WEEKBLAD
1869.
N°. 34.
VAN
AAN LANDBOUWGEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Kilbemaling?
Vr
IJD A G
Augustus,
\\Wllp
Tiewde Jaargang.
Haarlem in er meer.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven:
mXi' rW'X? gCn 6n, E' R'iggeu' - Jacob' z0°n van P. W.
Michel en W Berkenkamp. - Maria, dochter van G. Gommers en M.
GEMEENTE-RAAD.
HAAIIIiEMMERMEER,
PRIJS VAN MET ABONHEMENI
in het Jaar6.
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGENREDAKTIF. EN UITGAVE BETREFFENDE
te adresseren aan VAN BONGA C°. te Amsterdam.
(Uiterlijk Woensdag.)
PRIJS DER ADVERTENTieN
van 1—6 regels 75 Cent, elke regel meer 12% Cent.
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
Nadat ik in eene nota aan het Polderbestnur, opgenomen
in dit Weekblad n°. 10 en 11, de bemaling van den Haar-
lemmermeerpolder behandeld, en daarbij een door Mr. Amers-
foordt ontwikkeld plan, door hem Kilbemaling" gedoopt
bestreden badis Z. E. G. in eene te Haarlem gehonden open-
bare vergadering tegen mijn schrijven opgekomen en door mij
beantwoord. He redeneringentoen door den heer Amersfoordt
gevoerdvond ik bij zijn artikel in n°. 20 van dit Weekblad
herhaald, in 't bijzonder de bewering, dat ik hem niet begre-
pen haddaar zijne bedoeling niet was het lauddat hij
door een stoom-kilmolen bemalen wilde, van den overigen
polder af te sluiten, en aan de bemaling van den Lijnden en
den Cruquius te onttrekken maar alleen deze stoomtuigen
den geheelen polder minus het Kagermeer te doen bemalen
tot 5 meter [el] onder A. P., en dan het peil van dat-
zelfde gebied met het kilgemaal nog 0.5 0 meter lager te
brengen.
Ik had dat beweren omtrent misverstand in de bedoelde
publieke vergadering reeds beantwoord; en toen ik het nu
in het Weekblad eenvoudiglijk herhaald vond, zouder dat van
het antwoord nota genomen was of melding gemaakt werd
doch gevolgd van de aankondigingdat de heer Amersfoordt
bij eventuele tegenspraak Diet meer dupliceren zou, heb ik
daarin den wensch gezien om van tegenspraak verschoond te
blijvenen heb iknaar dat verlangen mij voegendeden
heer Amersfoordt het laatste woord gelatente eerder omdat
de gelegenheid tot nadere behandeling van de zaak in qnaestie
voor mij zou geboren worden, wanneer zij bij Dijkgraaf en
Heemraden ter tafel kwamen allermeest omdat de heer
Amersfoordt in het slot van zijn artikel van 14 Mei de ge-
lieele zoogenaamde „Rilbemaling" scheen los te laten.
De behandeling van de bemalingsquaestie bij Dijkgraaf en
Heemraden is sedert, naar aanleiding van het rapport der
Commtssie ad hoc, van mijne nota en van een praeadvies van
den Hoofdopzigtergeschied en afgeloopenzonder dat de
heer Amersfoordt eenig voorstel in den zin zijner artikelen
onder het opschrift „Kilbemaling" gedaan heeftofschoon die
artikelen met nadruk bestreden werden.
Ik maakte daaruil dan ook al weder op, en dacht sedert
dat de „Kilbemaling" door haren vader was gerepudieerd of
geabandonneerdtot dat ik in het jongste Weekblad diens
verklaring lasnog allijd geloof ik dat de door mij voorge-
slagen kilbemaling de voorkeur verdient"Na die verklaring
begrijp ik dat het zijn nut hebben kan op de zaak terug te
komeneri voor den lezer van dit blad te herhalen wat
reeds mondeling tegen het plan des heeren Amersfoordt is
ingebragtzonder gelijk nu blijkt zijn geloof aan de
deugdelijkheid er van geschokt te hebben.
De heer Amersfoordt dan verklaarde dat ik hem niet be-
grepen heben dat hem niet duidelijk was welke regelen van
zijn geschrift tot mijn misverstand hadden aanleiding"gegeven,
daar hij volstrekt niet een deel van den polder tot eene van
den Lijnden en den Cruquius afgescheiden kil wenschte te
maken, Om hem dat nu duidelijk te maken, heb ik al aan-
stonds te wijzen op den eersten regel of het opschwft Kilbe
maling, wat naar Hollandsch spraakgebruik beteekent afzon-
derlijke bemaling van een kil of laagste deel des polders. Dat
dit dan ook het onderwerp was van het zoo gei'ntituleerd ar
tikel moest wel ieder lezer onderstellenvooral wegens de
herinnering aan de kilmolentjes van voor 1856 in den Haar-
lemmermeerpolderwelke ook een afgedamd terrein plagten
te bemalen, en wegens de annhaling van de kilbemalingen in
den Beemster, waar men werkelijk twee killen heeft met bij.
zondere bemaling en bijzonder peil, dat lager is dan in de
overige gedeelten des polders. (Zie De Vries Waterschappen
in Noord-Holland, bladz. 352.)
Wanneer nu de heer Amersfoordt ons later komt verklaren
dat zijn geschrift, hetwelk zes nummers van dit Weekblad
vuldeen als een afzonderlijk boek uitgegeven werdniet
over het in den titel vermeld onderwerp of Kilbemalingmaar
alleen over het bouwen van een benedengemaaltje voor den
Leeghwater en over het opzetten van het water in het Ka-
Ik zal ingevolge de onlangs afgekondigde Wet voortaan voor el het
woord meter en voor bunder het woord helctaar bezigen.
germeer en in de bermsloot van de Kaag tot Schiphol en
Bennebroek handeldedan erken ik gaarne die groote on-
schuldigheid van het boek niet begrepen te hebben maar
dan kan ik ook niet nalaten de meening te uiten, ,dat de
schrijver zich daarvoor niet zooveel moeite had behoeven te
geven.
Beter vvordt het plan, verstaan naar de daarvan later ge
geven uitlegging, ook niet; en de daartegen door mij ont
wikkelde grieven dat het nederkwam op
bijna buiten-werking-stelling van de Lijnden en Cruquius,
bijna verviervuldiging van het vermogen van den Leeghwa
ter, en de stichting van een ondergemaal van 372 paar
denkrachten en op
de afhankelijkheid van 15,700 hektaren laud van een
enkel werktuig
klemmen ua die uitlegging nog veel meer.
Immers, hetgeen door mij de lichtzijde van het plan ge-
noemd werd nl. dat althans van de 2300 hoogste hektaren
het water zou belet worden naar de laagte af te vloeijen, ver-
valt, nu geheel geene afsluiting tusschen het hooge land en
de kil, of wat men zoo noemde, blijkt bedoeld te zijn. Het
kilgemaal zal dan niet 13,500, maar 15,800 hektaren te be
malen hebben, en niet 372 gelijk ik vroeger berekende
veelmin 100 gelijk de heer Amersfoordt meende maar
435 paardenkrachten sterk moeten zijn.
Wijders zal naar die uitlegging de Leeghwater, zij 't ook
slechts ter hoogte van 3 of 3.20 meter moeten opbrengen
behalve het water van den tusschenboezem, tevens al heT wa
ter van 15,800 hektaren, door het kilgemaal halverwege ge-
bragt, dus te zamen het water van 18,000 hektaren "en
mitsdien moeten hebben een vermogen van
691 (18000/jooo x 12 X 3-20 m. =k 691)
niet gelijk ik vroeger stelde van 600 p. k., en met
het bestaande nuttig vermogen werkende, niet half berekend
zijn voor de taak, door den heer Amersfoordt aan dat stoom-
tuig opgelegd; terwijl daarenboven, zoodra de Leeghwater
defect is, of beide defect zijn, de geheele polder, en zoodra
het kilgemaal defect is, de geheele boezem minus den tus
schenboezem buiten bemaling zijn zullen.
Door den Leeghwater toch zou ten slotte al het water van
den geheelen polder moeten worden weggeschaft. Want, als
het kilgemaal het water op 5.50 m. A. P. brengen moet,
en eene rijzing van 0.30 m. den heer Amersfoordt in het
Weekblad^ van 19 Febr. 11. ernstige klagten deed aanheffen
zou gewis het kilgemaal - wilde het aan zijne bestemming
en aan de eischen van zijn ontwerper beantwoorden het
water in den polder vooral niet meer dan 0.30 meter boven
het normaalpeil van 5.50 meter A. P.en dus niet bo
ven 5.20 meter A. P. mogen laten komen, en zouden de
Cruquius en de Lijnden, welke de heer Amersfoordt en
teregt niet dieper dan tot 5 meter A. P. wil laten
pompen, omdat ze bet zonder groote slijtagie en risico niet
kunnen, nooit aan het werk komen, dus niet bijna, maar geheel
buiten werking gesteld wordenen al het werk voor rekening
van den Leeghwater met zijn helper laten.
De heer Amersfoordt, die verzoekt niet met aardigheden
bestreden te wordenzal daarouder wel bovenstaande waar-
heden en cijfers niet rangschikkenwelke naar mij voor-
komt allezins zijne aandacht verdienenomdat ze niet
slechts bezicaren aantoonen van zijn plan, maar elementaire
gebreken, die de toepassing er van onmogelijk maken.
Daner is meer dat de toepassing verbiedt. Thans heeft
bij een polderpeil van 5 m. A. P. het land, dat op 3.80
m. A. P. en hooger ligtgebrek aan water. Verlaagt
men het peil tot 5.50 m. A. P., dan zal al het land,
dat op 4.30 m. A. P. en hooger ligt, dus al het tegen-
woordige hooge en middelbare land of bijna de geheele pol
der verdorsten. En kon nu al het water, door het kilgemaal
bij den Leeghwater opgemalendoor de bermslootgepromo-
veerd tot bevloeijingsloot22,000 meters ver gebragt worden,
wat wel niemand gelooven zaldan nog kan met dit water
alleen geholpen worden het landdat tusschen die bermsloot
en den buitensten togt in den polder ligt. Dit is door den
Hoofdopzigter ook betoogd vvaarop de heer Amersfoordthoe
wars ook van „aardighedenantwoordt, dat water de heb-
belijkheid heeft om van de hoogte naar de laagte te vloeijen,
en dus we] naar de middelbare landen afloopen zal. Doch
/.E.G. verliest dan uit het oog, dat het vloeiwater op die
reis naar het middelbare land verscheidene p ddertogten, staande
5.60 m. A. P., zal ontmoeten, waar het niet overheen-
springen maar in afdalen zalen waarin dus die voor het
hooge en middelbare land aan de overzijde bestemde lafenis
te loor gaan moet.
Dat tegelijk het Kagermeer, waar de heer Amersfoordt het
water op 3.20 m A. P. brengen wilverdrinken en aldaar
eene oppervlakte van ongeveer 600 hektaren diep onder water
geraken zou, is mede reeds op mathematische wijze aange-
toond, en wordt door den heer Amersfoordt niet ontkend,
maar zoo hij meent verholpen door het voorstel, om dan
die 600 hektaren af te kaden, wat niet anders beteekent dan
in het kunstmatiglijk opgezette Kagermeer weder binnenpol-
dertjes te makenwelketot groote ergernis van sommigen
met spinnekoppen zouden moeten bemalen worden.
Ik geloof dat hiermede thans genoeg sezegd is ten betooge
dat de zoogenaamde „Kilbemaling" onuitvoerlijk is, en dat
menwat ook tot verbetering of liever tot vervolmaking van
den waterstaat des polders gedaan of gelaten wordeen welke
daarvan ook de gevolgen zijn, nooit berouw zal voelen over
het met lerwezenlijkeu van die kilbemaling.
Amsterdam
18 Augustus 1869.
J. W. II. Rutgers van Rozenburg.
Postkantoor van Vertrek te Haarlemmermeer.
Eersle helft der maand Julij 1869.
lust van brieven, die, uithoofde van onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld zijn kunnen worden.
N°. 1. A. B. Binnenwegte Oude Tonge.
2. A. HollemanRozenburg.
van 11 tot 17 Augustus 1869.
GEBORENWillem, zoon van W. Kip en S. van'steenwijk. - Jo-
van T H D dochter van F Klomp en M. Been. Apolonia, dochter
Xt ww f en G' St0lwijk" Maria' dochto H. Bippus en
™.li. 1 i at IT Van A' de Leeuw en W- Aamoudse. Cor-
W Mr VaD a tX, 6n S' Huismau' Arie- ™n P. de
y L™ M' T der - Jan Nicolaa^ 2°on van J. de Lange en
Jieers- Lathanna, dochter van J. de Jong en C. Oostrum.
OVERLEDENLamberdina, oud bijna 4* jaar, dochter van J. van
Kessel en A. S. van Bentem. Cornells van Doomoud 69 jaren, laatst
weduwnaar van M. Hemelloop. Trijntje, oud 6 wekcn, dochter van P
Jansen en b. Kikkert.
ONDERTROUWD C. de Gier met J. van der Mooren. W. Comello
met A. Joren.
GEHUWDgeene.
Zitting van Donderdag 29 Julij 1869.
f oorzitter.- de Heer J. IT. Lantzendorffer
Tegetiwoordig bij den aanvang der Zitting negen leden, zijnde de hee
ren Klapwyk, van Riessen, Verploegh, Dorbeck, van Vuuren, Knaan Tim-
mennans lanser en Schone; terwijl nog in de Vergadering is verschenen
de heer t Hooft. Afwezig de heeren Tensen, Buis en Kuiper.
1. De notulen van 1 Julij 1869 worden gelezen en goedgekeurd.
2. Aan de Vergadering wordt medegedeeld:
a. eenige Staats- en Provinciale bladen van 1869;
i. brief van Gedeputeerde Staten, ten geleide der goedgekeurde le Sup-
pletoire Begrootang voor 1869
c de uitslag der op 20 Julij 1869 plaats gehad hebbende verkiezing van
Kaadsleden. c
Alles aangenomen voor kennisgeving.
3. Is aan de orde de behandeling van het Kohier van den Hoofdelijken
Omslag, dienst 1869.
De !Voorzitter verandert de openbare Zitting in eene met gesloten deuren.
De openbare Vergadering heropend zijnde, stelt de Voorzitter voor
om het Kohier van den Hoofdelijken Omslag voor 1869 vast te steUen op
een bedrag van 7184, en de termijnen van invordering te bepalen op
25 September en 23 October 1869.
Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
4. Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd het gewijzigde bestek
voor de te houden aanbesteding van onderhoudswerken aan de scholen het
raadhuis, enz.