A d ve r t e n t i e n. AAKSTEDIHS. - 158 Geniecnte Haarlemmermeer. Gezaagd en Ongezaagd HOUT, KALK, TRAS, en PORTLAND-CEMENT, Beschikbaar bij Jacs. Willems, Landbonw. Cweinengde Berigten. 3°. De levering' van STEENKOLEN, ten ilienste der Scliolen en van bet Raadhuis. TOT ZEER LAGE PRIJZEN TE KOOP: WAAL-, RIJN- en IJSSELSTEEN, en andere Bouwmaterialen. Haarlemmermeer bij den Cruquius C, n°. 597 en 598, en te zaraen groot 4 bunders, 13 roeden 70 ellen zijn gekoclit door P. Kerkvliet, voor/8212.en De twee stukken land, gelegen als voren kadaster sectie C, n°. 486 en 487, en te zaraen groot 4 bunders, 85 roeden, 40 ellen, zijn gekocht door Corn. Bakker Pz.voor 5960. De eerste godsdienstoefening in het Evangelisatie-gebouw „Eben-Baezer" zal gehouden worden op a. s Zondag 3 October des middags ten 3 ure. Naar wij vernemen bestaat er gelegen- heid tot uitspanning der rijtuigen op de hoeve, bewoond door Brinkman alsmede bij Pater, naast het gebouw. Evangelisatie-gebouwen te Haarlemmermeer. Dankbaar maakt de ondergeteekende bekend, dat in de rnaand September de volgende giften zijn ontvangen: W. A. C. v. D. te R. f 25 Z. te Z. 25 J. B. ter M. te Z. 5 H. v. d. B. te A. 5Jufv. v. d. B. v. S. te V. 10; N. te W. (Hab. 3:2 b) f 2Jhr. v. d. B. v. H. te 's H. 25 Ds. J. K. te B. 2.50 door den heer van Beijnum, van Mevr. W. te B./25; door br. Hazelhoff te Domburg, uit een busje5.55; door Ds. Ver- hoeff, van N. N. 50; S. V. 25; uit de bus van Erkelens 11.50 uit de bus van Ds. v. W. 1.50; van P.bijdrage voor het verwen van Maran-Atha10; collecte in het evangelisatie- locaal te Woubrugge 3.80idem te Hillegom 1.78; idem te Diemen f 3. Voor de christelijke stichting „Geloof en Liefde"uit de bus voor arme weezen in de kerk aati het Hoofddorp/ 11.04s; idem in het spreeklokaal der ehr. stichting/7.40. De Heer zegene de gevers en deze giften. Bij voortduring worden deze Gode welgevallige ondernemingen bij zijne vrienden en vriendinnen aanbevolen. Hoofddorp in HaarlemmermeerE. J. van Wisselingh J.Pzn. 1 October 1869. Predikant. Dalfsen 26 Sept. Met genoegen kunnen wij berigten dat van de late of winter-aardappelen op ineer dan een mid- delmatig verbouw kan gerekend worden en dat zij bovendien van smaak beter dan het vorige jaar zijn. Men ziet dan dieu- tengevolge lagere prijzen tegemoet. Prederiksoord 26 Sept. De haveroogst is hier afgeloopen; de uitkomst geeft reden tot tevredenheid. Met het boekweit dorschen is men nog ijverig bezig; dit gewas heeftnadat het gemnaid was, veel geleden van het ruwe weder, waardoor veel zaad verloren ging. Het rooijen der aardappelen is in vollen gang; uitkomst middelmatig, hier goeddaar minder. De weide is best, en het herfstweder begunstigt den groei. Brielle, 26 Sept. De opbrengst van de aardappelenteelt is in deze streken niet zeer bevredigend gemiddeld wordt slechts 50 a 60 mud van het bunder gerooid. TJddel, 27 Sept. Als eene opmerkingswaardige en hoogst zeldzame bijzonderheid den plantengroei betreffende vinde het volgende hier eene plaats. In de lente dezes jaars werd in den moestuin van het uur van hier gelegen prachtige buitengoed Staverdenop last van den in land- en tuinbouwzaken hoogst bekwamen en onderzoeklievenden tuinbaas D. van der Veen een buitengewoon groote aardappel, bij wijze van proefneming, als pooter, in den grond gelegd. Niet minder dan 39 stengels schoten uit dien pooter boven den grond en namen derwijze in omvang en lengte toe, dat deze aardappelstruik in den vollen zin des woords een monsterstruik heeten mogt. In zijn volwas- sen toestand was hij dan ook we/kelijk twee meters hoog, en bedroeg een halve meter de middelliju zijner oppervlakte geme- ten van de kruin. In het laatst van de vorige week zijn van dien eenen pooter gerooid 236 aardappelen, en wel 96 fiksche eetaardappelen 40 pooters en 100 kleine, te zaraen nagenoeg hectoliter, eene opbrengst boven verwachting. De Landbouw Courant bevat een artikel van dr. R. Smit, te Burum, over de tongblaar en de ktaauwziekte onder het rundvee. Na een overzigt van die ziekten gegeven te hebbenvermeldt de schrijver eenige middelen, die in 1839 en 1840, toen hij deze ziekte meermalen in en om de stad Groningen heeft ge- zien met goed gevolg zijn aangewend, om zoowel de versprei- ding te voorkomen als de genezing te bevorderen. Wij laten dat gedeelte van zijn ariikel hier volgen 1. Doet zich deze ziekte in eene zekere streek voor, zoo raden wij de veehouders in de nabijheid aan om de mondholte hunner runderen doch voornamelijk de tong, een of tweemaal daags te wasschen met eene verdunde oplossing van carbolzuur of met alcohol van 16 graden. 2. Wordt de ziekte onder een of meer runderen ontdekt, zoo is eene geheele afzondering dringend aan te bevelen. 3. De tong en mondholte moeten dan eenige malen daags goed gewasschen worden met een mengsel van een kan azijn en een halve kan water, waarin een ons zout en een ons honig zijn opgelost, of met een aftreksel van een handvol saliebladen op een kan water, met bijvoeging van vijf lood honig en een lood zoutzuur. 4. Volgt hier niet spoedig genezing opof is aan de slijm die in den mond wordt afgescheideneene rotachtige reuk zoo late men twee handen vol eikenbast op water afkoken tot auder- half kan vocht, doet daarbij een lood zoutzuur, en laat het gebruiken als het bovenstaande. 5. De trage ontlasting bevordert men door het rund dagelijks een of twee lepels vol wonderzout in te geven opgelost in water. 6. Om de ontsteking der klaauwen tegen te gaan doet men een pap om de ontstoken deelengemaakt uit koemest met azijn. 7. Heeft er reeds verettering in de ontstoken klaauwen plaats, zoo moeten zij dagelijks een paar malen met kalkwater worden gewasschen; houdt de ettering daarna op, zoo dient men ter verdere genezing de klaauwen iederen, of om den anderen dag, dunnetjes met teer te bestrijken deze middelen hebben in vele epidemicn van tongblaar uitmuntende diensten bewezen. Om de dieren zooveel mogelijk op de melk te houden en het sterke vetverlies te voorkomengeeft men hun dagelijks gare aardappelen tot een pap gestampt, of lijnkoek, opgelost in water, met bijvoeging van wat gerstenmeel of weitenzemelen. Dat deze ziekte zeer besmettelijk is, is buiten twijfel, en de verspreiding heeft hiervan des te sneller plaatswegens de schimmelsporen of zaden, die volgens mijn gevoelen in de afgescheidene slijm bevat zijnen zich alzoo gemakkelijk van het eene rund op het andere overplanten. Ook de personendie zoodanige zieke runderen verplegenmoeten alle aanraking met gezond vee vermijden ten einde zooveel mogelijk eene spoedige uitbreiding der ziekte te voorkomen. De proevendie wij en anderen gemaakt hebben over het gebruik van melk en vleesch van aan deze ziekte lijdende runderen, hebben ons bewezen, dat zij geene nadeelige eigen- schappen voor den mensch opleveren, en hetgeen daarvan vroeger in dagbladen en geschriften werd medegedeeldsteunt meest op onkunde of vooroordeel. Wel is het ons bekend dat de melk van aan deze ziekte lijdende runderen, niet geschikt isomer goede kaas en boter van te bereidenmaar dit moet evenwel meer gezocht worden in bijkoinende omstandighedendan in de tongblaar zelve; want gebrek aan goed en genoeg voedsel, waaraan het dier de eerste dagen lijdt, koortsachtige aandoe- ningen, slechte verpleging en de slerke slijmafscheiding zijn dunkt mij voldoende redenen om de melkgeving sterk te doen verminderenmeer dan om juist aan de melk of het vleesch zoodanige eigenschappen mede te deelenwelke nadeelige gevolgen voor den mensch of voor huisdieren zouden kunnen veroorzaken. Ook heeft het scheikundig onderzoek ons aan- getoond, dat de melk van zieke koeijen slechts wat minder suiker en kaasstof bevat, doch wat meer zoutdeelen. Voor- zigtigheid en kieschheid zullen ons er evenwel toe leiden, om deze melk liever tot andere doeleinden te gebruiken, dan juist tot zuivel voor den mensch. Met het bovenstaande mede te deelenmeen ik mijnen land- en gewestgenooten geen ondienst gedaan te hebben, om hen zoo meer van nabij met deze ziekte bekend te maken. In het dezer dagen verschenen Maandblad N°. 8 der Maat- schappij van Landbouw in Limburg leest men: De tongblaar heerscht in Limburg op eene ontzettende schaal. Deze ziekte, ook genoemd muil- of klaauwzeermuil- puistkoorts, in het Eransch stomatite aphteuse, bestaat, zoo als men weet, in koortsgevende blaasuitslagen of puisten in den muil, tegelijk met klaauw- of enkeluitslag; zij is gevaar- lijk, hoewel niet doodelijk, omdat zij de beesten uitmagert en de m.elkzoo niet geheel en al ten minste voor het groot- ste gedeelte doet verliezen. De melk is buitendien zeer onge- zond en deugt derhalve niet voor het gebruik van menschen en dieren; zij is wit-geel van kleur, slijraerig en rimpelt zeer snel bij het koken. Het klaauwzeer, dat meestal de tongblaar vergezelt, ligt tnsschen de klaauwen. Daar vormen zich blaasjes, welke, gelijk die aan den muil, na eenigen tijd openspringen en zweren achterlaten. De behandeling der zieke dieren is niet moeijelijk. Zij is zelfs zeer eenvoudig; volgens den schrijver is 't beter weinig of niets dan te veel te doen, want de ziekte moet toch haren loop hebben. De drank, dien men den dieren geeft, raoet slij- mig en gemakkelijk te verteren zijn met een weinig azijn er in; wanneer er neiging tot verstopping is, wat glauberzout. Overigens moet men zorg dragendat de stal matig warm en togtvrij is, en dat veel zacht en zuiver stroo onder de dieren gestrooid wordt. Op de opengesprongene blazen wrijven eenige veeartsen ook chloorkalk-water. Naar men verneemt is de heer P. H. Bruyn Jr. tot secretaris van de Amsterdamsche Kanaatmaaischappij benoemdin plaats van Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg die na zijne verkiezing tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaalzijn ontsiag uit eerstgenoemde be- trekking heeft genomen. Een landbouwer te Texclmet eenige arbeiders aan het hooijen zijnde, viel een zijner werklieden een oppassend huisvader, bij het op- rapen van een prm hooi, plotseling dood neder, zonder eenige kreet of zneht le slaken. Kort te voren was de man nog gezond en had hij zijn brood genutligd zonder over iets te klagen. Te Oudega, een dorp in Hemelumer Oldephaertmet ongeveer 350 inwoners, telt men niet minder dan 150 bedeelden. Wordt nu het domicilie van onderstajid veranderddan vreest men dat bet getal nog grooter zal worden. Het Provinciaal Gereglshof in N'oord-Brabant heeft Antonie Korsten, schipper te Capelle schuldig verklaard aan moedwilligen manslagden 22 Junij j. I. op zijne zuster Margaretha gepleegd en hem veroordeeld tot zes jaren tuchthuisstraf. Geheel Parijs is onder den indruk van een vreeselijken moord in een der buitenwijken van de stad (Pantin) gepleegd. Daar heeft men uit een gat in den grond zes lijken opgegravende lijken van eene moeder met hare vijf kinderen zijnde twee meisjes en drie jongens, waarvan de oudste ongeveer 16 jaren oud scheen te zijn en die men don vorigen avond nog aan het spoorweg-slation gezien had, zonder ver- der gevolg. De slagtoffers behoorden tot den fatsoenlijken burgerstand de vrouw was gekleed in een zwart zijden japon. Een boerdie zich des morgens naar zijn land begaf, ontdekte een witten doek die onder eene laag aarde uitstak, welke versch omgespit was. Hij hoog zich voor- over om den doek er uit te trekkenmaar deinsde verschrikl terug bij bet zien van eene bebloede hand die het einde van den doek vasthield. Hij ruimde de aarde op en vond het lijk eener vrouw; waarop hij zich, zonder verder onderzoek, naar deu commissaris van polilie begafdie da- delijk vergezeld van een groot gedeelte der bevolking van de omliggende plaatsen, verschoen. Na eenige voeten in de aarde omgespit te hebben, vond men een gat van 3 ellen groot en zag men het verschrikkeljjkste schouwspel dat men zich verbeelden kan: zes lijken, die nog warm wa- ren Iagen daarin uitgestrekt met de beenen van het eene tegen het hoofd van het andere. De lijken waren door messneden verminktde huik van een der meisjes was geheel opengesneden en do ingewanden hingen er uit. Welke waren de beweegredenen tot dezen gruwelijken moord Aan roof of diefstal valt niet te denken want men vond het goud en de edelgesteenten nog bij de lijken zelfs was een der jongent- jes nog in het bezit van een gouden horologie en ketting. De ongeluk- kige vrouw was zwanger en had eene groote wonde in den buik toen men hanr lijk vond. De geneesheeren hebben op de zes lijken honderd en zeven wonden ontdektwaarvan vele gapende zijn. De moeder is drie-en-twintig maal door bij I en mes getroffen geworden en een van de kinderen moet levend begraven zijn. De oogen van twee der jongentjes stonden nog open; de oogappels waren uitgezet, doer den schrik die zich van de ongelukkigen had meester gemaakt. In den beginne be- weerde men algemeen, dat deze gruwelijke daad hedreven was door Jean en Gustave Kinck (de man en oudste zoon van de vermoorde vrouw) doch de arrestatie van zekeren Tropmanndie zich dikwerf onder een anderen naam en nu en dan ook onder dien van Kinck uitgaf, heeft aan het licht gebragt dat dit niet het geval was en dat zelfs Jean en Gustave Kinck ook door hem, met hehulp van anderen, om het leven kunnen zijn gebragt, want het is niet denkhaar dat een mensch al die gruwelen kan hebben gepleegd. Eene aanzicnlijke som, die de beide Kinek's in hun bezit hadden moet Troppmann met de zijnen tot dezen nieuwen moord vcr- voerd hebben. De moordenaar is naar Parijs overgebragt en de politie heeft de grootste voorzorgmaatregelen moeten nemen om hem tegen de woede van de menigte, die hem opwachtte, te beschermen. Aan de door hem afgelegde verklaringen moet daarom te meer geloof worden geslagen, omdat de wonden aan zijne hand en warig, maar vooral de ontvellingen krabben en sporcn van nagels in het vleesch een overluigend bewijs zijn, dat hij geen drie dagen geleden aan eene worsteling had deelgenomen. Op zijn voorhoofd draagt hij o. a. als een bloedig leeken bet diepe ken- merk van de nagels der vermoorde vrouw, die zich nog zoo dapper schijnt verweerd le hebben, maar wat vermogten toch hare geestkracht, haar streven naar zelfbehoudhare moederlijke liefde voor hare kinderen tegen zulke ellendelingendoor een duivelschen hartstogt bezeten. Ieder zal heseffen wat die vrouw moet geleden hebben. De moord van de vijf kinderen werd door hem als volgt verklaardMen had de eerste twee gedood omdat zij schreeuwden toen zij hunne moeder getroffen zagen en daarna de drie anderen van kant gemaakt, omdat men niet wist wat er mce te doen. Men was eenmaal begonnen men hesloot derhalve er maar een einde aan te maken. De laatsle ontvangen berigten melden, dat Kinckvader en zoonniet lot de moordenaars hebben behoord maar dat men inlegendeel de zekerheid heeft bekomen dat ook zij ver- moord zijndaar men het lijk van Gustave Kinck le Pantin heeft gevon- den oGchoon men dat van den vader nog niet heeft kunnen ontdekken; en dat Troppmann niet de medepligtigemaar de hoofdmoordenaar en de ontwerper der misdaad isdat hij alien heeft moeten van kant heb ben om zijn doelde toeeigening of vermeestering van het geheele vef- mogen der Kinck's te bereiken. Was deze familie geheel verdwenen dan kon Troppmann met de papieren van Kinck, welke men bij hem ge- vonden heeft en waarmede hij naar Amerika dacht over te stekenhet geldbij een notaris en elders gedeponeerddoor een zaakgelastigde laten innende huizen van Kinck laten verkoopen enz. Dit plan had zeer goed kunnen gelukken, zoo de lijken niet terstond waren gevonden want indien Troppmannzicli voor Kinck uitgevendeuit Amerika had geschreven zou iedereen te Roubaix, waar Kinck heeft gewoond, niet anders gedacht hebben dan dat de geheele familie naar Amerika was overgestoken. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Haarlemmermeer zullen, op Donderdag den 14 October 1869, des namiddags ten 1 ure, ten RAADHU1ZE der Gemeentein het OPENBAAR, bij enkele inschrijving, AANBESTEDEN 1°. Het bouwen van eene SCHOOL aan de aan- wezige Onderwijzerswoningop Sectie L L, Kavel 12, te Haarlemmermeeraail den Bennebroekei we"', bij den Aalsmeerderweg'. 2°. Het bouwen van eene SCHOOL en ONDER- Y»LIZLItsWOMYGop Sectie J, Kavel 21, te Haarlemmermeeraan deu Rennebroeker- weg', bij den Spieringweg". De BESTEKKEN liggen ter inzage op de Secretarie, ter- wijl die van de werken, vermeld sub 1 en 2ook ter lezing liggen te Haarlem in DE KROON, te Amsterdam bij KO- RENDIJK en in HET VOSJE, en te Leiden in DEPAAUW, terwijl zij voortstegen betaling van 25 Cents voor elk Bestek, verkrijgbaar zijn ter Secretarie. AANWIJZING in loco zal gegeven worden op Dingsdag 12 October 1869, voor Perceel N°. 1 van 's morgens 10 tot 11 ure, en voor Perceel N°. 2 van 12 tot 1 ureterwijl nadere INLICIITINGEN zijn te bekomen bij den Opzickter J. BUYN, in het Hoofddorp. Haarlemmermeer27 September 1869. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. W. LANTZENDORPPER, Burgemeester. EGGINKSecretaris. 20 September 1869. Gebr. BOS. aan den tJvreg Sectie I, Kavel 13: TWEE BEERE\ van Engelsch raskoutant te betalen 1,25 en bovendien 10 Cents per dag van de eerste drie dagen; langer blijvende 20 Cents per dag.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1869 | | pagina 2