- 182 - Provinciate Staten van Noord-Holland. Over het fokken en voeden van het vee. A ANBESTEDINGEN. Zitting van Vrijdag 5 November. Gemeng-de llerigten. belang eener verbeterde verdediging van het eiland tegen de zee noodzakelijk acht; alles behoudens de bevoegdheid van het rijk tot het, des noodig, aanlegen of uitbreiden van de werken tot de kustverdediging en duinaanwinning. De werken worden onder toezigt van en in overleg met het beheer van den rijkswaterstaat uitgevoerd. Door het Rijk wordt voor deze onderneming eene subsidie verleend van 200,000. De in deze concessie bedoelde onderneming wordt geacht te behooren tot die ondernemingen van zeer grooten omvang en kostbaarheidvermeld bij art. 16 der wet van 6 Junij 1840 Slaatsblad n°. 17), aan welke tot het dubbele der vast- gestelde termijnen vrijdom kan worden verleend. De concessie wordt verleend voor den tijd van negen-en negentig jarenaanvangende met de dagteekening van dit besluit. Zoolang de concessie duurt en de ingedijkte gronden niet tot een polder zijn verklaard op welken de verpligting tot onderhoud der werken overgaat, is de concessionaris verpligt den verbindingsdam de polderdijken en afwateringswerken in voldoenden staat te onderhouden en te herstellen. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft het regt, zich ten alien tijde van den staat der werken te vergewissenen om, wanneer de concessionaris in gebreke blijft voor het behoorlijk onder houd en de herstelling te zorgendaarin voor zijne rekening te doen voorzien, en de kosten op de renten van het waar- borg kapitaal of op dat kapitaal zelf te verhalen. Deventer, 8 Nov. Heden werd de jaarlijksche ganzen- markt gehouden. Het schijnt dat de landbouwers weder meer ganzen er op na beginnen te houdenwant de aanvoer was heden bijzonder ruim de prijzen waren laag en men besteedde van 2.50 tot 5. VoORDRAGT VAN DEN HEER M. HoOPER, VAN DrOOMKEEN bp de Landbouwers- en Veehouders-Vergadering van Ballineen. (Slot, zie de beide vorige Nommers.) Laat ons tot de fokking en voeding van het paard over- gaan, het nuttigste dier zoo niet van de maatschappij in het algemeen, dan toch voor den Iandbouw. Ofschoon niet elke pachter eene volledig ingerigte stoeterijmet. opene plaatsen, omheiningen, stallenenz. ter zijner beschikking heeft, kan het hem evenwel behagen alle jaren een veulen of twee op te kweekenenzonder in te zien of het voordeelig is een paard voor de boerderij te fokkendenk ik dat velen met mij het zullen eens zijndat het voor den pachter beter is paar- den te kunnen verkoopendan paarden te moeten koopen. En daarbij weinige pachters hebben den tyddie er ver- eiseht wordt om hunne veulen-merries op te kweeken en ik zie niet in waarom zij het zouden doen. De merrie kan niettegenstaande haar veulen, regelmatig haar werk verrigten als zij maar goed gevoed en aan geenen arbeid gezet wordt, die haar te zwaar of waaraan zij niet gewoon is. Het spreekt van zelf dat, hoe meer de barenstijd nabij is, hoe ligter het werk moet zijn dat men haar oplegten zelfs als ze niet heel gezond iszou ze eene of twee weken te voren van alle werk gansch moeten ontslagen worden. Veulent de merrie vroeg in het jaar en is het weder slechtdan moet ze's avonds met haar veulen opgesloten worden en in den dag zooveel vrijheid genieteu als het weer toelaat. Doch veulent ze niet voor de maand April, dan mag ze dag en nacht op eene beschutte plaats gehouden wordenen indien de weide niet heel goed is, zou men haar elken morgen haver moeten geven. Het zou zeker heel nuttig voor het veulen zijn, indien de moeder niets anders te doen haddan het te zogen totdat het gespeend wordtmaar ik spreek hier over het fokken van paarden in pachthoeven of boerderijenwaar het werk zeker wel de hoofdzaak en het opkweeken van veulens slechts eene bijzaak is. In het algemeen mag men de merrie aan het werk zetten zoo omtrent veertien dagen nadat zij geworpen heeft; in dien tijd moet het veulen in een licht en luchtig hok op gesloten en de merrie hoogstens alle twee uren er bij gebragt worden om het te zogen. Wanneer de merrie dit tweevoudig werk verrigt, moet ze natuurlijk overvloedig gevoed worden en zou ze zooveel groen voeder moeten bekomen als doen- lijk is. Als bijmaat op het melk der moeder geef ik mijne veulens altoos 1 liter 136 koemelk op de natuurlijke warrate gebragt 's morgens If uur nadat de merrie is gaan werken, omtrent 0 liter 568 en in den namiddag de andere helft. In den beginne is het jonge beest wantrouwig en bang als men het aanvat en met den neus in de melk houdt; maar weldra zal het er op staan te wachten en het komen drinken uit het vat dat men het aanbiedt. Wanneer al de koolrapen gezaaid zijn en er voor de paarden heel weinig werk is, dan mag men het veulen met de moeder twee of drie maanden in vrijheid laten. De tijd voor mij het beste geschikt om te spenen is 's avonds, wanneer de werkpaarden naar den stal terugkeeren. Dan is het veulen aan het gezelschap der andere veulens gewoon en zal het zich zonder zijne moeder stil hou den. Eene maand of zoo nadien, volgens het jaargetijde, doe. ik het 's avonds binnen, zet het in een hok met een ander veulen van denzelfden ouderdom of hoogstens een jaar ouder, en ik geef hun zooveel gesneden heibrembezemroede of hooi als ze maar eten kunnenen drie of vier pondeu ge- plette haver en laat me toe het u te zeggendat er geen tijd in zijn leven is, waarop het paard voor wat haver zoo winstgevend isals den eersten winter. Hoe het weder zij ik laat het alle dagen buitenuitgenomen bij sneeuw of vorst, en zoodra de schoone dagen en het gras daar zijn zet ik het geheel buiten. De voeding van den tweeden winter blijft ge- lijk aan die van den eersten. Nu wij het paard hebben opgekweekt, laat ons zien wat de voeding zal zijn wanneer het werken moetik zal mij alleen bij de voeding der bouwpaarden bepalenomdat ik slechts over het fokken en voeden der bouwdieren spreken wil. De pachter moet zijne paarden niet alleen goed onderhouden om sterk te blijven, hij mag de zuinigheid ook niet uit het oog verliezen. Daarom is het mijns dunkens noodzakelijkdat hij twee werktuigen bezittehet eene om den heibrem te snijden en het andere om de haver te pletteneene bezuinigiug op het hooi en de klaver gedaan, zal er welhaast de kosten vau gedekt hebben. Ik vind dat mijne paarden met 4 kilogr. 75 geplette haver zoo goed zijn als met 6 kilogr. 35 heel haver. Zij worden op de volgende wijze gevoed van het oogenblik af dat ze na den oogst regelmatig werk moeten doen en dat ze 's avonds in den stal zijn teruggekeerdbekomen zij's mor gens omtrent 1 J/a uur voor dat zij naar het werk gaan eerst 1 kilogr. 50 geplette haver, in den herfst en in de lente ten 5 ure, als ze ten 6 '/2 ure gaan werken, en ten 6 ure of wat te voren in den winter, als ze slechts ten 7 ure uit kunnen; 's middags krijgen zij nog 1 kilogr. 50 haver en eene mand gesneden heibrem en 's avonds weer op nieuw 1 kilogr. 50 haver en twee manden gesneden heibrem. Op die wijze heb ik den ganschen winter paarden in eenen goe- den staat voor het werk onderhoudenmaar ik heb eenige paarden (niet van eigen kweek) die niet genoegzaam heibrem zouden eten en waaraan ik dan wat hooi geef. Tegen het einde van Mei wordt de brem minder voedzaam en dan geef ik hooi in de plaats. Gelijk de dagen dan lang zijn en het werk lastig is krijgt elk paard 's avonds ten 8 ure nog een klein emmertje vol gekookte koolrapenmet wat meel of ze- melen ondereengemengd als toemaat op de haverdie ze drie- maal daags ontvangen. Ik schat dat de kosten van het meel of van de zemelen voor elk paard op de week niet 1 fr. 25 te boven gaan; zoodat het voedsel, de koolrapen en het sto- ken er bij begrepeniets of wat minder komt dan dat van de haver. Hebben de koolrapen gedaan voor dat het gras of de paardenboonen kunnen gesneden worden, dan geef ik ge kookte gerst in de plaats, en dat kost, buiten het stoken, zooveel als de haver. Zoodra het gras of de paardenboonen het hooi kunnen vervangen vind ik dat tweemaal haver daags zonder gekookt voedsel voldoende is. Nadat de koolrapen gezaaid zijn, zet ik mijne paarden op het groenen aangezien er dan zeer weinig werk is en ej een of ten hoogste twee voor het werk tot aan den oogst zamen kunnen gebezigd worden, geef ik hun geen haver meer. Ik houd het er voor dat het voor de gezondheid van het paard noodzakelijk is, het gedurende den zomer op het gras te zetten. Hoeveel elk paard op het jaar kost, kan aldus berekend worden: Als men de haver aan den uitersten prijs van 19 fr. de 100 kilogr. schat, dan kosten 4 kilogr. 75 voor elken dag 0 fr. 90, en 6 fr. 30 op de week, of 163 fr. 80 op zes- en-twintig weken. De brem kost maar zooveel als de hnur van den grond waarop hij groeit, want het kweeken kost niets; het bereiden komt op omtrent 1 fr. 20 het paard in de week, en dat maakt 31 fr. 20, wat met de 163 fr. 80 te zamen 195 fr. bedraagt voor het voedsel der zes-en-twintig weken van October tot Maart. Nu hebben wij de acht weken, gedurende dewelke het paard met hooi gevoed wordt en 's avonds eene toemaat van gekookt voedsel bekomt. Dit schatten wij gelijk de haver op 1 fr. 25 daags voor vier maaltijden, of 8 fr. 75 op de week, maakt 70 fr. op acht weken. Wat het hooi betreft, ik heb het nooit gewogen, maar ik denk het te mogen rekenen op 63 kilogr. 50 op de week, of 5 fr.dat maakt 40 fr.en met 70 fr. hierboven een bedrag van 110 fr. voor acht weken, van het begin van April tot het einde van Mei. Wij hebben nog vier weken, gedurende dewelke het paard twee maallijden haver daags moet hebben; dit maakt, op 0 fr. 60 per dag berekend, 16 fr. 80, en 3 fr. 75 op de week voor het snijden van het gras genomenhebben wij 15 fr.of te zamen 31 fr. 80 in de vier weken. De veertien andere weken van het jaar bekomt het paard geen graan uitgenomen eenige garven haver tijdens den oogst, en misschien nu en dan eens een maaltijd van graan, als het op reis moet, wat ik zelfs in zijn onder houd onnoodig denk te rekenen. Als wij zijne weide op 3 fr. per week schatten, dan bekomen wij eene som van 42 fr. voor de veertien overige weken. Wij hebben dan 195 fr. voor 26 weken, 110 fr. voor 8 weken, 32 fr. voor 4 weken en 42 fr. voor 14 weken, te zamen 379 fr. voor 52 weken. Hier moet nog iets bij gedaan worden voor den brem (een paard kan er 10 aren van opeten) als ook iets voor den on derhoud van het werktuig om den brem te snijden en dat om de haver te pletten. Ik heb de mijne tien jaren in gebruik en ze zijn nog zoo goed als ooit. De heele haver er bij be grepen zal het onderhoud op het jaar voor elk paard 100 fr. meer bedragen. Ik denk dat ik uit eigen ondervinding op het fokken en voeden van het vee hier niets meer bij te voegen hebom te besluiten wil ik u nog een uittreksel uit een Amerikaansch dagbladde Country gentleman, voorlezen„het is door on- achtzaamheid en door gebrek aan zorgendat de eigenaar aan het onderhoud zijner beesten verliest. Is hij gedurende een jaar of meer te vrekkig geweest in het voeden van zijn vee, zijne schapen en zijne varkens, dat hij dan niet denke die slechte behandeling te verhelpen met ze dadelijk vet te maken. Integendeel, het beste middel is de beesten in voortdurenden groei te onderhouden, winter en zomer, van den eersten dag van hun bestaan tot dat ze eindelijk op de markt verkocht worden. De minste stoornis aan dien groei kan dezen maan den lang vertragen of hem doen ophouden." Op eigen onder vinding steunende, besluiten wij dan dat het voordeel van den fokker in het opkweeken en in het vetmaken gelegen is, en worden de beesten met eene puike, regelmatige, doch niet overdrevene voeding onderhouden dan zal de winst wel drie- maal grooter zijn dan met eene eerst verwaarloosde en later overvloedige voeding, en dikwijls zal het verschil nog veel aanzienlijker zijn. Den 8 dezer is door de directie der Kanaal-Maaischappij te haren kantore te Amsterdam, publiek aanbesteed het ver- diepen en verbreeden van de haven en het havenkanaal te Beverwijk. Aannemer de heer Kalis, te Sliedrecht, voor 18,500.—. In deze vergadering is, bij monde van den heer van Foreest, rapport uitgebragt omtrent hei voorstel tot het verleenen van sub sidie voor de verbetering van een weg in Akersloot en Uitgeest De suppletoire begrootingeu van het, gesticht Meer-en-berg voor 1869 en 1870 zijn aangenomen. tot den aaubo,uw van eene afdeeliug voor storende krankzinnigen te Meer-en-berg is besloten. Aan de gemeente Pet,ten is voor den aankoop en de verbetering van wegen aldaar een subsidie verleend van f 701.81. De betrekking van adjunkt-opzigter van den provincialen water- staat te Nieuwediep is ingetrokken. De jaarwedden der opzigters te Amsterdam, Hoorn en Alkmaar zijn verhoogd elk met f 100 en de jaarwedde van den opzigter te Nieuwediep met f 300. Voor het bedijken en droogmaken van de Breek en andere wat,e- ren, in vereeniging met laag gelegen landen onder Landsmeer, Ilpendam en Oostzaan, is een subsidie verleend vau f 25,000. Aan gedepuieerde staten zijn gerenvoyeerd de ingekomen adressen om subsidie voor de droogmaking van de Legnner-plassen en bet adres van den heer J. J. Korthals, betreffende de opheffing van het ambacht Aalsmeer. Aan het corni;e van den Noord-Hollandsch-Frieschen-spoorweg zal worden kenbaar gemaakt, dat het toegezegde provinciale subsidie voor dien spoorweg zal vervallen, indien niet voor November 1870 de uitvoering van het werk is aangevangen, of de zekerheid is verkregen van de aanstaande uitvoering. Het ontwerp-regiement voor den uithoornschen polder is, na te zijn gewijzigd, overeenkomstig het voorstel der kommissie aange nomen. Voorts zijn aangenomen de outwerp-reglemenlen van bestuur voor den polder Mijzen, den Overbraker-Buiteupolder en den Spieringhorner-Buitenpolder. Aangenomen zijn de voorstelien tot wijziging van het reglemtnt van bestuur voor het hoogheemraadscbap Waterland, met de door de kommissie daarin voorgestelde veranderingen, voor den polder de Kaag onder Assendelft, voor den polder Buiterrhuizen onder Assendelft, voor den polder de Egmondermeer en voor den Zee- burg en Diemerdijk. Aan de gemeente Akersloot is voor het verbeteren van den weg in die gemeente en in de gemeente Uitgeest een subsidie verleend I tot een bedrag van of wel, indien het Rijk zich aan het ver leenen van subsidie mogt onttrekken, van der kosten van het werk. Gunstig zal worden geadviseerd op de aanvragen om toepassing van art. 36 der wet op het lager-onderwijs, ten behoeve der ge- meenten Huizen, Ransdorp en Krommenie, voor de gewone kosten van dat onderwijs, en ten behoeve der gemeente Landsmeer, voor den bouw eener school en onderwijzerswoning. Bij de verkiezing van een lid van Gedeputeerde Stal en, in de plaats vau jhr. mr. H. Hoeufft van Velsen, zijn bij de eerste stem ming uitgebragt: op dr. E. C. Biicbner 25 stemmen, mr. H. J. van Lennep 17, den heer C Corff 8, mr. C. A. Crommelin 5, en mrs. S. A. Vening Meinesz en K. J. C. Stakman Bosse elk 1 stem. Bij de tweede stemming zijn uitgebragtop dr. E. C. Biichner 29, mr. H. J. van Lennep 25 en mr. C. A. Crommelin 3 stemmen. Dr. E. C. Biichner, alzoo gekozen tot lid van Gede puteerde Staten, heeft, de betrekking aangenomen. Uit Vlissingen meldt men, dat aldaar een vreeselijke storm uit het noordwesten een geheelen dag en nacht heeft gewoed, met zulk een hoog water als nog zelden is opgemerkt. Verschiliende laag gelegen straten stonden blank, en op de kaden stond het water tot aan de huizen. Dat baarde groote ontzetting, de geheele bevolking was op de been. Van 1 tot 11 uur in den morgen zijn door sommigen kleine scbokken van aardbeving opgemerkt, gevolgd door schudding en trilling der meubelen. Men kan zich geen denkheeld vormen van de kracht van den wind. Men vreest voor vele rampen; de schrikbarende onstuimigheid der Schelde deed elk verstommen. E. Eendekooi, een der verpleegden uit het ontruimde weezengesticht te Veenhuizen, op 1 Oktober jt.met vergunning van zijn (het amster- damsche) gemeentebestuur zich in het naastbijgelegen dorp Westervelde gevestigd hebbendeis jl. Vrijdag aldaar overleden, nalatende een kapi- taallje van pi. m. drieduizend gulden. Ten gevolge van de zware grondophoopingen begon den 3 dezer het reeds ongeveer een jaar voltooide bomvrije gebouw in het in aanbouw zijnde fort in den Bijlmerpolder te schuiven tot dat het in den namiddag van dienzelfden dag vrij plolseling instortte en bijna wegzonk. Gelukkig heeft men geen menschenlevens daarbij te betreuren. In eene weide nabij Sneek zijn twee schapen geslolen. De dief is echter op heeterdaad betrapt en heeft bereids zijne misdaad bekend In de nabijheid der stad Alinelo is, volgens de Twentsche Courant een ijzingwekkende vechtpartij voorgevallen. Ter zake van huiselijke oneenig- heden was sedert eenigen tijd de goede verstandhouding in het gezin van den landbouwer L. te Ambt-AImelo in hooge mate gestoord, en dit bereikle thans zulk een ontzeltende hoogte, dat de inwonende zoon en diens vrouw hunnen vader op verregaande wijze mishandeld, ja erger, bijna doodelijk verwond hebben. Men zegt dat den vader een beduidende hoofdwonde is toegebragt en twee ribben zijn sluk geslagen. Van dit onmenschelijk wan- gedrag der kinderen jegens hunnen vader is proces-verbaal opgemaakt. President Grant, in de Vcreenigde Staten, heeft zijne medeburgers bij eene proklamatie uitgenoodigd om den 18 dezer maand af te zonderen voor algemeene en plegtige dankzeggingenwegens de zegeningen door God in het ten einde loopende jaar aan de Unie geschonken. Bij de op- somming van die zegeningen wijst hij op de toeneming der materiele welvaart, op het genot van vrede met het buitenland, het herstel der eendragt en harmonie binnenslands, de verligting der openbare lasten,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1869 | | pagina 2