- 82 - Polltiek ©verzigt. ©emengde SBerigten. UIT HET DIERENRIJK. 20 26 Mei. De boekweit is voor een groot gedeelte uitgezaaidter- wijl men in de veenen daarmede dezer dagen denkt te be- ginnen. Het veenbranden is in vollen gangofschoon wij wegens de gunstige windrigting geen last van de veendamp hebben. Over het geheel beloven alle te veld staande pro- ducten, met uitzondering van het winterkoolzaadeene be- vredigende uitkomst. Raalte, 22 Mei. Tot nu toe zyn de prijsnoteringen der wol, vooral van Duitsche zijde zeer laag. Men hoopt echter van de Fransche en Belgische wolfabriekanten spoedig gun- stiger prijsnoteringen te ontvangen. De winterroggedie nog voor weinige dagen zeer schraal te velde stondheeft zich sedert de vorige week zoodanig hersteld, dat men thans nog een zeer voordeeligen oogst van dit product verwacht. De aardappelen staan reeds boven den grond en de vruchtboomen zijn met buitengewoon veel bloesem bezet. Ofschoon er in de vorige week nog weinig gras in de weide was, is er thans reeds overvloed. Allerwege loopt het vee dan 00k in de weiden; het guste vee is sedert de laatste dagen echter niet zoo willig als in het begin dezer maand het geval was. Steenwijk, 23 Mei. De stand der veldgewassen is hier en in de omstreken over het geheel gunstig te noemende aardappelen, welke door de langdurige koude veel hadden geledcnkomen bijzonder bijzoodat daarvan eene goede opbrengst te wachten is; 00k rogge en haver staan goed. Over het verstand der dieren. III. Reeds Buffon heeft opgemerkt, dat de huisdieren kennis opdoendie zij in den wilden staat niet bezittenen na hem heeft men de waarneming gedaan dat kennis en aangeleerde bekwaamheden 00k erfelijk kunnen worden. De hondenrassen die men voortdurend op de jagt afrigt, brengen ten laatsten deze eigenschappen mede ter wereld. De jongen van uitste- kende jagthonden hebben boven anderen veel vooruit en leeren gewoonlijk alles wat van hen verlangd wordt, spoedig en gemakkelijk. Yolgens Oexmelin behielden zelfs in Amerika verwilderde Spaansche honden de kennis van de jagt, die zij van den mensch geleerd hadden. Knight nam een dasbond en een patrijshondbeiden nog geheel ongedresseerd mede in het vrije veld en plaatste ze zoo, dat ze een bunsing in het oog kregen. De dashoud gaf alle blijken van ongeduld de patrijshond bleef onverschillig, doch sloeg dadelijk aan bij het zien van een veldhoen. De eigendommelijke gang van het iersche paarddie het zich door een veeljarig rondtrekken op eenen moerassigen bodem aangewend heeftplant zich voort op zijne nakome- lingen in Engeland. In Columbiawaar de paarden reeds vroegtijdig in den telgang geoefend werdenis een ras ont- staandat van nature in dien pas gaat. Ook onze jagers- en ploegpaarden nemen beiden door den tijd elk een eigen- aatrlir^tv.1g<'w gff.5". /"Ul'tilji'01; Wk gOTbjlpeY6(1 hunne paarden ongesehikt maken voor den draf. Sommige eigenschappen der dieren gaan onder veranderde levensomstandigheden geheel verloren. Zoo verliezen volgens Leroy de verre nakomelingen van konijnendie altijd in hok- ken verpleegd werdenten laatsten geheel de neiging om holeu te graven, zelfs al geeft men hun de vrijheid weder; totdat bij herhaling terugkeerende behoeften of gevaren hen op nieuw van de noodzakelijkheid van het graven overtuigen. Ook in de dierenwereld komen enkele uitstekende indivi- duen voor, die zich door buitengewone gaven, door verstand en wilskracht, boven anderen van hunne soort onderscheiden daarvan dikwerf verrasscnde blijken geven en zich van het gezag over de andere dieren meester maken. Cuvier nam dit o. a. waar bij een bokdie maar een hoorn hadin den plantentuin te Parijs had een hond de heer- schappij over de anderen verworven; en een oerang-oetang hield volgens Grant de andere apen in orde, en dreigde hen dikwijls met een stok. Een honddie den postwagen zag aankomendreef een aantal schapendie op dten straatweg liependoor bijten en duwen op zijdewijl ze tot op het laatste oogenblik toe geene beweging deden om zich te ver- wijderen; zijn meester lag ter zijde van den weg te slapen. De koedrijversjongen van een pachter in Schotland liet door zijne slaperigheid het vee, dat hij moest hoeden, dikwijls in het land van de buren grazen; werd hij hierover bestraft, dan wreekte hij zich met zijne zweep op het vee. Een onge- hoornde stier scbeen te begrijpen wat de gevolgen waren van dit afdwalen der kudde, en stootte daarom elke koe, die de grenzen overschreed, ruw met zijuen kop terug en stelde zich dreigend over de anderendie te ver wilden gaan. Deze ver- standige waakzaamheid voldeed zoo in het oog loopenddat men den jongen voor ander werk kon gebruiken, zonder dat men vrees behoefde te koesteren dat het vee gedurende zijne afwezigheid niet goed gehoed zou worden. Bekend is het, dat de koeijen by het in de weide gaan elkander soms proberen; die dan de overwinning behaalt, wordt dien geheelen zomer ontzien en beslecht dikwijls de ge- schillen der anderenen ik weet van een honddiezonder dat dit hem geleerd wasde koeijen belette om uit het land over eene brug op de werf te komen; waagden ze dit, dan beet hij ze in de ooren. Troegel nam eens aan een cursus in de hoogere rijkunst deel; de pikeur liet de leerlingen zich oefenen in eene zeer moeijelijk uit te voeren quadrille. Een hunner begreep de zaak niet en stichtte door zijne onbekwaamheid gedurig ver- warring. Toen hij na verloop van een paar maanden nog niets verder gevorderd was, raadde de pikeur hem aan om alles eens geheel aan zijn paard over te latenhetgeen hij ook deed. Dit schrander dier voerde nu, zonder de leiding van hand of teugel, alleen op het bevel van den pikeur, alle bewegingen met zeldzame juistheid uit. Een fraaije olifant van een officier der armee in Beugalen kreeg dagelijksin het bijzijn van zijn meester, eene bepaalde hoeveelheid koren- voeder. Toen de officier eens op reis wasverminderde de oneerlijke oppasser die portie zoo zeer, dat de olifant al magerder en zwakker werd, Bij de terugkomst zijns meesters toonde het dier de grootste vreugde en op den gewonen tijd gaf de oppasser hem nu weder de voile portie voeder. De olifant verdeelde dit in tweeen, at het eene gedeelte gulzig op, doch liet het andere gedeelte onaangeroerd liggen. Deze in het oog vallende handeling bragt den officier op 't spoor van het gebeurde en de cornac bekende zijne oneerlijkheid. Toen men het aantal beeren in den plantentuin te Parijs verminderen wilde, gaf men hun koeken met pruisisch zuur. De slimme dieren wierpen deze dadelijk weg, maar toen ze honger kregen, waschten zij de koeken af en aten ze daarna tot groot vermaak der toesehonwers op; men herhaalde de vergiftigingsproef niet meer, zegt Elourens. Zelfs onder de schapendieren die anders op den trap van vernuft zoo laag staan, treft men schrandere en fijnge- voelende individuen aan, die dan groote gehechtheid aan be paalde personen toonen. Zoo weet ik van een moederloos lam, door eene vrouw met den trekpot grootgebragtdat haar, ook toen het al reeds volwassen was, overal als een hond naliepdie zelfde vrouw broedde eens een kippenei op hare borst uit en ook deze kuiken en later die kip volgde haar overal. Een buitengewoon kloeke kraanvogel voerde volgens Nau- mann het gezag over de gezamenlijke huisdieren, dreef de afdwalenden bij de kudde terug, paste, als er niemand bij wasop de ingespannen paarden en beslechtte alle geschillen. De in het jaar 1800 te Zurich levende rector Heidegger bragt eene jongen uit het nest genomen raaf groot, met bet doel om hem dan weder te laten vliegen, wat de vogel ech ter niet verkoos en zich niet van het huis verwijderde. Als hij eerst bij de hoenders volop gegeten had kwam hij tegen het etensuur in de kamer en posteerde zich tusschen den hond en de kat, die hij de toegeworpen brokken voor den neus wegkaapte. Nu eens krijschte hij zijn eigen naam uit, dan weder blafte hij als een hond of kraaide als een haan en voerde allerlei kunstjes uit, ofschoon men hem nooit iets geleerd had. Had hij iets weggenomen of verscheurd en was hij daarvoor bestraft gewordendan vloog hij ver weg of boven op het dak en leed dagen lang honger; later be greep hij reeds uit de gebaren of men naar den rotting zocht. Bij zijne terugkomst bragt hij het stuk geld of iets anders dat hij ontvreemd of weggestopt hadweder mede. Hij viel alle dieren, zelfs honden aan, trok de kippen bij hare staarten terug als ze eerst uit den voerbak wilden etenher- stelde den vrede onder haar, en werd door alien gerespecteerd. Met den huishond was hij bijzonder bevriend, zocht zijne vloojenblafte met hem tegen vreemdelingenvervolgde de bedelaarsscheurde hunne kleederen, wierp hunne kinderen op den grond en nam hun ook wel het opgehaalde brood en geld af en vloog daarmede weg. Hij hielp het onkruid uit- wieden en paste op de kleine kinderen in de wieg; buiten de deur gesloten, bootste hij het kloppen van een bekende na, zoolang tot men opendeed; hij wist naauwkeurig wat het luiden der middagklok of de aankomst van gasten be- duiddeen kwam dan van verre weg naar huis vliegen hij opende ieder slot waar de slentel instak zoo ook het deksel ?8Gnflpffij h§ktr<?)?v8Bav%'i\;neRfllvl?'J?n{snetosgeze?secnapC'van rmenn- ,schen die hij alles nadeedzoo als koffij drinkenniezen in boeken bladerenenz. Heidegger meent, in meester Gerrit zat, zonder eenige op- leiding genoten te hebben, meer verstand, behendigheid en list dan in menigen knaap van 17 of 18 jaar. Een zwarte wijfjes-kraai bij Oberreutendorf toonde, volgens Brehm (de vader), vooral wanneer ze jongen hadeen be- wonderenswaardig beleid en vrijpostigheid. Werd b. v. over eene drift ganzen geen behoorlijk toezigt gehouden, dan doodde zij een der joDgen, pakte het bij den hals en vloog er mede weg, was er niemand in den omtrek, dan roofde zij de eenden- en kippen-kuikens. Ondanks haar geschreeuw ontstal ze aan de meid haar boterhamdie ze in den tuin op het gras neergelegd haden haalde bij de knechts het brood uit de zakken van hunne buizenals ze die, voor ze aan het werk gingenuitgetrokken haddenalleen door er steenen op te leggenkonden ze zich daarvoor vrijwaren. Brehm was dikwijls voornemens om op deze door ieder gehate kraai te schietenmaar dan vond hij het weer jammer om een genie, dat zulke lustige streken uitvoerde, te dooden en liet haar tien jaren lang hare potsen drijven. Meer ontwikkelde individuen kunnen anderen ook tot han- delingen bewegendie ze anders niet ondernomen zouden hebben. Zoo zag Wodzicki twee koppels patrijzen, die zeer goed zwommeniedere koppel volgde onbevreesd een onden haan als aanvoerder in 't water. Hij zegt: By vele vogels gaat wel is waar de ondervinding verloren, velen hunner worden door het gevaar niet behoedzamer, maar toch treft men onder alle soorlen enkelen aandie met een bijzonder goed oordeel en geheugen begaafd zijndie goed op alles letten en elk gevaar weten te ontwijken. NiewwveenGrasmaand 1870. D, van Htjlst. Ofschoon Napoleon III, even goed als de lezers van dit Weekbladreeds lang bekend was met den uitslag der stem ming van het fransche volk over de nieuwe grondwet des keizerrijksmoest die uitslag hem toch op plegtige wijze be kend gemaakt worden. Of hij zich nu hield als wist hy nog niets, kunnen wij niet zeggenmaar hij had nog de gelegenheid niet gehad zijnen dank uit te spreken voor de ruim zeven millioenen ja-stemmenen dit deed hij Zaturdag 21 Mei in het antwoord door hem gegeven op de toespraak van den voorzitter van het Wetgevend Ligchaamdie hem het officieel rapport betreffende het plebiscitum was komen over- handigen. De keizer en de heer Schneider lieten zich bij deze ceremonie in liberalen geest uit, en toch zijn vele Franschen niet tevreden met hetgeen de souverein en de voorzitter der volksvertegenwoordigers zeiden; nog is het getal groot van dezulken, die maar volstrekt geen vertrouwen in Napoleons liberale beloften stellen, en niet zijn terug te brengen van hunne ingewortelde meening, dat bij alles wat hij doet, hoe liberaal, hoe parlementair het ook schijne, een nevenbedoeling bestaatwelke is: behoudzoo mogelijk uitbreiding van het stelsel van persoonlijk bewindhandhaving van het zooge- naamde autoritaire keizerschap. Het is onze roeping niet in den strijd tusschen Napoleons voor- en tegenstanders te be- slissen maar kunnen toch de opmerking niet weerhouden dat zijne vijandenhoe gegrond ook vele hunner grieven zijn mogente streng in hun oordeel zijnen vaak vergeten welk volkje de keizer der Franschen voor en onder zich heeft. Het schijnt inderdaad dat wie over de Franschen goed regeren wil, met de eene hand geven, met de andere hand nemen moet. Dat Napoleon III deze taktiek volgt is bekend, dat de fransche Staat, de fransche natie er zich wel bij bevinden valt ook niet tegen te sprekenen met het oog op dezen toe- stand wordt onzes inziens te veel gevergd, als men de vrijheid in Prankrijk eischt en zich met een vrijheid niet tevreden stelt. Zoo veel is zeker datmet of zonder nevenbedoeling bij voortduring veel wordt weggenomen of opgeheven dat de regering van dwang en willekeur kenmerkte. Daartegenover staat echter de buitengewone gestrengheid waarmede de dagblad- pers behandeld wordt; de heer Emile Ollivier, minister van justitie, een man van wien men zulk een gestrengheid het minst verwacht hadis werkelijk een specialiteit op dit gebied en overtreft zijne voorgangers, Zal het nu onder de nieuwe drukpers-wet, eergisteren (25 Mei) aangenomenbeter gaan? Het is te hopen. In Engeland is het Lagerhuis eindelijk toch klaar gekomen met de behandeling der zoogenaamde iersche landbill, d. i. de wet regelende de wederzijdsche betrekkingen tusschen landeigenaar en landhuurder, de wederzijdsche regten en ver- pligtingen van pachtheer en pachter. 'De fenians blijven in dit koningrijk aan het woelen, en geen week verloopt of zoo al niet gepleegde misdaden, dan toch pogingen tot snoode bedrijven, zoo als moordbrandstichting en landverraadworden ontdekt, o-elijk nog voor eenige dagen op een der spoorweg-stations te Londen zelf het geval was. Wat de britsche regering doen zal om van Griekenland genoegdoening te eischen en te krijgen voor de moorden bij Marathon gepleegd weet zij zelve nog niet. Op al de interpellation in het Parlement die op deze zaak betrekking hebben, wordt door den minister van buiten- landsche zaken het eensluidend antwoord gegeven„Wij zijn nog niet met de bijzonderheden betreffende de zaak bekend." Het duurt intusschen zeer langen als wij wat te zeggen hadden, zouden wij wel zorgen voor wat meer spoed, ge- dachtig aan de spreukmen moet het ijzer smeden terwijl het heet is. De keizer van Oostenrijkof liever zijn cisleitbaansch kabinet Potocki, heeft een doortastende maatregel genomen. De moeije- lijkheden moede, die de landdagen (de kamers van vertegen- woordigers der tot de Kroon behoorende landen) onophoudelijk aan de regering in den weg leggen, is genoemd kabinet overgegaan tot de ontbinding van den rijksraad (tweede kamer) en van de landdagenmet uitzondering van den boheemschen, en tot het uitschrijven van nieuwe verkiezingen. Het is niet bekend of, in afwachting van den uitslag der verkiezingen, de thans geschorste onderhandelingen over een vergelijk met Bohemen hervat zullen worden; verraoedelijk echter zal dit wei net geval uaar ue regering jcrlo^r don buheemaulien landdag van den algemeenen maatregel uitgesloten heeft en gelijk reeds eenige malen is berigthoop heeft op de goede uitslag harer bemoeijingen. Nu de 7 8jarige Espartero zoo als in ons vorig overzigt is gemeldniet wil zijn koning van Spanjeen voor het oogenblik een vorstelijke kandidaat niet voorhanden is, dacht men dat de ministers in de Cortes zouden voor den dag ko men met het voorstel om aan maarschalk Serrano, regent des rijks, de koninklijke waardigheid op te dragen doch tot dus verre is zulk een voorstel niet gedaan. Intusschen is de aandacht op Portugal gevestigd, waar de 81-jarige maarschalk Saldanha met eenige bataillons soldaten een zoogenaamde paleis-omwenteling bewerkt, den minister Louie verjaagd en in diens plaats het bewind aanvaard heeft. Sommigen zijn niet vreemd aan het denkbeeld dat deze zoo genaamde paleis-omwenteling diehelaasmenschenbloed hee,ft gekost in verband staat met het dikwijls besproken plan om Portugal en Spanje te vereenigen onder een hoofd -. den koning van Portugal. De afschaffing der doodstraf was bijna gelijktydig een on- derwerp van beraadslaging in drie wetgevende kamerste 's Gravenhage, te Munchen en te Berlijn. Terwijl onze Sta- ten-Generaal tot die afschaffing beslotennam de volksvertte- genwoordiging in Beijeren het besluit tot behoud der dood straf en kwam de Rijksdag van den Noordduitschen Bond terug op zijn besluit tot afschaffing, door bij een tweede stemming het behoud weder te proklameren. Graaf Bismarckeen der warmste tegenstanders der doodstraf-afschaffing, heeft met veel talent den Rijksdag tot deze andere zienswijze gebragt. Uit Noord-Amerika is berigt ontvangen, dat de fenians een vijandelijken inval in Kanada hebben gedaan. Te Amsterdam zijn drie kinderen, twee van 5 en een van 7 jaren oud, spelende op een ijzeren gietkast geklommen, die op haren kant, met meer anderen, was geplaatst tegen een muur tegenover het hek van de fabriek de AtlaSi op de Zoutkeetsgracht. De kast viel om en verpletterde de drie kinderen. Dadelijk ingeroepen hulp kwam te vergeefs, zij waren reeds over- leden. Twee dezer kinderen waren uit een gezin. Te Winschoten is in den nacht van 18 op 19 Mei uit een der ver- ttekken van het spoorweg-stationsgebouw ontvreemd een vOor de aldaar gevestigde correspondenten der Nederlandsche Bank bestemd kistje met geld, inhoudende, naar men zegt, f 6000 aan specie. De dieven schijnen het kistje ter zijde van het stationsgebouw geopend te hebben en in hun bedrijf gestoord te zijn geworden. Althans men heeft den volgenden och- tend het kistje gevonden, alsmede ongeveer duizend gulden, die daarbij op den grond verspreid lagen. t)ok uit het buffet zijn verschillende zaken gestolen. Een later berigt meldt, dat de dief reeds te Groningen gepakt en een Duitscher is, genaamd Heinrich Windeler, 27 jaren oud, en dat hij eerst onlangs uit de gevangenis te Celle was ontslagen, waar hij ruim 5 jaren wegens diefstal was opgesloten geweest. Volgens zijne verklaring is hij door een openstaand raam in het stationsgebouw te Winschoten geklommen, vond in het goederenbnreau de kist met *geld, die hij naar buiten heeft gedragen, daar opengebroken, en zooveel van den inhoud meegenomen, als hij in zijnen reistasch bergen en dragen kon. De Held. Ct. meldt dat in den vroegen morgen van Maandag 16 5 visscherlieden van Huisduinen, op de hoogte van Callantsoog, door 4 personen, die van den Helder geroeid waren, zijn aangevallen. Twee Huis- duiners werden mishandeld en drie vonden het geraden te vlugten, terwijl hun vlet door de aauranders werd meegenomen en in zee gelaten. Zij heb-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1870 | | pagina 2