- 94 - Poiitiefc Overxifft. BlokzijI14 Junij. Was de algemeene gedaohte, dat de huurprijs der hooilanden, zoo buitengewoon hoog gestegen wel zou dalen, die verwachting heeft zich niet bevestigd. Althans bij eene verhuring, in de nabijgelegen gemeente de Kuinre, van pi. m. 70 hectaren uiterwaardenzijn sommige perceelen 100 pet. hooger gestegen dan ten vorigen jare. Klokzijl14 Junij. Het gras staat op de in deze streken over het algemeen laag gelegen landen bijzonder gunstig. Met het maaijen is een aanvang gemaakt. Aan drinkwater is hier groot gebrek. 1016 Junij. ruime opbrengst, uithoofde van de aanhoudende droogte en het afvvisselend schrale weder, sedert eenige dagen geheel verdwe- nen. Op vele plaatsen heeft het vee niet te grazenwaarvan dan ook het gevolg is dat het hooi, waarnaar veel vraagis, door de meesten wordt vastgehonden. Door deze weersge- steldheid gaan ook de haver, garst en vlas slecht vooruit, zoodat er reikhalzend naar regen wordt uitgezienzoo ook de beetwortelenwelker ongunstige toestand reeds op vele plaatsen zigtbaar is. Coevordeil, 10 Junij. De langdurige droogte en koude noorden- en oostenwind hebben een zeer nadeeligen invloed op de weilanden uitgeoefend. Yooral de eenigzins hoogijele- gene zijn bijna geheel kaal, zoo zelfsdat de veehouders gedwongen zullen zijn, behoudei)9 spoedige veranderina het vee op stal te brengen. De veehandel verkeert dan ook in een zeer lustelooze stemming. Op de veeinarkt, deze week hier gehoudenen die gewooulijk door een groot aantal vee- handelaars van heinde en verre bezocht wordt, waren nu slechts 2 kooplieden. Wanneer een waririe en overvloedige regen niet spoedig verandering brengt, is de schade voor de weideboeren niet te berekenen. Meppei, 12 Junij. Alhier heeft de jaarlijksche hooiverpach- ting plaats gehadwaarbij de huurprijzen p m. '/3 hooger liepen dan in 1869. De belangrijke aanfok van vee doet de hooiprijzen stijgenofsehoon men verzekert, dat de opbrengst aanmerkelijk minder zal zijn dan in het vorige janr. Uit de oostelijke deelen des lands ontvangen vvij zeer trcurige berigten omtrent den vernielenden invloed der nachtvorsten. Op vele akkers is de boekweit geheel en al vernield en moet op nieuw gezaaid worden. Ook de aardappelen hebben veel geleden, terwijl men ook voor de rogge vreest, die reeds in bloei stond. Algemeen is de klagt over gebrek aan regen. Wanneer de toestand van het weder niet spoedig ten eenen- male verbetert, zal 1 870 een zeer ongunstig oogstjaar worden. heventtr14 Junij. Ilet grasgewas der gemeente heeft dezer dagen bij publieken verkoop opgebragt 6725. Colmschate14 Junij. De nachtvorsten der vorige week hebben hier veel nadeel aan de veldvruchlen toegebrngt. Som mige akkers met boekweit zijn geheel bevroren; verder hebben vooral de boonen en aardappelen veel geleden. Verseheidene boeren in deze streken moeten thans eenige koeijen van de hand doeuom genoeg gras voor de overige te hebben. Dientengevolge was de aanvoer op de Deventer veemarkt heden zeer groot en waren de prijzen van het vee aanzienlijk gedaald. Leiden, 14 Junij. Met de doorlatirig van water uit Delf- land tot waterverbetering van Leiden en omstreken, is sedert Zondag naeht aan den Leidsehendam begonnen. Het vorige jaar begon die doorlating 22 Julij alzoo ongeveer 1 J/2 maand later, doch toen bestond er, in aanmerking genomen den overvloedigen regen en hoogen boezemstand, den geheelen zomer bijna geen behoefte aan toevoer van versch water. De behoefte daaraan liet zich thans echter reeds vroegtijdig ge- voelen. Terwijl het boezemwater sterk begon te daleu dag- teekent het nu reeds 4 maanden dat het onbednidend heeft geregend, daarentegen veeltijds fel heeft. gedroogdveel meer zelfs dan op dit tijdstip bij de droogte van voor twee jaren bekend was. Het aandeel dat Leiden dan ook tot heden van den watertoevoer geniet is nog gering, daar de polders aller- wege gretig hunne duikers openzetten om de zeer drooge, op sommige plaatsen verdorde weilanden rijkelijk te drenken. Niettemin vloeit het water, wegens de doorlating, genoegzaam toe om het bruikbaarder en zuiver te maken. Uit welken hoek ook de wind waait, hoezeer de lucht soras tot regen dreigt, de temperatuur is en blijft 'tot droogte gerieigd. Aan het Dagllad van Zand-Holland en 's Gravenhage wordt uit Qenderen van 13 Junij gesehrevenIn de naburige ge meente Wijk en Aalborg, bij den landbouwer A. van W.en in de gemeente Veen bij den landbouwer A. 13.is in eene hevige mate de longziekte onder de runderen uitgebroken. Op eene verregaand baldadige en onvoorzigtige wijze wordt met de zieke beesten te werk gegaan. Eergisteren morgen omstreeks 4 a 5 ore, lag er in Aalborg, midden op den openbaren weg, een zoodanig ziek rundbeest met de pooten bij elkaar gebonden, zonder dat de politie zich de zaak aanlrok. Let spreekt wel van zelf dat, indien men zoodanig met het aan de longziekte lijdende vee te werk gaat, en door de politie daartegen geene krachtige maatregeleii worden genomenhet te voorzien staat dat die ziekte onder de runderen in deze streek al meer en meer zal toenemen. Op de nietigste over- tredingen, met welker vervolgingen de kantongeregten als het ware overstelpt worden, wordt door de politie veelal ge- attendeerd; terwijl men het aan de longziekte lijdende of reeds gestorven vee ongemoeid laat vervoeren, slagten en rondven- tengelijk in de gepasseerde week bij herlialing van Wijk en Aalborg door Heesbeen en Doeveren naar Baardwijk heeft plaats gehadzonder dot de politie de zaak zich aantrok. Het is voor het behoud van den veestapel in deze streek zeer te wenschen, dat hoogere autoriteiten deze zaak zullen ter harte nemen. De buitengewone en aanhoudende droogte heeft ook l^ier aan onderscheidene veldvruchten de groeikracht ontnomen vooral het vlas is zoo zeer verachterd of terug gegaan, dat het meerendeel als verloren kan beschouwd worden; ook de wei- en hooilanden hebben zoodanig door de droogte geleden, dat de pryzen van het hooi van f 13 tot 26 de 500 kilo zijn gestegen; dientengevolge worden dan ook de hooilanden tot buitengewoon hooge prijzen verpacht. Omtrent den stand derveldgewassen enz. op het Hooge- landmet name Warffum en environsmeldt de Gron. Cour. het volgende Koolzaad wel veel uitgezaaid, maar door inin gunstig weder niet voordeelig aangeslagen en daardoor vele stukken reeds in den loop van den herfst onigeploegd. Door vorst en wind vooral in February, heeft het staan geblevene veel geleden, zoodat er in dit voorjaar nog een groot gedeelte moest worden omgebouwd, zoodat er betrekkelijk weinig is overgebleven. Hiervan koestert men wel goede verwachting, daar de plant lang en heerlijk heeft gebloeid, maar toch ook bespeurt men reeds hier en daar eene soort van witte made in de peul. In sommige stukken moet het vrij erg zijn en het getal dier insecten in eene peul aanzienlijk. Wintergerst ziet men weinig, omdat de landman in den zaaitijd er van door het natte weder niet op het veld teregt kon. Wat alzoo laat in den grond is gekomenbleef te achterlijken slechts het vroeg gezaaide, mits op krachtig land, staat er goed voor; over 't geheel genomen, lijkt het niet meer dan een half gewas te zullen worden. Van rogge en tarwe wordt hetzelfde gezegd. Van het eerst- genoemde geeft het omstreeks half December gezaaide beter verwachting. De tarwe is wel meestal door den winter ge komen, maar staat over het geheel schraal en dun. Zomerzaad wordt er zeer weinig, dederzaad meer verbouwd en dat wel vooral op omgeploegd gerstland de korrels liggen echter meestal nog droog en ongedeerd in den grond. Zomergerst ook, maar vooral haver is veel uitgezaaid. Wat vroeg genoeg aan den grond is toevertrouwdstaat er goed voor, het later gezaaide heeft door droogte geene gelegenheid gehad te ontkiemen. jBoonen (en hier kan niet anders sprake zijn dan van zoo- genaamde venne- of paardeboonenstaan uitmuntend, vooral die vroeg gezaaid zijn. Van de Brabantsche of roode klaver heeft de winter zoo goed als niets gespaard; de witte is er wat beter afgekomen doch staat er schraal genoeg voor. Vlas ziet men er lang zooveel niet als het gepasseerde jaar, en men denkt, dat de droogte den Stengel kort zal houden. Maar, wat ook van de wintergerst is gezegdhet tijdig gezaaide op besten bodemonderscheidt zich gnnstig van andere stukken. Met de aardappelen laat het zich aanvankelijk goed aanzien, en nu reeds mag men met grond voorspellendat zij wel uitnemend van kwaliteit zullen wordenmaar klein van stuk blijven. Deze vrucht wordt hier veel minder gekweekt dan vroeger, omdat de bouw er van in de laatste jaren slechte resultaten heeft opgeleverd. De vroege soorten zijn zoo goed als klaar. Er behoeft naauwelijks meer bijgevoegd te worden, dat alles op een milden regen wacht. Veel lijdt door de sterke aanhoudende droogte, en niet het minst de gras- en hooilan den, terwijl sommige werkzaamheden als bijplanten zetten tot zoo lang moeten uitgesteld worden. In de Groninger Courant leest men het volgende: Is reeds meermalen in dit blad de aandacht gevestigd op de nadeelen die voor den landbouw voortspruiten uit de wet op de jagt en vissc'nerij, met genoegen vernemen wij thans dat ook de kommissie van landbouw in dit gewest zich tot den minister van justitie heeft gewend om hare bezwaren daartegen uiteen te zetten en op de afschaffing der jagtwet aan te dringen. Na eerst te hebben gewezen op de in deze provincie nog bestaande jagtregten van anderen als overblijfsels van vroegere regtstoestanden,en op de nog geheel onbepaalde verhouding fusschen den eigenaar en den beklemden meijer, laat de kom-~ rnissie zich aldus uit Het nadeel der jagtwet bestaat vooreerst hierin, dat de landbouwer daardoor belemmerd wordt in de aanwending van middelen om zijne gewassen tegen schadelijk gedierte te be- schermen. Wij spreken hier nu niet van het grove wild herten en reeendie ontzaggelijk veel vernielendoeh in ons gewest niet voorkomen; evenmin van konijnen die hier zeld- zaam zijn, doch elders de grootste verwoestingen aanrigten en de zoo schadelijke en voor de zeeweriugen gevaarlijke zand- verstuivingen te weeg brengen; maar er zijn andere dieren die hier kwaad doen en tegen welke men zich niet genoeg zaam kan verdedigen, zoo als de wilde ganzen, die veel winterkoolzaad en ander gewas vernielende wilde duiven en de vrij uitvliegende duiven van geprivilegieerde duiventillen die veel zaad van koolzaaderwteuboonen enz. vernielen zonder dat eeriig noemenswaardig voordeel in het eten van onkruidzaden daar tegenover staat. Men zegge niet dat de eigenaar of gebruiker van eenen grond vergunning kan krijgen op voor hem schadelijk wild te jagen. Dit helpt iets, maar niet genoeg; want hij mag niet jagen na zonsondergangwanneer het juist de beste tijd is om sommige soorten van wild te betrappenen in den jagttijd mag hij, als hij geene, voor velen te kostbarejagt- akte heeft, in het geheel niet jagen en moet dus lijdelijk aan zien dat zijne met veel moeite en kosten aangekweekte ge wassen, zonder schadevergoediugverloren gaan. „Voor de provincie Groningen (even als voor rle overige deelen van ons land) heeft de jagtwet nog bepaaldelijk dij; gevolg, dat de jagers en hunne houden op zand- en veen- grondendie met rogge nieuw bezaaid of waarop de boek weit, boerenkool enz. nog niet ingezameld zijn, aan alle deze te veld staande gewassen groote schade doen. Een tweede nadeel der jagtwet is gelegen in de premien, die vaak gegeven worden voor het dooden van voor den land bouwer nuttige dieren. Wij bedoelen hier inzonderheid de wezels, van welke men weet dat zij ontzaggelijk veel veld- muizen dooden. Ten aanzien van de vossen is het onzeker, of het nadeel dat zij aan ons tarn gevogelte toebrengen niet grootendeels opgewogen wordtdoordien zij ook voor den landbouwer schadelijke dieren vernietigen. „Het middel otn de hierboven aangeduide groote nadeelen der jagtwet, die voor den landbouw door geen enkel voordeel worden opgewogenweg te nemenisnaar ons oordeel eenvoudig het op wettige wijze afschaffen van de geheele jagtwet. Hierdoor wordt een overblijfsel uit de middeneeuweu en eene zeer schadelijke uitzondering op het heilig regt van eigendom weggenomen. Elk landgebruiker, hetzij eigenaar, hetzij huurder of heklemde meijer, zal dan op de beste wijze zich kunnen verdedigen tegen alle schadelijke gedierte. Mogt het nog verder noodig geacht worden premien uit te loven voor het dooden van havikken of dergelijke roofvogels, dit zou gemakkelijk kunnen geschieden zonder dat daartoe eene afzonderlijke jagtwet noodig was. Dat elkbij het dooden van wild zich tot zijn grond hetzij eigen of gehuurd of bij beklemming in gebruik zijnde moet bepalen ligt, dunkt ons, in den aard van het grond- bezit, voor zoo ver het niet door partikuliere overeenkomsten gewijzigd is, en hiertoe behoeven dus geene afzonderlijke bepalingen gemaakt te worden. „Wij gelooven ten slotte uit naam van den geheelen neder- landschen landbouw te spreken, als wij verklaren, dat met de algeheele afschaffing der jagtwet een wezenlijke dienst aan den landbouw bewezen zou worden. Het groot belang van dezen tak van nijverhcid en de billijkheid van het door ons aangedrongen beginsel doen ons hopen, dat ons verzoek een gunstig gehoor bij Uwe Excellence vindon zal." Belgie dezen keer eens n°. 1omdat Belgie het land is waar in deze week de belangrijkste politieke gebeurtenis voorviel. De h el ft der kamer van vertegenwoordigers moest vernieuwd, dat wil zeggen: in vier provincien des rijks moes- ten afgevaardigden gekozen worden, ter vervanging van hen wier diensttijd verstreken is, Bij deze verkiezingen deed zich de toevallige bijzonderheid voor dat zij zeer kort geleden was voorafgegaan door een schandaal-proceswaarvan wij met een enkel woord hebben melding gemaakt, en dat, naar het algemeen gevoelen, invloed op den uitslag der ver kiezingen zou moeten uitoefenen, in dien zin namelijk dat de liberalen eefi schitterende zege zouden behalenen de belang rijke meerderheidwaarop de regering in de kamer rekenen kan, behouden zou worden, neen, sterker zou wordenmaar, groot is de teleurstelling der liberalen, nu zij, in plaats van te triomferen, een verschrikkelijke nederlaag geleden hebben. Dertien plaatsen iy de kamer hebben zij verlorende katho- lieken of klerikalen daarentegen geen enkele, en in de gegeven omstandigheden spreekt het wel van zelf dat het kabinet Frere-Orbanwaarvan zelfs een lid de minister van der Stichelen tot de niet herkozen volksvertegenwoordigers behoort, niet aan het bewind kan blijven. Heeds is berigf, dat de hh. Frere-Orban, van der Stichelen, Bara, Jamar, Benard en Pirmez hun ontslag aan den koning hebben ver- zocbt; doch met zekerheid is dienaangaande nog niets be kend. Na tieu jaren onder een liberaal stelsel te zijn gere- geerdzal Belgie thans allerwaarschijnlijkst klerikale ministers krijgen, die, gelijk in een konstitutionueel land een natuurlijk gevolg van den loop der zaken is, vroeg of laat op hunne beurt weder voor liberale opvolgers zullen moeten plaats maker). Napoleon III was een paar dagen ongesteld; men weet dat bij aan de jicht lijdten van tijd tot tijd door aanvallen daar- van belet wordt te arbeiden. Na zulk een vlaag te hebben doorgestaanheeft hij eergisteren weder den ministerraad ge- presideerd. Behalve deze tijding, is uit Frankrijk niet veel van algemeen belang te melden. Het Wetgevend Ligchaam zet zijne werkzaamheden thans wat vlugger voort; de minister Ollivier en zijne arribtgenooten blijven steeds het mikpunt der scherpste aanrandingen in de kamerdoch tot dusverre hebben zij er zich nog altoos goed weten door te slaanen zoolang de keizer, gelijk nu het geval is, zich aan Ollivier blijft hecbten en dezen niet van zich wil laten gaanzal het keizer- rijk voor een kabinetskrisis gespaard zijn. Intusschen kunnen onvoorziene omstandigheden de beste berekeningen doen falen. Fng elandwaar de wetgevende magt thans eenige onder- werpen van het hoogste volksbelang behandelt, b. v. het open- baar onderwijs, meer bepaald de vraag of maatschappelijk-en godsdienst-onderwijs al dan niet gescheiden moeten zijn, heeft een zijner uitstekendste mannen, tevens een der beroemdste schrijvers van Europa in onze dagendoor den dood verlo ren Charles Dickensde humoristische novellistis plotse- ling aan eene beroerte overleden. Onbeschrijfelijk is de deel- neming in deze nationale ramp Engeland overkomen. Op het kleine, kalnre Zwitserland is thans meer dan ooit de aandacht gevestigddoor het groot verschil van gevoelen dat zich openbaart met betrekking tot den St.-Gotthard-spoor- weg op Zwitsersch grondgebied. PruissenNoord- en Zuid- Duitschland, Italie en Zwitserland hebben aanzienlijke subsi- dien ten behoeve van den aanleg dezer baan toegekend, maar zie, daar komt Frankrijk en oppert bezwaren. Voor het oogen- blik wordt de zaak nog slechts in dagblad-artikelen behandeld, wier toon intusschen heftig genoeg is om te mogen veronder- stellen dat de ruzie tusschen de dagbladschrijvers zal over- slaan tot de regeringen. Wij hopen dat die twist zal kunnen voorkomen worden, want de politiek is er mede gemoeid en dit is altoos onrustbarend. Hoe gaarne wij ook aan de lezers van dit Weekblad zou den mededeelen dat Spanje een koning heeft gekregen, moe ten wij ook dezen keer op nieuw hun vertellen dat die sou- verein nog niet gevonden is. Telkens wanneer men meent dat de koninglooze toestand op het punt staat van een einde te zullen nemenkomt nieuw uitstel de prinsen welken de kroon wordt aangebodenweigeren de een na den ander, en als men op dit alles letdan mag men tot de onderstelling komen dat het koningschap in Spanje een niet sterk begeerd baantje is. Voor de betrekking van klerk der koninklijke akademie van wetenschappen te Amsterdam, met 1000. traktement, hebben zich 150 sollicitanten opgedaan, en naar de betrekking van koning van Spanje wil niemand solliciteren, ofsehoon het zal toch niet te veel gezegd zijn de be- doelde klerk, die geen ministers heeft, maar zelf moet werken, veel meer weten moet en veel meer kundigheden moet bezit- ten, dan in-een konstitutionnelen koning van Spanje, d. i.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1870 | | pagina 2