- 82 - Foliiiek Overzigt, 19 25 Mei 1871. (flemengtle fterigten. Brand van het Stoomsclii]) „Willem III." opbiechten wat zij in (!at jaar aan plantsoen verloren hebben Zoo zal bet in ket aanstannde voorjaar blijkendat er van het gezaaide in 1870 vee! doodnevrozen is; terwijl er onder Wassenaar menig plantje, dat zijo top even boven de sneeuw uitstak, door liazen en konijnen afgeknaagd zal zijn. Onder Wassenaar toch heeft ket wild alsnog vrij spel, en het eenige middel om daar met de dennenteelt voort te gaan is, ora zooveel uit te planten en uit te zsaijen dat er wat kan over- schieten ter vernieling door het wild. In Gelderland heeft men van het wild geen last, en waarom zou zulks in Holland antlers zijn, al kan men ook het radikale, te Schoorl toege- paste middel, uitroeijen en voortdurend waken tegen vermenig- vuldiging, hier niet aanwenden? „Onder Schoorl zijn in het vorige jaar 100,000 dennen in het duin uitgeplant. Uitge/aaid, zoowel op eeri tiental hektaren in het duin als in tie kweekerij, zijn 80 kilogram gewoon dennenzaatl, 40 kilogram zeeden, Firms Pinaster, en 20 kilo gram Oostenrijksche den, Pinna autriaca. Een dertigtal hek taren zullen daar nu omstreeks aan het groeijen zijn. De eerst uitgeplante vier of vijf hektaren zijn nu een half meter hoog en groeijen uitmuntend, vrij wat sterker dan men op de hei- degronden in Gelderland gewentl is. Ten einde aanvaukelijk bosschen ter beschutting te verkrijgenzijn hier, volgens het- gene de wetenschap van den houtteler leertoveral valleijen en vlakke gronden uitgezockt, waar de meeste kans op goed aanslaan bestond. Vandaar dat de aangelegde bosschen over eene uitgestrektheid van omstreeks 400 hektaren duin ver- spreitl liggen. Uitstekende goede gevolgen heeft hier tie maat.- regel gehad, voor een paar jaar genometiom geen hakhout in het midden der duinen meer te vellen. Het berken- en elzenhout begint zaad te dragen op" omstreeks tienjarigen leef- tijden de gelegenheid is hier nu gegevenvooral aan de berkom zich zelve door zaad te vermeerderenzooals dan ook reeds op verrassende wijze geschiedt. Om niet zullen er alzoo berkenboschjes ontstaanen wel voornamelijk op de plekken die voor dennenhout te waterrijk zijn. „0nder Schoorl is het bewijs geleverd, voor een ieder die zien roil, dat er dennenbosschen in de duinen aangelegd kun- nen worden, en dat het beweren der onmogelijkheid om het wildde konijnenuit te roeijen en daardoor dennenkweeken doenlijk te maken geheel ongegrond is. Hierwaar in het cerate jaar van aanplarit in de duinen, de konijnen en liazen meer dan 100,000 planten vernield hebbenheeft men daar- van thans geen letsel hoegenaamd meer, en behoeft daarvoor ook niet te vreezen, zoolang men den opzigter over de dennen de vrije hand laat, gelijk tot dusverre geschied is. „Er mag hiet echter niet verzwegen worden dat een gedeelte van dit houtgewaszoowel van berken als dennen, zeer met overstuiving bedreigd wordt. Een duin van omstreeks een uur gaans lengte en een half uur breedte, is reeds, sedert een paar menschenleeftijdenoostwaarts voortgaande en zal, zoo er door krachtige helmbeplanting geen stuit aan gegeven wordt, welhaast dat houtgewas met zand overstelpen. In de hoop van bijzondere personeneigenaren van duin- gronden tot het telen vau dennen op te wekkenis er achter de Haagsche waschinrigting een drietal hektaren omheind, tot afwering van het konijn, en met dennen beplant. Een gedeelte daarvan is terstond aangeslagen en groeit allerbest, maar het overige ligt te zeer aan den wind bloQtgesteld zoodat telkens de uitgeplante dennen verdroogd zijn. In het vorige jaar echter is bepvoefden nu herhaaldom met zee- dennen, die met de kluit uit Noord-Brabant ontboden zijn, de ongunstig gelegen plekken te beplanten, en dit zal, zoo het schijnt, gelukken. Dit aanvoeren echter van plantsoen met de kluit uit hcidestrekenis, zooals honderd malen betoogd is, veel te kostbaar, dan dat er aan te denketi zou valleu om op die wijze bosschen in de duinen aan te leggen. In het Wassenaarsche duin zijn in 1869 ruim 12,000 dennen uitgeplant, die echter, zooals reeds gezegd is, de droogte heeft doen verongelukken. Ook van de aldaar in het duin op drie plekken bezaaide 8 hektaren is, ora dezelfde redenen weimg teregt gekomen. In 1870 zijn daar weder 3 hektaren begreppeld en bezaaid met gewone en zeedennen die aanvankelijk uitmuntend stonden, maar dezen winter zeker veel geleden hebben. „Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat het aanleggen van dennenbosscherr in de duinen mogelijk is, en dat het slechts aan de eigenaren van den grond ligt of zij hunne duinen kaal en aan voortdurend verstuiven onderhevigwillen laten liggen, dan wel deze, als in Jutland en Erankrijk met dennenbosschen wenschen te bedekken. Gemakkelijk gaat zulks geenszinstelken jare heelt men teleurstellingen te verwachtenkennis, veel ondervinding, handigheid en de gelegenheid om telkens het juiste oogenblik van planten en zaaijen te kunnen waarne- men, zijn onontbeerlijkmaar bij welke werkzaamheid in den landbouw is dit alles niet evenzeer noodzakelijk Hierbij mag, (laarenbovengeduld, taai geduld niet ontbreken; want, gelijk zoo even gezegd is, eerst nadat de dennen drie of vier jaar oud zijn, heeft men geen grooten tegenspoed meer te verwachten. En zulk een driejarige den is naauwlijks een hand breed hoog, zoodat men met een geoefend oog de bezaaide plekken moet opnemen, om zich van den toestand der beplantingen of der zaaisels te overtuigen. „Wanneer er nog eenigeu tijd wordt voortgegaan zooals tot dusverre geschied ismoet zulks eindelijk de oogen bij de grond- eigenaars openen, zoodat zij het voorgaan door de Regering niet meer noodig zullen hebben en zelve de handen aan het werk slaan. Zij dienen zich met eigen oogen te overtuigen dat dennenbosschen in de duinen aangelegd kunnen worden. Zij dienen te leeren inzien, dat men volstrekt niet daarmede beginnen moet aan de zeezijde en op de hoogtenmaar eerst daar, waar de dennen het besle aanslaan en waar, met de minste kosten, de grootst mogelijke, aaneeuliggende plekken te bezaaijen of te beplanten zijn, ten einde er, het hoofdvereischtebeschutting kome, vanwaar de verdere beplantingen uit kunnen gaan. Ook dienen zij te leeren begrijpen dat stuivende zandduinen nimmer door houtbeplanting regtstreeks tot staan te brengen zijn, iets dat alleen van helmbeplanting te verwachten ismaar dat, zijn de stuifzanden eenmaal tot staan gebragthet bezetten met hout gewas het eenige middel is om op den duur tegen verder ver stuiven te bewaren en om niets voortbrengende gronden in rente afwerpende te veranderen. Evenwel moet men zich niet voorstel- len dat die opbrengsten in het begin zelfs gedurende de eerste twintig jaren aanmerkelijk groot zullen zijn; maar dat zij met der tijd zullen rendeeren kan niemand betwijfelendie.bekend is met hetgene thans reeds door het houtgewas dat in de duinen groeit, wordt afgeworpen. Eindelijk moet men hetgene er tot dusverre wegens de Regering verrichtis, niet miskennen; want er is niets anders beoogddan aantoonen dat er dennen in de duinen kunnen groeijen, hoe men het aan moet leggen om die aan't groeijen te krijgen, en dat het dennen en volstrekt. geen ander houtgewas wezen moet, waarmede men de duinbeplanting behoort aan te vangen. Proeven zijn er volstrekt niet genomen, dat zou geheel overbodig geweest zijn met het eigenlijke beplanten is ook niet begonnen want wil men daartoe overgaandan is hetgene thans verrigt is slechts knutselen bij hetgene er te verrigten zal zijnom de domaniale duinen van Texel groot 2800, die van Callantsoog groot 275, die van Schoorl groot 1800, die van Wassenaar groot 4600 die van Schouwen groot 1000 en die van Walcheren groot 350 hektaren, werkelijk met houtbeplautingen te bekleeden." Hetgeeu overigens, sedert 1864, ten aanzien der duinbe planting verrigt is, vindt men vermeld in de verslagen over den landbouw over 1864, biz. 262, over 1866 biz. 44o,en over 1868, biz, 360. Bij Seheveningen zijn de eerste dennen uitgeplant in 1867 onder Schoorl in 1868 en onder Wassenaar in 1869. Sedert Zondag zijn de fransche regeringstroependie van Versailles uitgerukt zijn om Parijs te bedwingen, in de hoofd- stad. Verschrikkelijk is daar in deze week gevochtenen de muitelingen die, terwijl zij zich tot het uiterste verdedigden en eenigen hunner aanvoerders zich uit de voeten maakten slechts gehoor gaven aan hunne vernielingszuchthebben de gruwelijkste daden gepleegdom in hunne vertwijfeling vol- doening te geven aan een lage wraak... op wie? Wij gelooven niet beter te kunnen doen dan uit de A.msler- damsche Courant over te nemen het volgende overzigtdat kort en krachtig den toestand van het oogenblik schetst „De Nederl. Staals-Conr. bevestigt in de volgende raededeeling een reeds door onzen brusselschen korrespondent vermelde tijding- Bij de regering is berigt ontvangen, dat te beginnen met heden 25 Mei de paspoorten, die alle vreemdelingen, welke Belgie van den kant der fransche grenzen willen binnenkomen, moeten bezit- ten, dan alleen voor geldig zullen worden gehouden, wanneer zij het visum dragen van een diplomatiek of Iconsulair helgisch agent in den vreemde geaklcrediteerd." Ook liebben wij reeds berigt dat te Brussel door het bestuur der Noorder spoorwegmaatschappij is bekend gemaakt dat zij vooreerst buiten staat is personen of goe- deren regtstreeks naar Parijs te voeren, dewijl het verkeer op den Noorder-spoorweg in Erankrijk, en wel te Saint-Denis, afgesneden is. Al deze maatregelen strekken om het vlugten der opstandelingen te voorkomen, en de Independance Beige verzekert dat de duitsche overheden in Erankrijk de fransche regering ondersteunen, daar ook zij willen beletten dat de duitsche en andere europeselie revoluti- onairen, die een groot bestanddeel van het krijgsvolk der parijsche commune uitmaken, aan de handen van het fransche gouvernement en aan de welverdiende straf ontsnappen en alzoo gelegenheid zouden hebben om elders op nieuw kwaad te stichten. Dit zou het hoofddoel zijn van de zamentrekking der duitsche Iroepen bij Parijs. Het is te wenschen dat al deze maatregelen doel mogen tref- fen en dat geen der misdadigers moge ontkomen aan de straf die voor zoo veel ijselijke euveldaden opgelegd moet worden. Even gemeen als de qommune ontsfond, eindigde zij. Uit de heffe des volks, uit een zamenraapsel van verworpelingen, Eransehen en vreemdelingen, voortgesproten, waren al hare handelingen schande- lijk en zijn de gevolgen daarvan verschrikkelijk. Afschuw wektde teugellooze woede waaraan een dolle hoop, zonder nadenken, alleen gehoor gevende aan de aandrift van het oogenblik, zich latende medeslepen door moedwillig geprikkelden hartstogt, vernielende, verwoestende, verbrandende, omverhalende, alledn en niet anders dan om te vernielen, te verwoesten, te verbranden en omver te halen, Parijs, een der fraaiste hoofdsteden van Europa, van hare prachtigste, kostbaarste en uit het oogpunt van kunst en historie belangrijkste sieraden berooft. Een wandalismus, waarvan de ge- schiedenis niet veel voorbeelden heeft aan te wijzen, bragt een bende krankzinnige Parijzenarcn er toe eenige hunner fraaiste mo- numenten door de vlammen te laten verteren. Geheel de stad was eergisteren en gisteren in een dikken rook gehuld, die met een onuitstaanbare brandlueht en een afschuwelijken petroleumstank in de voornaamste wijken het openbaar verkeer onmogelijk maakte en natuurlijk ook de blussching benadCelde. Het Louvre, de Tui lerien, het paleis van het Legioen van Eer, het paleis van den raad van state, het stadhuis, het ministerie van jnstitie, de pre- fektuur van politie en zeer veel andere gebouwen zijn in de ascli gelegd; door de brandstichters was de petroleum gebruikt om hunne misaaden te volbrengen. IJselijk is de toestand der stad; een toe stand niet door den vijand, maar door hare eigene inwoners ver- oorzaakt. Een onuitwischbare schandvlek kleeft op Erankrijks hoofdstad en een groot deel van hare ingezetenen; loodzwaar rust de schuld van zoo veel rampen op alien, die tot het volbrengen van zoo veel kwaad de hand leenden, maar in de eerste plaats op hen die door het bewerken en tot stand brengen van den opstand van 18 Maart, en door het onverantwoordelijk verzet gedurende twee maanden achtereen tegen 's lands wettig gezag, elken dag meer snoodheden hebben bedreven en doen bedrijven. Met ver- vloeking zal het verste nageslacht de namen uitspreken van de raddraaijers, de rustverstoorders, de muiters, die monsters, welke willens en wetens, met voorbedachten rade, Parijs en met Parijs Erankrijk tot zulk een "zelfverlaging hebben gebraat. Geen wonder dat Thiers, de grijze staatsman door het toeval juist nu aan het hoofd van het bewind geplaatst, gisteren in de nationals vergade- ring te Versailles verklaarde: »ik zal niet trachten u te troosten, ik zelf ben ontroostbaar." In een der telegrammen hieronder vindt men den hoofdinhoud der mededeeling aan's lands vertegenwoordiging door het hoofd van het landsbestuur gedaan, onder den eersten indruk van de smart.elijkste gebeurtenissen, die voor eeuwig Erank rijk en de Eransehen, Parijs en de Parijzenaars hebben gebrandmerkt." De telegrammeu boven bedoeldluiden als volgt: Londen, 25 Mei. (N. T. MDe Times meldt dat Parijs brandt gelijk Moskou in 1812 brandde. Cissey heeft het Pantheon en het hospitaal Val-de-Grace door bombardement vernield. Het paleis van justitie en de prefektuur van politie staan in vlammen. De Daily Telegraph berigt dat al de openbare gebouwen door de opstandelingen, alvorens zij ze ontruimden, zijn in brand gestokeu. Delescluze is gevangen genomen. Dombrowski bevindt zich als gevangene in handen der Pruissen. Daily News deelt mede dat generaal Vinoy bet stadhuis heeft bezet en dat La Cecilia en Maljournal gevangen zijn genomen. Parijs, 24 Mei, 10 ure 'savonds. Een verschrikkelijke brand woedt in verscheidene der groote wijken van Parijs. De batterijen van Versailles vnren allerhevigst op de wijken die nog weerstand bieden. Door middel van den teleskoop op de forten heeft men het verschrikkelijke feit gekonstateerd dat in de straten dooden en gekwetsten liggen, die zonder hulp blijven en aan hun lot wor den overgelaten. Versailles, 24 Mei, 9 ure 'savonds. In Parijs werd heden namiddag ten 5 tire nog gevochten in de rigting van den Noor der-spoorweg, nabij het stadhuis en op andere plaatsen. Het knallen eener ontploffing wordt tot in Versailles gehoord; zij kwam van het Palais du Luxembourg, waarvan de opstandelingen een gedeelte hebben doen in de lucbt vliegen. Het Palais-Royal is verbrand. Men gelooft dat een derde gedeelte van het Louvre gered zal worden, De troepen zetten hunne operation krachtig voort. In bet midden der oude stad, de Cite, woedt een brand men weet niet welke der twee gebouwen, het paleis van justitie of de kazerne, in vlam staat. Een dikke rook bedekt Parijs. Verwiillc*24 Mei. Nationale vergadering. De beer Thiers doet eene mededeebng, hoofdzakelijk van dezen inhoud »Ik kom niet om te trachten u te troosten, want ik zelf ben ontroost baar over het ongeluk dat ons land treftLaat mij u voor alles zeggen, dat de opstand overwonnen is. De driekleur wappertin hot grootste gedeelte van Parijs. Die schandelijke daden van wan dalismus zijn het uitvloeisel van een verschrikkelijke vertwijfeling. Gisteren avond waren wij te Parijs gekomen en nameti bezit van de place de l'Opera en van Montmartre, en omsingelden de place Ven- d6mc, de Tuilerien en het Louvre. Op den linker-oever bezette generaal Cissey de meeste punten. De generaals wilden niet des nachts de operation voortzetten in eene stad als Parijs, waar stra- tegiscbe redenen dit beletten. De vlammen verhieven zich dan ook boven bet ministerie van financien, bet gebouw van den raad van state en het gebouw van het hof van rekeningen. Het was onmo gelijk iets daartegen te doen, want de verschausingen waren bezet met opgestapelde kanonnen en de petroleum maakte de vlammen onbluscbbaar. lieden ochtend deden de generaals al het mogelijke, maar toen zij de place Vendome bemagtigden, was het paleis der Tuilerien niets anders dan een hoop ascii en puin". Een kreet van a&rijzen ontsnapt aan de leden der vergadering. Thiers vervolgt»Wij hebben den weg afgesneden om het Louvre te redden en hebben alle reden te hopen dat dit bewaard zal blijven. Ongelukkig echter staat iiet stadhuis in liciitelaaije vlam. Wij zullen uiterlijk morgen avond meester van Parijs zijn; dit is de overtniging van onze generaals. De overwinning hebben wij reeds behaald, maar volkomen bemagtigd hadden wij tot dus verre niet die schelmen, welke petroleum gcbruikten en met petroleum ge- vulde bommen tegen onze soldaten slingerdeu. Verscheidene van deze werden daardoor verbrand. Toch moesten wij onze koelbloe- digheid bewaren en zorgen dat de eendragt en zamenwerking niet verbroken wierden." In den verderen loop zijner rede gewaagt Thiers van deze over- winning, die de bewondering van Europa verdient, en zegt vervol- gens //Europa geeft er ons de bewijzen van. Blijft kalm, mijne heeren, anders zult gij ook het leger en het bewind verzwakken. Na de verkregen resultaten moet men niet zoo spoedig wantrouwen in zich zelf hebben; intcgendeel, wij moeten vertrouwen op den goeden uitslag van onze maatregelen. (Toejmching.) De schuldigen moeten onverzoenlijk en ten strengste gestraft. worden." Toejm chingVervolgens stelt Thiers voor het regt van gratie over te dragen 'aan de kamer »op deze wijze zult gij deelen dezwarever- antwoordelijkheid die op ons rust." Daarna geeft Thiers aan de vergadering kennis dat de nationale garden, die voorstanders der orde zijn, alarm hebben doen slaan; doch dat de regering gelast heeft hiermede op te houden, ten einde alle verkeerde uitleggingen te doen verdwijnen. Hij voegt er bij dat bet berigt der benoeming van den beer Eerry tot pre- fekt van het Seine-departement onjuist is, er. brengt aan dezen hulde en lof, omdat hij louter uit gehechtheid en toewijding, tot nader order de funktien van prefekt der Seine, die door velen waren geweigerd, heeft op zich genomen. Aan bet slot zijner rede zegt Thiers »De regering zal morgen voorstellen de ontwapening der bevolking van Parijs en z;il de maircs benoemcn overeenkomstig de wet. Na zulk eene nederlaag is de opstand niet bij magte zich ooit weder te verheffen." Tc Breda is gevankelijk binnengebragt een meisje van belgische af- komst, oud 19 jaren, dat sinds eenige maanden in het naburige Zundert woonachtig, van kindermoord verdacht wordt. Te Warnsveld is een stoutc diefstal van geld nit de armenbns der hervormde kerk gepleegd. De verinoedelijke dader, een smidsknecht, is in hechtenis genomen en gevankelijk naar het huis van arrest te Zutphen overgebragt. Te Deventer is een 10-jarig knaapje bij de zwemplaats over een leu- ning in de diepte neergevallen. De daar aanwezige kinderen liepen naar de moeder om haar het ongeluk te vertellen. De moeder spoedde zich i naar de plaats des onheils, die zeer ver van hare woning verwijderd is. Zij zag bij haar aankomst den knaap met den dood worstelen, haalde hem spoedig uit het water, maar de geneeskundige hulp, dadelijk ingeroepen, baatte niet meer. De knaap was een lijk. De ouders zijn radeloos. De dienstbode, die zich op 1 Maart jl. schuldig maakte aan diefstal van effekten, ten nadeele van hare vroegere kameraad, (zie ons vorig nom- mer), en die jl. Vrijdag deswege te regt stond, is bij arrest van het hof in Zuid-Holland van 20 dezer, met aanneming van verzachtendp omstan- digheden, veroordeeld tot drie jaren korrektionnele gevangenisstraf. Te Yvetot zijn den 8 Mei twee Franschen, Bovin (broodbakker) en Grandin (mandenmaker), door een krijgsraad ter dood veroordeeld en daarna doodgeschoten geworden, omdat zij twee pruissische soldaten overvallen en met stokslagen vermoord hadden. De bevelhebber der tweede divisie, luitenant-generaal von Prillewitz, heeft dit in de dagbladen te Rouaan ter kennis gebragt, tevens als waarschuwing. In eene fabriek te Utrecht is een steenhouwer, over een plank willende gaan die op een kuip met gloeijende soda gelegd was, in die kuip geval- len, zoodat de beide beenen tot aan de knieen verbrandden. Te Eeckeren (Antwerpen) had den 3den Mei een huwelijk plaats, waardoor de broeder vader, de zuster moeder, de oom echtgenoot, de nicht vrouw, en de neven en nichten breeders en zusters werden. De landbouwer Pauwels namelijk huwde met de ondste dochter van zijn broeder. Te Parijs ishoewel de wekelijksche bulletins eene voortgaande ver- mindering der sterfte aangevenhet cijfer der overledenen nog steeds groot, vooral als men bedenkt dat minstens 500,000 personen de stad hebben verlaten. De typhus inzonderheid sleept er nog vele^ slagtoffers wegook andere ziekten voeren het cijfer der overledenen zeer hoog op. In het noodlottige jaar 1870 is het totaal der overledenen te Parijs geklommen tot het ontzaggelijk cijfer van 73,437, maar die sterfte beteekent nog niets bij die in de eerste maanden van 1871. De gezondheidsmaatregelen, zoo hoogst noodig, zijn onmogelijk geworden door de treurige gebeurtenissen, waarvan de hoofdstad van Frankrijk het tooneel is. Gaven wij in ons vorig nommer eene ko»te beschrijving van „Een kijkje aan hoord van bovengenoemd stoomschip" tlians rust op ons dan ook de verpligtingonzen lezers een kort verslag mede te deelen van de ramp, welke dat scliip sedert haar vertrek is overkomen. De Amst. Cour. bevat hieromtrent versehillende mededee- lingenwaaraan wij hoofdzakelijk het volgende ontleenen »Na Donderdng 18 Mei om half 12 uur uitgezeild te zijn, ell bij Texel eenige uren vertoefd te hebben om de kompassen te veri- li/iren, ving men de eigenlijke reis naar Java aan, 'savonds om half 8 uur. Het schip dreunde weinig; een ieder was blij dat de stoommachine zoo zacht werkte, en vergenoegd ging die eerste avond op zee voorbij, met de onderlinge kenmsmaking. i/Den volgenden dag, bij het opstaan, bleek het dat alles gun- stig was gegaanhet schip had 10 mijlen in de wacht geloopen, en men maakte reeds berekeningen wanneer men Gibraltar zou pas- seren. »Een der passagiers van klasse B verhaalde echter dat in zijne

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1871 | | pagina 2