18
Haarlem mermeer.
Bij den Burgerlijken Stand zijn aangegeven
Moll. MaatscliappU v. Lamlbouw.
Landboaiw.
Poiiliek ©verzigt.
27 Januarij 2 Februarij 1871.
consequent moet handelendaar aan de gemeente Lisaebij
het eindc van den terrnijnook liet verder verstrekken van
subsidie is geweigerd.
De Heer Bdltman zegt de Notulen van den ITaarlemscbeii
Gemeenteraad, in dato Augustus I860, ter dozer zake ge-
lezen te hebben, en ineent dat daarin niets omtrent eene
tolheffing wordt gevonden.
Daarna volgt eene diacussie over de bevoegdheid van
Haarlem tot het al of niet beffen, van tolaan welke discussie
wordt deelgenomen door de Iieeren Mr. C. Cock, Jhr. Mr.
■J. W. H. Butgers van BozenburgJ. J. Korthals en den
Yoorzitterdie daarop voorlezing doet van al hetgeen over de
daarstelling van die brug heeft plaats gehad.
Na het eindigen der bescbouwingenbrengt de Voorzitter
het voorstel van Dijkgraaf en Heemraden in rondvraag, dat
met 9 tegen 6 stemmen wordt verworpen.
VI. De Commissiebelast met het onderzoek der Kckening
Ilulpfondsaan die opdragt reeds gevolg hebbende gegeven
brengt, bij mohde van den Heer Mr. T. L. L.Prins, rapport
nitmet het voorstel om die Kekening good te kenrenmet
welk voorstel de Vergadering zich zonder hoofdelijke stemming
vereenigt.
De Heer Mr. J. D. Viruly keurt het afdat de stoomtuigen
des Polders voor geld te bezigtigen zijn; welke mantregel ten
voile wordt geregtvaardigd door de mededeeling van den Voor-
zitter, dat die gelden strekken ten bate van het onder-
stenningfonds.
Daar na deze toelichting de Heer Mr. J. D. Vtruly geen
voorstel wenscht te doen betreffende verandering in deze
brengt de Voorzitter dank aan de Commissie van onderzoek.
VII. Hoewel bniten de Agenda, brengt de Voorzitter, om
vereischenden spoed een voorstel ter tafel van Jhr. L. Eutgers
van Bozenburg, namens de Erven, tot het aannemen der
voorloopige grensregeling voor eene defmitieve, der door die
Erven eerstdangs td verkoopen gronden bij het Nieuwe Meer
afdeeling Bijk, kadastraal Sectie H, N". 590 597, 598
599, 782, 783, 784, 785, 78G, 787, 870, 960 en 961,
groot 5 hectaien 96 aren 50 centiaren.
De regtsgeleerde commissie brengtbij monde van den
Heer Mr. J. P. Ameuskoordt, 'rapport uit met advies: 1°.
Dat het dagelijksch bestuur worde gemagtigd om de voorloopige
bij vroegere acten geconstateerde grensregeling tot eene nu
definitieve vast te stellenhetgeen door deze vergadering
wordt goedgekeurd; 2°. Om in de aanstaande veiling deze
gronden voor den polder aan te koopen tegen den prijsdoor
daarvoor te benoemen deskundigen nader op te gevenmet
verhooging van 100 per bunder, als maximum boven die
taxatie.
De heer J. G. Schone is van oordeeldat de polder geen
belang heeft om die 'gronden te koopendaar er toch meer
onregelmatige stukken in den polder liggenwelke meening
door den Voorzitter wordt bestreden, als liggende de hier
bedoelde grond midden in polder-eigendommen; terwijl tevens
wordt gewezen op het stelsel bij de Grevelinck en Leejlncaier
in toepassing gebragt, dat uitmuntend heeft gewerkt.
Nadat de heer mr. J. P. Amersfoordt nog de bevoegdheid
van het Bestuur o'm landbezit aan te koopen tegen de tegen-
overgestelde meening van den heer mr. C. Cock verdedigt
brengt de Voorzitter het 2de gedeelte v^in het advies der regts
geleerde Gommissie in rondvraag, dat met 10 tegen 4 stem-
men wordt aangenomen, en waarbij jhr. mr. J. W. H. Eutgers
van Bozenburg als mede-belanghebbende zich buiten stem
ming heeft gehouden.
VIII. Daarop wordt gelezen een adres van W. van den Berg,
te Haarlem, aannemer van het op den 24 Februarij 1870 toe-
gewezen werk tot het verhoogen van den jaagweg en berm
tusschen het fort aan de Liede en Halfwegvoor de som van
7936, waarvoor door hem was ingeschrevenin welk adres
hij nogmaals verzoekt, om daarbij vermelde redenen, hem
voor de geledene en door hem gevraagde schadeloosstelling,
groot ongeveer 600, eene gunstige beschikking te nemen,
en hem die toe te wijzen, waarop hij billijke aanspraak meent
te hebben.
De Voorzitter deelt daarop mede al hetgeen betreffende
deze zaak bij het Dagelijksch Bestuur is voorgevallenin
welke Vergadering een zelfde verzoek van W. van den Berg
is gewezen van de hand.
Dat hij Voorzitter zich echter daarmede niet heeft kunnen
vereenigende voorkeur gevende aan het advies van den Hoofd-
opzigter om den rekwirant 374 schadevergoeding te geven.
De Voorzitter brengt daarop dit cijfer in rondvraag, het
geen met 10 tegen 5 stemmen wordt verworpen.
IX. De Heer H. E. Bultman zegt zich bij het inzien der
resultaten van de verdeelde kolenloods, te herinueren eene opgave
te hebben gelezen, dat het verschil der gehalte van kolen, welke
in afgesloten bergplaatsen en die in onafgesloten hokken ge-
borgen wordenbedraagt 2 percent.
De Heer J. G. Schone vraagt of de wegwerkers belast
zijn met het drijven van schouw in den polder. De Voor
zitter antwoordt dat zij met den Opzigter in iedere afdeeling
een voorloopige schouw drijvenmaar geen bevoegdheid
hebben om op dit stuk bekeuringen te doen, waarop door
den Heer Schone wordt verklaard dat hij geen wegwerkers
op zijn land zal toelaten.
X. Niemand meer het woord verlangendewordt de ver
gadering door den Voorzitter gesloten.
Het departement van 't Nut van 't Algemeen te Nieuw-
Vennep heeft zijuen leden en begunstigers een genotvollen
avond bereiddoor den heer Koopraans van Boekeren uit
Leiden als spreker uit te noodigen. Den 8 Februarij, 's avonds
6 uvezal ZED. optreden in de nieuwe en mime zaal bij
C. Lewis. Introductie door een der leden.
van 25 tot 31 Januarij 1871.
GEBORENAnna Catharina, dochter van A. Timmers en A. C. van
Dijk. Maria Cornelia, dochter van A. van den Oever en L. van der
Pol. Cornelia, dochter van D. Kroezen en C. van Walstein. Teuntje,
dochter van J. Boon en M. Hoosbeek. Huig, zoon van H. Blanksma
en W. Baartman. -Jan, zoon van C. Benjamin en A. Olij. Jan
Jacob, zoon van M. Keating en M. Kip. Gijsje, dochter van J. Intveld
en T. van Wijk. Geertrni, dochter van J. de Laat en J. Stain.
Guurtje, dochter van P. Kooij en M. de Vriea. Elisabeth Amelia,
dochter van H. A. Hanedoes en E. C. Pape. Gijsbertus, zoon, en
Alida, dochter (tvveel.) van C. Wezelenburg en C. Kwakkenbos. Karel
Ludovikus, zoon van B. de Ruijte en P. van Meel. "VVillem, zoon van
J. Liefhebber en G. Langhout. Arie, zoon van J. de Vries en M.
Geeven.
OVERLEDENJan, oud 1 dag, zoon van C. Benjamin en A. Olij.
Geertruida, oud 2 weken, dochter van T. Koningen en E. Buis. Pieter
Comelis Vellekoop, oud 52 jaren, ongehuwd.
LEVENLOOS AANGEGEVEN1 kind van P. Kok en M. de Groot.
ONDERTROtrWD: geene.
GEHUWDJ. Splinter met G. Verkaick.
Postkantoor van Vertrek te Haarlemmermeer.
Tweede helft der maund December 1870.
LTJST VAN BRIEVEN DIE, UtTHOOFDE VAN ONBEKENDHET1) DER
GEADRESSEEKDEN, niet besteld zijn kunnen worden.
N°. 1. K. Schipper, te.Amsterdam.
2. J. van Trigt, teLisse.
3. L. BasteUtrecht.
4. A. van Tulmnn van Hout(niet vermeld
In de vergadering van „Conc6rdia", op Dingsdag den 7
Februarij 1871, des avonds ten 6 lire, in liet lokaal „de
Nederlanden"van J. Knolzal de voorlezing worden gehou
den door den heer J. E. Koning, van Sasserilieimen de
eerste bijdrage door den heer A. B. van der Boonvan
Amsterdam.
De Loting voor de Nationale Militie in de Gemeenten
HaarlemmermeerAalsmeer en Sloten, zal plaats hebben op
Zaturdag 11 Februarij 1871 ten Baadhuize van Haarlemmer
meer. Het getal ingeschrevenen voor de Nationale Militie
ligting 1872, bedraagt te Haarlemmermeer 107.
Afdeeling Haarlemmermeer.
In de vergadering van genoemde afdeeling, gehouden op
Dingsdag 24 Januarij jl.aan het Hoofddorpis onder andere
zake n besloten
1°. Om bij liet hoofdbestnur aan te dringen, dat er van
wege de Maatscbappij van Landbouwbij 's lands bestuur
pogingen in het werk zouden gesteld worden ter verkrijging
van eene wet tot bescherming van voor den landbouw nuttige
vogels, als spreeuwen, kiewitten, enz.terwijl de afd. bij
voovtduring de aandacht van het hoofdbestunr blijft vestigen
op het wenschelijke der afschaffing van de bestaande jagtwetten.
2°. Het hoofdbestunr uit te noodigen om de Hooge Bege-
ring te wijzen op het nuttige en noodige van de rigtige en
algeheele uilvoering der bepalingenvervat in de wetten op
het veeartsenijkundig staatstoezigt en de veeartsenijkundige
politie (20 Julij 1870, Staatsblad n°. 131), en verder de
bezwaren, welke voor de landbouwers outstaan uit het buiten
werking stellen van voor bun bedrijf gunstige artikelen ken-
baar te maken. Tevens is te dezer zake eene commissie
benoemd om de bezwarenboven omschrevenreeds dadelijk
te brengen voor den Comtnissaris des konings in de provincie
Noord-Holland.
8°. Werd het bestuur der afd. gecommilteerd orn bij het
bestuur van den HaarlemmermeerpoMer te trachten naar veran-
tleririg in de voorwaarden van bes'teding van bet kroozen der
togtenopdat er door de kroozers minder te veld staand ge-
was worde vertrapt of vernietigd, door het opwerpen en weg-
halen van kroosruigte.
4°. Vereenigde de vergadering zicb met het voorstel vau
het bestuur, om aan dienstboden welke gedurende eene reeks
van jaren zich hebben onderscheiden door trouwe en eerlijke
dienstvervulling bij denzelfdeu meester getuigschriften uit te
reiken namens de afdeeling.
5°. Kan men als resultaat van de gehouden discussie over
den gewenscht wordenden waterstand >voor landerijen aanne
men, dat het algemeen gevoelen der vergadering dit is: in
den herfst en den winter sta het water zoo laag mogelijkin
den zomer minstens 75 ned. duimen a 1 ned. el onder de
oppervlakte van het land.
Door den Voorzitter werd medegedeelddat het bestuur,
zoo mogelijk, eene avondvergadering hoopt uit te mogen
sehrijven aan het Venneperdorpindict) het slaagt in het
vinden van eerien spreker voor dien avond.
Verder werd het Programme voorgelezen voor de afd.-ten-
toonstellingin Maart a. s. in het Hoofddorp te houden.
Men rneldt ons dat de Baad der gemeerite Haarlemmermeer
aau de afd. Haarlemmermeer der Holl. Maatsch. v. Landbouw
eene 9ubsidie ad 100 heeft toegestaan voor de in Maart
te houden tentoonstellingen daarbij het marktplein als plaats
der tentoonstelling besehikbaar heeft gesteld.
In het Staatsblad n°. 2 is opgenomen het koninklijk besluit
van 26 Januarij 1871, n°. 1, houdende aanvulling van het
koninklijk besluit van 4 December 1870 {Staatsblad 190),
bepalende welke ziekten van het vee voor besmettelijk worden
gehouden, en welke der in de wet van 20 Julij 1870 Staats
blad n°. 131) genoemde maatregeleu bij het heerschen of bij
het dreigen van elkedier ziekten moeten toegepast worden. Bij het
nieuwe besluit is bepaald 1°. dat de minister van biunenl.
zaken afmaking van regeringswege voor bepaalde streken err be-
paalden tijd kau doen staken2°. dat eigenaars van longziek
vee bevoegd zijn dit te slagtenna aangifte bij den burge-
meester en onder toezigt der politieonverrninderd hunne ver-
pligting tot naleving der overige bepalingen van de aangehaalde
wet en van dit besluit.
De minister van binnenlandsche zakenoverwegende dat
afmaking van longziek rundvee van regeringswege in streken,
waar de ziekte algemeen heerscht en het tijdperk van afneming
nog niet bereikte, geen doel treft, heeft bepaald, dat afma
king van longziek rundvee van resreringswege in de provincien
Zuid Holland, Noord-Holland en Utrecht voorloopig tot 1 Julij
wordt gestaakt, behalve in nog onbesmette gedeelten waar zij,
in een bijzonder gevaltot wering van besmetting noodzake-
lijk wordt gekeurd.
De Commissaris des konings in de provincie Noord-Holland
heeft het volgend sehrijven doen toekomen aan de heeren
Burgemeesters in Noord-Holland
De minister van binnenlandsche zaken heeft gewezen op de
wenschelijkheid van de meeting van rundvee, als voortrehoed-
middel tegen longziekte.
Zijne Excellence merkt ,op, dat in het bijzonder inenting
schijnt aan te raden te zijn wanneer een of meer runderen
van een koppel vee door de ziekte zijn aangetast.
Naar aanleiding van liet daartoe strekkend verzodk des mi
nisters, lieh ik do eer u te ver/.oeken de veehouders, voor
zooverre dit nietreeds is geschiedop het nut van dien
maatregel te wijzen en voorts de geexamineerde veeart9en die
in uwe gemeente gevestigd zijn, aan te bevelenden bedoel-
den maatregel zooveel mogelijk te bevorderen.
Uit de onlangs in 't lichl gegeven „Eincijfers uit het Ver-
slag van den Landbouw over 1869," die voorloopig reeds op-
gemankt en verkrijgbaar gesteld zijn blijkt dat onze rundvee-
stapel den zwaren slag weder te boven is gekomen hem door
de runderpest toegebragt. De hoeveelheid rundvee is grooter
dan immer te voren. Het aantal seliapen daarentegen is ver-
mimlerd, zoowel doordien deze in de Hollandsche weiden weder
door rundvee vervangen zijn, als omdat het ongans, in de
laatste jarenzeker een paar maal honderddnizend van die
dicren heeft doen sterven.
Aantal Paarden en Vee in Nederland.
Paarden. Bundvee. Schapen. Varkens.
1816 263,100. 1,034,000. 737,000.
1830 207,100 1,026,000. 699,000.
1840 231,000. 1,125,000. 842,000.
1851233,000. 1,244,000. 812,000. 270,000.
1861 246,700. 1,335,000. 870,000. 281,000.
1863 254,300. 1,381,000. 894,000, 299,000.
1866 253,700. 1,302,000. 1,078,000. 322,000.
1869 253,800. 1,402,000. 927,000. 300,000.
Blijkens het verslag van de vereeniging Nederlandsch Met-
tray, verkeert die instelling, en de kolonie te Rijsselt bij Zutphen,
iu bloeijenden toestand. Aan dc vereeniging vielen eenige le-
gaten ten deel, tot een gezamenlijk bedrag van 10,150 en
bovendien voor liet stichtingsfonds twee giften, te zamen f 500;
voor de uitgaanskas f 500 en de ondersteuriingskas/ 147,75.
Het getal medestichters is van 660 tot 736 gestegenhet aan
tal leden bedroeg in 1869 2163, dat der begunstigers 128.
Het gezamenlijk bedrag der kontributien bedroeg in 1869
12,305.28 tegen 12,714.57 in 1868. Tot herstel der
stormschade werd door de afdeelingen bijgedragen f 18,395.04%
waardoor het bestuur in staat werd gesteld veel verbeteringen
aan de gebouwen in de kolonie ten uitvoer te brengen. Op
ultimo Mei 1870 bedroeg het aantal kweekelingen aldaar 144,
die voor land- en tuinbouw, ambachten of den militairen stand
worden opgeleid, terwijl voor degelijk onderwijs gezorgd wordt.
Sedert Mei 1869 waren er 34 aangekomen en 35 vertrokken.
Van deze zijn 24 in versehillende betrekkingen geplaatst, en
eenige brieveu van vroegere kweekelingen worden medegedeeld.
Op 7 Aug. 1870 werd de tachtigste verjaardag van den stichter
der kolonie, den heer W. H. Suringargevierdbij welke
gebgenheid door den godsdienstonderwijzer J. de Vries in het
bedehuis voor de gansche bevolking der kolonie, benevens den
jubilaris en zijne dochter, eene toespraak werd gehouden. Bo
vendien werd een door den heer S. geuite weusch gedeeltelijk
vervulddoor de ontvangst van f 2283, tot verbetering van
het benedenste gedeelte der boerderijhet nog ontbrekende
vleit hij zich op zijn 81en verjaardag te zullen ontvangen. De
resultaten van de boerderij zijn zeer bevredigend eu aan het
slot van het versing wordt zeer geroemd op het hoornlooze
rundvee. De koeijen2 jaren oud, brengen negen kan melk
per dag op tegen zes kan van gehoorndenterwijl deze nage-
noeg tien percent meer boter oplevert.
Uit naam van de Vereeniging tot bescherming vau den en-
gelschen veesta,pel, vestigt de heer John Waller, in eenen brief
aan den uitgever van den Times, de aandacht op het feitdat
binnen eene maand tweemaal uit Nederland scheepsladingen
vee zijn aangekomen, waaronder zich longzieke koeijen bevou-
deu. De heer Waller geeft de hoop te kennen dat de regering,
nu op nieuw gebleken is dat een groot gevaar den engelschen
veestapel van Nederland uit bedreigt, bevelen ?aldat over
het uit Nederland afkoinstige vee dezelfde maatrege'ien van
voorzorg zullen genomen worden als over deu invoer van vee
uit Belgie en Noord-Duitschland zijn verordend.
Onze verwachting is niet beschaamd gewordenals waren
wij met de save der voorspelling bedeeld, veronderstelden wij
dat nog voor den afloop der eerste maand van het nieuwe
jaar Pavijs zou gevallen zijn, en zoo geschiedde het ook. Den
28 Januarij kapituleerde de hoofdstad van Frankrijk; dat wil
zeggenal de forten die haar omringden, geen enkel uitge-
zonderd zijn aan de Duitschers overgegeven en door deze
reeds bezet. Het garnizoen van Parijs is krijgsgevangen en
heeft de wapenen moeten inleveren het wordt echter niet naar
Duitschland gezonden, maar blijft binnen de stadwelke het
niet mag verlaten. De handhaving van rust en orde aldaar
is opgedragen aan de rustende nationale garde en een deel
der linietroepen. De stad betaalt tweehonderd millioen francs
als oorlogsschatting. Voorts is een wapenstilstand gesloten, die
drie weken duren zal, en gedurende welken in Frankrijk een
nationale vergadering zal bijeengeroepen worden, om een besluit
te netnen over de voorwaarden door den koning van Pruissen,
keizer van het Duitsche Bijk, gesteld tot het sluiten van den
vrede. Is de hlijdschap door geheel Duitschland groot over
den verkregen uitslag van den veldtogt, onbeschrijfelijk is de
verslagenheid der Franscheninzonderheid der Parijzenaren
nu hun overmoed gefnuikthuu trots vernietigd is. Zij beseffen
den drang der noodzakelijkheid en onderwerpen zich aan het
harde lot, hun beschoren als een gevolg van ongegronde uit-