174 ZWARTE KRAAIJEN. Politick Overzigt. 28 Oct. 3 Nov. UTASCHIlIirT. Een wapenstilstand tusschen Frankrijk en Pruissen is ophanden, als gevolg der bijeenkoinsten te Versailleshier- boven vermeld. ftemengde Hcrigten. Jttgesmiben. filet vrowwenfeoren te §tavoren, Men heeft hier in onze uitgcstrekte polders algemeen de opmerking ggmaakt, dat er dit jaar zoo bijzonder weinig zwarte kraaijen geweest zijn, gasten, die het anders den landbouwers, vooral in den zaailijd, zoo lastig kunnen inaken, en men vermoedt dat zij in Prankrijk vertoevenwaar zij op de slag veldenhelaasmaar al te veel aas zullen vinden. Misschien zal nu deze of gene meenen, dat de oorlog dan althans eenig nut doet; doch dit is in 't geheel nog niet bewezen want moge het ook al waar zijn dat kraaijen aan de kortelings bezaaide velden veel schade kunnen toebrengendaar staat tegenover dat ze ook ontelbare muizenrupsen, wormen en maden verslinden en op krengen azendie anders de lucht en bet water zouden verpesten. Ja! het zal hiermede wel weder gelegen zijn als met al de andere zoogenaamd schadelijke dierenwaarvan de schade, die, ze aanrigten, op verre na niet kan opwegen tegen het nut dat ze geven. Men verheuge zicli daarom niet te vroeg, wijl het wel eens zou kunnen gebeuren dat het graan het- welk ditmaal niet door de kraaijen gestolen werd een volgend jaar tocli geen vruchten gaf, omdat het door muizen en in- secten die nu vrijer spel hadden vernield werd; en zoodoende zou de tegenwoordige afschuwelijke menschenslaglerij ons, onder meer, ook op die wijze schade kunneu berokkenen. Och! dat men toch eens oogen kreeg om te zienhoe schoon het onderling verband is, dat overal in de natuur bestaat, en ophield dit verband roekeloos te verbreken, hetgeen altijd op onze schade moet uitloopen 1 D. van Hulst. Na de kapitulatie van Sedan en de gevangenneming van Napoleon III gingen stemmen op die zeidenNu is de oorlog spoedig gedaanj" en de lieden die zoo spraken, hadden ongelijk. Na de kapitulatie van Straatsburg, hoorde men veleu zeggenNu krijgen wij spoedig vrede of wapenstil- standdie zoo sprakenhadden zich vergist. Na de ka pitulatie van Metz wordt weder voorspeld De oorlog houdt nu op, weldra komt een wapenschorsing tot stand." Zou men het nu geraden hebben? Wij weten het niet, maar zoo veel althans is waar dat geen der vroeger gedane pogingen om te onderhandelen zulk een aanvankelijk niet zeer onguristigen uit- slag gehad heeft als die waarvan gisteren berigt is ontvangen. Immers Thiers, de bejaarde staatsman, die, na vroeger mi nister van Lodewijk Filips te zijn geweest, lhans als gevol- magtigde der republiekeinsche regering optreedt, heeft in het koninklijk pruissische hoofdkwartier te Versailles twee maal een onderhond met Bisrparck gehad, en tusschen hunne eerste en tweede bijeenkorast werd een militaire konferentie gehou- den met den koning. Ons dunkt dat er reeds betrekkelijk veel gewonnen is nu het eerste gesprek van de twee onder- handelaars niet geleid heeft tot het afbreken of, laat ons liever zeggen, tot het niet aanknoopeu der onderhandelingen. Het zal waarschijnlijk niet lang duren of er zal zekerheid verkregen zijn. Inzonderheid voor Parijs, dat nog steeds met een bombardement bedreigd wordt, wenschen wij het einde van den krijg. Maar hoe zullen de twee partijen het eens kunnen worden, zoolang hare meeningen zoo uiteenloopen zoolang Pruissen zegt„afstand van grondgebied eisch ik als voorwaarde en grondslag der onderhandelingen," en zoolang Prankrijk antwoordt: geen duim breed van mijnen grond geen enkelen steen van mijne vestingen." Er zal veel moeten gebeuren eer deze groote kwestie beslist kan worden tot ge- noegen (1!) van de twee strijdende partijen, die intusschen nog altoos even verbitterd tegen elkander overstaan. De mannen die Prankrijks staatsbestuur in handen hebben ge- nomen, gaan voort met de natie te bedriegen door logen- achtige tijdiogen en valsche voorstellingen; de natie zelve is een allerbedroevendst voorbeeld van verblindheid en domheid niettegenstaande zij moet erkennen dat zij het offer is geweest eener schandelijke misleiding. De koning van Pruissen, zijn eerste minister en zijne generaals blijven met hunne politieke en militaire operatien voortgaande duitsehe troepen komen al meer en meer vooruit; van wijken weten zij niet, en waarom zou het ook anders zijn? Terwijl de duitsehe legers na de geleden zware verliezen voltallig gemaakt niet alleen maar zelfs nog vermeerderd worden, heeft Prankrijk om zoo te zeggen geen leger meer; meer dan driehonderd duizend soldaten met eenige duizenden officierenmet vier maarschal- kenzijn op duitschen bodem krijgsgevangende stukken geschut, op Prankrijk buit gemaakt, zijn bij duizenden te tellen en alleen in Metz is een voorraad wapenen en ammu- nitie gevonden die voldoende is om in al de behoeften des pruissischen legers tot Maart te voorzien En zoogehavend, zoo gefnuikt, denkt Prankrijk, of liever de heer Gambetta met zijne mederegeerderseven waanzinnig als hij, nog aan wederstand 1 Ware de steller van dit overzigt lezers van het Weelcblad van Haarlemmermeervergeef mij dat ik mijnen persoon in de zaak meng in Gambettaas plaats, dan zou hij aan de Pruissen alles toegevenal wat zij eischen; Gambetta, Cr^mieux, Jules PavreRochefort, KdratryGlais- Bizoin enz. enz. behoorden te denken „Laat ons hoe eerder hoe liever die Pruissen ons van den hals schuivenin's hemels naam, wij zijn toch verloren; Prankrijks aanzien, eer, magt en roem zijn verspeeldde groote natie heeft opgehouden een groote natie te zyn een groot gedeelte van ons grondgebied zijn wij kwijt; aan een eervollen vrede valt niet meer te den ken Parijs mogen wij toch waarlijk niet laten platschieten welnu, van den nood een deugd gemaakt, en onderschreven de voorwaardenwelke de overwinnaar stelt." Door zoo te sprekendoor zoo te handelen, zou de fransche regering nog blijk geven van besef van eigenwaarde; in het ongeluk zich aan het noodlot onderwerpen, verraadt grootheid van ziel; nutteloos verzet, bij het besef van het nuttelooze, verdient grenzenlooze verachling. In Frankrijk zelf gaan reeds stemmen op, die aan de regering den raad geven, welken wij hier ter neder geschreven hebbenwant, hoe ongunstig men ook over de Pranschen oordeele, en te regt, aan velen, zeer velen onder hen mag men het bezit van gezond verstand niet ont- kennen; met andere woorden aanzienlijk is het aantal Pran schen die en den oorlog niet gewild hebben en thans, nu de oorlog voor hun land zoo allemoodlottigst is geweest, er een einde nan wenschen gemaakt te zien ten koste van wat ook. Napoleon III, de ex-keizer, heeft thans niets meer in te brengenware het anders, hij zou misschien aanmerkingen maken opbedenkingen opperen tegen de kandidatuur van den hertog van Aosta naar de spaansclie kroon. Allerwaar- schijnlijkst wordt deze prins, tweede zoon van koning Victor Emanuel, eerstdaags koning van Spanje. Toen prins Leopold van Hohenzollern de kandidaat was, brngt Napoleon geheel Europa in rep en roer, want hij wilde niet dat Pruissens aanzien zoo verhoogd zou worden, dat een lid van de pruis sische dynastie te Madrid op den troon zetelde; maar of het hem nu welligt ook leed doet dat Italies aanzien op gelijke wijze verhoogd wordt, niemand stoort er zich aan; de spaan- sche natie is, zooals het/behoort, volkomen vrij in hare keuze. Door wijlen den heer J. J. II. Antheuniste Rotterdam is aan het Gestieht voor Israelietische oude lieden en zieken aldaar gelegateerd eene Bom van 1000 gulden. Het 12-jarig zoontje van den heer de R.te 's Gravenhageis op de groenmarkt aldaar in aanraking gekomen met een rijtuig, ten gevolge waarvan de heide wielen hem over den buik gingen. Spoedig echter nit dien toestand verlostwerd hij in het politie-bureau gebragtalwaar men geneeskundige hulp inriepen waaruit het bleek dat het knaapje hoege- naamd geene kneuzing bekomcn had maar slechts eenige blaauwe plekken op de plaatsen waarover de wielen waren gegaan. In de tc Manchester uitkomende daghladen leest men, dat aldaar een werktuig is uitgevonden, dat in vele werkplaatsen te dier stede is opgerigt en strekt om de werklieden wakker te houden. De arbeiders noemen dit werktuig n de amerikaansche duivel"het wekt iedereen eeu half uur in den omtrek. De helasting van een cent voor elke honderd lucifers brengt aan de regering van Noord-Amerika jaarlijks 7i millioen guldens op. Er zijn in de Vereenigde Staten 60 lucifers-fabriekenIn de grootste dezer fahrieken werken 100 arbeiders. In de stad New-York worden dagelijks 115,200 doosjesof jaarlijks 42,050,000 doosjes van 100 houtjesof 4205 milli oen lucifers verbruikt. Als eene bijzonderheid wordt uit Lemmer gemeld dat de heer W. M. K. in het nabnrige Oosterzee den 25 October in tegenwoordigheid van zijne 8 kinderen en 27 kleinkinderenzijne 50-jarige echtvereeniging mogt vieren, en niemand van zijn gezin in die vijftig jaren door den dood heeft verloren. In den avond van den 30 October lag de arbeider A. V. H. in een hoogst beschonken toestand op de rails der Tramway-Maatschappijop den Rijswijkschen weg. Het noodlottig gevolg daarvan was, dat de van Delft komende zwaar beladen wagen niet spoedig genoeg kon stil houden en hem over de heide beenen reed. De ongelukkige is door de politie naar het gasthuis overgebragtalwaar hij onmiddellijk is overleden. Uit Engelaud wordt gemelddat op de Schotsche gebergten reeds voor drie weken sneeuw is gevallen. Bij het afbreken der Binnen-Nieuwstadspoortte Zutphen, welkcr stichting tot de 16e eeuw opklimt, stonden eenige brokken van den hoofdmuur op vallen, zonder dat men dit in tijds kon bemerken. Een der werklieden verkeerde in gevaar er onder te gerakeu, toen de zoon van den timmerman H. eenige beweging in de steenen bemerkte, en zoo hard hij kon naar den knecht liep om hem te waarschuwen. De muur viel toen juist gedeeltelijk om en de hulpvaardige jongeling werd getroffen en brak zijnen regterarm op twee plaatsen, zoodat men vreest, dat dit lid zal moeten worden afgezet. De werkman, die zich veel digter hij den vallenden muur hevond, is met eenige ligte kneuzingen vrijgekomen. Zekere L. M. in de gemeente Zelhem woonachtig, verdacht eene koe van een boer onder Hummelo gestolen te hebben, werd voor een paar dagen door drie veldwachters bij zijne woning gearresteerd. Toen men hem wegvoerde, werden de vier mannen door den vader van M. achtervolgd. Men raakte slaags, en daarbij werd een der veldwachters verwond en mishandeld. M. onttrok zich door de vlugt aan zijne gevangenneming. Bij het onweder, dat in den nacht van Vrijdag op Zaturdag jl. woedde, zijn, ten gevolge van het inslaan van den bliksem, aan den Rijnkant, even boven Alphen, een watermolen en een houtzaagmolen een prooi der vlam- men geworden. Den 11 Oktober is te Valkenburg aangehouden een persoon, zich noemende Hendrik Bnbberman, volgens opgave 37 jaar, geboren te Ouden- hoorn, van beroep korenmolenaar, vroeger tc Rotterdam, laatst te Abbenbroek woonachtig, wegens uitgifte van valsche guldens, waarvan er nog enkele in zijn hezit waren. De aangehoudene werd, volgens zijne opgave, in Junij 1869 uit het tuclithuis ontslagen, en hegaf zich toen naar Rotterdam, Abbenbroek, Delft, Leiden, Katwijk, Voorschoten, Rijnshurg, en eindelijk Valkenburg. Ten einde de valsche guldens te kunnen uitgeven en te gelde te maken, schijnt de verdachte zich gewoonlijk te hebben bezig ge- houden met het doen van kleine inkoopen. Hij beweert echter, dat de door hem nitgegeven en nog in zijn bezit gevonden guldens, te zamen 13, door hem in September jl. zouden zijn gevonden op de kermis te Spijkenisse, waar hij zich tijdelijk hevond in dienst van een karousselhouder. De officier van justitie te Leiden verzoekt opgave, of hij ook elders valsch geld heeft uitgegeven en van hetgeen verder tot inlichting dezer zaak kan strekken. Te Rotterdam is (waarschijnlijk door den schoorsteen) de bliksem in eene woning, staande op de werf van Hoboken, aan den Oostzeedijk aldaar, waardoor eenige schade aan den inboedel is toegebragt. De drie zich in de woning bevindende personen zijn alien ongedeerd ge- bleven en met den schrik er afgekomen. Dezer dagen werd te Weenen de inboedel verkocht van den beroemden tenor-bouffe Campe, die in den afgeloopen zomer overleed. Hij had een karaktertrek met keizer Karel V gemeen hij was nl. een even hartstogte- lijk liefhebber van uurwerken, en liet dertig horologien, van allerlei soort en grootte, na. Ook een heirleger kanarie-vogels, getrouw door hem zelven opgepast, kwamen in veiling. Maar wat het zonderlingst mogt heeten was, dat Campe, een ongehuwd persoon, die geen huishouding had, een zeer uitgebreid en tot in de kleinste bijzondcrheden kompleet stel, geheel onge- bruikte keukengoederen heeft nagelaten. Eene 19jarige arbeidersdochter van Oud-Beijerland ging in den vroe- gen ochtend van 20 Augustus van dit jaar op hare wandeling en kreeg, zoo als zij opgaf, plotseling eene gedachte om te zien of niet hier of daar iets viel weg te nemen. Aan die zoo onverwachts opgekomen gedachte werd dan ook weldra voldaan, en zij heging op twee verschillende plaatsen diefstallen, waartoe zij zich door het verbreken van eene afsluiting en het opschuiven van een raam den toegang verscliafte. Die diefstallen hestonden uit verscheidene kleedingstukken, zilveren voorwerpen en geld. Als be- schuldigd van diefstal in een bewoond huis, door middel van binnenbraak inklimming, stond zij deswege voor het provinciaal geregtshof in Zuid- Holland teregt. Zij bekende volmondig de door haar gepleegde feiten, en kon niet anders zeggen dan dat zij door eene bij haar plotseling opgekomen gedachte er toe gekomen was. De zilveren voorwerpen werden door haar verkocht en de opbrengst daarvan, benevens het geld, dat zij weggenomen had, besteed tot aankoop van goederen voor kleedingstukken. Advokaat- generaal van Maanen rekwireerde hare schuldigverklaring en veroordeeling tot korrektionnele gevangenisstraf van 3 maanden tot 5 jaren. De verde- diger van de beschuldigde, mr. deRouville, verzocht het hof hare vrijspraak, daar het hem voorkwam dat de door haar gepleegde daden haar niet toe- rekenbaar waren, als zijnde zij, wat hare verstandelijke vermogens hetreft, minder onwikkeld, doch beval haar overigens in de clemeutie van het hof aan. Een tweede zaak voor hetzelfde hof heliandeld betrof eene schoonmaakster uit Rotterdam, beschuldigd van valschheid in drie onderhandsche geschriften door het versieren van eene overeeukomst, het namaken van eene hand- teekening en het des bewust gebruik maken van het valsche stuk. Deze vrouw had eenige oningevulde bons van eene Damesvereeniging tot het verleenen van liefdadigheid bij eene dame, waar zij werkzaam was, uit eene openstaande lade weggenomen, ingevuld met hetgeen zij verlangde te be- komen en met de namen van twee der damesleden onderteekend. De waarde van hetgeen zij op die wijze bekwam was, volgens den winkclier, bij wien do levensmiddelen werden gehaald, op f 105 geschat. Ook zij deed een volmondige bekentenis en gaf als reden van hare daad op hare armocde en de verzorging van haar kind. Het requisitoir van den adv.- generaal mr. van Maanen strekte ook tot hare schuldigverklaring en, even als bij de vorige zaak, met aanneming van verzachtende omstandigheden, hare veroordeeling tot eene korrektionnele gevangenisstraf van 3 maanden tot 5 jaren en zes geldboeteu a f 50. De verdediger, mr. J. J. Momma, wees ook nog op andere verzachtende omstandigheden dan door het O. M. waren aangevoerd. In beide zaken werd door het hof uitspraak gedaan en heiden werden schuldig verklaard aan hetgeen haar ten laste is gelegd en, onder aan neming van verzachtende omstandigheden, tot 3 maanden korrektionnele gevangenisstraf veroordeeld, de laatste hovendien tot drie geldboeteu a f 50. Te opmerkelijk om niet vermeld te wordenis hetgeen dezer dagen te Aurichin Oost-Erieslandmet een paar schoolknapen ge- heurde. Zij heeten Kiihlke en Knoop. De eerste is elf en een half, de andere twaalf jaren oud, heiden dus nog druk bezig met het leeren van declinaties en conjugates. Maar, roem te oogsten op het oorlogsveld scheen hun verkieslijker toe. Met omtrent 30 en elk een pistool in hun bezit, zijn zij op zekeren morgen eensklaps uit Aurich verdwenen, te voet eerst naar Embden, en van daar per spoortrein verder vertrokken naar hun oorlogstooneel. De onrust der ouders kan men zich ligt voorstellen. Zij doen er aangifte van bij de politie, die eene oproeping in de dagbladen laat phftitsen, met het uaauwkeurig signalement der beide jongens, en met uitnoodiging aan ieder, die ze vindt, om ze op kosten der ouders terug te brengen.^ In het laatste is men gelukkig geslaagd, en heide vroegrijpe heiden zitten weer op de schoolbanken om themaas te maken. In de KolnZeit. leest men den volgenden brief van 23 October, dien eene vrouw te Parijs aan hare moeder en zuster in den Elzas heeft geschreven en die in handen der Pruissen is gekomen, doordien de lucht- ballon, welke hem medenam, ballast en 200,000 brieven naar beneden heeft geworpen, ten einde buiten het bereik der pruissische linien te komen. Hoewel ik niet weet, of mijne letteren u zullen geworden, wil ik u toch schrijven hoe het te Parijs gesteld is. Alles is hier zeer duur; ver- diend wordt er bijna niets. Niemand gelooft dat de Pruissen binnen Parijs zullen komen want de strfd is zeer versterkt. Onze troepen heb ben reeds eenige milen den vijand voor Parijs geslagen. De laatste maal heeft het gevecht driehonderd Franschen aan dooden en gewonden gekost; maar de Pruissen hebben wel tweeduizend man verloren. //Mijn man is nationale garde, even als alle weerbare mannen. Hij krijgt elken dag dertig sous soldij maar het is te weinig om er van te levenwant, zooals ik gezegd heb, alles is zeer duur, met uitzondering van brood, welks prijs men niet durft verhoogen. Een*kop gesneden kool kost 30 a 40 sous, een pond hoter 5 a 6 francs, een ei 5 a 7 sous, een halve schepel aardappelen 3 a 4 francs. Hoe de huisgezinnen het maken waar vele kinderen zijn, weet ik niet. Ik heb tot nu geen nood gehad; maar als het beleg nog lang duurt, weet ik niet hoe wij er zullen komen." Prins Salm-Salm, dezelfde die gelijktijdig met keizer Maximiliaan te Queretaro gevangen werd gehouden, is in den duitsch-franschen oorlog, in den slag bij Gravelotte, gesneuveld. De prins had den rang van majoor bij een garde-regement, welke plaats hem door de pruissische regering was aangewezen, nadat zijne pogingen, om in het oostenrijksche leger te worden opgenomen, waren mislukt. Voor dat hij bij het uitbreken van den oorlog met zijn leger uit Berlijn vertrok, gaf hij aan een oostenrijkschen diplomaat als zijn vurigsten wensch te kennen, in dezen oorlog, voor Duitschlands veiligheid en eer gevoerd, te sneuvelen. Konde hij bij dezen wensch een tweeden voegen, deze zou zijndat hij tegenover maarschalk Bazaine mogt komen te staan, om hem een pistool op de borst te kunnen zetten, met den Nemesiskreet //Maximiliaan 1" Toen, na de nederlaag bij Worth, het opperbevel werkelijk in handen van dien maarschalk kwam, en deze den 16 Augustus tegenover het duitsehe garde-regement kwam te staan, stelde de prins zich in dat gevecht zoodanig aan het vuur bloot, dat de andere officieren hem daarover verwijtingen maakteu, doch hij antwoordde: //Gij hebt maar een vaderland te wreken, maar ik zoek bovendien nog wraak voor een vriend en keizer." Eenige oogenblikken later werd hij door een granaatsplinter zwaar gewond, en het toeval wilde dat men hem naar het zelfde lazareth vervoerde, waar zijne vrouw als vrijwillige ziekenverpleegster werkzaam was. In hare armen gaf hij den geest. AbbenesHaarlemmermeer, 30 Oct. 1870. Niettegenstaande het berigt, de vorige week in deze Cou- rant opgenomenis het vooral ook voor de bewontrs van Abbenes c. a. eene aangename verpligting den heer D. van Riessenzoon van den algemeen geachten opzigter van het stoomgemaal den Leeglnvater, openlijk geluk te wenschen met zijne welverdiende bevorderiDg tot doctor in de regten aan de hoogeschool te Leiden. Het is eene eer voor Abbenes, dat de eerste bewoner uit de gemeente Haarlemmermeer, die den doctorstitel verworven heeft, "uit dit gedeelte van de gemeente herkomstig is. Wij beamen ten voile het gunstig oordeel, door de redactie van dit Blad over de doorwrochte dissertatie over Crediet- Hypotheek uitgesprokenen hebben daarin zeer gewaardeerd niet alleen de rijke bronnenstudiemaar vooral ook de hel- derheid en eenvoud, de drgelijkheid en overtuigende kracht, waarmede deze moeijelijke regtsquaestie door hem in boeijenden vorm behandeld is. Voorzeker, iemand met zulke gaven en van zoodanige ontwikkeling is een sieraad van de gemeente, eene vveldaad voor de maatschappij. Moge zij hem 3poedig tot eene eervolle betrekking roepenwaartoe zijne met lof voltooide studien hem spoorslag en aanbeveling zijn 1 Jlartelijk verhejigen wij ons met de dankbaar-blijde ouders over het welgeslaagde academie-leven van hun eenig kind. Dat zjj nog langen tijd voor elkander gespaard blijven en hunne liefste wenschen steeds vervulling mogen vinden. Dan, gewis, wordt ook een der beste wenschen van polder en gemeente Haarlemmermeer verhoord door het langdurig bezit van den heer A. van Riessenden hooggeachten opzigter aan het stoomgemaal den Leeghwater, die behalve de diensten welke hij der gemeente bewijst als Raadslid en voorzitter van de Plaatselijke Schoolcommissiereeds 31 jaren lang met ijver en kracht, met netheid en naauwkeurigheidin trouvv- bartige verpligting, de belangen behartigd heeft van die won- derschootie schepping der 19de eeuw, den beroemden Haar- lemmermeerpolderwaarin de dompigheid en duisternis der onkunde telkens meer wijken moet en zal voor het lieht der wetenschap, waarvan een heldere straal thans uitgegaan is in de directie-woniug aan den Leeghwater. Abbenes c. a. door H. Witte. (Ovcrgenomen uit de Groninger Covranf). (Vervolg. Toch levert eene wandeling over en tusschen die hoogten veel, zeer veel genot op. Men denkt, dat 't te vermoeijend is; hoewel dit inderdaad veel minder 't geval is dan 't wel schijnt; maar 't is versterkend't is friseh en vooral 't is opwekkend in hooge mate. Hier, niet zonder eenige inspan-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1870 | | pagina 2