1871.
Vrijdag, 27 Januarij.
VAN
AAN LANDBOUW, GEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD.
No. 4.
Twaalfde Jaargang.
Haarlemmermeer.
Landbonw.
Prijs van het A_bonnement:
in het Jaar6.
Prijs der .Advertentien
van 16 regels 75 Centelke regel meer 12 J/2 Cent.
KONINKLIJKE BESLUITEN.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven
Menschen Guano.
Blaauwe Melk.
Eenige argumenten tegen het kneuzen van haver,
Een Nieuwe Cooperatieve Vereeniging.
www
IIAARLEM If ERMEER
Prijs van een enkel Nommer 15 Cent.
ALLE TOEZENDINGENREDAKTIE EN UITGAVE BETREFFENDE,
te adresseren aan VAN BONGA C0., te Amsterdam.
tJiterlijk Woensdag.)
Groote Letters worden naar hare plaatsruimte berekend.
Z. M. heeft 1°.op verzoekeervol ontslag verleend aan
A. de Wit, als dijkgraaf van het waterschap de Sleen prov.
Noord-Brabant; 2°. benoemd: tot heemraden van het wa-
terschapsbestuur van Mars en Wijthprov. Noord-Brabant,
W. Keijenberg en J. Verstraaten; tot heemraad van het pol-
derdistrict Veluwe, prov. GelderlandH. J. Ankersmit; tot
dijkgraaf van het polderdistrict Bomraelerwaardboven den
Meidijkprov. Gelderland, W. N. Bellingam de Krijgertot
vertegenwoordiger van het bestuur van den polder den Uitslag,
gemeente den Bommelprov. Zuid-Holland D. van Weel Jz.
tot heemraad van het bestuur der polders Oud- en Nieuw-
Bozenburg, Blankenburg de Ruige en Lange Plaat, gemeente
Rozenburgprov. Zuid-Holland J. Qualmtot gezworene van
den polder Klinkerland, gem. Nieuwe Tonge, Herkingen en
Melissant, prov. Zuid-Holland, J. van Dam; tot beheerder
van den Herdijkten Zwartepolderprov. ZeelandA. Luteyn
Az.; tot schepper in de directie van het generate Zijlvest der
Drie Delfzijlen in het Dorpsterzijlvestprovincie Groningen
K. S. Doornbos.
v-an 18 tot 24 Januarij 1871.
GEBORENWilhelmina Corstina, dochter van C. Bos en W. van Dorp.
Kammertje Cornelia, dochter van J. Bongers en J. de Vos. Gijsbert
zoon van G. Schoone en G. van Kerkwijk. Johannes, zoon van J. Ver-
Vaart en M. Goverden. Gerrit Jan, zoon van A. Roebersen en J. de
Jonge. Willem, zoon van H. de Jong en N. Keijzer. Maria, doch
ter van P. Hoogervorst en A. Valentijn. Janaje Margarethadochter
van C. Maaskant en M. M. Disselkoen. Geertruidochter van L. van
Lier en L. Vervoorn. Lambertnszoon van J. Vervoorn en N. Vos.
OVERLEDEN: Jannetje, oud 13 jaren, dochter van J. Bakker en A.
van den Houten. Johan Maarten oud 2 maanden, zoon van C. Bruin
en J. Planjer. Hendrikns Cornelis, oud 6 weken zoon van A. Lan-
gereis en G. Langereis. Bartholomeusoud 8 weken, zoon van P. Veen
en G. Kaptijn. Anna Cornelia Kleere, oud 28 jaren, gehuwd met J.
Biemans.
LEVENLOOS AANGEGEVENTwee Kinderen van M. Verkuijl en S.
van den Broek.
ONDERTROUWD A. van den Berg met D. Gelein. M. van der
Weijden met E. van den Enden.
GEHUWD K. Kieft met S. E. Jagtman.
Capelle (Langstraat) 23 Jan. Het weiland in het Land
van Heusden en Altena gelegen en aan eigenaren uit deze en
naburige gemeenten behoorende, wordt algemeen voor 80
tot 100 per hektare verpacht; terwijl het hooiland reeds
voor 75 a 85 per hektare verhuurd wordt. De kans om
goede rekening te maken is bij zulk eene booge huurwaarde
uiterst gering.
De hooiprijs stijgt bij voortduringzoodat thans voor
kleine partijtjes reeds 50 per 1000 kil. betaald wofdt. De
voorraad wordt gering, hoewel er nog veel moet afgeleverd
worden dat tot 44 verkocbt is.
Ambt-IIardenberg'22 Jan. Het te veld staaude winter-
koren schijnt van de strenge vorst veel te hebben geleden
ten minste het aanzien der kleine plantjes is niet gunstig en
men vreest dat verseheidene zijn doodgevroreu. De strenge
koude is zoo eensklaps gevolgd op regenwaardoor dit pro-
dukt als het ware in het ijs is vastgevroren. De sneeuwdek-
king is er ook gemist.
Ilooril23 Jan. Gedurende 1870 werden alhier ter markt
gebragt 1348 paarden13,283 koeijen1959 nuchtere kal-
veren, 17,085 schapen, 4916 lammeren17,602 varkens,
biggen en zeugen223 bokken, 144geiten, 109,500 koppen
boter, 3309 kippen5060 eenden496,855 kippen- en
206,500 eenden-eijeren.
Dicpenveen, 17 Jan. In de laatste jaren is de veestapel
in deze gemeente zeer uitgebreid. De tenloonslellingen van
rundvee, welke van tijd tot tijd hier gehouden worden, en
de hooge prijzen, welke de veehouders voor 't beste vee
maken, werken er toe mede, dat men er zich meer en meer
op toelegt scboon vee aan te fokken en den veestapel uit te
breiden. Ook het vetmesten van varkens neemt voortdurend
toe en beeft vooral in het afgeloopen jaar aanzienlijke voor-
deelen opgeleverd.
Aieuwe Toilge, 20 Jan. Alhier op het eiland heerscht op
dit oogenblik eene Doodlottige sterfte onder de paarden. Bij
vele landbouwers zijn de stallen geheel uitgestorvenbij den
landbonwer T. B. zijn o. a. 7, bij J. B. L. 2, en bij H. v. Z. 3
gestorven terwijl zijn vierde het laatste mede lijdende
is De veearts Schwartz, uit Zierikzee, scbijnt de oorzaak te
zoeken in het voeder: schimmelplanten in het hooi.
Het schijnt, dat belanghebbenden zeer weinig bekend zijn
met de verbodsbepalingen op den in- en doorvoer van buiten-
landsch rundvee, schapen, hokken en geiten alsmede van ver-
sche huiden, versch en gezoulen vleescb ongesmolten vet,
mest, onbewerkte wolonbewerkt haar, klaauwen, hoornen
en van alien afval van genoemde dieren.
Het blijkt intusschen, dat de ambtenaren aan de grenzen
en wel met name te Zevenaar, op al wat wordt ingevoerd
naauwkeurig toezien.
Altbans in de vorige week werd door die ambtenaren eene
hoeveelheid versch rundvleesch en een versche schapenhuid
aangehouden, die uit Duitschland waren ingevoerd.
Daar tegen de overtreders proces-verbaal is opgemaakt en
de wet zware straffen op deze overtredingen stelt, zoo meenen
wij het publiek een dienst te bewijzendoor het berigt dezer
feiten bekend te maken. ArnhCt
In den laatsten tijd zijn verseheidene gevallen van veetyphus in
de Belgische provincie Luxemburg voorgekomen. In de gemeente
Corbionbij Bouillon, heeft zich die besmettelijke ziekte
achtereenvolgens in drie stallen geopeubaard en thans is ook
in de gemeente Torguy, distrikt Virton en op eene hoeve
in eene gemeente van het distrikt Arlon, te Battincourt, een
geval van typhus voorgekomen.
Een reizigeruit het Oosten teruggekomengeeft de navol-
gende mededeeling betrekkelijk de guano-handel
Gedurende zijn oponthond te Alexandria trokken versehei
dene booten zijne aandacht die uit rotsholten ladingen van
eene bruine stof naar de groote schepen voerden. Bij onder-
zoek vernam hijdat die bruine stof bestond uit „Menschen
guano", dat wil zeggenuit verteerde lijken van vroegere
eeuwen, die tot stof en asch zijn vervallen eu groote rotsho-
len vullen. De Egyptenaren drijven daar een uitgebreiden
handel in, daar de centenaar in eene Eugelsche haven voor
ongeveer vier gulden verkocht wordt. Deze handel is nog geen
jaar oud. Men zegtdat de handelaars ze vermengen met
Peru-guanodie het dubbele kost.
In het Pharm. Weekblad leest men het volgende
De blaauwe kleur, die somtijds aan de melk waargenomen
en veroorzaakt wordt door de aanwezigheid van blaauwe
schimmelplantenis het gevolg van eene ligte maagdarm-
catarrh der koe. Als geneesmiddel hiertegeu wordt door een
veearts opgegeven
I.
R/: bicarbon. natric. grammen 10
sulphat. natric. 50
Dentur tales doses tres
II
R/: rad. gentianae
fruct. foeniculi aa. grammen 15
Dentur tales doses tres
Gebruik: Drie dagen achtereen wordt van N°. II eene
infusie van omstreeks /2 liter bereid, na bekoeling een
poeder van N°. 1 daarin opgelost en aan het zieke dier
gegeven.
Leeuwardeil25 Jan. Gedurende het jaar 1870 werden
alhier aangevoerd en aan de stads waag gewogen 44,609 kwart,
21,685 achtste en 1594 zestienrfe vaten boter, met het over-
wigt te zamen p. m. 2,418,665 k.gr.de wekelijksche aan
voer versehilde van 1404 kwart en 468 achtste tot 256 kwart
en 213 achtste vaten; de prijs liep van 42 tot 63 per
kwart vat. De aanvoer van kaas versehilde van 141 tot
5266 k.gr.; de totale aanvoer bedroeg 72,529 k.gr.; de prijs
varieerde tusschen 75 en 58 per schippond.
Aan de veemarkt werden aangevoerd: 8 03 werkpaarden en
veulens; 14,275 vette en magere varkens en biggen; 50,114
schapen, lammeren en hamels; 4748 ossen en stieren; 957 1
vette koeijen waarbij van 110 tot /480; 2998 vare-koeijen
van 60 tot 260; 4707 kalf-koeijen van 64 tot 300;
8629 melk-koeijen van /58 tot/ 275; 4641 vaarzen, pinken
en kweenen3730 vette kalveren van 11 tot/103; 5504
gras-kalveren van/10 tot/68, en 861 nuchtere kalveren.
Onze lezers zullen zich ongetwijfeld herinneren, dat tijdens
het heerschen van den veetyphus, door den koning aan eene
talrijke kommissie een drietal vragen ter beantwoording werd
gesteld, waarvan de derde en laatste luidde: Is er soms
een ras van vee dat minder vof niet vatbaar is voor besmet
telijke ziekten?"
Die kommissie beantwoordde deze vraag, vrij kortont-
kennend.
Daarentegen treedt thans een praktisch deskundige op, en
zegt volmondig: „ja!" Nu is „ja" en „neen," zoo als het
spreekwoord zegteen langen strijd." Derhalve is het be-
langrijk te wet.en op welke gronden het „ja" berust. Onder
den titelDe koninklijke vraag (zie hierboven) bevestigend be-
antwoord door Pieter Verhoeve Bruinvis van Winkel (Noord-
Holland), is bij de Wed. P. J. G. Diderich te Scbageneen
werkje uitgegevenmet drie 9teendrukplatenwaarin de be-
langstellende en belanghebbende uitvoerig vermeld vindt, hoe
Bruinvis zijne wetenschap der bedoelde kenteekenen verkregen
heeft, welke proeven hij nam, welke onderzoekingen hij deed,
en ten slotte zakelijk en duidelijk al die kenteekenen worden
blootgelegd en beschreven.
Ieder doe er nu zijn voordeel mee. De heer Bruinvis ver-
dient dank, dat hij zijn kennis zoo duidelijk en oubewimpeld
in het algemeen belang mededeelt.
Wij ontvangen van het Ministerie van Binnenlandsche Za-
ken, en maken er dankbare melding van, het tweede gedeelte
inhoudende voorloopig uitgegeven eindcijfersvan het Verslag
van den Landbouw in Nederland over 1869, opgemaakt op
last van den minister. Yoor wie met kennis van zaken, op
verkregen uitkomsten gegrond, wil oordeelen, en zich naar
de slotsommen der opgedane onderviriding wil rigtenin alles
wat direkt of indirekt den landbouw betreft, of op de uit-
oefening daarvan invloed uitoefent, is ook dit tweede gedeelte
van het J erslag onmisbaar. Het is te 's Gravenhage bij van
Weelden en Mingelen en bij hunne korrespondenten verkrijg-
baar gesteld.
De heer F. C. Ilekmeijer deelt in het Magazijn voor Land
bouw en Kruidkunde het volgende mede
door Gahreau.
Garreau is overtuigddat de haver het voordeeligste in den
toestand van geheele korrels gegeven wordt, omdat elke toe-
bereiding der laatste, door maleokneuzen, bevochligen
koken en bakken, slechls doelmatig is bij jonge dieren, bij
wie de tanden wisselen, bij oude dieren met slechte kiezen
en bij zieke of te onder gekomen dieren. Men zegt wel:
wordt de haver geheel gevoederd dan gaan ook veel korrels
nog geheel zijnde af, men vindt ze in den mest in denzelfden
toestandwaarin zij gevoederd wordenen wel in eene hoe
veelheid, dat zij y3 gedeelte van het geheele ration uitmaken
wordt daarentegen de haver gestoten of gekneusd dan is die
gemakkelijker verteerbaar en daarom ook beter voor het dier,
voornamelijk in landenwaar de landbouw een hoogen graad
van ontwikkeling heeft gekregeu, bijv. in Engeland, waar de
haver gekneusd wordt.
Om deze meening op den waren prijs te stellen, moet men,
zegt Garreau, den ouderdom en den gezondheidstoestand der
dieren, de hoeveelheid en den aard der binnen een bepaalden
tijd opgenomen korrels in aanmerking nemenen de met den
me9t ontlastte onderzoeken. Een volkomen gezond, zesjarig
paard, dat dagelijks 10 liters beste haver bekw'am, ont"
lastte met den mest in den loop van 24 uren 580 stuks ge
heele, niet of slechts weinig veranderde korrels. Als van
10 liters, d. i. van 205,000 haverkorrels, slechts 580 korrels
zijn afgegaan, zonder eene voedende werking gebad te hebben,
dan volgt. daaruit, dat bij het gemelde paard het geheele jaar
door van de 74,825,000 korrels slechts 211,700 of bijna 11
liters, onverteerd zjjn outlast. Het schijnt alzoo, dat de hoe
veelheid der geheel afgegane haverkorrels gewoonlijk overdre-
ven hoog is aangeslagen.
De mogelijkheidom door kneuzen de haver voordeeliger
te maken, zoodat men er minder van behoeft te geven, dan
van geheele korrels, heeft dus een zeer geringen gronddaar
door het kneuzen slechts het volumen, niet het gewigt, als
de uitdrukking van de voedende bestanddeelen vermeerdert.
Beroept men zich ecbter ten gunste daarvan op Engeland dan
moet ten minste in dit opzigt ten aanzien van Erankrijk in
overweging genomen worden, dat beide landen, noch ten
opzigte van het klimaat of den aard van den bodem, noch ten
aanzien van behoefte, smaak en landhouw-verhouriingeneene
vergelijking toelaten. [Becueil demed. Vete'rin. 1869, p. 113.)
(Vervolgzie Weekblad N°. 2.)
II.
Was gleicht wohl auf Erden
Dem Jagervergniigen
Zoo alle landbouwers, warmoeziers, boom- en bloemkwee-
kers, die last van ongedierte hebben (op bun land wel te
verstaan), zich vereenigden om de schade, door bekeuringen
en boeten opgeloopengezamenlijk te dragenen dan geen
middelen ongebrnikt lieten, om het sehadelijk wild uit te
roeijen, dan zou hun streven zeker met een goeden uitslag
bekroond worden. De elementen zijn niet minder geduchte