Advertentien. C O IV C E R T Openbare Yerkooping/ - 15 - Eene Party zwaar IXZEN-, ESSEN- en WILGEN- II A K H O U T, Eene partij TARRLBOSSE1V. Jttgczoubcit. ABBENES, op Dingsdag 31 Januarij 1871, OP 3 FEBRUARIJ 187 1. korte uren eene som van mini f 335 had ingezameld voor dit doel, mag men daarop wijzen als een bewijs, dat men door zamenwerking veel kan verkrijgen en daardoor in staat kan gesteld worden den toestand van den arme in den winter meer drageiijk tc maken. Eeni»e boeren in het dorp Hellendoorn maakten dezer dagen jagt op een koppel wilde zwanenhet gelukte hun daarvan circa 20 stuks in handen te krijgen. De huid daarvan, als pels zeer verwarmend, vvordt tegen goede prijzen opgekocht. Een der kondncteurs der Ned. Rijnspoorweg-Maatschappij heeft het ongeluk gehad om, toen hij bij het doen eener dienstcommissie de rails passeerde, in de nabijheid van het station te Rotterdam, door een voorbij- snellenden trein te worden aangereden, met dat gevolg, dat hij ernstig aan het linkerbeen, den linkcrarm en het hoofd is verwond. Eerst naar het station vervoerd, werd hij spoedig naar het ziekenhuis overgebragt. Men vreest, dat het been zal worden geamputeerd. In het begin der vorige week is op de stoep van het diakoniehuis te Haarlem, in den avondstond, een zeer jeugdig kind te vondeling gelegd. Men zegt dat daarbij aan dat huis door de moeder is aangebeld, die zich daarop verwijderde. Een der bedienden, die de deur opende, moet het kind opgenomen hebben, maar de hoofdsuppoost van het gesticht maakte zwarig- heden om het kind te houden het werd weder op de stoep gelegd, waama het door een infanterist op nieuw is opgenomen en aan het kommissariaat van politie gebragt, en door deze ter verdere verpleging is bezorgd in het algemeen armenhuis. Thans verneenit men dat de moeder is opgespoord, en tegen haar proces-verbaal opgemaakt, doch zij zelve nog in vrijheid is gelaten. Op het platte land in de nabijheid der gemeente Eraneker werden voortdurend allerlei kleinigheden ontvreemd, bijv. kleedingstukken, gereed- schappen, paardcstaarten, enz., zonder dat men den dader ontdekte. Thans heeft de politie iemand ontdekt, die reeds dertien dezer kleine diefstallen beleden heeft. De gezamenlijke opbrengst van dezen bnit beliep niet meer dan 5 a 6 gulden, die den dader ongetwijfeld duur zullen te staan komen, te meer, daar hij voor ongeveer twee jaren eerst uit een huis van opslui- ting was ontslagen. Door het kantongeregt te Deventer werd dezer dagen eene voor den den boterhandel zeer gewigtige uitspraak gedaan in de volgende zaak. Voor eenigen tijd kocht een boterkooper op de weekmarkt aldaar een vaatje boter a f 25. Bij nader onderzoek bleek, dat het vaatje bestond uit zeer slechte kwaliteit, verborgen onder een laagje goede soort. Terstond na de ontdek- king gaf de kooper daarvan kennis aan de verkoopster, er bijvoegende dat hij de boter niet accepteerde en zij ze weder tot zieh kon nemen (volgens gewoonte kwam de verkoopster juist het geld opvragen). Het is nu in den boterhandel eene usance dat hij, die op de weekmarkt een vat boter koopt, dit in zijn pakhuis nader kan onderzoeken en, bij niet akkoord be- vinding, kan weigeren. De kantonregter nam echter als vast staande (in facto) aan, dat de koop van boter op de markt te Deventer, op die markt reeds geheel is afgeloopen. De verkoopster werd van het haar ten laste gelegde feit vrijgesproken en de kooper veroordeeld in de kosten van het geding. Uit Gildehans meldt men//Een reeds bejaard man wilde bij de begrafenis zijner vrouw tegenwoordig zijn en plaatste zich, volgens gebruik, op de lijkkist, die op een boerenwagen vervoerd werd. Onderweg viel de man van de kist op den harden grond, met het gevolg dat hij den nek brak en onmiddellijk een lijk was. Nadat de vrouw was ter. aarde besteld, werd het lijk van haren man op denzelfden wagen naar zijne woning vervoerd. Betreffende de berigten aangaande vermiudering van straftijd, aan sommige veroordeelden wegens het rotterdamsche oproer toegestaan, verneemt men dat o. a. P. J. Bosman, J. Vrancken, G. Boelaers, W. S. Wolters, P. van Krimpen, G. de Weerd, C. Ivemp, J. H. van Klaveren en W. S. Lohman op 1 April e. k. uit de gevangenis te Leeuwarden zullen worden ontslagen. Aan de Vletter, Melhado en Rueb is geene vermiudering verleend. Hit Haarlem wordt verhaald, dat een der bedienden van den heerB., houtkooper buiten die stad, een postduif heeft opgevangen, hij welke een missive werd gevonden van den franschen minister Jules Favre aan zijnen kollega Gambetta, het berigt inhoudende dat men te Parijs voornemens was een uitval te doen op de belegeraars. In Vlaardingen komt een nieuw weekblad uit, onder den titel: Ver- snaperingeen blad, gewijd aan de belangen van nederlandsche dienstboden. Een kleermaker, oud soldaat, Brichlin genaamd, is te Straatsburg r/bij speciale gratie" tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij jeugdige Elzassers voor de dienst bij de fransche legers had aangeworvea. Op al de vragen van den voorzitter van den krijgsraad antwoordde hij niets anders dan//Ik heb gemeend een pligt te vervullen." Te Toulouse is een kapucijner-monnik begraven, die dienst had ge- nomen voor den ganschen duur des oorlogs. Het lijk werd grafwaarts ge- drageu door twee kapucijner-monniken en door twee soldaten van het 8e bataillon jagers te voet: Aan de Schles. Kirchenz. is uit zeer goede bron het volgende mede- gedeeld: //De ursulineu te Blois, in Frankrijk, hebben aan hare zusters te Berlijn reeds dikwijls versterking voor het onderwijzeud personeel doen toekomen, en dus wendden zij zich tot de superieure der ursulineu te Ber lijn, met verzoek, tot den koning de bede te rigten, dat haar klooster (te Blois) zoo veel mogelijk van de rampen des oorlogs verschoond bleve. De berlijnsche superieure roldeed aan dien wensch en verleende hare tusschen- komst bij koningin Augusta. Het klooster te Blois kreeg kort daarna vijftig man met paarden tot inkwartiering; en toen nu dit krijgsvolk zich aanmeldde om binnengelaten te worden, vertoonde de superieure een docu ment, houdende dat het ursulinen-klooster te Blois vrij wordt verklaard van alien overlast. Dit stuk was een //Genadebrief" van koning Willem I. Vleeschverbruik in Weenen. - In het jaar 1870 werden geslagt: in het slagthuis bij St.-Marx 54,711 ossen en 2903 koeijen; in het slagthuis bij Gumpendorf 31,643 ossen en 4484 koeijen, te zamen 86,354 ossen en 7387 koeijen, of 93,741 stuks rundvee, d. i. 2296 meer dan in het jaar 1869. Ofschoon Weenen niet belegerd was in 1870, werden daar voor voedsel der bevolking geslagt 2349 paarden, zijnde 794 meer dan in 1869. Onlangs moest Tommet, sergeant van het 48e regement jagers te voet, te Besantjon gefusilleerd worden. Hij was den vorigen dag door den krijgs raad, wegens weerspannigheid in tijd van oorlog, ter dood veroordeeld ge- °rden. 's Morgens ten ure werd hij op de strafplaats gebragt, waar het geheele garnizoen onder de wapenen was. Op tien passen afstands ge- plaatst van het piket dat hem zou fusilleren, hoorde hij moedig zijn dood- vonnis voorlezen. Reeds zouden de geestelijken, die hem vergezelden, hem voor de laatste maal hunnen zegen geven en hem omarmen, om afscheid van hem te nemen, toen kapitein Lenoncourt, zich in het midden van de plek begevende, met luider stem de kwijtschelding van straf voorlas, die de divisie-generaal aan den beschuldigdc, met het oog op zijne goede ante- cedenten, verleend had. Dit hoorende viel Tommet achterover, terwijl uit al de gelederen een kreet van vreugde opging. Het schijnt dat al zijne kameraden en de on^er-officieren van het bataillon deze gratie met aandrang hadden gevraagd. Hij werd vervolgens naar de citadel teruggcbragt, waar hij voortaan op vrije voeten, doch beroofd van zijnen rang, bij een kom- pagnie eclaireurs dienst zal doen. Op een der avonden van de vorige week trad een welgekleed man, die met een rijtuig aankwam en zich markies Tyrrell noemdeden winkel binnen van de heeren London Ryderjuweliers en goudsmeden in Bond- street te Londen. Hij deelde mede dat hij onlangs geerfd had en nu eene som van/ 70,000 aan kostbare sieraden wenschte te besteden. Vervolgens bezag hij een dialnanten halssieraad en andere artikelenen verzocht toen dat men eeu en ander ten half zes aan zijne woning (op een zeer goeden stand) zoude zenden, opdat eene dame ze aldaar in oogenschouw mogt ne men. De juwelier zond een zijner bedienden met eene waarde van 60,000 a 70 000 aan edele gesteenten naar het opgegeven adres. Deze werd opengedaan door den zoogenaamden heer markies Tyrrell zelvenhetgeen hem wel eenigzins vreemd voorkwamdoch de bedrieger gaf voor dat de dienst- boc|e afvvezig was. De bediende werd vervolgens naar de zaal geleidal- waar eene dame wachtende was. Alle drie zetteden zich nu rondom eene tafel en de juweliersman haalde voor ongeveer 30,000 aan sieraden nit den lederen zak dien hij bij zich had en zette toen den buidelwaarin zich nog voor ruim dezelfde waarde bevondtusschen zijne voeten onder de tafel. De dame bezag de sieraden zeer naauwkeurigtot dat de heer haar vroeg of het niet beter was hare zuster te roepen om ook haar ge- voelen te vragen. De dame stond dientengevolge op en kwam terug zon der dat de man van den juwelier, die zijnen rug naar de deur gekeerd had dit bemerkte. Eensklaps werd hem een doekwaarvan de vrouw de twee einden vasthieldtegen den mond gedrukt. De bediendedie gedwongen was geweest chloroform in te ademen verdedigde zich echter en er ontstond eene worstelingdie hij echter niet kon volhouden, zoodat eindelijk de twree personen hem overweldigdenzijne handen en voeten bonden en hem op de sofa legdenmet bedreigmg van zijn leven indien hij schreenwde of zich bewoog. Dit gebeuxde omstreeks zes ureen het schijnt dat men hem verder chloroform toediendewant er verliepen nog twee uren alvorens hij tot zich zelven kwam. Zich toen losgerukt heb- bende sloeg hij met den pook eene ruit van het venster in om de aan- dacht der voorbijgangers te trekken en begaf zich toen op straat om de hulp der politie in te roepen. De diamanten enz.die op de tafel gelegen hadden waren natuurlijk verdwenendoch den zak onder de tafel hadden de dieven laten liggendenkelijk vermoedende dat hij ledig was. De dienstbode laat teruggekomen zijndedeelde mede dat zij eerst den vori gen dag in dienst getreden en dien avond op verren afstand gezonden was, met last een brief af te geven aan een adres dat haar nu gebleken was niet te bestaan. Het huis was ledig. Dezelfde dief had zich mede op dien dag, doch vroeger, bij den juwelier Emmanuel, die digt bij London Ryder zijnen winkel heeftvervoegd en eveneens sieraden met edelge- steenten besteld; doch deze had de voorzorg genomen twee personen te zendenwaarvan een groot en forsch gespierd was. De gewaande markies opende ook aan dezen de deurdoch ziende dat er twee personen waren en een hunner van een sterk voorkomen, gaf hij voor dat de dame uitge- gaan was. Daarna beproefde hij het en slaagde bij London Ryder. Uit Charleville wordt van 7 dezer geschreven .- De uitwerking van het bombardement van Mezieres is verschrikkelijk geweestde helft der stad is totaal vernield. Tot heden heeft men er reeds 100 lijken van on der de puinhoopen gehaald, door de bommen gedood, verbrand of gestikt, en men gelooft dat er nog wel eens zoo veel zullen gevonden worden. Het treflendst is het geval dat eene geheele familie gezamenlijk het slagtoffer is geworden de heer en mevrouw B.hunne dochter en dezer echtgenoot, de Droeder van den heer B., mede met echtgenoot, en eindelijk eene vroed- vrouw, ten behoeve van eene der dames geroepen zijn bedolven en ver brand gevonden in een kelder met papierchwaarin zij de wijk schijnen genomen te hebben het huis van vijf verdiepingen was er op neergestort. Dat is de oorlog Collega's nemen geen geld van elkander. - De beroemde tooneel- speler Devrient kwam op eene zijner reizen door een Saksisch dorpje, waar hij moest overnachten. Hij was gewoon overal waar hij kwam te onder zoeken of er ook iets merkwaardigs te bezien was. De waard zeide echter, dat er niets bijzonders wasmaar dat er juist een marionettenspel was aangekomen, dat dien avond spelen zou, en werwaarts het heele dorpje heenstormde. Devrient wilde dan ook daar den avond gaan doorbrengen, om de uitwerking van het marionettenspel op de landbewoners waar te nemen. De vrouw van deu eigenaar van het spel zat aan een klein taleltje en ontving de entreegelden. Devrient wierp een daalder neder en gii.g door. De vrouw zag verbaasd op, en riep uit//Zoo ik mij niet bedrieg zijt gij Devrient?" Devrient stemde toe. //Nu, mijnheer! veel eer voor ons, dat ge ons komt bezoeken, maar steek uw geld weer bij uCollega's mogen geen geld van elkander aannemen I" Diep gevoel voor het schoone. - Achslechts een kus van de Goddelijke!" zuchtte een welgevoede Hes, uit een klein landstadje, en bij die verzuchting, zoo innig uit het gemoed opgeweld, kon zelfs een sterk bijziende tranen over zijne ronde wangen zien vallen, terwijl zijne lippen zich reeds als knssend bewogen. Zijne echte vrouw zat nevens hem in den hortenden, wagen een vrij prozaisch voertuig voor een zoo poetisch paarook haar oog was vochtig, en uit het voile hart antwoordde zij »Wilhelm! 'k wod dat 'k j'er aan helpen kon!" Zijn wel vele mannen met zoo onbaatzuchtige vrouwen gezegend? Maar, dat werkt het diep gevoel voor het schoone in het onbevangen hart, dat is de invloed der muzijk, die in onze eeuw zoo allerwege haren scepter zwaait. En waarom niet? Het is immers dezelfde Godes, die in den ouden tijd steenen ver- murwde en tijgers temde? Men moet weten, dat dit echtpaar van Frank fort kwam en daar de beroemde Jenny Lind als Amine in de uNachtwand- lerin" had gehoord. Geene andere gold de kuszuchtige verzuchting des gelukkigen echtgenoots. KOPIJ. Den W.-E.-G. Heer Mr. J. P. Amersfoordt, Haarlemmermeer. Leiden, 21 Jan. 1871. Wel-Edel-Gestr. Heerl Na uwe mededeeling in het Weekblad neem ik de vrijheid nogmaals op de onnaauwkeurigbeden in de waarnemingen te rug te komen. Het was dus geene drukfout, maar eene schrijf- fout van den klerk van Eijnland, die de waarnemingen af- schrijft en aan het Weekblad zendt. Het feit, dat ik gecon- stateerd heb, blijft bestaan. De boezem stond dien dag op 0.45. Maar wat uwe aanmerkingen over de waarnemingen te Half- weg betreft, is al te ondoordacht. De waarnemingen van den boezem geschieden eens in iedere 24 uren op den middag. Het is dus zeer denkbaar, dat tus- schentijds de boezem varieert, en, tijdens de ebdie niet altijd op den middag invalt, hooger is, zoodat er sluisgang is. Dit is ook bier het geval geweest, en uit het cijfer der ebbe en van het grootste verval leidt men dan den boezemstand van dat oogenblik af. Ik zal dus vooreerst de peilschalen maar laten staan en geef aan hendie gevolgtrekkingen uit de waarnemingen wen- schen te makenden raad zich eerst goed op de hoogte van de zaak te stellen. Ik meen thans alle duisterheden te hebben opgeklaard, en noem mij met de meeste achting, Uw Dienaar Maas Geesteranus Ingenieur Hoofd-Opzigter van Rijnland. Nu, volgens den heer Maas Geesteranus, de drukfout ver- anderd is in eene schrijffout van den klerk, verzoek ik den Ingenieur Hoofd-Opzigter van Rijnland beleefdelijk de stuk- ken, die van zijn bureau naar de drukpers worden gezonden, voortaan vooraf te willen nazien en collationeren. Ook geef ik ZijnEd. nederig in bedenking om voortaan de laagste ebbe niet te willen laten waarnemen des middags ten twaalf ure, wanneer welligt de hoogste vloed is, maar op het oogenblik dat die ebbe werkelijk plaats heeft. Met afieidingen wordt bet puhliek niet gediend, die moet het zelf makenmen verlangt waarnemingen. Dat de peilschalen van Rijnland alien verkeerd staan, zou de Ingenieur Hoofd-Opzigter kunnen leeren onder anderen uit de notulen van Hoofd-Ingelanden van Rijnland waar in alien ernst is voorgesteld om voortaan een Rijnlandsch A. P. aan te nemen, dat is een Rijnlandsch Amsterdamsch Peil, welk voor- stel gelukkig niet tot besluit verheven is. Goede waarnemingen van waterstandengegrond op het werkelijke Amsterdamsche Peilhebben eenige waarde slechte waarnemingen en afieidingen zijn gevaarlijk en alle kosten daaraan besteedzijn weggeworpen geld. Haarlemmermeer, 23 Jan. 1871. Mr. J. P. Amersfoordt, Ingeland van Rijnland die gaarne Rijnlands bundergeld nuttig aangewenden niet noodeloos ver- spild zoude zien. Wat ik reeds langen tijd gevreesd heb, is eindelijk gebeurd het Leesgezelschap Tot Nut en Genoegen, in stilte ontstaan op den publieken weg opgerigt, zonder uitschrijving van eene plegtige vergadering, is den 31 December van het jaar 1870, na een langzaam verval van krachtendat telkens meer kie- men van ontbinding vertoonde, zachtkens de ruste ingegaan even eenvoudig en stil als de geboorte was geweest. Een kort woord van herinnering aan de nagedachtenis van dat ge- storven Leesgezelschap gewijd, moge hier niet misplaatst zijn! Aanvankelijk tusschen drie personen opgerigt, in Maart 1861, klom en daalde het ledentalgedurende het bijna tienjarig bestaan, beurtelings van drie tot zestienen omge- keerd. De laatste drie leden trokken zich bij den aanvang van 1871 stilzwijgend terug, zoodat hiermede zijn bestaan had opgehouden. De contributie bedroeg 's jaarlijks 3.50, welk gezamenlijk bedrag van al de leden, met de voordeelen aan de verkooppenningen der gelezene boeken en tijdschriften verbonden, door elkander een jaarlijksch leesgeld gaf van pi. m. 40 gulden. Voor het bedrag dezer gelden werd ge- lezende Gidsde Wetenschappelijke BladenAlbum der Na- tuurScbat der Gezondheidde Oude Tijd, de Spectator, de Navorsckerde Aarde en haar Volken, Los en Vast, zelfs de Revue des Deux Mondes; en meer voor uitspannings-lektuur het Stuivers-Hagazijn, Romantische Bibliotheekde Huisvriend en eenige romansgekocht bij J. van der Beek te Amster dam. Zes weken na de uitgave werden de meeste dezer tijd schriften als zij reeds elders gecirculeerd haddendoor een boekhandelaar aan de Zaan, tegen de belft of edn derde van den primitieven prijs afgeleverd. Daardoor was het mogelijk om dat alles voor het betrekk.elijk geringe leesgeld te kunnen ontvangen. De „boekenkieskommissieeen woord uitgevon- den door onzen eersten secretaris, schafte zich, ria onderlinge beraadslaging, de boeken voor het leesjaar aan. Onvergetelijk zullen ons die gezellig vrolijke avonden blijvensteeds con sequent door inconsequenties Wat mag dan nu wel de reden zijn der verdwijning van het Leesgezelschap Tot Nut en Genoegen Men zegt(wie die „men" is doet er hier niet toe!) men zegt dat de lektuur over het geheel genomen te degelijk en te gezond was. Ge- woonlijk kwamen ook de Wetenschappelijke Tijdschriften onge- schonden enzeer netjes terug, een bewijs dat ze weinig of niet gelezen warenvergeleken ten minste bij de Hollandsche Lllustratie en de Romanlitteratuurdie uitmuntten door vuil- heid en vetheid bij de terugkomst. Wat nut steekt er echter in het lezen van novelletjes Een goede romanvan een erkend goed schrijver, is, dunkt mij, dan nog veel beter. Maar de romans van Dickens vond men vervelend en die van Walter Scott onuitstaanbaar. Doch de geregelde verzen- ding liet vaak veel te wenschen over; zij was slordig: in plaats van elke week een gepast deel leeswerk te ontvan gen, zat men soms weken zonder iets, terwijl men eensklaps weder overslelpt werd door eene magt van lektuur. Zonder orde en och met een weinig opmerkzaamheid is het zoo gemakkelijk zich er aan te gewennen zonder orde gaan de beste en meest nuttige zaken te loor. Qui veutqui peut", en ook hier konden de groote afstanden geen verschooDing zijn voor slordige verzending. Bovendien eischte „men" meer lektuur. De bestaande voldeed niet langer. Veel lektuur, goede lektuur, aangename lektuur, de nieuwste lektuur, voor 3.50 'sjaars! Schitterende lektuur, b. v. de. London News VLllustrationdie Gartenlaubeenz. Ach, arme Icarus! dacht ik, en dat alles voor 3.50 's jaars. Hoe het evenwel zijhet Leesgezelschap is henen- gegaanruste het in vredeDoch verandering is verfris- sching; waarom geen groot Leesgezelschap opgerigt langs het geheele Hoofdkanaaltegen eene contributie van 5 of 10 gul den. Dan zou men in staat zijn om alles te lezen wat de pers ons nieuws, en goeds en verkwikkends verschaft. Als ieder maar accuraat, stipt en Ordelijk is; waarom zou de uit- voering van dit denkbeeld dan zoo onmogelijk zijn? In de Haarlemmermeer moet men lezen, wil men zich niet vervelen zich zelf niet te veel worden. Die niet leest, is tegen zich zelf; die geen lust tot lezen heeft, treurig onbeduideud; die niet lezen kandiep ongelukkig 1 Een goed boek is een goed vrieud! Daarom verheugt het mij telkens meer, dat er te Abbenes blijkbaar grootere leeslust ontstaat. Dr. Heije ver- schafte voor de volks- en schoolbibliotheek reeds een goeden voorraad boeken. Ook de ondargeteekende stelde daarvoor zijne bibliotheek ten beste. Doch de beste voorraad raakt eindelijk uitgeput. Zijn er daarom geene meer Vrienden en Vriendinnen van Abbenes, die uit hunne verzameling van boeken er eenigen zouden willen afstaan voor de Volks- en Schoolbibliotheek aldaar. Het zal mij aangenaam zijn ze te mogen ontvangen, en een even aangename bezigheid, zoo ik gezond mag blijven, beide Bibliothekenvoor kinderen en vol- wasseuen dezen zomer eens netjes en naauwkeurig te regelen en in te rigten. P. Boekel. des voormiddags ten 10 ure, op de Hofstede „TerLamen'," gelegen aan den IJweg, hoek VijfhuizerwegSectieJ, N°. 1 te Haarlemmermeervan waaronder zeer geschikt voor zware Palen, benevens Be Verkooping geschiedt pm contant Geld. Aan het geeerde Publiek wordt kennis gegeven dat, BUITEN DE INTEEKEN1NGSLIJSTgeen toegtUlg tot het CONCERT zal verleend worden. De Koffijhuishouder, J. KNOL.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1871 | | pagina 3