Politlek Overzigt. N°. 22 28 Julij. Inkomsteii-Belastiiig'. zijnalthans men ziet ze niet toegepast. Daar men tlians gelegenheid heeft de proef te nemenware het der moeite wel waard zulks te doenopdat men door veler waarnemingen meerder zekerheid verkreeg van de waarde dezer werkzaam- heden bij den aardappelbouw. Leeuwardeu26 Julij. Als een bewijs van de belang- rijkheid van den veebandel alhier moge dienen dat op de vvekelijksche veemarkten en de drie paardenmarkteoin 1869 gehouden, zijn aangevoerd te zamen 102,351 stuks (41,837 runderen, 48,840 schapen, 10,646 varkens en 1028 paarden), vertegenwoordigende eene waarde van 9,385,914, naar de middenprijzen gerekend. Asseil25 Julij. Het artikel wol heeft, tengevolge der onlusteneene aanmerkelijke daling ondergaan. De koop- lieden die dit jaar, even als gevvoonlijkaanzienlijke hoeveel- heden van dit artikel hebben opgekocht, zijn hierdoor zeer teleurgesteld. De prijs is tegenwoordig 20 a 25 pet. lager en men vreest dat dit in 't vervolg niet beter zal worden. Wijlie26 Julij. Sedert den laatsten tijd is de toestand der meeste te veld staande gewassen zoodanig verauderddat men bijna van alle producten een overvloedigen oogst verwacht. Jammer maar dat de landbouwers nu groot gebrek aan volk krijgen, want de rogge begint te rijpen en de gerst staat rijp op het land. Men verneemt dat te Dalfsen het honiggewin buitengewoon goed staat, zoo zelfs, dat eene tamelijk bevolkte korf dage- lijks circa 1 ned. pond vergadert. Het laat zich derhalve verwachten dat de prijzen eene groote daling zullen ondergaan. Donderdag den 21 Julij jl. werd men op de hofstede Ret huis te Manpad aangenaam verrast, door een bezoek van den heer de Beucker, hoofdleeraar aan de Koninklijke Nederlandsche Tuinbouwschool „Linnaeus"en 19 discipelen dier inrigting. Mogt men vroeger bij het Manpad onder Heemstede den Vlaming weerstaan en verslaanbovengenoemde Vlaming was met zyne leerlingen van harte welkom. Met oplettendheid en weetgierige blikken werden de ooftboomen gadegeslagen (alien kinderen van de beredeneerde snoeiwijze)thans prij- kende met vruchten of veelbelovend voor de toekomst. De tuinbaas, C. de Wilde, door wiens beleid en welgeoefend mes die boomen gevormd waren, begeleidde de jonge lieden aanstaande apostelen van den vooruitgang op tuinbouvvgebied in Nederland. Na drie uren op het Manpad getoefd te heb ben, verliet de Beucker die plaats, na met de hem eigene welsprekendheid den eigenaar van genoemde hofstede en zijnen hovenier voor het aanschouwde bedankt te hebbenen namen leeraar en discipelen, al botaniserende, hunnen weg naar Amsterdam aan. In den morgen hadden zij ook de wereld- bekende tuiuen van den heer Krelage bezocht, die hen per- soonlijk door zijne bezittingen -rondleidde. Moge Linnaevs nog lang in het bezit zijn van leeraars als de Beucker, en nog vele zulke gezonde en welopgevoede leerlingen tellen als zij die hem vergezelden. Aangaande den uitslag der belangrijke verloting van paar den, rijtuigen, tuigen, enz.bij gelegenheid van de Haarlem- sche Zomer-Paardenmarkt, den 26 Julij jl. gehouden, heeft het Comite dier verloting de volgende opgave der 25 voor- naamste prijzen bekend gemaakt Prijs Ten deel gevallen 160. 1. Een clarence, bespannen met twee panrden, bruin- en schimmel-merrien. 857. 14. M zwarte friesche ruin, wagenpaard. 1606. 22. bruine merrie, wagenpaard. 1889. 21. zwarte merrie, wagenpaard. 2089. 12. schimmel ruinzadelpaard. 2437. 11. bruine ruin, zenner, zadelpaard. 8540. 25. bruine merriewagenpaard. 10325. 8. bruine merrie, zadelpaard. 10390. 16. M bruine merrie, wagenpaard. 11263. 5. dogcart, bespannen met een stekelharigen 11545. 20. M bruine ruinwagenpaard. 12942. 10. M vos-merriezadelpaard. 15053. 15. zwarte friesche merrie, wagenpaard. 15076. 3. omnibus break, bespannen met een ge- kruiste bruine merrie. 15836. 24. schimmel merrie, wagenpaard. 17417. 17. zwarte merriewagenpaard. 18232. 9. bruine ruin, zadelpaard. 18754. 2. victoria, bespannen met twee zwarte friesche merrien. 19315. 6. panier, bespannen met een rood-schimmel ponyruin. 20881. 18. bruine ruinwagenpaard. 22675. 13. n geelbruine merrie, wagenpaard. 23064. 23. M bruine merrie, wagenpaard. 24295. 19. J> bruine merrie, wagenpaard. 24890. 7. americaine, bespannen met een cob, zwarte ruin. 24971. 4. tentwagen, bespannen met een bruine gekruiste merrie. Aan von Lingentliut's varkensteelt ontleenen wij het volgende: Ik houd zoo veel zeugen voor den aanfokdat ik van een worp derzelve genoeg mestdierfen voor een geheel jaar kan bekomen. Die zeugen laat ik gewoonlijk tweemaal in een jaar werpenin Januarij en in Junij. Daar in Januarij en Febru ary altijd de vraag naar jonge varkens het meest is, zoo verkoop ik de in die maanden geboren varkens en houd er zelf maar enkelen van, om die in October tot December van dat jaar te mesten. De zomervarkens daarentegen bewaar ik alien en mest die in Januarij tot Mei van het volgend jaar. Enkele later geboren jonge varkens worden overgehouden om die eerst met de bewaarde wintervarkens van het volgend jaar te mesten. De voordeelen van deze inrigting schijnen mij de volgende te zijnVooreerst geloof ik opgemerkt te hebbendat het gedurig biggen werpenwaarbij men de moederzeugen zoo spoedig mogelijk weder bij den beer laat, voor de fokdieren hoogst nadeelig is. Bij de groote waarde, die eene goede fokkerij heefthoud ik het niet voor raadzaam dezelve meer dan tweemalen biggen te laten werpen in een jaar. Liet ik in den winter eene pauze toe in de dragtigheid der zeugen dan werden de dieren mij in den regel vet en bragten later weinig jongen meer ter wereld. Daardoor dat ik tegenwoordig die pauze regelmatig in de zomermaanden verdeel, zoodat ik het beter in mijn magt heb door doelraatig voeder de zeugen mager te houden en toch sterk genoeg, heb ik genoemd kwaad vermeden. Het geconcentreerd wintervoeder past vooral voor dragtige zeugen. Verder heb ik uit mijn eigen verstandsregister eener lange reeks van jaren uitgerekend, dat de risico by den aanfok van varkens in den zomer gemiddeld ongeveer 62 pet. minder is dan in den winter. Bij kleine fokkerijen is dit in den regel niet het geval, daar hier gelegenheid bestaat de dieren in warme stallen te plaatsen in de woonhuizen. Daar nu de ver koop van varkens in de eerste maanden van het jaar steeds het gretigst gaat en de prijzen alsdan het hoogst zijnzoo sla ik twee vliegen in een klap, wanneer ik de wintervarkens verkoop en de zomervarkens daarentegen zelf houd. De tot goede prijzen in den winter te verkoopen jonge varkens leve- ren een belangrijk overschot op boven de eigen kosten, waar- door ik de zomervarkens op veel lageren prijs rekenen kan. Ook met de stalruimte kom ik nu beter uit. Van Junij tot aan December kunnen de varkens in de fokstallen blijven; dan moeten zij er zeker uitdaar de zeugen dan spoedig weder beginnen jongen te werpen en de stallen alsdan vooraf goed gereinigd moeten worden. In de eerste maanden is natuurlijk meer stalruimte noodig, evenwel is niets eenvoudiger dan elke behoorlijke ruimte, die men verkiest, in een meststal te veranderen. De boofdzaak blijft bij de omschrevene fokkerij, dat men zich van eene soort van varkens voorziet, waarmede men op bovengenoemde wijze het voordeeligst kan handelen. De dieren moeten zeker met 9 tot 11 maanden vet en slagtbaar zijn, en hierom houd ik varkens van een klein fas voor zekerder en voordeeliger. Men klaagt wel over de onvruchtbaarheid dezer kleine var kens maar dit moet ik tegenspreken. Mijne 9-jarige onder- vinding heeft mij gemiddeld van 14,75 tot 17,5 jonge var kens, per zeug, gegevenhierbij dient in aanmerking genomen te worden, dat sommige zeugen in twee jaren 5 maal biggen hebben geworpen. Gemiddeld kan ik aannemen, dat mijne zeugen mij (de eerste worp, die doorgaans onzekerder is, niet meegerekend) gemiddeld per worp 8 biggen opleveren. Van veel gewigt is vooral het optrekken van jonge var kens, daar in den regel eene groote sterfte onder die dieren plaats vindt. Mijn werkelijk verlies heeft bedragen van 17,2 tot 55,5 pet. per jaar. Het grootst verlies had ik in den wintervooral bij jonge zeugen en het geringste verlies in den zomer. Op dit oogenblik heb ik het door betere verzor- ging en meerdere ervaring zoo ver gebragt, dat het nu bij een gemiddeld verlies, in het eerste levensjaar, zal blijven van 18 pet. De voornaamste vereischten voor eene goede varkensfokkerij zijn: zorgvuldige oppassing, drooge, warme en reine stallen, vermijding van paring in naauwe verwantschap, vermijding van te ruime voedering der fokdieren en zorg voor behoorlijke beweging van dezelve in de vrije natuur. Een voornaam punt blijft mij nu nog over te bespreken het aanschaffen van de fokdieren. In het algemeen handelt men hierbij zooals ik in den regel ook doe, dat men den beer uit vreemde kudden aankoopt en de zeugen uit de schoonste zelf gefokte dieren uitzoekt. De zaak gaat dan ook doorgaans goed maar men moet daarbij toch voorzigtig zijn. Onder de halfjarige overloopers zijn altijd de beste eters en schoonste dierendezelve bezitten het volkomenst de edele vormen der Engelsche rassen en zijn daardoor voor het mesten bijzonder geschikt; of zij dit even wel ook zijn voor de fokkerijis nog eene andere vraag. Hun beenderenbouw is meestal zeer fijn de huid dun en met weinig haar bezet. De voornaamste fokker onzer provincie zeide mij voor eenige jaren„het komt bij de varkensteelt niet altijd daarop aan de volkomenste vormen te bezitten." Aanvankelijk kon ik mij deze uitspraak niet verklarenmaar meerdere ervaring leerde mij er de waarheid van inzien. De eigenschappendie een varken in hooge mate bezit voor een mestvarken, zijn niet zelden geheel in tegenspraak met de eigenschappen, die een dier moet bezitten om bijzonder voor de fokkerij geschikt te zijn. Het is in den regel veel gemakkelijker goede mestdieren te verkrijgen dan zeer geschikte varkens voor den aanfok. Zeer goede Engelsche rassen, waaronder in de eerste plaats het kleine Essexras, hebben veel geneigdheid om spoedig vet te worden; eten en slapen doen zij het meest en zijn hunne aangenaamste bezigheden. Daardoor groeit het ligchaam sterken de extremiteiten min der zoodat het dier als fokdier al spoedig ongeschikt en te dik wordt. Het is eene groote moeijelijkheid zulke varkens krachtig te voederen, zonder ze juist te mesten. In dit opzigt ontbreekt er bij mij nog veel en zal dit wel altijd het geval blijven, zoolang ik geen goede gelegenheid heb om de varkens voor de fokkerij eene goede beweging te verschaffendoor ze te laten loopen in eene weide, waar ze zelf hun voedsel, althans gedeeltelijkkunnen zoeken. Men meene niet, dat het genoeg is de varkens op eene omheinde plaats naar buiten te laten loopenhet is noodza- kelijkdat ze hun eigen voedsel ook moeten gaan zoeken en hierdoor veel beweging genieten. Voor eene goede fokking is het daarom een vereischte op eene boerderij daarvoor doel- matig en geschikt ingerigt te zijn. Den heer J. Niks, te Nieuw-Buinen, werd dezer dagen te vergeefs 950.voor een span bruine tuigpaarden geboden. Dat Het Landleven in Tertand niet aanlokkelijk is, hiervan strekke het volgende, uit „De Vriend van den Landman" ge- trokken berigtten bewijze „Wij hebben eenige Iersche dagbladen ontvangenwelke een zeer onbevredigend tafereel ophangen van het leven op het land in Ierland. In geen enkel der oproerige districten durft een landeigenaar eene wandeling maken op zijn eigen buitenplaats of akkers, zonder van een paar politie-agenten met geladen geweren vergezeld te gaan. Een der iersche landeigenaars gaf ons onlangs eene beschrijving van de wijze, waarop hij eene wandeling maakt, naar eene vergadering gaat of een rijtoer onderneemt. Als hij over zijn eigen land gaat (dat sints 200 jaren aan de familie toebehoort), loopen twee politie-agenten voor hemdie de heggen regts en links onder- zoeken. Als zij geen onraad bespeurengaat hij eenige schre- den voort, doch men begrijptdat eene dergelijke wandeling noch vlug gaatnoch aangenaam is. De huizen van eenige landeigenaarswelke wij verleden zomer in het graafschap Westmeath bezochtenwaren van schietgaten voorziendie door ijzeren platen gedekt warenwelke weggeschoven konden worden als dit noodig was. Geladen geweren en revolvers waren steeds bij de hand, en de landeigenaars zelven gingen nooit uit zonder een geladen revolver in den zak te hebben. Hunne vrouwen en kinderenvrienden of loges loopen niet het minste gevaartenzij men hun bij vergissing een kogel toezendtdoch in Tipperary en Westmeath zijn de landeige naars zelven nooit zeker van hun leven. In de „Dublin Evening Post" vinden wij eene beschrijving van de wijze, waarop eene familie in Meath naar de kerk gaat, welke door onze eigene waarneming geheel bevestigd is geworden. Voorop gaan twee politie-agenten met geladen ge weren en gespannen haan, dan komt de familie, terwijl twee andere politie-agenten de achterhoede uitmaken." Het bestuur van het XXIVe nederlandsch landhuishoud- kundig congres te Arnbem zond aan de Staten het reeds ontvangen subsidie van 1000 terug, en bedankte den ge- meenteraad voor het crediet van f 1500, waarvan het reeds 500 ontvangen had, die het terugzond (beide voor weinige dagen). Daar de congres-rekening desniettegenstaande een goed slot oplevert, besloot het bestuur van het congres dat saldo te schenken aan het hoofdbestuur van het Roode Kruis th's Hage. 100 zond het al vast, met dat doel, op rekening. Acht dagen zijn verloopensedert wij ons vbrig overzigt schreven. Tusschen Frankrijk en Pruissen bestaat oorlog maar nog geen ernstig gevecht is geleverd. De legers zijn opgeruktdoch de keizer der Franschen bevindt zich nog niet bij zijne troepenen zoolang hij nog te Parijs is kan men een veldslag niet verwachten. Middelerwijl verschijnen tallooze dokumentend. w. z. geschreveu of gedrukte papie- renzoogenaamde staatsstukken, gewisseld voor de oorlogs- verklaringnaar aanleiding van de pogiogen door Engeland gedaan om den twist in der minne bij te leggen; behalve deze dokumenten, verloopt er geen dag of de fransche of pruissische bladenook de officiele, d. i. de Staatscouran- tenen de officieuse, zijnde dezulken welke van de rege- ring zelve mededeelingen ontvangenbevatten artikelen over de zaak. In al die depechescirculairesnotaas, memoranda enz., en in al die dagblad-artikelen beschuldigen Frankrijk en Pruissen, Pruissen en Frankrijk elkander; de een beweert dat de ander den oorlog heeft veroorzaakt, en zoo omgekeerdbei de beroepen zich op de publieke opinie van hunne landen en van geheel Europaelk van beide verklaart dat zijne zaak de regtvaardige zaak is, enz. enz. De koning van Pruissen heeft een algemeenen bededag doen houdenen in de kennisgeving desbetreffende gezegddat hij overtuigd is van Gods zegen op de pruissische wapenen. De vijanden zijn in- tusschen reeds handgemeen geweestop enkele grenspunteu zijn schermutselingen en voorpostengevechten geleverd doch van luttel beteekenis. De verbittering der vijandelijke natien te- gen elkander is onbeschrijfelijk en de geestdrift om elkander te vernie'en is eener betere zaak waard. De twee vorsten zelven en hunne ministers laten niets onbeproefd om die ver bittering, dien nationalen haat aan te wakkerenen bedenken niet dat allerwaarschijnlijkst althans na verloop van een betrekkelijk niet lang tijdsverloop, wanneer de vrede, die toch komen moet, hoe fel de oorlog ook zij! getee- kend zal zijn, zij elkander weder „broeders", „neven" en „vrien- den" zullen noemenelkander ridderorden zullen schenken ja misschien elkander zullen omhelzen, onder de plegtige be- tuiging den vrede, niets dan den vrede te willen. Afgescheiden van de krijgskans waaraan de twee strijdende partijen zich thans onderwerpen wordt de zaak uit een di- plomatiek of politiek oogpunt al meer en meer ingewikkeld. Tot deze verwarring wordt thans in zeer groote mate bijge- dragen door de openbaarmaking van een ontwerp-traktaatdat op voorstel van Frankrijk is voorgesteld aan Pruissenen waarvan de slrekking niets meer of niets minder is dan dat Pruissen zal gedoogen dat Frankrijk zich in het bezit stelle van Luxemburg en zoo noodig ook van Belgie; dat Pruissen, wat Luxemburg betreft, Frankrijk zelfs hierin behulpzaam zal zijn, en dat tot loon daarvoor Frankrijk zal goedkeuren al wat Pruissen mogt willen doen met Zuid-Duitschland. Deze overeenkomst is niet tot stand gebragt; Pruissen zegtomdat het ze niet kon of mogt goedkeuren; Frankrijk zegt dat het van de zaak niets weet, ofschoon het ontwerp-traktaat eigenhandig geschreven is door den franschen gezant te Berlijn. Gelukkig, vooreerst althans, is het dat al de Europesche Staten besloten hebben onzijdig te blijven. Frankrijk zal in dezen oorlog evenmin als Pruissen bondgenooten hebben. Het is te hopen en te wenschen dat de krijgsgebeurtenissen en de gevolgen er van niet zullen leiden tot de noodzakelijkheid dat een of meer der onzijdige mogendheden besluiten deel te nemen aan den strijddie dan onvermijdelijk een europe sche oorlog zou moeten worden. Het wetsontwerpbij de Tweede Kamer ingediend, tot invoering eener algemeene belasting op de inkomstenter voor- ziening in buitengewone uitgaven en ter vervanging van het regt van patentbehelst de volgende hoofdbepalingen Van het jaarlijksch zuiver inkomen van elk ingezeten wordt een directe belasting gehevenwaarvan het bedrag in percenten telken jare bij de wet op de middelen wordt vastgesteld. Door zuiver inkomen wordt verstaan al watuit welke oor- zaak ookgenoten wordtna aflrek der daarop rustende lasten. Ten grondslag worden genomen de bekende inkomsten naar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1870 | | pagina 2