1870.
Vrijdag, 23 December.
No. 51
X AN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Elfde Jaargang.
Prijs van het Abonnement:
in het Jaarf 6.
October 1870.
GEMIDDELDE Maandelijksche WaterstandenWater-ontlastingen en werking
der Stoomtuigen in het Hoogheemraadschap van Rijnland.
EEN BEZOEK
eenige Stoombemalingen in Zuid-Holland.
BODEGRAVEN.
Prijs der Advertentidn
van 16 regels 75 Centelke regel meer 12 /2 Cent.
IIAARLEMIERMEER
Prijs van een enkel Nommee 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETRE1FENDE,
te adresseren aan VAN BONG A C°.te Amsterdam.
tliterl{jk Woensdag.)
De tijdruimte uitgedrnkt in uren en minuten. De lengte-afineting in meters. De inhouds-afmeting in kub. meters.
Waarriemlngen.
Vloed op het Y
id. u den IJssel
id. ii de Noordzee
Ebbe het Y
id. den IJssel
id. h de Noordzee
Boezemstanden
i* 6>0 I ®oezems^an^en
a Verval in de Sluizen
g I Tijd van lozing
P Hoeveelbeid geloosd
De meest beerschende Wind
■it I Gewerkt gedurende
1 Opbrengst
S o Uitgemalen
o I Gestopt voor Hoog water
V id. Sluisgang
Waargenomen te
0.166 A.P.
0.168 A.P.
0.458 A.P.
0.527 A.P.
0.076.
81.—
17.517.333.
Zuid.
270.15.
0 429.
19.813.976.
71.45.
34.15.
HALFWEG.
GOUDA.
0.107 A.P.
1.168 A.P.
0.183 A.P.
0.70 A.P.
0.47 A.P.
0.481 —A.P.
0.567 A.P.
0.631 A.P.
0.068.
0.008.
95.—
4.30.
12.074.996.
35.662.
Zuid.
Zuid.
265.09.
1.20.
10.732.724.
67.57.
AAN
Sedert 1°. November 11. zijn de berigten over vele droog-
makerijen Diet zeer gunstig. Op 14 Dec. zou de begrooting
van Haarlemmermeerpolder worden vastgesteldwaartoe ik als
heemraad moest medewerken. Die polder was in den laatsten
tijd in minder ongunstigen toestand dan andere polders,
ofschoori toch nog altijd veel te verbeteren valt, en vooral
de waterlozing van Rijnland, het hoogheemraadschap waarin
deze polder gelegen iswel iets te wenschen overlaat. Op
de begrooting van Itijr»land waren eenige verbeteringen voor-
gesteld, vooral aan de Gouwe en haar stooingemaal waarvan
ik bet denkbeeld wensehte te verlevendigen. Ik besloot dus
eenige dagen te bestemmen tot bet bezigtigen van stoom-
gernalen in Zuid-Hollandvan hetgeen ik daar gezien heb
maakte ik eenige aanteekeningendie ik bij deze ten beste
geef aan hen, die welligt een dergelijk togtje zouden willen
doen, of andere belangstellenden.
15 Dec. nam ik te Rotterdam een rijtuig; na het verlof van
den dijkgraaf Vaillant verkregen te hebbenom de stoom-
werktuigen van de plassen in Schielaud te bezigtigen, had
ik het genoegen dat de ingenienr Backer, die daarop het
toezigt houdt, zich aaubood ocn mij te geleiden.
Wij reden het eerst naar het gemaal te Kralingen, dat tot
boverigemaal strekt, naar prins Alexander genoemd is, en
bestaat uit zuig- en perspompen met geta-pertja-kleppenge-
dreven door twee stoomtuigen met liggende cylinders.
Het werktuig stond stil. Daar ik mijne verwondering
betuigrle, dat zulks op dit oogenblik (uu het binnenwater
zooveel last geeft) het geval was, werd mij geantwoord, dat
zulks wel moest geschieden, daar men met vletten bezig was.
Dit vletten is noodig om specie te brengen Daar de ringdijken,
welke deels te zwak aangelegd, deels verzonken zijn. Deze
stilstand strekte zich mede uit tot het vijzelwerktuig Peijerinck
genaamd, hetwelk te Kapelle geplaatst is, en het centrifugaal
gemaal n°. 1, dat aan 'sGravenweg staat en door ons bezocht
werd. Over He werking kon ik dus Diet oordeelen ik vernam
ecbter dat bij de proefbemalingen de wateropbrengst van het
vijzelgemaal veel beter had voldaan dan die van de centrifugaal
werktuigen, hetgeen trouwens door de Hoilandsche ingenienrs
voorspeld was geworden. Daar ook het centrifugaal gemaal
n°. 2 te Nieuwerkerk stilstond, om dezelfde reden als n°. 1,
en dit boveodien volkomen dezelfde zamenstelling en afmetin-
gen heeft, besloot ik dit met te bezoeken.
Ik kwam hier tot het besluit, dat het in droogmakerijen
aanbeveling verdient, voor dat men werktuigen oprigt, eerst
de dijken behoorlijk te voorzienals men dit verzuimtis de
rente van het kapitaal der werktuigen gedurende die verster-
king verloren.
Yan hier reed ik naar het stoomgemaal van den polder
Kralingen, een scheprad door stoom gedreven, hetgeen het
eenige sloomwerktuig was, waarvan ik op dit uitstapje de
werking zag.
Het scheen mij toe, niet onvoordeelig te werkenmaar deze
werking is toch niet geheel onberispelijkhet werpt veel water
noodeloos te hoog op, een gebrek, hetwelk men zegt dat door
het pomprad van Overmars wordt vermeden.
0.937 A.P.
0.486 A.P.
0.505 A.P.
0.575 A.P.
0.055.
102.30.
10.089.606.
Noord-West.
Aanteekeningen.
LEIDSCHENDAM.
Rijnland0.051 A.P.
Delfland0.173 A.P.
Rijnland0.459 A.P.
Woerden0.393 A.P.
Van hier ging ik naar het stoomgemaal van de stad Rot
terdam dat de oostelijke polderstad van water ontlast. Dit
werktuig, zuig- en perspomp met liggende cylinderseven als
tdat genaamd Prins Alexanderstood ook al stil. Het werkt
niet als andere werktuigen bij voorkeur tegen de eb op, maar
tegen den vloed, en zulks omdat het morsige polderwater, belast
met drekstoffenanders met de ebbe in de grachten van
Rotterdam drijft en dan door de inwoners gedronken wordt.
Dat deze omstandighcid de nuttige uitwerking niet verrneer-
dert, kan men ligtelijk begrijpenwenschelijk ware het dat
d^t vuilnis, in plaats van tot drank voor menschen, tot mest
voor land kon gebrsikt worden.
In hetzelfde lokaal als dit werktuig staat de stoomspuit van
Merryweather, die aan de stad Rotterdam behoort, en bediend
wordt door de machinisten van het droogmalingswerktuig
lieden die altijd gereed staan en de behandeling van een
stoomwerkluig verstaan, hetgeen veel voor heeft.
Van hier bezocht ik het in aanbouw zijnde werktuig, bestemd
om den hoogen boezem van Schieland te ontlasten, waaraan
een scheprad met kromme schoepen van Korevaar zal worden
bevestigd. De bemaling van Schieland bestaat tot hiertoe
alleen uit windmolens, die, hoe ook versterkt en met eenen
bergboezem voorzien, toch blijkbaar te wisselvallig werken en
te zwak zijn, om Schieland behoorlijk boven water le houden,
en die eigenlijk reeds lang voor behoorlijke stoomgemalen
hadden moeten plaats makenindien Schielands ingelanden
hun belaug hadden verstaan.
Nog was ik dien dag in de gelegenheid een werktuig te
zien werken, hetwelk door de ontploffende kracht van lichtgas
werkt, twee paarderikrachten sterk is, en in de fabriek van
de heeren Kuyper te Rotterdam het pompwerk doet dat in
eene branderij onvermijdelijk is en vroeger gedaan werd door
arbeiders a 1 50 daags. Daar nu dit werktuig slechts/0.15
gas in het uur gebruiktzoo geeft het een belangrijk voor-
deel. Het is gesteld door den heer A Schram de Jong, te
Luik; het werd uitgevonden door den heer Otto Lange, te
Kenlenen is te bevragen bij den heer Croese te Schiedam
die de goedheid had het mij uit te leggen. De eigenaar be-
tuigde mij zeer tevreden te zijn over de werking, die mij
toescheen vrij geregeld te zijn; het werktuig scheen mij aan-
bevelenswaardig in steden of plaatsen waar het gas altijd tot
red el ij ken prijs verkrijgbaar is, en waar het geluid dat de
ontploffingen maken voor het bedrijf niet te zeer hinderlijk is.
Op den volgenden dag reed ik naar Gouda, ten einde de
verbeteringen te bezigtigen, die Rijnland aldaar bezig is te
maken in zijne toevoerkanalen en bemalingswerktuigen. Ik zag
met genoegen de verbetering in de stedelijke riolen gemaakt
die thans niet langer het spuiwater nutteloos laten wegloopen,
maar dit doen ten nutte der schuttingen in de sluis der stad.
De bruggen over den Singel zijn nog niet geheel gereed het
geen ik vernam dat ten deele aan eenen gebrekkigen aannemer
is te wijten. Moge dit nu eenigzins hinderlijk'zijn voor door-
togt van voetgangers en rijtuigen, in het bezwaar van belem-
mering van den waterloop is bereids voorzien, en het verhang,
vroeger zoo beduidend is, naar ik vernam, belangrijk minder.
Men zegt dat er eene vergissing bestaat omtrent de wijdte
van eenige bruggen, die naauwer zouden zijn dan de sluis;
wat hiervau is, kon ik niet regt gewaar worden; ik heb
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
daaromtrent wel inlichtingen gevraagd, maar heb die tot
hiertoe nog niet ontvangen.
Van hier wandelde ik naar de sluis door Reuvens gebouwd,
die den IJssel afsluit; ik zag hare waaijerdeuren werken en
herhaaldelijk schepen de sluis passeren; hierbij scheen het mij
dat de sluis te kort is: een Keulenaar van gewone lengte~kan
door deze sluis niet varentenzij die geheel open zijdit is
jammer, daar dergelijke getijsluizen zeer veel oponthoud ver-
oorzaken.
Met genoegen zag ik de vroegere uiterwaardenthans in
geregelde weilanden herschapen, en het trekpad dat thans
binnen de sluis de vaart gemakkelijk maakt, die in den
buiten-IJssel zeer treurig is.
Het is zeer jammer dat deze zelfde sluis niet in stede van
op deze plaats te Krimpen is gemaaktzoo als door de inge-
nieurs Conrad, Reuvens en Stieltjes 113 is verlangd, d"an
zouden zoowel de stoomgemalen te Gouda als die van den
Zuidplas veel meer nuttige werking hebben dan thans. Hoe
eer men tot deze afsluiting overgaat hoe beter; is er tegen-
werking van steenbakkersmen moet die trachten te o"ver-
winnen; mosen zij iets verliezen in klei-aanvoer, de uiter
waarden worden door eene afsluiting blijkbaar beter. Men zal
dan echter te Krimpen sluizen moeten plaatsen van veel
grooter afmetingenen zeer wijs doen om op de aldus ver-
beterde rivier de IJssel een krachtig stoomgemaal te zetten
hetgeen dan vooral de heemraadschappen en polders bij hoogen
stand van buitenwater op de Maas groote uitkomst zou geven.
Thans is het stoomgemaal aan de Gouwe, hoewel door
Rijnland betaald voor Rijnland veelal nutteloos, zooals reeds
in het rapport der ingenieurs is aangetoond.
Als het buitenwater zeer hoog is, kan het werktuig niet
malen, daar de schepraderen het water niet tegen alle boezem
standen van den IJssel vermogen op te voeren; zeer teregt is
dan ook door de vereenigde vergadering (tengevolge van" het
voorstel der ingenieurs), besloten de schepraderen" in pomp-
raderen te veranderen.
Dit zal echter niet genoeg helpen, indien er eene magt
blijft bestaan, die dit werktuig op ongeschikte tijden kan doe"n
stilstaan. Op den dag van mijn bezoek (16 December 1870)
stond het werktuig stil; op mijne vraag waarom dit het geval
was, werd mij geantwoord: dat de Gouwe op peil was. Toen
ik opmerkte dat dan echter het water uit het noorden van
Rijnland (zijnen grooten boezem, die op dat oosenblik te hoog
was) konde worden weggemalen, was het antwoord, dat men
dan niet voort konde werken aan eenige schoeijingen aan pol
ders op de Gouwe die reparatie behoefden.
Dit is in mijne oogen geene reden om met malen op te
houden; de polder, die zijne schoeijingen niet in den zomer
maakt, rooet s winters dan maar last lijden; men mag een
geheel hoogheemraadschap niet laten verdrinken om de nalatig-
heid van eenen enkelen polder. Het geheele hoogheemraad
schap betaalt de lasten, het geheele hoogheemraadschap moet
dus deelen in de voordeelen.
Het stoomgemaal te Gouda heeft een cylinder, die te lang
is en daardoor sleept. Het hoogheemraadschap zal wijs doen
om tydens de schepraderen veranderd wordentevens de stang
van den piston te laten verlengenen dien zelfs nog van
achteren door eene slijde of andere inrigting te doen steunen.
Toen ik den volgenden dag aan het stoomgemaal van den
Zuidplas kwam hetwelk van eeDen vijzel in een scheprad met
kromme 9choepen van Korevaar was veranderd, en dit
juist dien dag zoude beproefd wordenhoorde ik met veel
genoegen van de aldaar aanwezige hoofdingelanden van Rijn
land, dat werkelijk, in de vergadering van den vorigen dag,
besloten was tot verandering van de schepraderen te Gouda
in pompraderen.
Dit zal de gelegenheid geven de werking van het scheprad
met kromme schoepen van Korevaar te vergelijken met het
pomprad van Overmars; beide dan toch zullen moeten op-
werken tegen dezelfde rivier den IJssel; wel zullen het stoom-
vermogen en de hoogte van opbrengst aanmerkelijk verschillen,
maar b. v. de tasting en het overmalen zullen bij beiden
kunnen worden gadegeslagendoor dezelfde waarnemers op
slechts korte tijdstippen verschil; en de overige geschillen
zijn voor berekeningen vatbaar.
Mat de werking der nieuwe kromme schepraderen betreft,
het was onmogelijk daarover heden een oordeel te vellen. Het
was alleen mogelijk te zien dat bet stoomwerkiuig (door de
heeren Stork te Hengelo, onder de leiding van hunneD directeur
Parmentier, gemaakt), uitmunteDd werkte; de schepraderen,
zoo kolossaalals waarschijulijk nog nimmer ergens ter wereld
vervaardigd zijn, en die ware meesterstukken van constructie
rnogen genoemd worden, draaiden heden rond zonder eenige
nuttige werking te kunnen doen.
Ten gevolge van het ingebreke zijn van den aannemer der
gebouwen en dijken, was het ondergemaal, dat een scheprad
V