeker lang in de herinnering bewaard blijven. In de Revue Britannique van December 1868 komt in de chronique scientifique voor een onderzoek van het vleesch- extract (extractum carnis) door den physioloog Kemmerich waaruit, naar zijne meening, zou blijken, dat het gevaarlijk is daarvan groote hoeveelheden te gebruiken. Zelfs is die geleerde van oordeel, dat dit a'rtikel tot het domein der phar- macie zou moeten behooren en geenszins mag aangemerkt worden als een eenvoudig en zuiver voedingsmiddel. Bij kleine giften van dit extract wordt de werking (zamendrukking) van het hart vermeerderd en versterkt. Bij groote gifteu wordt het een vergift dat hartverlamming te weeg brengt en doodt. Bij aanzienlijke giften treedt de dood zeer spoedig in en het ophouden der werking van het hart gaat met stuiptrekking PRIJS DER ADVERTENTieN van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12'/, Cent. Zegelkegt bij elke plaatsing 35 Cent. gepaard. Als oorzaak geeft Kemmerich aan de hoeveelheid potasch-zout (90 pet.) in het vleeschextract aanwezig. LANDBOUW-MOZAIEK, door D. van Hulst. III. De landbouw maakte, althans in de eerste tijden, het hoofd- bestaan des israelietischen volks uit. Ten westen door de Middellandsche Zee begrensdwas het Joodsche land bijzonder gunstig gelegen voor eene handeldrij- vende natie. Mozes echter, die zijn volk kende, gaf aan den land- of akkerbouw de voorkeur; wcl is waar, geheel zonder handel kau een volk moeijelijk bestaan, docli deze ontbrak den joden dan ook niet; ruime gelegenheid daartoe vonden ze op hunne drie hooge feesten, wanneer de Israelieten uit alle oorden in Jeruzalem te zamen kwamennl. voor den oogst op het Paasohfeest, na, den oogst op het Pinkster- eri na de in- zameling van het druivengewasop het Loofhuttenfeest; be halve tot het waarnemen hunner godsdienstplegtigheden, konden ze die weken, zonder nadeel voor den landbouw, aan den handel besteden. Evenzoo zijn de bedevaarlen naar Mekka, voor de volgelingen van Mahomed verpligtend, zeer bevorderlijk aan den onderlingen handel der Oosterlingen :terwijl de jaarlijk- sche missen of jaarmarkten der latere eeuwenwaarvan onze tegenwoordige kermissen nog een overblijfsel en grove verbaste- ring zijn.haren naam droegen naar eene zekere godsdienstplegtig- heid, bij welke gelegenheden ook sterke handel gedreven werd. Het was dan ook meer van den buitenlandschen handel en vooral van dien ter zee, waar hij zijn volk van wenschte terug te houden, en wel om de vqlgende wijze redenen. Vooreerst vreesde Mozes dat de Israelieten, door den gedurigen omgang met vreemde volkenaan het drijven van dien handel onver- mijdelijk verbonden, te eerder lot afgoderij zouden vervallen. Ten anderen wekt die handel alligt de neiging op, om zich buiten 's lands te vestigen; een koopman toch vraagt minder naar zijn vaderland als bij zijn fortuin maar ziet toenemen terwijl daarentegen een landman, vooral wanneer hij grond in eigendom bezit, wat bij de Israelieten (gelijk we in een volgend artikel zien zullen) altijd het geval was, veel meer aan zijn geboortegrond gehecht is. Ten derde wordt door buitenlandschen handel meestal ook de weelde een rijk inge- voerdverbasteren de zeden en gaan bet eigendoinmelijk karakter eener natie en de gelukkige eenvoud verloren welke laatste vooral het schoone kenmerk is van een land- bouwdrijvend volk. Voorts zouden de Israelietendoor zich op den zeehandel toe te leggen, hoogst wnarschijulijk zich den naijver en de vijandschap op den hals gehaald hebben van de beide naburige magtige koopsteden Tyrus eu Sidou die daarrin allden hun rijk bestaan vonden, en waarmee ze nu integendeel voordeelige verdragen sloten. Eindelijk nog konden ze hunne overtollige waren gemakkelijk aan de aziatische karavanen afzetten, die, op hunne handelsreizen naarEgvpte, door het Joodsche land heentogen. En dat Mozes goed gezien had bleek later, loen onder hunne koningen, waarvan Salomo zelf handel in paarden dreef, de koophandel bij de Israelieten meer en meer begon te bloeijen maar ook de afgoderij toenam, de weelde het volk ontzenuwde en welligt de ontkiemende oorzaak werd van den toekomstigen val van den Joodschen staat. Reeds bier zou dus beve4- tigd worden wat de geschiedenis, zoowel van gansche volkcreri als van enkele personen ten alien tijde geleerd heeft, dat de weelde een kanker is van maatschappij en huisgeziu en dat hoogmoed komt voor den val! Niettioveen, Eebruarij 1869. De heer E. C. Ilekmeijer deelt in het Magazijn voor Land- homo en Kruidkunde van Dr. J. C. Ballot het volgende rnede Voorbehoed- en geneesmiddel tegen de schapenpokken. Door den Oekonomie-raad Weinbach, te Steinbusch (Pruis sen) ben ik, zegt Wentzel (de mededeeler van dit berigt) opmerkzaam gemaakt op een lniddel tegen de schapenpokken, dat door den Oberamtmann R. Krause, te lloffdam bij Kol- batzmet goed gevolg in aanwending is gebragt. lletrecept is: Men menge innig met elkander: 2 /2 ned. lood Johannis1-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1869 | | pagina 1