- 82 -
Foliiiek Overzigt,
19 25 Mei 1871.
(flemengtle fterigten.
Brand van het Stoomsclii]) „Willem III."
opbiechten wat zij in (!at jaar aan plantsoen verloren hebben
Zoo zal bet in ket aanstannde voorjaar blijkendat er van
het gezaaide in 1870 vee! doodnevrozen is; terwijl er onder
Wassenaar menig plantje, dat zijo top even boven de sneeuw
uitstak, door liazen en konijnen afgeknaagd zal zijn. Onder
Wassenaar toch heeft ket wild alsnog vrij spel, en het eenige
middel om daar met de dennenteelt voort te gaan is, ora
zooveel uit te planten en uit te zsaijen dat er wat kan over-
schieten ter vernieling door het wild. In Gelderland heeft men
van het wild geen last, en waarom zou zulks in Holland
antlers zijn, al kan men ook het radikale, te Schoorl toege-
paste middel, uitroeijen en voortdurend waken tegen vermenig-
vuldiging, hier niet aanwenden?
„Onder Schoorl zijn in het vorige jaar 100,000 dennen in het
duin uitgeplant. Uitge/aaid, zoowel op eeri tiental hektaren
in het duin als in tie kweekerij, zijn 80 kilogram gewoon
dennenzaatl, 40 kilogram zeeden, Firms Pinaster, en 20 kilo
gram Oostenrijksche den, Pinna autriaca. Een dertigtal hek
taren zullen daar nu omstreeks aan het groeijen zijn. De eerst
uitgeplante vier of vijf hektaren zijn nu een half meter hoog
en groeijen uitmuntend, vrij wat sterker dan men op de hei-
degronden in Gelderland gewentl is. Ten einde aanvaukelijk
bosschen ter beschutting te verkrijgenzijn hier, volgens het-
gene de wetenschap van den houtteler leertoveral valleijen
en vlakke gronden uitgezockt, waar de meeste kans op goed
aanslaan bestond. Vandaar dat de aangelegde bosschen over
eene uitgestrektheid van omstreeks 400 hektaren duin ver-
spreitl liggen. Uitstekende goede gevolgen heeft hier tie maat.-
regel gehad, voor een paar jaar genometiom geen hakhout
in het midden der duinen meer te vellen. Het berken- en
elzenhout begint zaad te dragen op" omstreeks tienjarigen leef-
tijden de gelegenheid is hier nu gegevenvooral aan de
berkom zich zelve door zaad te vermeerderenzooals dan
ook reeds op verrassende wijze geschiedt. Om niet zullen er
alzoo berkenboschjes ontstaanen wel voornamelijk op de
plekken die voor dennenhout te waterrijk zijn.
„0nder Schoorl is het bewijs geleverd, voor een ieder die
zien roil, dat er dennenbosschen in de duinen aangelegd kun-
nen worden, en dat het beweren der onmogelijkheid om het
wildde konijnenuit te roeijen en daardoor dennenkweeken
doenlijk te maken geheel ongegrond is. Hierwaar in het
cerate jaar van aanplarit in de duinen, de konijnen en liazen
meer dan 100,000 planten vernield hebbenheeft men daar-
van thans geen letsel hoegenaamd meer, en behoeft daarvoor
ook niet te vreezen, zoolang men den opzigter over de dennen
de vrije hand laat, gelijk tot dusverre geschied is.
„Er mag hiet echter niet verzwegen worden dat een gedeelte
van dit houtgewaszoowel van berken als dennen, zeer met
overstuiving bedreigd wordt. Een duin van omstreeks een uur
gaans lengte en een half uur breedte, is reeds, sedert een
paar menschenleeftijdenoostwaarts voortgaande en zal, zoo
er door krachtige helmbeplanting geen stuit aan gegeven
wordt, welhaast dat houtgewas met zand overstelpen.
In de hoop van bijzondere personeneigenaren van duin-
gronden tot het telen vau dennen op te wekkenis er achter
de Haagsche waschinrigting een drietal hektaren omheind,
tot afwering van het konijn, en met dennen beplant. Een
gedeelte daarvan is terstond aangeslagen en groeit allerbest,
maar het overige ligt te zeer aan den wind bloQtgesteld
zoodat telkens de uitgeplante dennen verdroogd zijn. In het
vorige jaar echter is bepvoefden nu herhaaldom met zee-
dennen, die met de kluit uit Noord-Brabant ontboden zijn,
de ongunstig gelegen plekken te beplanten, en dit zal, zoo
het schijnt, gelukken. Dit aanvoeren echter van plantsoen met
de kluit uit hcidestrekenis, zooals honderd malen betoogd
is, veel te kostbaar, dan dat er aan te denketi zou valleu
om op die wijze bosschen in de duinen aan te leggen.
In het Wassenaarsche duin zijn in 1869 ruim 12,000
dennen uitgeplant, die echter, zooals reeds gezegd is, de
droogte heeft doen verongelukken. Ook van de aldaar in het
duin op drie plekken bezaaide 8 hektaren is, ora dezelfde
redenen weimg teregt gekomen. In 1870 zijn daar weder 3
hektaren begreppeld en bezaaid met gewone en zeedennen
die aanvankelijk uitmuntend stonden, maar dezen winter zeker
veel geleden hebben.
„Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat het aanleggen van
dennenbosscherr in de duinen mogelijk is, en dat het slechts
aan de eigenaren van den grond ligt of zij hunne duinen kaal
en aan voortdurend verstuiven onderhevigwillen laten liggen,
dan wel deze, als in Jutland en Erankrijk met dennenbosschen
wenschen te bedekken. Gemakkelijk gaat zulks geenszinstelken
jare heelt men teleurstellingen te verwachtenkennis, veel
ondervinding, handigheid en de gelegenheid om telkens het
juiste oogenblik van planten en zaaijen te kunnen waarne-
men, zijn onontbeerlijkmaar bij welke werkzaamheid in den
landbouw is dit alles niet evenzeer noodzakelijk Hierbij mag,
(laarenbovengeduld, taai geduld niet ontbreken; want, gelijk
zoo even gezegd is, eerst nadat de dennen drie of vier jaar oud
zijn, heeft men geen grooten tegenspoed meer te verwachten.
En zulk een driejarige den is naauwlijks een hand breed hoog,
zoodat men met een geoefend oog de bezaaide plekken moet
opnemen, om zich van den toestand der beplantingen of der
zaaisels te overtuigen.
„Wanneer er nog eenigeu tijd wordt voortgegaan zooals tot
dusverre geschied ismoet zulks eindelijk de oogen bij de grond-
eigenaars openen, zoodat zij het voorgaan door de Regering
niet meer noodig zullen hebben en zelve de handen aan het
werk slaan. Zij dienen zich met eigen oogen te overtuigen dat
dennenbosschen in de duinen aangelegd kunnen worden. Zij
dienen te leeren inzien, dat men volstrekt niet daarmede beginnen
moet aan de zeezijde en op de hoogtenmaar eerst daar, waar
de dennen het besle aanslaan en waar, met de minste kosten,
de grootst mogelijke, aaneeuliggende plekken te bezaaijen of te
beplanten zijn, ten einde er, het hoofdvereischtebeschutting
kome, vanwaar de verdere beplantingen uit kunnen gaan. Ook
dienen zij te leeren begrijpen dat stuivende zandduinen nimmer
door houtbeplanting regtstreeks tot staan te brengen zijn, iets
dat alleen van helmbeplanting te verwachten ismaar dat, zijn de
stuifzanden eenmaal tot staan gebragthet bezetten met hout
gewas het eenige middel is om op den duur tegen verder ver
stuiven te bewaren en om niets voortbrengende gronden in rente
afwerpende te veranderen. Evenwel moet men zich niet voorstel-
len dat die opbrengsten in het begin zelfs gedurende de eerste
twintig jaren aanmerkelijk groot zullen zijn; maar dat zij met
der tijd zullen rendeeren kan niemand betwijfelendie.bekend
is met hetgene thans reeds door het houtgewas dat in de duinen
groeit, wordt afgeworpen. Eindelijk moet men hetgene er tot
dusverre wegens de Regering verrichtis, niet miskennen; want
er is niets anders beoogddan aantoonen dat er dennen in de
duinen kunnen groeijen, hoe men het aan moet leggen om die
aan't groeijen te krijgen, en dat het dennen en volstrekt. geen ander
houtgewas wezen moet, waarmede men de duinbeplanting behoort
aan te vangen. Proeven zijn er volstrekt niet genomen, dat zou
geheel overbodig geweest zijn met het eigenlijke beplanten is
ook niet begonnen want wil men daartoe overgaandan is
hetgene thans verrigt is slechts knutselen bij hetgene er te
verrigten zal zijnom de domaniale duinen van Texel groot
2800, die van Callantsoog groot 275, die van Schoorl groot
1800, die van Wassenaar groot 4600 die van Schouwen groot
1000 en die van Walcheren groot 350 hektaren, werkelijk met
houtbeplautingen te bekleeden."
Hetgeeu overigens, sedert 1864, ten aanzien der duinbe
planting verrigt is, vindt men vermeld in de verslagen over
den landbouw over 1864, biz. 262, over 1866 biz. 44o,en
over 1868, biz, 360. Bij Seheveningen zijn de eerste
dennen uitgeplant in 1867 onder Schoorl in 1868 en onder
Wassenaar in 1869.
Sedert Zondag zijn de fransche regeringstroependie van
Versailles uitgerukt zijn om Parijs te bedwingen, in de hoofd-
stad. Verschrikkelijk is daar in deze week gevochtenen de
muitelingen die, terwijl zij zich tot het uiterste verdedigden
en eenigen hunner aanvoerders zich uit de voeten maakten
slechts gehoor gaven aan hunne vernielingszuchthebben de
gruwelijkste daden gepleegdom in hunne vertwijfeling vol-
doening te geven aan een lage wraak... op wie?
Wij gelooven niet beter te kunnen doen dan uit de A.msler-
damsche Courant over te nemen het volgende overzigtdat
kort en krachtig den toestand van het oogenblik schetst
„De Nederl. Staals-Conr. bevestigt in de volgende raededeeling
een reeds door onzen brusselschen korrespondent vermelde tijding-
Bij de regering is berigt ontvangen, dat te beginnen met heden
25 Mei de paspoorten, die alle vreemdelingen, welke Belgie van
den kant der fransche grenzen willen binnenkomen, moeten bezit-
ten, dan alleen voor geldig zullen worden gehouden, wanneer zij
het visum dragen van een diplomatiek of Iconsulair helgisch agent
in den vreemde geaklcrediteerd." Ook liebben wij reeds berigt dat
te Brussel door het bestuur der Noorder spoorwegmaatschappij is
bekend gemaakt dat zij vooreerst buiten staat is personen of goe-
deren regtstreeks naar Parijs te voeren, dewijl het verkeer op den
Noorder-spoorweg in Erankrijk, en wel te Saint-Denis, afgesneden
is. Al deze maatregelen strekken om het vlugten der opstandelingen
te voorkomen, en de Independance Beige verzekert dat de duitsche
overheden in Erankrijk de fransche regering ondersteunen, daar ook
zij willen beletten dat de duitsche en andere europeselie revoluti-
onairen, die een groot bestanddeel van het krijgsvolk der parijsche
commune uitmaken, aan de handen van het fransche gouvernement
en aan de welverdiende straf ontsnappen en alzoo gelegenheid
zouden hebben om elders op nieuw kwaad te stichten. Dit zou
het hoofddoel zijn van de zamentrekking der duitsche Iroepen
bij Parijs.
Het is te wenschen dat al deze maatregelen doel mogen tref-
fen en dat geen der misdadigers moge ontkomen aan de straf die
voor zoo veel ijselijke euveldaden opgelegd moet worden. Even
gemeen als de qommune ontsfond, eindigde zij. Uit de heffe des
volks, uit een zamenraapsel van verworpelingen, Eransehen en
vreemdelingen, voortgesproten, waren al hare handelingen schande-
lijk en zijn de gevolgen daarvan verschrikkelijk. Afschuw wektde
teugellooze woede waaraan een dolle hoop, zonder nadenken, alleen
gehoor gevende aan de aandrift van het oogenblik, zich latende
medeslepen door moedwillig geprikkelden hartstogt, vernielende,
verwoestende, verbrandende, omverhalende, alledn en niet anders
dan om te vernielen, te verwoesten, te verbranden en omver te
halen, Parijs, een der fraaiste hoofdsteden van Europa, van hare
prachtigste, kostbaarste en uit het oogpunt van kunst en historie
belangrijkste sieraden berooft. Een wandalismus, waarvan de ge-
schiedenis niet veel voorbeelden heeft aan te wijzen, bragt een
bende krankzinnige Parijzenarcn er toe eenige hunner fraaiste mo-
numenten door de vlammen te laten verteren. Geheel de stad was
eergisteren en gisteren in een dikken rook gehuld, die met een
onuitstaanbare brandlueht en een afschuwelijken petroleumstank
in de voornaamste wijken het openbaar verkeer onmogelijk maakte
en natuurlijk ook de blussching benadCelde. Het Louvre, de Tui
lerien, het paleis van het Legioen van Eer, het paleis van den
raad van state, het stadhuis, het ministerie van jnstitie, de pre-
fektuur van politie en zeer veel andere gebouwen zijn in de ascli
gelegd; door de brandstichters was de petroleum gebruikt om hunne
misaaden te volbrengen. IJselijk is de toestand der stad; een toe
stand niet door den vijand, maar door hare eigene inwoners ver-
oorzaakt. Een onuitwischbare schandvlek kleeft op Erankrijks
hoofdstad en een groot deel van hare ingezetenen; loodzwaar rust
de schuld van zoo veel rampen op alien, die tot het volbrengen
van zoo veel kwaad de hand leenden, maar in de eerste plaats op
hen die door het bewerken en tot stand brengen van den opstand
van 18 Maart, en door het onverantwoordelijk verzet gedurende
twee maanden achtereen tegen 's lands wettig gezag, elken dag
meer snoodheden hebben bedreven en doen bedrijven. Met ver-
vloeking zal het verste nageslacht de namen uitspreken van de
raddraaijers, de rustverstoorders, de muiters, die monsters, welke
willens en wetens, met voorbedachten rade, Parijs en met Parijs
Erankrijk tot zulk een "zelfverlaging hebben gebraat. Geen wonder
dat Thiers, de grijze staatsman door het toeval juist nu aan het
hoofd van het bewind geplaatst, gisteren in de nationals vergade-
ring te Versailles verklaarde: »ik zal niet trachten u te troosten,
ik zelf ben ontroostbaar." In een der telegrammen hieronder vindt
men den hoofdinhoud der mededeeling aan's lands vertegenwoordiging
door het hoofd van het landsbestuur gedaan, onder den eersten
indruk van de smart.elijkste gebeurtenissen, die voor eeuwig Erank
rijk en de Eransehen, Parijs en de Parijzenaars hebben gebrandmerkt."
De telegrammeu boven bedoeldluiden als volgt:
Londen, 25 Mei. (N. T. MDe Times meldt dat Parijs
brandt gelijk Moskou in 1812 brandde. Cissey heeft het Pantheon
en het hospitaal Val-de-Grace door bombardement vernield. Het
paleis van justitie en de prefektuur van politie staan in vlammen.
De Daily Telegraph berigt dat al de openbare gebouwen door de
opstandelingen, alvorens zij ze ontruimden, zijn in brand gestokeu.
Delescluze is gevangen genomen. Dombrowski bevindt zich als
gevangene in handen der Pruissen.
Daily News deelt mede dat generaal Vinoy bet stadhuis heeft bezet
en dat La Cecilia en Maljournal gevangen zijn genomen.
Parijs, 24 Mei, 10 ure 'savonds. Een verschrikkelijke brand
woedt in verscheidene der groote wijken van Parijs. De batterijen
van Versailles vnren allerhevigst op de wijken die nog weerstand
bieden. Door middel van den teleskoop op de forten heeft men
het verschrikkelijke feit gekonstateerd dat in de straten dooden
en gekwetsten liggen, die zonder hulp blijven en aan hun lot wor
den overgelaten.
Versailles, 24 Mei, 9 ure 'savonds. In Parijs werd heden
namiddag ten 5 tire nog gevochten in de rigting van den Noor
der-spoorweg, nabij het stadhuis en op andere plaatsen. Het
knallen eener ontploffing wordt tot in Versailles gehoord; zij kwam
van het Palais du Luxembourg, waarvan de opstandelingen een
gedeelte hebben doen in de lucbt vliegen. Het Palais-Royal is
verbrand. Men gelooft dat een derde gedeelte van het Louvre
gered zal worden, De troepen zetten hunne operation krachtig
voort. In bet midden der oude stad, de Cite, woedt een
brand men weet niet welke der twee gebouwen, het paleis van
justitie of de kazerne, in vlam staat. Een dikke rook bedekt Parijs.
Verwiillc*24 Mei. Nationale vergadering. De beer
Thiers doet eene mededeebng, hoofdzakelijk van dezen inhoud »Ik
kom niet om te trachten u te troosten, want ik zelf ben ontroost
baar over het ongeluk dat ons land treftLaat mij u voor alles
zeggen, dat de opstand overwonnen is. De driekleur wappertin
hot grootste gedeelte van Parijs. Die schandelijke daden van wan
dalismus zijn het uitvloeisel van een verschrikkelijke vertwijfeling.
Gisteren avond waren wij te Parijs gekomen en nameti bezit van de
place de l'Opera en van Montmartre, en omsingelden de place Ven-
d6mc, de Tuilerien en het Louvre. Op den linker-oever bezette
generaal Cissey de meeste punten. De generaals wilden niet des
nachts de operation voortzetten in eene stad als Parijs, waar stra-
tegiscbe redenen dit beletten. De vlammen verhieven zich dan ook
boven bet ministerie van financien, bet gebouw van den raad van
state en het gebouw van het hof van rekeningen. Het was onmo
gelijk iets daartegen te doen, want de verschausingen waren bezet
met opgestapelde kanonnen en de petroleum maakte de vlammen
onbluscbbaar. lieden ochtend deden de generaals al het mogelijke,
maar toen zij de place Vendome bemagtigden, was het paleis der
Tuilerien niets anders dan een hoop ascii en puin". Een
kreet van a&rijzen ontsnapt aan de leden der vergadering. Thiers
vervolgt»Wij hebben den weg afgesneden om het Louvre te
redden en hebben alle reden te hopen dat dit bewaard zal blijven.
Ongelukkig echter staat iiet stadhuis in liciitelaaije vlam.
Wij zullen uiterlijk morgen avond meester van Parijs zijn; dit
is de overtniging van onze generaals. De overwinning hebben wij
reeds behaald, maar volkomen bemagtigd hadden wij tot dus verre
niet die schelmen, welke petroleum gcbruikten en met petroleum ge-
vulde bommen tegen onze soldaten slingerdeu. Verscheidene van
deze werden daardoor verbrand. Toch moesten wij onze koelbloe-
digheid bewaren en zorgen dat de eendragt en zamenwerking niet
verbroken wierden."
In den verderen loop zijner rede gewaagt Thiers van deze over-
winning, die de bewondering van Europa verdient, en zegt vervol-
gens //Europa geeft er ons de bewijzen van. Blijft kalm, mijne
heeren, anders zult gij ook het leger en het bewind verzwakken.
Na de verkregen resultaten moet men niet zoo spoedig wantrouwen
in zich zelf hebben; intcgendeel, wij moeten vertrouwen op den
goeden uitslag van onze maatregelen. (Toejmching.) De schuldigen
moeten onverzoenlijk en ten strengste gestraft. worden." Toejm
chingVervolgens stelt Thiers voor het regt van gratie over te
dragen 'aan de kamer »op deze wijze zult gij deelen dezwarever-
antwoordelijkheid die op ons rust."
Daarna geeft Thiers aan de vergadering kennis dat de nationale
garden, die voorstanders der orde zijn, alarm hebben doen slaan;
doch dat de regering gelast heeft hiermede op te houden, ten
einde alle verkeerde uitleggingen te doen verdwijnen. Hij voegt
er bij dat bet berigt der benoeming van den beer Eerry tot pre-
fekt van het Seine-departement onjuist is, er. brengt aan dezen
hulde en lof, omdat hij louter uit gehechtheid en toewijding, tot
nader order de funktien van prefekt der Seine, die door velen
waren geweigerd, heeft op zich genomen.
Aan bet slot zijner rede zegt Thiers »De regering zal morgen
voorstellen de ontwapening der bevolking van Parijs en z;il de
maircs benoemcn overeenkomstig de wet. Na zulk eene nederlaag
is de opstand niet bij magte zich ooit weder te verheffen."
Tc Breda is gevankelijk binnengebragt een meisje van belgische af-
komst, oud 19 jaren, dat sinds eenige maanden in het naburige Zundert
woonachtig, van kindermoord verdacht wordt.
Te Warnsveld is een stoutc diefstal van geld nit de armenbns der
hervormde kerk gepleegd. De verinoedelijke dader, een smidsknecht, is in
hechtenis genomen en gevankelijk naar het huis van arrest te Zutphen
overgebragt.
Te Deventer is een 10-jarig knaapje bij de zwemplaats over een leu-
ning in de diepte neergevallen. De daar aanwezige kinderen liepen naar
de moeder om haar het ongeluk te vertellen. De moeder spoedde zich
i naar de plaats des onheils, die zeer ver van hare woning verwijderd is.
Zij zag bij haar aankomst den knaap met den dood worstelen, haalde hem
spoedig uit het water, maar de geneeskundige hulp, dadelijk ingeroepen,
baatte niet meer. De knaap was een lijk. De ouders zijn radeloos.
De dienstbode, die zich op 1 Maart jl. schuldig maakte aan diefstal
van effekten, ten nadeele van hare vroegere kameraad, (zie ons vorig nom-
mer), en die jl. Vrijdag deswege te regt stond, is bij arrest van het hof
in Zuid-Holland van 20 dezer, met aanneming van verzachtendp omstan-
digheden, veroordeeld tot drie jaren korrektionnele gevangenisstraf.
Te Yvetot zijn den 8 Mei twee Franschen, Bovin (broodbakker) en
Grandin (mandenmaker), door een krijgsraad ter dood veroordeeld en daarna
doodgeschoten geworden, omdat zij twee pruissische soldaten overvallen en
met stokslagen vermoord hadden. De bevelhebber der tweede divisie,
luitenant-generaal von Prillewitz, heeft dit in de dagbladen te Rouaan ter
kennis gebragt, tevens als waarschuwing.
In eene fabriek te Utrecht is een steenhouwer, over een plank willende
gaan die op een kuip met gloeijende soda gelegd was, in die kuip geval-
len, zoodat de beide beenen tot aan de knieen verbrandden.
Te Eeckeren (Antwerpen) had den 3den Mei een huwelijk plaats,
waardoor de broeder vader, de zuster moeder, de oom echtgenoot, de nicht
vrouw, en de neven en nichten breeders en zusters werden. De landbouwer
Pauwels namelijk huwde met de ondste dochter van zijn broeder.
Te Parijs ishoewel de wekelijksche bulletins eene voortgaande ver-
mindering der sterfte aangevenhet cijfer der overledenen nog steeds groot,
vooral als men bedenkt dat minstens 500,000 personen de stad hebben
verlaten. De typhus inzonderheid sleept er nog vele^ slagtoffers wegook
andere ziekten voeren het cijfer der overledenen zeer hoog op. In het
noodlottige jaar 1870 is het totaal der overledenen te Parijs geklommen tot
het ontzaggelijk cijfer van 73,437, maar die sterfte beteekent nog niets
bij die in de eerste maanden van 1871. De gezondheidsmaatregelen, zoo
hoogst noodig, zijn onmogelijk geworden door de treurige gebeurtenissen,
waarvan de hoofdstad van Frankrijk het tooneel is.
Gaven wij in ons vorig nommer eene ko»te beschrijving
van „Een kijkje aan hoord van bovengenoemd stoomschip"
tlians rust op ons dan ook de verpligtingonzen lezers een
kort verslag mede te deelen van de ramp, welke dat scliip
sedert haar vertrek is overkomen.
De Amst. Cour. bevat hieromtrent versehillende mededee-
lingenwaaraan wij hoofdzakelijk het volgende ontleenen
»Na Donderdng 18 Mei om half 12 uur uitgezeild te zijn, ell
bij Texel eenige uren vertoefd te hebben om de kompassen te veri-
li/iren, ving men de eigenlijke reis naar Java aan, 'savonds om
half 8 uur. Het schip dreunde weinig; een ieder was blij dat de
stoommachine zoo zacht werkte, en vergenoegd ging die eerste avond
op zee voorbij, met de onderlinge kenmsmaking.
i/Den volgenden dag, bij het opstaan, bleek het dat alles gun-
stig was gegaanhet schip had 10 mijlen in de wacht geloopen,
en men maakte reeds berekeningen wanneer men Gibraltar zou pas-
seren.
»Een der passagiers van klasse B verhaalde echter dat in zijne