W EEKBLAD 1809. Vrijdag, 1 October. VAN AAN LANDBOUWGEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD. No. 40. Tiende Jaargang. Haarlcmm ermeer. Beschouwingen van den ondergeteekende J. A. Beijerinck, Hoofd-Ingeland van den Haarlemmermeerpolder, over de Brochure van den Heer Mr. J. P. Amers- foordt uitgegeven onder den titel van de Kilbemaling van dien Polder Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven: HAARLEMMERMEER, PRIJS VAN HET ABONNEMENT in het Jaar6.- Prijs van een enkel Nommer 15 Cent. ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE., te adresseren aan VAN BONGA C°. te Amsterdam. (Uiterlijk Woensdag.) PRIJS DER ADVERTENTieN van 16 regels 7 5 Cent, elke regel meer 12% Cent. Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend. De herhaalde klagten der bezitters van de laagste landen in dien polder en de bemoeijingen van het bestuur om daar- aan te gemoet te komengaven den schrijver dezer brochure ala lid van dat bestuur aanleiding, zijne gedaelite te laten gaan over de mogelijkheid om, door eene belangrijke wijziging in het bemalirigstelsel, de grieven op te heffen, die uit de ongelijke ligging des bodems van dezen grooten polder, zoo- wel voor de bezitters der hoogste als laagste landen, voortvloeijen. De verdienstelijke schrijver heeft zich de moeite getroost om, ten einde zijuen arbeid zoo volledig mogelijk te maken al de ter zake dienende bronnen op te sporen en na te gaan die onder zijn bereik waren. De uitslag zijner daarop gegronde overwegingen kwam daarop neder, dat de polder te helpen zou zijn, indien de bemaling in twee deelen werd verdeeld, die ieder een afzonderlijk en naar de behoefte geregeld zomerpeil zouden hebben, en zoo- danig ingerigt, dat het lage land het hooge zou voeden zoo- dat in den regel, zonder inlating van vreemd water, de pol der in zijn eigen boezem het water zou vinden, dat liij ter besproeijing bij zomerdroogte noodig had, noch door over- vloedige regens en hooge waterslanden in zijne ontwikkeling zou kunnen gehinderd worden. Dit alles zou niet verkregen worden door het bekende he- velstelselnoch door inlating bij de stoomtuigen ook niet door partieele en op zich zelf staande ondergemalen maar door een met stoom gedreven tusschengemaaldoor den schrij ver het is moeijelijk te zeggen waarom? genoemd Kilbemaling. Bij dit stelsel was het in de eerste plaats noodig te bepa- len, waar de grenzen zouden zijn van de beide groote afdee- lingenwaarin de polder zou worden verdeeld en op welke diepte hunne zomerpeilen zouden worden aangenomen. Wat het eerste betreft, stelt de heer Amersfoordt voor, om de nieest zuidelijke lijn van afsluiting aan te nemenlangs den Lisserweg het „Kilgemaal" te stichten in de Hoofdvaart op de snijding van die vaart en den Lisserdwarstogtde Kager- en Nieuwerkerkertogten te sluiten door dammen of verlateii, waarvan de laatste wel de voorkeur zouden verdienenten einde de watergeineenschap te behouden, en voorts om de grenzen der diepere bemaling zoodanig naar de behoefte te regelen en aan te nemen, dat 12000 bunders binnen die grenzen zullen getrokken worden, die gemeenschap behielden met den Cruquius en den Lijndenterwijl de overschietende 6000 bunders, meerendeels behoorende tot de hoog gelegen sectien R, RR en SSmitsgaders de hooge langs de berm- slooten gelegen en bij den tusschenboezem te trekken gronden, door den Leeghwater zullen bemalen worden. Ter bepaling van het zomerpeil in den lagen polder, gaat de heer Amersfoordt (zie pag. 23) uit van de onderstelling dat goed grasland minstens steeds 0.50 el en goed bouwland 1 el moet liggen boven den hoogsten polderwaterstanden daar er nu in den polder meer dan 8000 bunders worden aangetroffendie 4.20 el en 2000 bunders die 4.30 el bene- den A.P. gezonken liggen, stelt hij voor het zomerpeil voor het lage gedeelte te bej alen op 5 50 el onder A.P. Het hooge land zou volgens de brochure zonder bezwaar eene opzetting kunnen velen, door het Kilgemaal te verkrijgen tot 3.20 el onder A.P.; dit nannemende, zouden de Cruquius en de Lijnden steeds het water moeten opheffen van 5.5 el onder A.P. tot den bestaanden boezemstand in Rijnland. Het Kilgemaal, uit denzelfden lagen boezem zijn water trekkende, zou dit moeten kunnen opvoeren tot den boezem die op 3.20 el onder peil is gesteld en dus ter hoogte van 2.30 el, en de Leeghwater van laatstgenoemde hoogte tot den stand van Rijnlands boezem, die op 0.30 el beneden peil en dus op 3 el hoogte kan worden gesteld. Zooals ik reeds opmerkte, is het denkbeeld om het water- gebrek in het hooge land door den overvloed, waaronder de lage gronden somtijds lijden te herstellen allezins een nadere overweging waardig; daartoe wensch ik thans over te gaan en meer gezet na te gaan over welke stoomkrachten de polder, na volgens het voorstel in twee groote afdeelingen te zijn gescheiden voor de waterontlasting zou kunnen beschikken. Indien men zulke groote sommeu wil besteden om een pol der, die gelijk in 1867 is gebleken, reeds zoo ruime mid- delen ter waterontlasting bezit, in dit opzigt nog te verbete- rendan zal dit moeten wezen om zich in de allermoeijelijk- ste gevallen, alleen inbraak uitgezoqderdtegen overlast van water te waarborgen. De honderdjarige waarnemingen, van 1743 tot 1841 gedaan en verzameld op den huize Zwanenburg en te vinden in de verhandeling van de heeren Simons en Grevegeeft op pag. 16 een overzigt van de maximus regen min verdamping in dat tijdvak, waaruit blijkt dat sleehts in zes van die honderd jaar, de regen min verdamping 129 strepen heeft overtroffen welke gevallen plaats hadden in de maanden Januarij, Octo ber en November. Uit de op die pagina voorkomende tabel blijkt al verder, dat de middclbare hoogste waterlast gedurende dat tijdvak is geweest tijderis de 7 wintermaanden van September tot Maart 207.8 streep; in gewone gevallen zou men derhalve niet min der dan op eenen raiddelbaren maandelijksehen waterlast mo- geu rekenen maar hierwaar men eene reeds voldoende waterontlasting nog wenscht te verbeteren, moet men aan hoogere eischen kunnen voldoen, en ik geloof die niet te hoog te stellen door aan te nemen, dat de op den boezem van Rijnland uitslaande stoomwerkluigendes noods het hoofd moeten kunnen bieden aan eenmaandelijksehen waterlast van 250 strepen, sleehts 42.2 strepen meer dan de zoo even gestelde. De grootste maandelijksche waterlast alzoo aannemende op 250 strepen, en stellende dat de waterwerktuigen 25 etmalen der maand onophoudelijk in beweging kunnen zijndan zal de Leeghwater, die de hooge afdeeling of 6000 bunders moet drooghouden, zonder op den last of de hulp van het Kilge maal te rekenen, daarvan voor zijne rekening hebben 60,000,000 X 0.25 15,000,000 kub. ellen, die daartoe onder de gestelde voorwaarden per minuut ter hoogte van 3 el zal moeten opheffen. 15,000,000 417 kub. ellen; 25 X 24 X 60 waartoe gevorderd wordeu- 417 X 3 4.5 278 P. K. Desgelijks volgens de aangenomen gegevens den waterlast berekenendedie ten laste zoude komen voor de Cruquius en den Lijnden en de boezemstand van Rijnland, waarop de wateruitstorting als hoogste 'stand zou geschiedenmede op 0.30 el aannemende, dan zouden die waterwerktuigen in staat, moeten zijn om in de moeijeiijkste gevallen per maand uit den polder te verwijderen 120,000,000 X 0.25 30,000,000 30,000,000 kub. ellen water, en alzoo per minuut833 25 X 24 X 60 kub. el, waarvoor tegen een hoogte van opbrengst van 5. 20, 833 X 5.20 noodig zijn 963 P. K. 4.5 Stel nu dat de stoomwerktuigen van het Haarlemmermeer ieder een nuttig vermogen van 350 P. K. kunnen ontwikke- lendan zal de Leeghwaterdie voor de drooghouding van zijne afdeeling 278 P. K. bchoeft, van dat vermogen 72 P. K. overhouden die, geplaatst in het Kilgemaal, kunnen worden aangewend tot hulp voor het te ztvakke benedengemaaldat dan wel is waar zou klimmen tot 7 72 P. K.maar altijd nog zou blijven 191 P: K. beneden de kracht die wij zagen dat noodig is omschoon door eene atidere distributie van die kraehten, den gewenschten waterstand in het lage ge deelte des polders te verzekereniets wat ligtelijk is te be- grijpen dat plaats moet bebben, als men nagaat, dat het zo merpeil voor ruim 2/3 gedeelte der oppervlakte des polders door elkander genomen, ruim 0.70 el zou verlaagd worden, zonder dat de uitmalingswerktuigen door eenig Equivalent daarin zouden worden te gemoet gekomen want men houde wel in het oog, dat het Kilgemaal alleen strekt om in de verschillende waterstanden te gemoet te komen, maar geens- zins om het ontlastingsvermogen van de onmiddellijk op Rijn lands boezem uitslaande waterwerktuigen te versterken. Daar nu de uitslag van dit onderzoek heeft geleid tot de kennis, dat zonder vermeerdering tevens van de stoomkracht waardoor de polder op eene meer aanzienlijke diepte moet worden droog gehouden, het Kilgemaal, hoe krachtig ook ontworpen geen doel zou treffenschijnt het ongeraden daartoe over te gaan, en zou het meer aanprijzing verdienen, indien dan de zeer laag gelegeu landen toch moesten geholpen wor den, dit te doen op de wijze als is voorgesteld door de daartoe benoemde Commissie, door middel van benedenge- malendie door het polderwater op een middelbaar peil van b. v. 4.70 el onder A.P. te houden, tot de waterontlasting bijdragen door de groote machines in hun arbeid te verlig- ten, en te voorkomen eene algemeene verschieting en verdie- ping der togten en van de Hoofd- en Kruisvaarten, gezwegen nog van de verdieping en verruiming der slooten over 12000 bunders, omdat daaraau kan geacht worden ook een zeker voordeel voor de landgebruikers verbonden te zijn. Doch al mogten ook alle verbeteringen achterwege blijven, dan trachte men met het oog op den zeer voldoenden toe- stand, waarin de polder verkeert, voorloopig behoudens de meer voor de hand liggende en minder kostbare verbeterin gen, in dien toestand te berusten, door zich de spreuk te herinneren Le mieux est V ennemi du bien." J. A. Beijerinck. van 2228 September 1869. GEBORENComelis, zoon van W. Kuilboer en A. Smal. Arie, zoon van G. van der Lee en C. Lammens. Amoldus Josephus, zoon van H. Meijer en G. van der Burg. Goverdina Hendrika, dochter van H. van der Beek en W. Noorloos. Klaas en Teunis, zoons van B. van den Heuvel en T. Salentijn (tweel.) Geertruida, dochter van D. Kroezen en C. van Walstein. Albert, zoon van J. Borgman en G. Louwerse. Jan, zoon van P. Vlam en M. Earner. Cornelia, dochter van J. van Echdom en A. Briene. OVERLEDENWillem, oud 1 dag, zoon van J. Gerritsen en E. Schalk- vvijk. Pietertje Borst, oud 34 jaren, gehuwd met J. Schager. Cor nells, oud 14 dagen, zoon van P. Bakker en J. M. van der Scheer. Johannes Bijnbergen, oud 78 jaren, wednwnaar van L. van der Haar. Leendert, oud 14 dagen, zoon van C. Pater en E. Quax. Cornells, oud 20 dagen, zoon van J. de Kreij en J. de Haan. ONDERTROUWD: A. J. van Schaik met K. Soet. G. Karman met L. van der Pad. A. Wijtkamp met H. Mooser. GEHUWD: geene. Postkantoor van Vertrek te Haarlemmermeer. Tweede helft der maand Augustus 1869. LIJST VAN BR1EVEN, DIE, DITHOOFDE VAN ONBEKENDHEID DER GEADRESSEERDEN, NIET BE5TELD ZIJN KUNNEN WORDEN. N°. 1. J. Opstelte, te Aalst. 2. van TorrenAmsterdam. 3. M. S. R. Schrier, Amsterdam. Vergadeuing van de Vereeniging „Concordia", in het Hoofddorp op Dingsdag 21 September 1869. 1. Wordt besloten tot toelating als leden van de heeren J. W. Lant- zendorffer en G. Klomp. 2. Wordt door den President, namens den Penningmeester, rekening en verantwoording gedaan over het afgeloopen dienstjaar. 3. Wordt door den Bibliothecaris verslag gedaan omtrent den toestand van de Boekerij. 4. Wordt bepaald dat de Vergaderingen gednrende de a. s. winter zul len worden gehouden ten huize van den kastelein J. Knol. 5. Worden tot leden van het bestuur henoemd de volgende heeren: President de heer J. W. Lantzendorffer, in plaats van den heer D. Eg- gink, die, ofschoon herbenoemd, voor die betrekking niet weder in aan- merking wenschte te komen. Vice-President de heer D. Eggink. Secretaris de heer J. A. Pijnappel. Penningmeester de heer E. Kluij- ver. Commissarissen de heeren C. Bos en J. C. van de Blocqueiy. Uitslag der publieke veiling van land ten overstaan van den Notaris J. L. van der Moer, gehouden in het koffijhuisde Nederlandente Haarlemmermeer (Hoofddorp) den 28 Sept. j.l. De twee stukken land gelegen te Haarlemmermeer, naast de gronden van de R. C. Kerk bij het Hoofddorpkadaster sectie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1869 | | pagina 1