WEEK BLAD
1869.
Vrijdag, 10 December.
N°. 50.
VAN
AAN LANDBOUWGEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
#££5&\
T\ende 3aaigang.
Haarlemmermeer-Polder.
(Uiterlijk Woensdag.)
ONTWERP-BEGROOTING
Uitgaven.
Ontvangsten.
HAAREEMMERMEER,
PRIJS VAN IIET ABOIVNRIH KNT
in het Jaarf 6.-
Prijs van een enkel Nommer IS Cent.
ali.f, toezendingen redaktie en uitgave betrefff.nde,
te adresseren aan VAN BONGA C". te Amsterdam.
DER UITGAVEN en ONTVANGSTEN
van den HAARLEMMERMEER-POLDER,
voor het Jaar 1870.
UITGAVEN.
Uoofdst. I. Huishoudelijk Bestnur 22,610.
alsJaarwedtlen der leden van het bestuur 1400 idem van den
secretaris en penningmeestcr 2600idem van do overige beambten
f 10,960; reiskosten van den hoofd-npzigter cri den bode f 725;
knslen vallende op de vcrgaderingen van ingelanden en van het hestunr,
alsmede reiskosten van bet dagelijkscb bestuur en kosten van licht en
brandstoffcn 1600; sehrijfloonen 100; schrijf- en burcaubc-
hoeften 250druk- en bindwerk f 700; hriefporten, vractit-
Inoncn en andere kleine uitgaven 180; kosten vnor bet bijbouden
van het gaarderboek 200 idem van verkiczingen 100; idem
voor bet aanplakken en afkondigen van slukken en advertentiekosten
55 zegels/50;presentiegelden van boofd-ingelanden /800.
Hoofdst. II. Kosten van openbare tver-
ken en bijzondere eigendommen140,660.
als: Onderhoud van sluizcnbruggcn en duikers 12911 idem
van kaden dijkcn en heschooijingen 1131t idem van de wcgen
29,000 idem van ponten en roeibooten 800 idem van ka-
nalen, vaarlen en sloolcn 12217; Bemalingswerkluigen a. onderhoud
van de werktuigcn met liunne onrocrende goederen en gereodschappcn
12,200; b. kosten van brandstoffcn, olio, smeer, enz./ 41,250;
c. bezoldiging van machinistcn, mnlenaars, enz. 11,800; onderhoud
van gebnuwde eigendommen 9130; koslen van braridverzckcring/41.
Hoofdst. III. Lasten8,943.023
als: Grond- en person, lasten f 1600; Rijnl. bundcrgeld /840;
hinnenlands. kosten/250; hijdragen in de lasten van andere polders
/500; hutir van gebouwen of gronden/253.02^; recognition/500.
Hoofdst.IV.Renten en aflossing van schuld. 34,780.
alsRonton van gevestigde schuld 3780 aflossing van schuld
gewonc/ 10,000; b. builengewone 21,000.
Hoofdst. V. Uitgaven in de vorige hoofd-
stukken niet begrepen2,051.
alsKosten voor het voercn van gedingcn 1 idem van rcgts-
kundig of technisch onderzoek 1250; onderzoek der te verkoopcn
veengrondcn en toezigt over de veenderijen 800.
Hoofdst. VI. Buitengewone uitgaven 27,600,
alsAanleg van nieuwo werken f 8800 buitengewone berstcl-
lingen 18,800.
Hoofdst. VII. Onvoorziene uitgaven. 5,240.10
Totaal der Uitgaven. 236,884.12s
ONTVANGSTEN.
Hoofdst. I. Ontvangslen ivegens vroegere
diensten3,167.84
als: Balig saldo der laalsle rekening 27C7.8#; reslanten van vo
rige diensten 400.
Hoofdst. II. Heffingen van versehillen-
den aardnihil.
Hoofdst. HI. Ontvangstennit bezittin-
gen en regten voortvloeijendef 40,620.28
alsRenlen van kapitalena. inschrijvingen op de groolhoeken der
nalionale werk. schuld/2.23; b. wegens voorgeschoten gelden 100;
liuur of paclit vpn ianderijen gebouwen en veenderijen f 28,737.05
ophrengst van grasgewas 5000 idem van den lioulliak 50 -
opbrengst of pacht van jagt en visscherijen 2128recognition op-
slnlregten 4600; idem, llitwegen 3.
Hoofdst. IV. Verschillende inkomsten 386.62 s
alsBoeten 200vergoeding voor diensten door den polder aan
andere waterschappen bowezen 126.624; opbrengst van verkrijghaar
gestelde stukken 10; verschillende kleine inkomsten 50.
Hoofdst. V. Buitengewone ontvangsten. f 21,500.
als: Verkoop van onrocrende goederen 21,000 idem van roerende
goederen 500.
Hoofdst. VI. Onvoorziene ontvangsten f 1,000.
Hoofdst. VII. Omslagen ,,170,209.38
als: Gewone omslag over 17020 bunders, 93 roeden89 ellon, a/10
per bunder 170,209.38.
Totaal der Ontvangsten. 236,884.12 s
B A L A N S.
Ontvangsten236,884 12s
Uitgaven236,884.12s
Batig Saldo.
nihil.
Aldus ontworpen door Dijkgraaf en Ileemraden van den
Haarlemmermeer-Polder, in hunne vergadering van 12 Nov. 1869.
J. W. M. VAN DE POLE, Voorzitler.
■I. C, VAN 0E BLOCQUF.RY Secretaris.
Aan de Memorie van Toeliciiting, bij deze Begrooting
behoorende, ontleenen wij het volgende
Hoofdstuk I.
Art. 5. De reiskosten van den. Hoofdopzigter worden op /700.alzoo
200.hooger dan voor 1869, geraamd.
Art. 11. Druk- en Bindwerk wordt f 150.hooger geraamd dau voor
1869, daar de ondervinding leert dat het uitgetrokken cijfer van /500.
niet voldoende is.
Hoofdstuk II.
Art. 1Onderhoud van shdzenbruggen en duikers. Het onderhoud
dozer werken is aangenomen tot ultimo Maart 1870als wanneer versehijnt
de laatste termijn, zijnde de lielft der aannemingsom of 2145.50. Het
voornemen bestaat om, even als in 1869 is geschied, deze werken, met
uitzondering der bruggen, op nieuw aan te besteden voor den tijd van een
jaar, en de helft der aannemingsom betaalbaar te steilen in 1870, waarvoor
gerekend wordt f 2076.Voor aanschaffen van nrijl- en rolpalen, peil-
schalen, onderhoud van sleuven in het ijs 340.Voor de bruggen in
den polder, waarvan het onderhoud in eigen beheer zal geschiedcn, wordt
gerekend noodig te zijn 4470.Voor onderhoud van beweegbare brug
gen, ponthavens, woningen en aaalegplaatsen 680.Herstel van de
bruggen over de Hoofdvaart en den- Bennebroeker- en Lisserdwarsweg, op
de wijze als in 1868 de bruggen in bet Hoofddorp zijn hersteld 3200.
Te zomcn 12911.50, dat is 2088.50 minder dan in 1869.
Art. 2. Het onderhoud van kadendijken en beschoeijingen is aange
nomen voor den tijd van 3 jaren, eindigende ultimo February 1870, door
J. van den Heuvel, voor f 20,469.van die som moet worden be
taald in 1870 een zesde gedeelte 3411.50 Het voornemen bestaat om
dit werk voor den tijd van drie jaren uit te besteden. De eerste ter
mijn groot 1/6 deel der aannemingsom wordt geraamd te bedragen /4900.
YVijders wordt nog noodig geacht voor de kade van den Schinkelpolder
1000.Voor buitengewone herstelling van verschillende polderkaden
2000. Te zamen 11,311.50, dat is 2811.meer dan in 1869.
Art- 3. Onderhoud van. wegen f 29000.Een bedrag van driehonderd
gulden wordt aangewezenom daarnit aan elk der opzigters van den
Cruquius Lijnden en Aalsmeer eene personele toelage ad /100.toe te
kennen, wanneer naar het oordeel van het Dagelijksch Bestuur bet on
derhoud der wegen in de afdeelingen der geinelde opzigters tot geene klagten
aanleiding geeft en die personele toelage alsdan voor bet vervolg te besten-
digen. Wordt voorgesteld om bij de 17 tegenwoordige vaste wegwerkers,
nog 2 vaste werklieden aan te steilenals voor den Spaarnwouderdwars-
weg en de 9000 ellen Aalsmeerderwegalwaar de proef tot afschaffing
der wegwerkers, blijkens missive van den Hoofdopzigter n°. 385, van 25
Augustus jl., ongnnstige uitkomsten heeft opgeleveiaG
Art. 4. Onderhoud van ponten en roeibooten. Dit onderhoud is aange
nomen voor de som van 1869.voor den tijd van 3 jaren, eindi
gende ultimo April 1870. Van dat bedrag moet in 1870 betaald worden
155.75 Het voornemen bestaat om in 1870 op nieuw aan te besteden
voor geiijk tijdvaken dat vermoedelijk evenveel zal kosten als tot heden
dat is ongeveer/ 644.25. Te zamen 800.
Alt. 5. Onderhoud van kanalenvaarlen en slooten. Het kroozen van
vaarten en togten wordt geraamd op f 3917.Voor bet opruimeu van
eenige ondicpten in de vaarten en togten wordt geraamd 8300.Te
zamen /12217.dat is f 3267.meer dan in 1869.
Art. 6a. Voor bet onderhoud van de werlrtuigen met hunne onroerende
goederen en gercedschappen is noodig: voor den Leeghwaler f 1930
voor den Cruquius f 2830.— voor den Lijnden f 6360.— en voor on
voorziene werken 1080.—Te zamen/12200.—dat is631.—minder
dan in 1869 is toegestaan. Dat het bedrag voor den Jjynden zoo aanzieniijk
hoogei is uitgetrokken dan voor de overige werktuigen, i9 een gevolg van
den voorgestelden aankoop van een nieuwen zuiger ad 2500.—welk
bedrag voor 18G9 was toegestaan, maar niet is verbruikt, daar in dat jaar
geblcken was er geen behoefte aan een nieuwen zuiger bestond.
Ait. 6b. Kosten van hrandstoffen, olie, smeerenz. De berekening van
den Hoofdopzigter geeft aan eene werking van 5000 uren, als het ge-
middclde waarop de working der stoomtuigen moet worden gesteld, tegen
een verbruik van 111 mud per uur, is 57500 mudden. De prijs per mud
gcsteld op 0.61, bedragen de kosten daarvan 35075.—. Aan diverse
uitgaven 425.—. Verbruik van olie, smeer enz. 8009.90 Te zamen
38509.90 Het uitgetrokken bedrag voor 1870 is ruim 2700 lager dan
voor 1869 toegestaan. Het Dagelijkscb Bestuur is echter van oordeel, dat
bet cijfer voor stecnkolen cn smeermiddelen op geiijk bedrag als voor 1869
is toegestaan, behoort te worden uitgetrokken, om gedekt te kunnen zijn
wanneer in 1870 eene veelvuldige werking der stoomtuigen noodzakelijk is.
Art. 6c. Bezoldiging van machinislenmolenaarsenz. Dit bedrag is
op 12600.— geraamd; aangezien de stokers en kolenrijders, wanneer zij
buitcn de stoomtuigen werkzaam zijn, als verwen en teeren van bruggen
en andere wcrkzaamhedenuit die artikelen betaald worden, wordt het
bediag van f 12600. verminderd met f 800.en verblijft alzoo
11800. Het voornemen bestaat om aan de machinisten Holla en
P. Bras eene verbooging van f 1 's weeks te geven, en eene verhooging
van 0.50 per week aan den stoker J. van Schooten.
Art. 8c. Voor bet onderhoud der gebouwen van de stoomtuigen wordt
PRIJS DER ADVERTENTiei*
van 16 regels 75 Cent, elke regel meer 12'/, Cent.
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
uitgetrokken: voor den Leeghwater/3256.—voor imCntqnius/4182
voor den Lynden f 1692.50. Te zamen 9130.50 Deze belangrijke ver-
booging van dit onderhoud, in vergelijking met de toegestane sommen voor
1869, is een gevolg van de belangrijke herstelling aan de stortvloeren van
den Cruquius en Leeghwater-. In 1869 is de stortvloer van den Leeghwater
voor een derde der oppervlakte geheel vernieuwd. Het voornemen bestaat
om in 1870 weder een derde gedeelte geheel te vemieuwen. Voor den
Cruquius bestaat het voornemen om de vernieuwing van den stortvloer in
twee jaren te doen. De eene helft in 1870, de overige in 1871. Mogt bij
het herstel der stortvloeren blijken, dat de geraamde sommen te gering
zijn dan kan ook uit de post Onvoorziene Uitgaven dit artikel wordeu
verhoogd. Dit onderhoud is tbans uitbesteed tot 1°. Maart 1870. Het
voornemen is om bet nieuwe onderhoud weder voor den tijd van een iaar
uit tc besteden.
Art. 10. Kosten van Irandverzekering worden f 1.lager geraamd.
Hoofdstuk III.
Art. 3. B'mnenlandsche kosten. Indien het ontwerp-besluit der Stateu
van Zuid- en Noord-Holland tot opheffing der ambachten van kracht wordt
zoo zal de afkoop, in 1870 cn 1871 te betalen, eene verbooging van dit
artikel ten gevolge hebben, waarom dit artikel 150.— hooger is
geraamd dan voor 1869.
Hoofdstuk IV.
Art. 1. Renten van gevestigde schuld f 3780.—. De schuld op den
polder gevestigd, bedraagt op 1° January 1870: 1°. van de geldleening
groot f 120,000.A 4} pCt. 's jaara, nog f 41000.2° van de
80000.— van den Hecr Mr. J. P. A. v. Wickevoort Crommelin geleend
a 4£ pCt. 's jaars, nog f 48000. du9 te zamen nog f 89000.De
aflossing van zes aandeelen ad 1000.der leening van 120000.zal
plants hebben op 1° Julij 1870, pp welk tijdstip aan den Heer Mr. J. P. A.
van "Wickevoort Crommelin, volgens gemaakte overeenkomst, moet worden
terag betaald 4000.-Voorts: zes maanden rente van 41000
/922.50; idem van/35000.—/787.50; idem van/48000 /lOSO
idem van 44000.— 990.—. Te zamen 3780.—.
Art. 4. Aflossing van schuld f 31000.—. Volgens art. 6 der voor-
woarden van de geldleening ad 120000, zes aandeelen ad 1000.—
J 6000.—. In 1870 eindigt de verveeniug der perceelen in 1862 ver-
kocht, en komt met 1° Maart de besebikking van den ondergrond aan
den Polder. Worden, even als in 1869, die gronden verkocbt, bedragende
ongeveer 26 bunders, alsdan zal vermoedelijk eene buitengewone aflossing
kunnen plants vinden van 21000.—, en volgens de bepalingen bij de
overeenkomst met den heer Mr. J. P. A. van Wickevoort Crommelin be-
dongen/ 4000.—. Te zamen 31000.—.
Hoofdstuk V.
Art. 3. Toezigt over de veenderijen. De bezoldiging van den Opzigter
wordt voorgesteld te verhoogen met 1.— 's weeks, op grond van de
toenemmg der werkzaambeden en van hunne belangrijkheid, nu bij van
de vele Veldwegen, die in koop worden gevraagd, de vcenwaarden moet
"A, aUoo gebragt op 677.86. Voor veenboringen enz.
f 1-2.14. Te zamen f 800.dat is f 100.meer dan in 1869.
Hoofdstuk VI.
Art. 1Aanleg van nieuwe werken, als: 1°. voltooijen verdeelde kolen-
loods aan den Lgnden f 3000.2°. verdeeling kolenloods aan den Cru
quius (voor de helft) 3000.— 3°. werken tegenover de aanlegplaats
aan de polderkaden 1000.— 4°. een bevel in Sectie LL/ 600.— -
5°. pontwachterswoning aan het Nieuw-Meer 1200.—. Te zamen
8800.dat is 8425.minder dan in 1869 werd toegestaan.
Art. 2. Buitengewone herstelling en, als 1°. ophoogen van jaagpad en
bermcn f 10500.2°. ophoogen der bermen van de wegen in den
Polder/500.—; 3°. verbeteren Ringdijk /3000.—4°. verdieping Itiug-
vaart bij het Nieuw-Meer f 1800.-; 5°. idem bij het fort Sehiphol
J. 3U° 6 herschietmg wegslooten 500.— 7°. onderhoud beplan-
tingen 1400. 8°. buitengewoon opzigt 800.—Te zamen f 18800.—.
dat is f 6800.meer dan in 1869.
Hoofdstuk VII.
Art. 1. Onvoorziene uitgaven worden voorgedragen op 5240.10.
Hoofdstuk I.
Art. 1. ITet saldo der rekening 1868 is f 2767.84.
Hoofdstuk III.
Art. 3. De opbrengst of pacht van Ianderijen bragt in 1869 op: aan
Ringdijken en Polderkaden 12113.huur van gebouwen f 100.-
idem van gronden 800.Door de koopers van de perceelen veenslik
moet worden betaald 15724.05. Te zamen 28737.05.
Alt. 4. Opbrengst van grasgewas. In 1869 is het grasgewas der wegen
v«pacht vool 4904. waarom nu f 5000.— wordt voorgedragen.
Art. 5. Opbrengst van den houthak f 50dus 50.— minder voor-
ledragen dan in 1869.
Art. 6. Opbrengst of pacht va,n jagt en visscherij. Het vischwater in de
Rmgvoart is verpacht voor den tijd van drie jaren, eindigende den 30 April
18/2 per jaar voor 923.—. Het vischwater in den Polder wordt ge
raamd op den tegenwoordigeu paclit 1205.—. Te zamen 2128.
Daar de dijksgronden meerendeels in verveening zijn, beteekent de jagt weinig.
Art. 7. De opbrengst der recognition aan opstalregten /4600.—wordt
dus 200.hooger voorgedragen.
Hoofdstuk V.
Art. 1. Verkoop van onroerende goederen. De opbrengst wordt geraamd
op 21000.dat is 6000.meer dan in 1869 werd toegestaan.
Art. 3. Verkoop van roerende goederen wordt op f 500.—, een geiijk
bedrag als voor 1869, voorgedragen.
Hoofdstuk VI.
Art. 1. Onvoorziene Ontvangsten worden geraamd op f 1000.dat is
f 1000. minder dan in 1869. In dit bedrag zijn begrepen de saldo's
van registratie-gelden, kortingen op vroegere betalingen.