1870.
Vrijdag, 50 December.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
Elfde Jaargang.
\^Hp
IPrijs van het Abonnement:
in het Jaar6 -
Prijs van een enkel Nommeb 15 Cent.
November 1870 GLMIDDELDE Maandelijksche Waterstanden, Water-ontlastiiigen en werking
der Stoomtuigen in het Hoogheemraadschap van Rijnland.
BEilGT.
Te beginnen met 1 Januarij 1871
gelieve men alle brievengeadresseerd
aan de redaktie of aan de administratie van ons
blad, te frankeren, dewijl, volgens de
nieuwe postwet, bij niet-frankering dubbel port
door den ontvanger moet betaald worden. Onze
korrespondenten en agenten worden verzocht
het door hen betaalde bedrag van briefport ons
op hunne gewone deklaratien in rekenino- te
brengen.
De I itgevers van liet Weelcllad van Haarlemmermeer.
POSTWEZEN.
Prijs der Advertentien
Haarlemmermeer.
iss^sssss^
HAARLEMMERMEER
ALLE TOEZENDINGEN, REDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE
te adresseren aan VAIV BOKGA C°.te Amsterdam.
EIiterl{jk Woetualag.)
De tijdruimte uitgedrukt in uren en minuten. De lengte-afmeting in meters. De inhouds-afimeting in kub. meters.
Waamemingcn.
Vloed op het Y
id. it den IJssel
id. a de Noordzee
Ebbe n bet Y
id. it den IJssel
id. u de Noordzee
Boezemstanden
j Boezemstanden
h bo i
jg a Verval in de Sluizen.
to) ^'J1^ van lozing
1—1 Hoeveelheid geloosd
De meest heerschende Wind
•A Gewerkt gedurende
1 Opbrengst
S Ditgemaien
O 60 I Gestopt voor Hoog water.
OJ I id.
Waarsenomen te
SPAARNDAM.
HALFWEG.
GODDA.
KATWIJK.
0.15 A.P.
0.112 A.P.
1.328 A.P.
0.878 A.P.
0.1? A.P.
0.193—A.P.
0.434 A.P.
0.676 A.P.
0.395 A.P.
0.402 A.P.
0.513 A.P.
0.405 A.P.
0.354 A.P.
0.416 A.P.
0.542 A.P.
0.037.
0.072.
0.083.
54.—
35.30.
204.—
8.866.769
4.819.200.
25.069.344.
Zuid.
Zuid.
Zuid-West.
Zuid.
434.30.
530.30.
372.45.
0 404.
0.498.
1.336.
33.636.423.
29.996.193.
13.335.506.
19.30.
18.15.
71.25.
23.—
35.15.
Aanieckcningen.
LEIDSCHENDAM.
Rijnland0.409 A.P.
Delfland0.238 A.P.
BODEGRAVEN.
Rijnland0.369 -A.P.
Woerden0.363 A.P.
In de Stoats-Courant zijn opgenomen vijf koninklijke beslui-
ten wier bepalingen bieronder volgen
I. Besluit van 30 November 1870 {Stbl. n°. 181). houdende
regeling van het expresse- of bestelloon voor brieven, gedrukte
stukken en monsters van koopwaren, en vertiere bepalingen
daartoe betrekkelijken zulks ter uitvoering van art. 7 der
wet van 22 Julij 1870 {Stbl n°. 138).
Art. 1. Gewone brieven en brief kaarten gedrukte stukken
en monsters van koopwaren, waarvan eene bespoedigde of
expresse-bestelling door de afzenders wordt verlangdzijn,
onverminderd bet gewone port, onderworpen aan een expresse-
van rijftien cents, wanneer de lokaliteit, waar de ge-
adresseerde woonachtig istot den gewonen kring der bestelling
van een postkantoor behoort. Indien echter die lokaliteit niet
behoort tot de regtstreeksche bestelling van een postkantoor,
wortt voor elken afstand van 2.5 kilometer, waarover de
expresse-bestelling geschieden moet, of voor elk gedeelte van
2.5 ilometer een expresse-loon van vijftien cents geheven.
et ovengemelde expresse-loon is eveniueel te vermeerderen
met e veergelden of dergelijke buitengewone onkosten, die
op de expresse-bestelling vallen.
Art. 2. lie brieven enz., waarvan eene expresse-bestelling
verangd wordt, zijn op de bovenzijde van het adres. in duide-
'i »C ln f'r"'cme'; woorden Per expresse te bestellen
of Buitengetcone bestelling te voorzien. Zij kunnen, met post-
zege s gefraukeerd, in de gewone poMbussen worden gestoken.
lj verzuimde of ontoereikende frankering wordt aan het uit-
ge ru "t vei langen tot expresse-bestelling niet voldaau.
Art. 3. De dienstbrievendie al3 zoodanig vrijdom van
port genieten, worden op verlangen der afzenders alleen dan
als expresse-brieven behandeld, wauneer het expresse-loon
vooruit is gekweten."
II. Besluit van 30 Nov. 1870 {Stbl. n°. 1S2), ter uitvoe-
ring van art. 14 der wet van 22 Julij 1870 {Stbl. n°. 138),
etre e ijk de bevoegdheid der afzenders van expresse-brieven
en van geldendie door middel van postwissels zijn over te
ma enom te verlangen dat bun door de post-administratie een
erigt van ontvang van den geadresseerde worde overgezonden,
"A*6 ))ev°egdheiddie aan de afzenders van aangeteekende
s u en is toegekend, om te verlangen dat hun door tusschen-
komst der post-administratie van de goede ontvangst door den
geadresseerde berigt worde gegeven tegen vooruitbetaling voor
het overzenden van zoodanig berigt van een port van vijf cents,
wordt bij de invoering der in het hoofd dezes gemelde wet
mede verleend aan de afzenders van expresse-brieven en van
gulden,, die door midrlel van postwissels zijn over te maken,
een en ander overeenkomstig de daaromtrent door Onzen
minister van financien te geven voorschriften."
III. Besluit van 30 Nov. 1870 {Stbl. n°. 183), ter uitvoe
ring van art. 15 der wet van 22 Julij 1870 {Stbl. u°. 138),
ketrekkelijk de sluiting der aangeteekende brieven en de uit-
reiking van aangeteekende stukken in het algemeen, alsmede
van'lvet maximum-bedrag der geldswaardewaarvan de aan-
gifte kan worden toegelaten.
Art. 1, Aangeteekende brieven met of zonder aangegevene
geldswaarde worden niet ter verzending aangenomeridan in
omslagen met ten minste twee in lak afgedrukte zegels ge-
sloten. De omslagen zijn in dier voege in te rigt,endat niets
uit den brief kan worden geligt zonder de zegels te verbreken
of den omslag zelven te schendenterwijl de afdrukken van
het zegeluit een geslachtswapen naamcijfer of ander bijzonder
merk van den afzender bestaande, aan elkander gelijk en in
dier voege geplaatst moeten zijn, dat al de vouwen van den
omslag door de zegels zijn vastgehecbt. Het adres moet duide-
lijk leesbaar zijn en den naam, mitsgaders de woonplaats van
den geadresseerde met juistheid aanwijzen.
Art. 2. De uitreiking der aaugeteekende brieven, met of
zonder aangegevene geldswaarde, alsmede van andere aange
teekende stukkep geschiedt op bet postkantoor van bestemming
aan den geadresseerde persoonlijk, of aan iemand van zijnent-
wege tot het in ontvang nemen gemagtigd, door middel van
eene nolariele of onderhandsehe geregistreerde volrnagt, in
behoorlijken vorm. De raagtiging tot het in ontvang nemen
van gewone aangeteekende stukken en van aangeteekende
brieven met eene aangegevene geldswaarde, honderd gulden
IbO) niet te boven gaande, kan ook door den geadres
seerde worden verstrekt, door middel van bet fortnulier van
lastgeving, voorkomende op het stuk, waarbij hern van de
aanwezigheid van den brief, enz., op het postkantoor worrit
kennis gegeven. De volmagten en de lastgevingen blijven op
het postkantoor berusten.
Art. 3. De in het voorafgaande artikel vermelde formulieren
van lastgeving worden van het zegelregt vrijgesteld.
Art. 4. De geadresseerde ot zijn gemagtigde stelt, ten
bewijze van ontvang, zijne naamteekening in bet riaarvoor
beslemde register. Indien de geadresseerde niet kan sehrijven,
wordt zijn handmerk in het register door twee ten postkantore
bekende getuigen gewaarmerkt.
Art. 5. De gewone aangeteekende stukken, mitsgaders
fie brieven met aangegevene geldswaarde, mits die waarde
de som van 100 niet te boven gaat, kunnen mede, vol
gens daaromtrens door Onzen Minister van financien te geven
voorschriften, door tusschenkomst van de hulpkantoren der
brievenpost worden verzonden en ontvangen.
Art. 6. Indien de geadresseerde van een aangeteekenden
brief met of zonder aangegevene geldswaarde, of zijn gemag
tigde mogt vermeenen, dat de brief zich niet in eenen on^e-
schonden staat bevindt, behoort daarvan dadelijk bij de uit
reiking door den belanghebbende opgave te geschieden en ten
postkantore proces"veri>aal te worden opgemaakt.
vail 10 regels 75 Cent, elke regel meer 12/2 Cent.
Groote Letters worden naar bare plaatsruimte berekend.
Art. 7. Er worden geene brieven met eene hoogere aan
gegevene waarde dan van f 6000 ter verzending aangenomen.
Art. 8. Dit besluit treedt in werking met 1 Januarij 1871.
De bepalingen van art. 1 tot en met art. 21 van Ons be
sluit van 28 Junij 1850 {Staatsblad N°. 34) houden, te re-
kenen van denzelfden dag, op van kraeht te zijn."
IV. Besluit van 30 November 1870 {Staatsblad N°. 184),
ter uitvoering van art. 20 der wet van 22 Julij 1 870 {Staats
blad N°. 138), betrekkelijk de geoorloofde bijvoegingen of
veranderingen in gedrukte of daarmede gelijkgestelde stukken,
die op den voet van art. 18 der gemelde wet ter verzending
met de post worden aangeboden.
Op den algemeenen regel, dat alle bijvoegingen of ver
anderingen in gedrukte of daarmede gelijkgestelde stukken,
behoudens de vermelding van de plaats van afzending, de
dagteekening en den naam of de firma des afzendersdie
stukken het voorregt doet verliezen om volgens het bij de
bovengemelde wet vastgestelde tarief voor drukwerken met de
post te worden verzonden, worden de navolgende uitzonde-
ringen toegelaten:
„a. Drukproeven. Behalve de verbeteringen van den lekst,
is bet geoorloofd schriftelijke aanteekeningen van den corrector!
kennelijk tot de proef betrekking liebbende en aanwijziDgen
voor den drukker of zetter bevattende, op de drukproeven te
plaatsen. De kopijen of manuscripten kunnen te gelijk met de
drukproeven, waartoe zij behoorenonder dezelfde strook of
kruisband verzonden worden.
„b. Prijscourantenbeursberigten en circulates. Behalve
vermekling van de plaats van afzending en de dagteekening,
zijn de navolgende schriftelijke of langs den mechanischen
weg gedane bijvoegingen of veranderingen in de bovengemelde
stukken geoorloofd namelijk de onderteekening of de onder-
teekeningen van de leden der firma, de invulling der prijzen
de verandering der prijsopgavende opgave van den naam
van den handelsreiziger of de veranderde naamsopgave van
dien reiziger.
„c. Boekentijd- en vlugscliriften. Op den omslag of op
een Her eerste bladzijden van boeken tijd- en vlugscliriften is
de mededeeling geoorloofd van den naam des zenders en van
den naam van hem voor wien bet bestemd is. De aanwijzino-
van drukfouten in een reeds afgedrukt werk is mede toe^e-
lateu."
V. Besluit van 30 November 1870 {Staatsbl n°. 185), naar
aanleiding van art 21 der wet van 22 Juny 1 870 {Staatsbl.
N°. 138), betrekkelijk de invoering van brief kaarten.
Art. 1. De in het bovengemelde wetsartikel bedoelde
opene formulieren dragen den naam van brief kaarten De
voorzijde is van eene gedrukte aanwijzing voor het adres,
alsmede van eenen afdruk van den postzegelsternpel van 2/'
cent voorzien. De keerzijde is geheel bestemd voor de mede
deeling, die men daarop verlangt te plaatsen.
Art. 2. Het sehrijven zoowel van het adres als van de
mededeeling kan met inkt, potlood of met eene andere zelf-
standigheid van dergelijken aard geschieden, op voorwaarde
echter dat het scb'rift duidelijk zij en op het papier blijve
vasthouden. Het drukken van een en ander op de kaarten,
al of met met schriftelijke bijvoegingen, is mede toegelaten!
Onderteekening of opgave van den naam des afzenders wordt
niet vereischt. De brief kaarten worden door of van weo-e de
afzenders in de poslbusseo gestoken.
Art. 3. De formulieren zijn op alle postkantoren en
hulpkantoren der brievenpost te bekomen tegen drie cents,
welke som het port vertegeuwoordigthetwelk voor de
verzending eener briefkaart binnen het rijk door middel
van de post verschuldigd is, met inbegrip van een halven cent
voor de kosten van aanmaak der formulieren, kraclitens het
bepaalde bij art. 5 der in bet hoofd dezes gemelde wet.
Art. 4. De briefkaarten kunnen op verlangen der afzenders
op den voet van art. 9 der in het hoofd dezes gemelde wet
worden aangeteekend. De bepalingen ten aanzien der expresse-
bestelling zijn mede op de briefkaarten van toepassing. Zij
wordeu in dat opzigt met brieven gelijk gesteld.
„Art. 5. De briefkaarten worden met 1 Januarij 1871 in
gebruik gesteld. Te rekenen van dat tijdstip worden de naam-
of zoogenaamde visite-knartjes niet langer op den voet van
gedrukte stukken ter verzending met de post toegelaten."
De Minister van Binnenlandsche Zakengelet op art. 18
der wet van 20 Julij 1870 {Staatsblad n°. 131), lieeft bij
beschikking van 24 Dec. 1870 goedgevonden te bepalen
1°. dat de kenteekenengebezigd omvolgens art. 17
dier wet, hoevenerven, stallen of weiden aan te wijzen
waar zich door eene betmettelijke ziekte aangetast of daarvan
verdacht vee bevindt of bevonden beeft, zullen bestaan uit
borden van ruw bout, aan eene zijde glad geschaafd. Deze