- 166 - Over het, kowl worden van bebroede eijeren. Cholera bij dieren. Practische opinerkingen over de aanwending van koud water bij hoefgebreken of lioefziekten. Werktui<ren om hooi en koren te droogen. Een kaal paard. Oemen^de Sierfgtcn. Het koud worden van bebroede eijeren kan door verschil- lende oorzaken gebeuren bij voorbeeld door den onverwachten cn niet te voorzienen dood der broedhenof door dat deze 11a een tijd lang gezeten te hebbenhot nest verlaatdaar zij plotseling alien lust om te broeden verloren heeft. Nu neemt men bijna algemeen aan dat eijeren die eenigen tijd koud zijn gewordenverloren moeten geaclit wordendit is echter in geenen deele het geval, zooals de twee volgende voorbeelden bewijzen. Eene hen had 18 dagen onafgebroken op 13 Brabantsche eijeren zitten broedenen toen de eigenaar op den 19den dag des morgens te 5 ure het nest nazietvindt hij de hen dood op het nest, terwijl de eijeren geheel en al koud zijn, zoodat de hen reeds in den uacht schijnt gestorven te zijn. Toen hij nu, tengevolge van verkeerden raadde eijeren open doet, vindt hij in alien volwassen kuiken. Men verwijt den man, dat hij verkeerd heeft gedaan, en den volgenden dag vindt hij, bij het schoonmaken van het broednest, nog een el, dat in een hoek gerold was; hij legt dat onder eene andere hendie reeds 8 dagen zat te broedenen verkrijgt een dag of vier later, een levend kuikentje. Het, tweede voorbeeld is nog opmerkelijker. Een vogelkweeker geeft aan een boer, die op een dorp, eene mijl van hem verwijderd woont: 14 Cochin-China-eijeren, om die te laten uitbroeden en een tijd lang op te fokken. Deze boer vindt, nadat de hen 16 dagen gezeten heeft, deze op een Zondag- morgen dood op het nest iiggenen brengt den eerstvolgenden Donderdag, zijnde de marktdag en dus vier dagen later, de eijeren aan den eigenaar terug, tot een bewijs, dat hij ze niet soms verduisterd had. Deze laatste begrijptdat na zulk een tijdsverloop alle hoop vervlogen is, maar bespeurt met ver- wondering bij het openbreken van het eerste eidat er nog leven is in het bijna voldragen kuiken, en daar hij toevallig eene hen heeftdie broedsoh iszet hij die op de eijeren en na verloop van 5 dagen komen er gelukkig 8 jonge Chinezen te voorschiju. Bij gebrek eener broedsche hen, kan, wanneer ten minste het kuiken bijna geheel ontwikkeld is, men ook volstaan met kunstmatige uitbroeding, zelfs ook wanneer men geene vol- komen bloedwarmte kan bereikeualleen dan duurt het iets langer. Een nader bewijsdat het koud worden geen nadeel aan de eijeren doet, bestaat daarin dat vele broedhennen dikwijls uren lang zich van bet nest verwijderen, waardoor de eijeren niet alleen laauwmaar zelfs geheel koud wordenen toch nog op den gezetten tijd uitkomen. Men moet echter bedenkendat het leven in het ei slechts dan bij verkoeling langen tijd behouden blijft, wanneer die verkoeling in het tweede gedeelte van den broedtijd voorvalt, terwijl, wanneer zulks in het eerste tijdperk geschiedt, het embryo sterft, en dan natuurlijk alle hoop verloren gaat. Bij voorkomende gevallen neme men de proef, en men zal zich dan van de volkomen waarheid van het bovenstaande kunnen overtuigen. De veearts Tilgner deelt mede, dat in de maandenwaarin de cholera te Brieg (Pruisen) zeer hevig heerschte, ook bij de paarden buitengewoon vele snelverloopende en dikwijls doodelijke kolieken voorkwamen. Ook zag hij een hond ster- ven, die van het uitbraaksel van een niet met geneesmiddelen behandelden cholerazieke had gegeten. Kort daarna begon de hond te braken en kreeg een hevigen doorloop, en reeds na twee uren stierf het dier onder hevige convulsien. Het is algemeen bekend, dat bij de geringste prikkeling van de zoogenaamde vleezige deelen van den hoef eene aan- merkelijke toestrooming van bloed naar die deelen plaats heeft, en de pijn, welke daardoor ontstaat, zich door hoef- kreupelheid openbaart. Die pijn wordt te heviger hoe meer dit aan bloedvaten en zenuwen zeer rijk weefsel opzwelt, en door den hoornscboen geeomprimeerd wordt. Het eerstewat men in dit geval doen moet, is het hoefijzer afnemen en het omwinden van den hoef met lijnwaad of lappen, die steeds met koud water worden begoten. De boom wordt daardoor verweekt, zet zich uit, geeft mede, en tevens wordt de ver- hoogde warmte en gevoeligheid van de in den hoornschoen bevatte deelen verminderd. Herstelling volgt in dit geval reeds na eenige dagen. Beleedigingen nageltrappensteen- gallen enz. zijn dikwijls oorzaakdat kunstmatige openingen aan de zool moeten worden gemaakt, om de ingesloten producten der ziekte een uitweg te verschaffen waarbij de gelijkmatige ver- dunning van de geheele hoornzool dikwijls boven eene plaat- selijke de voorkeur verdient; ook in deze gevallen zijn om- slagen van koud water zeer aan te raden. Moeten fistelgangen verwijd wordenzijn er hoornscheuren aanwezig enz. dan is het evenzoo doelmatig, den hoef te besnijden, den wand dun te makenen daarna de zieke plaatsen met wieken van werk te bedekken, dat door een verband of door het, beslag op de plaats wordt gehouden, dat daarna aanhoudeud met koud water wordt begoten. Deze omslagen worden aangewend totdat. alle ontstekingsverschijnselen zijn verdwenen. Zijn bij etterende hoornscheuren, bij hoeffistels, bij nageltreden enz. de noodige operation verrigt, ontwikkelt zich geene re- actie- of wondkoorts toonen de dieren noch door hunne hou- ding, noch door de plaatsing der ledematen zeer veel pijn aan, dan is het niet noodig, om hel verband voor den 5fiden dag te vernieuwen; die wonden moeten over het geheel zoo min mogelijk aan de inwerking van den dampkring worden blootgesteld. Paardendie intermitteerend kreupel gaan ten gevolge van te zamen trekking der 'dragtwandenvan be- ginnende klemhoevenof drooge hoornscheurenworden in 45 dagen hersteld, als men het ijzer afneemt, de hoef besnijdt, en een niet drukkend verband om den hoef legt, dat hestendig met koud water wordt bevochtigd. Is in zoodanige gevallen de hoef weder aangegroeid, dan kan men eene ver- wijding aan de dragtwanden van 12 centimeters consta- teeren. Bij aanhoudenden regen wordt dikwijls veel verlies geleden aan hooi en koren. Beeds meermalen is melding gemaakt van het kunstmatig droogen hetgeen vooral in Schotland van hoog belang is, en aldaar steeds beter in praktijk wordt gebragt. Zoo lezen wijdat de Hertog van Sutherland het werktuig van Mr. Gibby met goed gevolg heeft in het werk gesteld een berg met koren werd in zes of zeven uur gedroogd, en tien steen gras onmiddellijk na het maaijen in drie uur. In het Arcliiv van Virchow 44 Bd. 4 Heft, geeft. dr. Bei- gel de beschrijving van een merkwaardig haarloos paarddat eerst geheel zwart was en daarna wit werd. Het paard werd voor 4 jaren aan de kaap de Goede Hoop, door den zoon van den tegenwoordigen eigenaar van het dier, Mr. Moffat, aan den laatsten als eene merkwaardigheid gezonden, daar het volkomen haarloos was. De huid was pikzwart, op eenige plaatsen donkerblauw, en is nog tegenwoordig buiten gewoon fijnals fluweelachtig, dat vooral in nog hoogeren graad bespeurbaar wordtals men met de hand van achter naar voren over de huid strijkt. Voor drie jaren bemerkte Mr. Moffat, dat de huid onder een der oogen lichter gekleurd werden dat die plek spoedig in omvang toenam. Dergelijke ontkleuringen werden daarna ook aan andere plaatsen van de huid waargenomendie spoe dig grooter werdenzoodat zij thans bijna de helft van de huid innemen. De donkere gedeelten van de huid zijn scherp van de wittere gedeelten afgescheiden de laatste zijn echter niet wit, maar hebben eene zeer schoone, zeer zachte rose- kleur. Men heeft bier alzoo met een Jjonten neger onder de dieren te doen; maar op het geheele ligchaam is geen spoor van haren aanwezig. Daarbij heeft het paard buitengewoon schoone vormen, en is buitengewoon sterk en krachtig. Zelfs bij de sterkste toerenkan men geen droppel zweet aan het dier waarnemen; en om in den winter de warmte, die bij andere paarden door de haren belet wordt uit te stroomen, eenigermate te compenseerenheeft het eene bijzondere voor- liefde voor olie en gekookt vleesch. Wat het decoloratie-proces betreft, dit is nog niet ten einde; het gaat integendeel nog steeds vrij snel voortzoo als Beigel sedert verscheidene weken heeft waargenomenzoodat het dier, dat voor 3 jaren nog zwart was, binnen korten tijd waar- schijnlijk een schimmelmaar zonder harenof liever een albino zal zijn. De achtergrond van de oogen begint evenzoo reeds lichter te worden de pupil schijnt evenwel nog donker. Koller, te Murauverhaalt: eene krachtige 8 jaar oude merrie verloor al de harentot op de manen en maantop na, en het daarna door haar geworpen veulen was evenzoo haar loos. De oorzaak was onbekend. Gedeputeerde Staten van Groningen hebben, met het oog op de tong- blaarziekte, gewaarschuwd tegen het gebruik van ongekookte koemelk. Aan den Helder is weder een geval van verslaafdheid aan den sler- ken drank te betreuren, dat een noodlottig einde na zich sleepte. Eene weduwemoeder van vijf kinderengaf zich nu en dan aan misbruik van jenever over. Zij verkocht zelfs het noodigste om aan die drift te voi- doen. Den 6 dezer vonden hare kinderen haar dood op het bed. Zij was in den jenever gestikt; anderen zeggen dat zij door zelfmoord een einde aan haar leven had gemaakt. De mazelen die, sedert geruimen tijd in de gemeente Meppel heer- schende, zich door een goedaardig karakter kenmerkten, beginnen lhans een ernstiger verloop te krijgen en veroorzaken den dood aan velen der aangetasten. Te Koningsbergen in Pruissen zijn Woensdag avond bij een pak- buisbrand 30,000 centenaars vlas door het vuur vernield. De gebouwen waren voor 18,000 thaler, de voorraad vlas voor 500,000 th. verzekerd. Zekere arbeider, G. Maatman, te Deventer, had in den houtzaag- molen van mej. de wed. P. Stoffel Cz. het ongelukterwijl hij de ma chine wilde smeren die in voile werking was,en hij daarbij een ladder gebruiken moestdaarmede uit te glijden. De ongeiukkige geraakte hier- door tusschen de kamraderenwaardoor hij werd vastgeklemd en mede- gesleept. De machine werd hierdoor geschokt en toen deze stil stond was hij een lijk. De ongeiukkige, die in het vnorjaar in den echt was getreden laat eene in gezegenden toestand verkeerende weduwe na. Een landbouwer K.van de Paardeweide van de markt huiswaarls rijdendehield bij den afsluitboom van den Frieschen spoorweg, in de nabijheid van Meppel stilterwijl de naderende trein het gewone signaal gaf. Het paard van het rijtuig, waarin zich K. met zijne echtgenoote en een buurman bevonden, schrikt door het fluiten der lokomotief, Ioopt achteruit en sleept den wagen met zich in de drentsche hoofdvaart. In weerwil van spoedige hulp is de vrouw als lijk opgehaaldterwijl men voor het leven van een der mannen vreest. Cayenne is het tooneel geweest van eene gebeurtenis, die een groot aantal gezinnen in tranen en rouw gedompeld heeft. Even als in vorige jaren heeft men ook dit jaar, bij de viering van het naamfeest des kei- zers, een vuurwerk afgesfoken, maar ongelukkigerwijze trof dit hetzelfde lot als dat, hetwelk te Savana van Fort de France was gereed gemaakt bij gelegenheid der onthulling van het standbeeld van keizerin Josephine. Het vuurwerk te Cayenne was geplaatst ten oosten van het gouvernements- plein. Naauwelijks waren de eerste stukken ontstoken, toen een donder- bus op de bergplaats van het vuurwerk nederviel. Een honderdtal vuur- pijlen en een dozijn donderhussen ontbrandden plotseling en wierpen zich in alle rigtingen te midden der menigtc, die door de beperktheid der plaats genoodzaakt was zich op te hopen tot vlak hij de touwen die de gereserveerde ruinate afbakenden. Het was een vreeselijk oogenblik van schrik, opschudding, angst, smart en pijn, toen die batterij zoo door de verzamelde menigte met een verschrikkelijk gebulder losbarstte. Men vlugtte met brandende kleeren, werd omver geworpen, voortgestuwd getrapt en gekwetstmaar niet alien stonden weder op. Twintig per- sonen, waaronder vrouwen en kinderen, waren vreeselijk gebranden dertig anderen waren min of meer bezeerd. De slagtoffers werden naar het hospitaal en in een apotheek vervoerd. Verscheidene hunner bezwe- ken reeds kort daarna. Eene moeder heeft hare twee kinderen verloren, een kanonnier zal blind biijven, de gewonden verkeeren nog in doodsge- vaar. In de siad heerscht verslagenheid. Men denkt dat een onderzoek zal ingesteld worden naar de oorzaak van deze ijselijke gebeurtenis. Een echtpaardat een goederenwinkel te Londen hield en twee jonge kinderen had begaf zich te bed zonder gevaar te vermoeden. Er schijnt echter vuur in de keuken van de kleine woning gesmeuld te heb ben, waardoor het achterhuis in brand geraakte. Alvorens het gelukte de huisgenooten in tijds tot redding te wekkenwaren de man vrouw en zuigeling gestikt, en een zoontje van 2 of 3 jaren zoodanig gebrand dat hij spoedig daarna overleed. Een jonge diensthode ontkwam uit het achterhuis, doch niet zonder zwaar letsel te hebben gekregen. Een behoeftig Nederlandsch werkman te Brussel, J. W. genaamd verkreeg jl. Zaturdag verlof om zijne vrouw, die op het punt stond van te bevallen, naar een der Brusselsche ziekenhuizen te doen overbrengen. Zij beviel inderdaad denzelfden dag, doch reeds den volgenden ochtend ontving J. W. het berigt van het hestuur der inrigting, dat zijn vrouw overleden was en den volgenden ochtend zou worden ter aarde besteld. De werkman was radeloos. Zijne vrouw liet hem toch, behalve het pas- geborene, nog drie jeugdige kinderen achter. Hij onderrigtte zijne te Utrecht wonende zuster van het treurig sterfgeval, en deze kwam onmiddellijk over, om twee der kinderen in haar gezin op te nemen. Vader en kin deren volgden het lijk der moeder ter laatste rustplaats. Na de treurige plegtigheid vertrokken de vrouw en de beide kinderen naar hunne be- stemming. J. W. zou het derde kind naar een andere zuster te Rozen- daal voeren. Toen hij gereed stond dit te doen, kwam men hem namens het bestuur van het gasthuis aanzeggen, dat men eene vergissing had begaan en de overledene vrouw volstrekt zijne echtgenoote niet was. Die laatste was integendeel, de omstandigheden in aanmerking genomen, even als het kindzeer wel. Twee hartstogtelijke billardspelers hebben in een koffijhuis te Gross- wardein van Donderdag 10 ure des voormiddags af, tot den volgenden dag ten 5 ure des avonds, onafgebroken doorgespeelden hadden toen 494 partijen achter den rug. Zondag den 21 Junij jongstl. zou te Chicago de nieuw gebouwde Unitarier-kerk van ds. Robert Collyer, vroeger slotenmakerthans een der uitstekendste en meest populaire kanselredenaars in de Vereenigde Staten, worden ingewijd. Bij inschrijving was eene som van 150,000 voor dien bouw verkrcgen maar toen de bouyv voltooid was en alles be- taald moest worden, stuitte men op een tekort van nog ruim f 150,000. Het gebouw was volen na het houden eener indrukwekkende rede door ds. Belows, nam ds. Collyer het woord en besloot aldus: »Waarde hroedersde plaatsen ip dit gebouw moeten toegankelijk zijn voor armen, zoowei als voor rijkenge dient dus van daag veel te geven. (Men had voorgesteld de plaatsen te verkoopen om het tekort te dekken.) De collecte begon en bragt meer dan f 150,000 op. De Courier des Etats Vnis verhaalt, dat te Norwalk, in Connecti cut eene vereeniging zonder wedergade bestaat. Die vereeniging is van materielen aard bij uitnemendheid. Zij bestaat namelijk uit de vetste men- schen van Nieuw-Engeland en de aangrenzende Staten. De leden komen slechts eenmaal 'sjaars in algemeene vergadering bijeen, en dewerk- zaamheden bestaan in niets anders dan in het oppeuzelen van de grootst mogelijke hoeveclheid oesters. In die algemeene vergadering worden als- dan tevens tot bestuurders de vetsten van de vetten, naar uilkomst van naauwkeurige wegingaangewezen. Dit jaar vergaderde de vereeniging, ten getale van 140 leden, alien waggelende van dikte, met het aanbreken van den dag in Gregory's-Point-Hotel; men zette zich onmiddellijk aan tafel, de oesters werden zonder verwijt opgedragen en de heeren leden aten zonder ophouden door tot twee uur des namiddags. Toen werd er even uitgeblazen, en de aftredende president, de zeer dikke heerSydney Smith, van Stamford, plaatste zich, na plegtig te zijn toegesprokenop uitnoodiging zijner medeleden, het eerst op de schaal, ten einde te on- derzoeken of zijn gewicht hem verder aanspraak gaf op het biijven be- kleeden van den presidialen zetel. De vergadering werd diep getroffen toen zij van de experts vernam, dat hij 318 pond haalde en bij verge- lijking met de weeglijst van hel vorige jaar, nog 3 pond had aangewon- nen! Zoo luid de dikke, vleezige handen der aanwezigen toelieten, werd de heer Sydney Smith geapplaudisseerd. Maar de geestdrift kende geene grenzen, toen zich uit een hoek der zaal een nog zwaarlijviger lid, wiens ligchaamsbouw niet zonder glans de vergelijking met hetbeste nijlpaard had kunnen doorstaanlangzaam en statig naar de schaal voort- bewoog, om zijne aanspraken op het voorzitterschap te doen gelden. Het gelukte hem zich op den omvangrijken weegstoel te plaatsen. Het gewigt werd opgezet. Alles kraakte. Met ingehouden adem veibeidde de vergadering den uitsiagen de expert riep met eene stem die van de diepste ontroering beefde: »358 pond!" Nu volgde een tooneel van onbeschrijfelijke opgewondenheid. Van alle kanten schommelden de aan wezigen naar de weegplaats, om van nabij den gelukkigen sterveling aan te staren die zoo beestachtig zwaar woogen aan het geroep om zijnen naam te mogen wetenkwam bijna geen einde. Toen de stilte eenig- zins hersteld was, werd met diepen eerbied vernomen, dat het voorwerp van aller bewondering John Firsk heette, van New-York. Hij stapte van de schaal op den presidents zetel over. Niemand, in vollen nadruk des woords, kon bij hem halen! De zwaarste na hem was de heer James Lincoln, van Springfield, wegende 329 pond, welk eerbiedwaardig gewigt hem de eer van het onder-voorzitterschap bezorgde. Secretaris werd de heer Madles, van Westport, met 323 pond. Aangaande de wreedheden, die de Spanjaarden zich op heteiland Kuba veroorloofdenontleenen wij de volgende trekken van heldenmoed bij kinderen. Don Juan Argudin, bevelhebber over een korps in het distrikt Cinca Villas, nam twee broeders gevangen, waarvan de een 8, de ander 12 jaren oud was. Naar het scheengaven deze knapen aan de insur- genten inlichtingen omtrent de bewegingen der spaansche benden. Argudin op zijne beurtliet niets onheproefdnu hij hen in zijne magt had om van hen de stelling, strijdkrachten en bedoelingen der insurgenten te vernemenmaar vergeefs; zij bewaarden een hardnekkig stilzwijgen. Nu dreigde hij den jongste, dat hij hem zou laten fusilldren. Ook die be- draiging had geen de minste uitwerking. Hij liet toen vier soldaten ko men met geladen geweer, doch voorloopig slechts met los kruid. Het knaapje hleef weigeren iets te openbaren, en wachtte de loshranding, die hij doodelijk aclitte, onverschrokken af. De oudste, die de schoten had hooren vallen, harstte in tranen uit over den dood van zijn jongen broeder. Op zijne beurt voorgebragt, doorstond hij dezelfde proef echter even moedig. Argudindol van woede dat zijn list was misluktgaf nu bevel de heide knapen, die hem beschaamd hadden, op staanden voet dood te schieten, maar de officier,. met de uitvoering van het bevel be- last, weigerde dat beulswerk te volbrengen. In Belgie heeft men meermalen opgemerktdat volwassen paarden zich niet goed in de mijnen kunnen gewennen, en daarom heeft men er in den laatsten tijd zwangere merries in gezonden en daarna de veu- lens, die zij geworpen hebben grootgebragt. Die veulens zien er ter- stond geheel anders uit dan die, welke boven den grond worden gebo- ren; hun oogen hebben de eigenschap dat zij in de duisternis kunnen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1869 | | pagina 2