I
- 46 -
wssmtmmmm
AANBESTEDINGEN.
Politick Ovcrzigt.
18 24 Maart.
m
Oemengde ISeriglen.
Jttgezottbctt.
m
November de derde koe, uit Purmerende af komstigongesteld
werd. Ik liet ook dit beest terstond slagten en het bleek,
dat bet ook aan longziekte had geleden.
„Daar in de beide laatstgenoerade gevallen de tijd van
oritwikkeling der ziekte zeer kort was geweest, schijnt de
smetstof in het eerste tijdperk te zijn vernietisrden de over-
plaatsing op andere te zijn voorgekomen. Allhans, tot heden
toe (het sehrijven van den heer Vetman is gedateerd 13 Ja-
nuarij 1870) heeft zich bij geen der koeijen welke met de
twee laatst aangetasten geweid hebben eenig spoor der ziekte
vertoond.
„Het is bij mij boven alien twijfel verheven, dat de drie
koeijen, door welke de ziekte tot drie maal toe zich ten
mijnent heeft geopenbaard, afkomstig waren uit een stal
waar de ziekte heerschte. Eindelijk blijkt uit het verhaalde
ook, naar ik meendat de kiem der ziekte zeer lang kan
aauwezig zijn, eer deze dien graad van ontwikkeling verkrijgt,
dat zij zich door ongesteldheid kenbaar maakt. In het laatste
geval had dit eerst na zeven maanden plaats.
„Ziedaar, wat de ondervinding aangaande de longziekte
door mij verkregen mij in de gelegenheid stelt mede te deelen.
„Het resultaat, dat ik heden verkrijsren moat, schijnt mij
zooveel gunstiger toe, boven hetgeen door af/.onderen en door
hoop op beterschap verkregen wordt, dat ik niet aarzelde
mijne ondervinding bekend te maken hopende daardoor iets
te doen in het belarig der groote zaak."
Door het Provineiaal Bestuur in Noord-Holland is den 17
Maart 1870 te Haarlem bij enkele inschrijving aanbesteed
1°. het bottwen van eene loods tot berging van materieel van
den Rijks-telegraafbij het Spaarne, te Haarlem; daarvoor
was de minste inschrijver de heer J. N. Boers, te Hontrijk
en Polanen, voor 5097; 2°. het onderhoud van de
bakens in het Y en in de Voor-Zaan, van 1 Mei 1870 tot
1 Mei 1871; daarvoor was de ininste inschrijver de heer J.
Leguit, te Zaatidam voor f 645.
Het hoog geregtshof te Tours behandelt deze week het kri-
mineel proces tegen prins Pierre Napoleon Bonaparte; een
veroordeeling van den beschuldigde is te verwachtenmaar de
hem op te leggen straf zal, naar men vermoedt, niet zeer
streng zijnomdat uit de omstandigheden die den moord
door den prins op Victor Noir gepleegd, zijn voorafgegaan
of hebben vergezeldwel eenigzins blijkt of op te maken is
dat 's keizers neef in staat van wettigen tegenweer heeft ver-
keerd en uit zelfverdediging den jeugdigen redakteur der
Marseillaise het leven heeft benomen. Ofschoon de versla-
genwelke de fransche en buitenlandsche biaden van de
teregtzittingen te Tours leverenhpt voornaamste nieuws uit
Frankrijk zijn, is ook op diplomatiek terrein iets belangrijks
te vermelden. Dat die gewigtige tijdingen het koncilie te Rome
betreffen, zullen onze lezers wel raden. Napoleons minister
van buitenlandsche zaken zendt geen specialen vertegenwoor-
diger naar die oekumenische kerkvergadering; of gtaaf Daru
van zijn aanvankelijk voornemen uit eigen beweging is terug-
gekomen dan wel of hij een niet openbaar gemaakt antvvoord
van kardinaal Antonelli onlvangen heeft, waarin deze hem
onbewimpeld verklaarde, Spaar die moeite, wij laten uwen
gezant toch niet toe!" weet men niet; maar zoo veel is
zeker dat de andere katholieke mogendheden nu ook niet meer
nan de afvaardiging van zulk een gevolmagtigde deuken. Wat
zal er met de fransche bszetting te Rome gebeuren als het
koncilie besluiten mogt nemen die Frankrijk als een inbreuk
op zijn publiek regt aanmerkt? De beantwoording dezer vraag
houdt op dezen oogenblik de politieke mannen ernstig bezig,
en wij mogen aannemen dat zij een der hoofdonderwerpen
van behandeling in den franschen ministerrnad is. Keizer
Napoleon zal in deze zaak, gelijk in alle andere, niets doen
zonder zijne ministers, en deze ontvangen telkens meer blijken
dat de souverein opregt en eerlijk het nieuvve regeringstelsel
wil in toepassing brengen, waarmede hij oulangs als nieuw-
jaarsgeschenk het keizerrijk begifligde. in het Wetgevend
Ligchaam heeft de heer Jules Simon aanvankelijk nog al ge-
luk gehad met zijn voorstel tot afschafling der doodstraf.
Vele hadden gedacht dat dit eenvoudig zou worden ter zijde
gelegd, maar met 112 tegen 97 stemmen werd besloten het
door de afdeelingen te doen onderzoeken. De cijfers det
meerderheid en der minderheid hebben wel eenige betetkenis.
Dat de leden van het kabinet der Tuilerien het eens zijn,
is voor het hootd van den Staat een groot voordeel, hetwelk
de keizer van Oostenrijk mist. De cisleithaansche ministers
zijn het niet eens, en dit gebrek aan zamenwerking vertraagt
aafimerkelijk de ontwikkeling der konstitutionnele en liberale
beginselen in de oostenrijksch-hongaarsche raonarcbie. Otilangs
is het kabinet pas gewijzigd geworden en nu treedt weder
een minister af; Dr. Giskra, die aan het hoofd van het de-
parlement van binnenlandsche zaken staat, vraagt ontslag, en
de keizer zal het hem vermoedelijk verleenenverschil van
meening met de andere ministers over de bepaling van het
tijdstip waarop de groote verandering van kiesstelsel door den
Rijksraad zal behandeld worden, is oorzaak der bedoelde
aftreding.
Als ware het ontslag vragen van ministers besmettelijk
ziet men dikwijls dat wantteer zoo iets in een land gebeurt,
in andere lauden belzelfde feit zieh voordoet; deze keer
hebben wij twee van die gevallen: in Spanje en in Wurtem-
berg. In eerstgenoemd (koning ?)rijk heeft admiraal Topete
voor de tweede maal het departement van marine verlaten
en in den zuid-duitschen Staat hebben al de ministers hunne
portefeuilles ter beschikking van den koning gesteld. Wat
bewoog Topete otn uit het kabinet te treden? Zijne gehecht-
heid aan de zoogenaamde unionistische partij. Deze is in
oumin geraakt met de radicale partij, en ofschoon beiden de
omwenteling van 1868 hebben bewerkt, doen zij nuzonder
bet juist te willen haar best om de partij der republiekeineu
te bevorderen. De breuk is ontstaan tengevolge van de ver-
werping in de Cortes van een voorstel van fiuantielen aard
hetwelk echter maar een voorwendsel is geweest; politieke
woelingen teisteren hij voortduring het ongelukkige land; de
koningin is verjaagd; de Bourbons zijn van den troon ver-
vallen verklaard, en toch laten orde en rust veel te wenschen
over. De regent zelf, maarschalk Serrano, gevoelt zich naar
het schijnt niet erg op zijn gemak; althans er is sprake van
zijn voornemen om die hooge waardigheid neder te leggen.
Yoor de schatkist is voor het oogenblik weer een weinig ge-
zorgdhet ontwerp van wet lot de uitgifte van schatkistbil-
jetten is aangenomen. Van de geregtelijke vervolging tegen
den hertog van Montpensier, wegens het doodschieten van
don Enrique in een duel, is nog niets vernomen.
Maar bijna vergaten wij de reden te melden waarom het
kabinet van Stuttgart ontslag verlangt. De zaak is dnod een
voudig. De wuitembergsche regering wil eerlijk nakomen hare
verbindtenissen tegenover Pruissen (of liever den Noord-Duit-
schen Bond) aansiegaan, en dus moet het koningrijk Wurtem-
berg in staat zijn om, zoo noodig, d. i. indien het duitsche
grondgebied bedreigd wordt, een leger ter beschikking van
den koning van Pruissen, als president van den Bond, te
stellen. Soldaten worden daartoe vereischt en het onderhoud
van die soldaten kost geld dit geld heeft de regering bij de
Tweede Kamer aangevraagddoch de kommissie die deze
aanvrage onderzochtzegt dat de kamer ze niet moet toestaan,
en nu verklaren de ministers datbijaldien de noodige som-
men niet verstrekt worden, de koning andere raadsmannen
kan kiezen.
Misschien hebben wij de volgende week weder de aftreding
eens ministers te herigten. In Beijeren pruilt de minister van
oorlog, omdat de kommissie der Tweede Kamer de begrooting
van zijn departement zoo onmeSdoogend en verschrikkelijk be-
snoeid heeft.
Wij spraken zoo even van den Noord-Duitschen Bond; hem
betreffende kunnen wij mededeelendat de Rijksdag ijverig
aan den arbeid is om het strafwetboek vast te stellen. Uit
den aard der zaak duren de discussien lang.
In Fmgeland blijft de ierschc kwestie aan de orde in het
Lagerhuis. In afwachting van het te nemen eindbesluit over
de zoogenaamde landbill voor Ierland (de wet regelende het
grondbezit, de grondhuur en de verhouding tusschen land-
heer en paehter), heelt de minister Gladstone zieh te verheu-
gen in de aanneming bij tweede lezing van de wet tot be-
scherming van het leven en den eigendom in genoemd derde
deel van het vereenigd koningrijk. Slechts 13 van de 438
tegenwoordige leden hebben tegen gestemd.
Belgie heeft zijn kiesstelsel gewijzigdvoortaan zijn alle
burgers, die gedurende drie jaren eene middelbare school of
eene school voor volwassenen bezocht hebben, kiezers voor
de provinciale staten en de gemeenteradenal betalen zij
maar de helft van den census bij de wet bepaald.
De koning van Zweden en Noorwegen ware door de verte-
genwoordigers zijns volks bijna verzocht geworden te verklaren
of hij het goedvond dat van jaar tot jaar zijn civiele lijst
(zijn inkomen uit de staatskas) verminderd wierde. Negen
stemmen meerderheid slechts deden het daartoe strekkende
voorstel verwerpen. Daarentegen heeft de keizer van Oos
tenrijk, als koning van Eongarijefl. 400,000 's jaars voor
een tienjarig tijdvak, meer gekregen.
De eenige Staat die tot dusverre geweigerd had deel te
nemen aan den afkoop van den Scheldetol, is eindelijk voor
eeuige dagen bij het traktaat desbetreffende toegetreden die
koppige Staat was het groothertogdom Mecklenburg.
De dieiistmaagd van den heer S., te Hoorn, gevoelde zich voor eenige
dagen, na het gebruik van haren hoterham, niet wel, doch durfde dit, uit
vrees van te worden uitgelagchen, niet zeggen. Daar echter hare ongesteld
heid toenam, werd zij dienaangaande ondervraagd en kwam men spoedig
tot het vermoeden van vergiftiging. Aan de vrouw die het brood leverde,
is reeds huisarrest opgelegd. De zieke verkeert in hoogst bedenkelijken
toestand.
Het kamp te Zeist zal in den loop van den aanst. zomer worden
betrokken door eene kompagnie van het bataillon mineurs en sapeurs en
door eenige kompagnien der verschillende regementen vesting-artillerie.
Door den heer A. W. Sijthoff, te Leiden, worden pogingpn aangewend
om eene letterzetterij voor meisjes op te rigten. Dit pogen is tot heden
met een goeden uitslag bokroond. Die inrigting komt onder het bestuur
van eene directrice, en zal voorloopig in een afzonderlijk gebouw worden
geplaatst. Zijn wij wel onderrigt dan zijn door den heer Sijthoff reeds
onderhandelingen aangeknoopt met damesregentessen van het gereformeerd
weeshuis, welke onderhandelingen tot een gunstigen uitslag hebben geleid.
De stoomboot Normandy, die in den nacht Southampton verliet om
naar Guernsey en Jersey, twee eilanden in het Engelsche Kanaal, te steve -
nen, werd gedurende den mist omstreeks vier uren in den ochtend nabij de
Needles door de Mary, van den Donau naar Londen bestemd, aangevaren,
met dat gevolg dat het achterschip der Normandy met de reddingbooten
en verschansing weggenomen werd, zoodat er slechts twee booten overbleven.
Daarin werden zeven dames, zeven heeren, de tweede stuurman en elf man
van het scheepsvolk, benevens de vrouw die de dames bediende gered. De
kapitein, de eerste stuurman, de twee machinisten, drie matrozen, twee
stokers, de timmerman, drie heeren, vier dames uit de voorkajuit en tien
reizigers, die op het dek waren, dus 32 personen, verdronken, doordien de
Normandy twintig minuten na het vertrek der booten zonk, onder de ver-
schrikkelijke angstkreten der ongelukkigen, die aan boord gebleven waren
en wier kermen op de twee uitgezette booten gehoord werd.
Te Krakau is dezer dagen, 96 jaar oud, een man overleden, die in
zijn tijd grooten naam had gemaakt, maar sedert vergeten werd, Gil Migota.
Hij was het, die Napoleon I uit het brandende Moskou redde, dank zij
de vlugheid van zijne paarden en de schranderheid waarmede hij langs
allerlei omwegen de kozakken, die het keizerlijk rijtuig vervolgden, wist
te ontkomen.
Aan de universiteit te Zurich heeft voor eenige dagen jufvrouw Morgan
uit Londen, voor een gehoor van meer dan vierhonderd personen, stellingen
verdedigd om den graad van doctor in de geneeskunde te verkrijgen. Met
glans doorstond zij de proef en met den meesten lof werd zij gepromoveerd.
Jufvr. Morgan is de tweede dame die te Zurich den doctoralen graad behaalde.
Te Wyoming, in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, is onlangs
een vrouw tot vrederegtster benoemd.
Het provineiaal geregtshof in Zuid-Holland (korrektionele teregtzit-
ting) heeft deze week de volgende zaak behandeld. Zekere van der Gussen,
een twaalfjarig verwaarloosd knaapje, had in den avond van 19 Nov. jl.
nabij de Maasstraat op de Willemskade te Rotterdam, arglistig weggenomen
twee stukken gietijzer ten nadeele van de heeren Levingston en Houwens
aldaar, en deze verkocht aan A. Brandel, een koopman op de Boompjes,
die daarvoor 34 cent betaalde, zonder aan den verkooper gevraagd te hebben
hoe hij aan die stukken was gekomen. De arrondissements-regtbank te
Rotterdam heeft bij vonnis van 27 Januarij 11. den verkooper schuldig
verklaard aan diefstal, en hem veroordeeld tot gevangenisstraf voor den
tijd van acht maanden en de kosten, en den kooper vrijgesproken, omdat
de bekentenis van die stukken te hebben gekocht geheel op zich zelve stond
en door geene enkele bekende omstandigheid ter teregtzitting was bevestigd.
Het hof, dat, na eerst bij arrest een nieuw getuigenverhoor te hebben be-
volen, de zaak andermaal behandelde, heeft vervolgens uitspraak gedaan.
Het heeft de schuldigverklaring van den eersten beklaagde gehandhaafd,
maar dezen veroordeeld voor den tijd van eene maand. Wat den tweeden
beklaagde betreft, wiens schuld hoofdzakelijk werd aangenomen op de ver-
klaringen van een zeventienjarigen knaap, die bijkans als medc-dader had
te regt gestaan, heeft het hof den gemelden koopman veroordeeld tot eene
gevangenisstraf voor den tijd van een jaar.
Te Groningen is men een afschuwelijke misdaad op het spoor geko
men. Voor ongeveer acht weken was de vrouw van den voermansknecht
Einhausen, wonende in de Molenstraat aldaar, plotseling gestorven, naar
men zeide ten gevolge van het misbruik van sterken drank, waaraan zij
zich trouwens maar al te zeer overgaf. Voor eenige dagen evenwel verkreeg
de politie inlichtingen, die haar noopten een nader onderzoek te doen in-
stellen naar de oorzaak van den dood van genoemde vrouw. Dit onderzoek,
door de justitie opgedragen aan de deskundigen dr. A. Th. Folkersma en
dr. A. F. Sormani, geschiedde en heeft tot de ontdekking geleid, dat ge
noemde vrouw hoogstwaarschijnlijk overleden is ten gevolge van eene toe-
gebragte verwonding in de borstholte. Naar men verder verneemt heeft de
man, die in verzekerde bewaring was genomen, zijne misdaad reeds bekend.
Voor ongeveer twee jaren werd te Heerenveen een bankbiljet van
f 100 met eenige andere voorwerpen gestolen. Als vermoedelijke dader
werd in het Politieblad genoemd en gesignaleerd zekere J. H. Strijkop,
maar de nasporingen naar dezen persoon bleven vruchteloos. De dief scheen
zich reeds zeker te wanen niet meer te zullen worden ontdekt. Voor eenige
dagen vervoegde zich althans de genoemde persoon aan het bureau van
politie te Groningen, wegens een geschil met eene waschvrouw aldaar. Hij
gaf zijn naam op, maar naauwelijks had men dien gehoord, of hij werd
aangehouden en onder geleide van een agent per spoor naar Heerenveen
getransporteerd.
Uit Noord-Amerika verneemt men weder een verschrikkelijke scheeps-
ramp die op den Mississippi is voorgevallen. De stoomboot Emma, die
van New-Orleans kwam en 50 passagiers aan boord had, stiet bij het
eilandje Chufe ep een onzigtbaren boomstam, en begon dadelijk te zinken.
Ten gevolge van den schok viel in de dames-kajuit een kagchel om, waar-
door brand ontstond. Om eerst de vrouwen te redden, wier aantal onder
de passagiers niet gering was, zette de kapitein een boot uit, doch door
den aandrang van !;en die er in wilden sloeg zij om. Toen liet de kapitein
uit balken en katoenbalen vlotten zamenstellen, en op deze gelukte het aan
vele passagiers zich te redden. Twaalf passagiers echter, waaronder zes
officieren, benevens het grootste gedeelte der uit 70 koppen bestaande be-
manning, gingen met hot schip te gronde.
Amicissimus
Altijd als ik dit woord boven een mijner brieven schrijf,
beteekent het iemand van wien ik magtig veel houd. Herinner
ik mij toch den gezelligen koutdie de verloopene winteravonden
voor mij zoo aangenaam en nuttig heeft gemaakt, dan heb
ik waarlijk wel reden om ook u zoo te noemen. Nog kan
ik bet niet vergeten met welk vuur gij spraakt over al de
koude door u geleden op de Noordpool-expeditie met kapitein
Hattaras, en hoe stellig uwe bewering was, dat nog dit
jaar het ware dan in dezen of den volgenden winter
eene strenge koude ons overvallen moest, daar sedert drie
eeuwen achtereen geregeld de waarneming gedaan was, dat
om de 41 jaar het weder zich door een buitengewoon lage
temperatuur ouderscheiddezoo als nog gebleken was in het
jaar 1829 ofschoon gij er terstond bijvoegdet, dat deze ge
regeld terugkeerende buitengewone koude ons van tusschen-
tijds invallende strenge winters volstrekt niet verschooude.
En dit werd door u gedoceerd op het einde van Januari,
toen de thermometer bij mij in den gang stond op 45° F.,
en dat met eene kracht van overtuiging, die mij, ongeloovige
aan de meeste zoogenaamde weervoorspellingen, een glimlach
om de lippen deed spelen. Hoe beschaamd en verwonderd
stond ik echter, toen daarop in Febrtiari die strenge en lang-
durige koude inviel I Vergun mij naar aanleiding hiervau u
eene vraag te doen, mijn zeergeleerde dr. Clawbonny! Wordt
het feit dezer om de 41 jaren terugkeerende koude ook door
andere waarnemingen bevestigddan door die waaruit gij
geput hebt? Zoo ja, houdt gij het dan voor eene Natuurwet,
en waarin vindt deze hare verklaring? Of bewaart de weten-
schap, even als over zoo menig ander vraagstuk hierover het
stilzwijgen en predikt zij ons alleen bescheidenheid Ziemet
de beantwoording dezer vragen zult gij zeer verpligten Uw
onderdanigen Dienaar.
Tot uwe geruststelling kan ik u mededeelendat onze
schoone zwarte kat, die zoo onderhoudend op uwe knie kan
zitten spinnen, volkomen wel is. Zij vervult bij ons de plaats
van een kind en heeft zelve in de negen jarendat zij onze
trouwe huisgenoot is geweest, reeds 13 kinderen het leven
geschonken. Gij, met uwe onophoudelijke stellingen en onver-
moeide becijferingenkunt gij mij bij benadering niet opgeven
hoe rijk mijn veestapel van katten had kunnen zijn,
indien ik het jong gedierte aangehouden had? Gij weet nog
wel, dat onze prof. Uilkens indertijd dergelijke berekeningen
heeft gemaakt omtrent de vermenigvuldiging van gelede en
ongelede dierenwelke voor land- en tuiubouw nadeelig zijn.
Doch ik begin in waarheid te vreezenu lastig te worden
met al dat vragenen tochop gevaar af dat gij mij zeer
vervelend zult vinden, veroorloof ik mij nog deze enkele:
hebt ge geen lust om lid van de Nederlandsche Koraal-
vereenigirig te worden? Ik ben een harer correspondenten,
en zou gaarne zien, dat bij de algemeene belangstelling, die
zij wekthare pogingen ook door u ondersteuud werden. Zij
verdient die ten voile Van onze gevierdste dichters de schoonste
woorden in dichtmaat, welke gezongen kunnen worden door
ieder, hoedanig zijne geloofsovertuiging ook zij, en die, vier-
stemmig gezet, prachtvol zijn in melodie en harmonie; deze
koralen bevatten het beerlijk middel in zich om het echt
religieuse gevoel in den mensch op te wekken en levendig
te houden. Voor^slechts f 0.75 's jaars verkrijgt gij regt op
de ontvangst van alle koralen in partituur en stemmen. Doch
gij moest liever Beschermer wordendat staat beter voor
iemand als gij, wiens lust het is nuttige zaken te bevorderen.
In elk geval zult gij wel zoo goed zijn mij hierop te ant-
woorden.
Gerust kunt gij thans uw gerimpeld voorhoofd ontplooien,
want vraagteekens zullen er van nu af niet meer in mijn
sehrijven voorkomen; alleen nog eenige mededeelingen van
hier, die ik weetdat door u gewaardeerd worden.
Den eersten Maart is weder de verjaardag van uw collega
doctor Heije voorbijgegaaneen man - vergeef mij, mijn
waarde Clawbonny! even goed en hartelijk als gij zelf
zijt. De leerlingen mijner school zijn weder, als in vorige
jaren, feestelijk door hem onthaald, dat door eene ongesteld
heid van mij, die zich aanvankelijk vrij ernstig openbaarde,
doch thans gelukkig voorbij is, eerst den 16 Maart heeft
plaats gehad Hoewel het schoolverzuim in het laatste jaar
minder was dan vroeger welligt ten gevolge van de op-
rigting van het schoolverboud 1 wees het echter op dien
dag een bijzonder gunstig cijfer aan, daar 90 leerlingen tegen-
woordig en slechts 3 door ziekte afwezig waren. Volop werd